Het natuurgebied Nipfjället is een heuvelachtig gebied dat boven de boomgrens ligt. De zon doet goed haar best om tussen de dreigende wolken door te breken. Het is hier stil, heel stil. De lichte bries kan niet ruisen want er zijn geen bomen. De rendieren laten ons toe om heel dicht bij te komen. Ze blijven geduldig, minutenlang onbeweeglijk staan alsof ze poseren voor de vele foto's die we nemen. Zo kunnen we rustig de ideale belichting en lensopening uitproberen.
Op weg naar Grövelsjön moeten we af en toe vertragen en stoppen. Vooral de jonge elandjes blijven in het midden van de straat staan en kijken verwonderd om zich heen.
We rijden zomaar een zijwegje op waar we kunnen overnachten op de zoveelste idyllische plaats, een open plek in een bos bij een meertje.
Stel je voor, je wordt wakker in Vroem, midden in het bos hartje Zweden, en er komt een hinde met haar jong voorbij gewandeld. Een betere "goede morgen" bestaat toch niet?
We willen afdalen langs het steile pad om bij de rivier te komen. Maar door de regen is dat paadje glibberig geworden. Het lukt echt niet. Goed dat we tijdig in Vroem geraakt zijn, want de hemelsluizen barsten open om een ware zondvloed los te laten. Een gelegenheid om terug naar Idre te rijden, waar we onze blog kunnen bijschrijven.
Op enkele honderden meters van de plaats waar we vannacht geslapen hebben parkeren we Vroem in het bos. Hier staan we dichter bij de rivier. Het is opgehouden met regenen. We stappen over de vochtige aarde naar het kabbelende water, goed ingesmeerd met muggenspray. Buiten stil zitten is er niet bij, want dan komen die kleine beestjes vlijtig rondom ons zoemen om een plaatsje te vinden waar ze nog aan ons kunnen, bijvoorbeeld vlakbij onze ogen en haar. De gezondste exemplaren steken gewoon door onze kleren heen.
Je moet ook maar zo gek zijn om na een fikse regenbui in het Zweedse zompige bos dichtbij het water te willen vertoeven...
Met veel moeite weerstaan we de aanlokkelijke wandelroutes die op bijna elk zijwegje zijn aangegeven.
We rijden naar Idre, het dichtsbijzijnde stadje waar we eindelijk weer een internetverbinding hebben.
Nu kunnen we ons dagboek van de voorbije dagen weer op het web plaatsen. De verbinding is toch nog zwak en het gaat heel traag. We tanken en doen een nieuwe voorraad boodschappen in.
Helemaal aan het het begin van het Nipfjället Natuurpark, nog voor we op de parking zijn, doemt het bordje : "kamperen verboden", al op. We moeten dus een slaapplaats zoeken en kunnen ons pas morgenochtend begeven naar het natuurgebied waar we willen wandelen.
We stoppen in een bos tussen Idre en Foskros, bij de Grövlan rivier. We moeten de rest van de avond wel in Vroem doorbrengen, want het is beginnen regenen.
Een goede gelegenheid om alle brochures die we onderweg verzameld hebben rustig door te nemen. Vanaf donderdag wordt beter weer voorspeld. We kunnen dus weer plannen maken.
Wat een verrassing, de zon is terug! Het is opnieuw warm genoeg om buiten op de bank te ontbijten.
We volgen een wandeling naar de "Njupskärs Vattenfal", de hoogste waterval van Zweden, zoals in de folder beweerd wordt. Klinkt attractief genoeg om jan en alleman die in de buurt reist hier naartoe te lokken. Alles is voorzien. Een "Naturum" met info in klank en beeld, een restaurantje en een enorme parking waar je niet mag overnachten, vermoedelijk omdat er sinds vorig jaar in de buurt een camping is bijgekomen. De houten bruggetjes, die ons door het moeras en over de rotsen tot vlakbij de waterval brengen, doen kunstmatig aan. Maar het is de enige manier om dit prachtig natuurfenomeen van dichtbij te bewonderen.
Even voor Störbäcken bezoeken we een van de natuurgebieden rond het Fulufjället Nationaal Park. Ze staan niet vermeld in folders en de richtingsborden vallen amper op vanop de weg. Het wordt wat uitkijken om op het pad te blijven. Geen comfortabele plankjes over de modder en de beekjes, maar we zijn opnieuw alleen met de natuur.
De kleine parking valt evenmin op en de nabijgelegen camping vond het niet nodig om het overnachten ook hier te verbieden. De keuze voor onze volgende slaapplaats wordt meteen gemaakt.
Tot nu toe koelt het 's nachts genoeg af, wat aangenaam is om te slapen.
Vandaag ontdekken we het oudste deel van het "Hamra Nationaal Park". In vele Zweedse natuurgebieden werd er in de jaren 1800 en 1900 houtskool vervaardigd. Huvudentrèn is echter als een eiland, omringd door moeras, plassen en meren. Tot hier kon niemand geraken. Dus is de natuur hier letterlijk "ongerept".
"Wat een ravage!", is de eerste indruk die je krijgt als je dit gebied binnenwandelt. Het bos is bezaaid met omgevallen bomen in alle stadia van vergankelijkheid. Het is moeilijk stappen over de dikke wortels van de vijfhonderdjarige dikke bomen. Naast kleurrijke mossen en paddestoelen vinden we ook boslelietjes.
Het volgende Nationaal Park dat we willen bezoeken, Fulufjället, ligt in Harjedalen bij de Noorse grens. Donkere wolken doemen op in de verte, net de richting waar we naartoe rijden. Het duurt niet lang of we zitten middenin een uitgebreide stortbui. De plekjes van dode insecten op de voorruit worden meteen grondig weggespoeld.
Enkele kilometer voor Mörkret, op de "Ugglan Utsiktplats", stoppen we om te overnachten. Het is miezerig. Het berglandschap oogt wazig in de dichte nevel.
Onze volgende wandeling, "Svartåtrèn", loopt langs vijverjes en beekjes met watervallen. De zon zorgt voor de schittering van het stromend water en voor de weerspiegeling van het stilstaand water in de vijvers.
We kunnen niet meer stoppen met fotograferen. Elke centimeter willen we vastleggen. Omdat we technisch niet meer dan 9 foto's op onze blog kunnen plaatsen, besluiten we deze dag in twee te verdelen. Dan nog is het moeilijk om te kiezen uit de meer dan honderd beelden.
De avond bij het knetterend vuur, met op de achtergrond het geluid van het watervalletje, kan niet meer stuk.
Dank U zon, dat je met ons meereist! Alweer koffie en ontbijt buiten bij een temperatuur van 23 graden. Alsof dit mooie terrasje op ons zat te wachten...
We volgen het wandelpad " Myrentrén" door het bos en, via zorgvuldig houten paadjes, over het moeras. Volgens de folder zijn de vele plassen en vijvers ideale broedplaatsen voor muggen. Bij 28 tot 30 graden hadden we hele zwermen verwacht maar het valt goed mee. Behalve als je onbeweeglijk blijft staan om een foto te nemen, dan komen ze je plagen.
Het hele gebied straalt een serene sfeer uit. Het is wel een gebied met de grootste populatie bruine beren van heel Zweden... jammer maar we hebben er geen gezien. Nelly wel, maar die beer noemt ze "Bolke" en het lijkt bovendien een lieve beer te zijn .
Met de droogrek die achter Vroem kan aanhangen, kunnen we natuurlijk niet wegrijden. Maar René ontdekt dat het rekje net past tussen de kastjes boven het bed. Niemand die ons voorbij ziet rijden kan vermoeden hoe het er bij ons vanbinnen uitziet... .
We rijden uren met als uitzicht bos, bos en nog eens bos. Eindelijk komen we aan in Hamra, waar het gelijknamige Nationaal Park staat aangegeven. Dan volgt nog een klein uur langzaam vroemen, over een zandweg, door - jawel - alweer niets dan bos. Wanneer we er zeker van zijn dat we verdwaald zijn zien we plots een bordje met een "P".
Het ietwat bredere deel van de weg moet een parking voorstellen. Ertegenover vinden we een nisje met alle info over wandelingen, dier- en plantensoorten.
Er is een terrassje met houten tafels en banken. Het brandhout ligt netjes opgestapeld om vuur te maken en te grillen. De foto's komen weer uit onze voorraad. Behalve dan "de enige echte" van vandaag.
Het wordt weer puur genieten : koffie en ontbijt midden in de ongerepte natuur. Zelfs de volgels luisteren in stilte naar het ruisen van de zachte wind.
"Hé, ik hoor Nederlands praten", begroet een dame ons in een warenhuis. "Ik ben Zweedse en heb in Olen (tussen Geel en Hereltals) gewoond." Na 3 jaar wilde ze terug naar Zweden : ze miste de ruimte en de meren. "Overal druk, druk", vervolgt ze, "en wat een gedoe als we even wat boodschappen willen doen in Herentals. Je staat meteen in de file. Wij vinden het leven hier gewoon even duur als in België, zeker niet duurder. Maar een huis vind je hier voor een lagere prijs. Dat scheelt al heel wat." Binnenkort gaan ze de familie van haar echtgenoot bezoeken. En het was haar man die erop drukte : we blijven één weekend, niet langer. Want langer kan ik het daar niet meer uithouden." Hij mist dan ook helemaal niets meer in zijn geboorteland: zijn fritketel heeft hij meegenomen...
In de vooravond rijden we naar een camping in Glaskogen, Arvika. Er staat een wasautomaat voor een honderdtal vakantiegangers. Toch hopen we nog deze avond nog 3 machines te wassen en te drogen in de droogkast, zodat we morgenochtend kunnen verderrijden naar het natuurreservaat bij Hamra. We hebben geluk : de automaat is vrij. Maar de droogkast lijdt blijkbaar aan burnout. We steken nog eens 10 kronen bij voor het drogen maar het resultaat blijft hetzelfde : niet kletsnat maar verre van droog. Zo kan het niet in de kast.
Rond 00u30 ploffen we de derde loodzware tas met natte was in Vroem. We zijn te moe om nu nog iets te ondernemen. We laten de waszakken staan zoals ze zijn en kruipen onder de wol. De nacht zal wel raad brengen.
Om kwart over zeven drinken we ons eerste kopje koffie in de warme zon : 23 graden. Om 8u wijst de thermometer al 27 graden aan. Wie had dit voor mogelijk gehouden in Scandinavië? We maken een flinke dagtocht en volgen Vasanåleden. Het pad leidt ons afwisselend boven op de rots langs het meer, dan weer naar beneden door de diepe bossen. Ons "op en neer" geklauter wordt beloond met prachtige panorama's en een volmaakte stilte, af en toe onderbroken door een vogel en het klotsende water van het Vätternmeer. Een zacht briesje zorgt voor net genoeg koelte. Ook in het bos voelt het lekker fris. Onderweg plukken we bosbessen, frambozen en ... kersen ! De bomen zijn zo vriendelijk om haast al hun taken dicht bij de grond te houden. De sappige vruchten zien er uit als de rode bessen van bij ons en smaken uitzonderlijk lekker en zoet.
In de vooravond komen we moe en bezweet terug bij Vroem. René schiet zijn zwembroek aan voor een frisse duik in het zoete water. Nelly leest de watertemperatuur van zijn gezicht af en kiest voor een kattenwasje in een geïmproviseerd voetbad...
Langer dan tot 7u15 kunnen we het in bed niet uithouden. De zon op het dakraam wekt ons met haar warme stralen en nodigt ons uit naar buiten. Even voor Gränna ontdekken we een wandelpaadje dwars door een oud beukenbos. Af en toe kunnen we uitkijken over het Vätternmeer. Het kabbelend geluid van de golven blijft overal hoorbaar.
In de middeleeuwen bouwde men hier een stuwdam en watermolens. De campergids belooft ons een plaats in Stora Lund nabij Ödeshög, met een adembenememd uitzicht op het meer. Dat klopt, maar enkele campers hebben de beste plaatsjes al ingenomen. Vijftig meter voor die plaats hebben we een kleine parking voor ons alleen. Geen uitzicht op het meer, wel goed beschermd tegen de wind, wat toch aangenaam is als je buiten wil eten.
's Avonds genieten we op een rots boven het klotsende water van de zonsondergang. Sommige camperbewoners zitten daar ook, verspreid en in stilte. De zon kan de opkomende bewolking niet vermijden, maar dat zorgt voor een heel speciale kleurenpracht.
Enkele weken geleden maakten we kennis met een koppel uit Jönköping. Zoals beloofd brengen we hen vandaag een bezoek. Het is interessant om van de bewoners zelf te vernemen wat er leeft in dit land.
Heel Zweden wordt tegenwoordig beheerst door een handvol multinationals, vertellen ze. Zij rooien oude waardevolle bossen wanneer het hen uitkomt en voeren in de bedrijven een politiek die gebaseerd is op prestatie en winst.
Zo goed als iedereen sluit hier een woninglening af met een variabele intrestvoet. De laatste jaren stijgt die rente sneller dan de lonen. Voor jonge gezinnen wordt het daarom steeds moeilijker om de eindjes aan elkaar te knopen.
Een derde van de Zweedse bevolking is rijk; een derde kan net overleven en de overige 33% leeft onder de armoedegrens. Ook hier heerst een hoge jongerenwerkloosheid. Heel wat jonge mensen steken de grens over naar Noorwegen, waar de lonen hoger liggen. De Noren zien de Zweden graag komen voor de jobs die zij zelf niet meer willen doen. De Zweden staan er bekend als harde werkers.
Christer en Kirstin zijn in de wolken over de Duvel en de Belgische chocolade die we hebben meegebracht. Ze ontdekken enthousiast wat het begrip "bier" eigenlijk zou moeten voorstellen. Dus laten we onze hele voorraad Duvel bij hen achter.
In Vroem bij het Vätternmeer klinken we met een fletse lätöl op onze goede daad van vandaag.
We verwachtten gewekt te worden door de brandende zon op het dakraam. Niets is minder waar. Het kost de zon een halve dag om door het dichte wolkendek te breken. Maar dan begint het feest opnieuw : 27 graden.
Het wandelpad "Skåneleden" leidt ons een heel eind verder langs de kust. Dit natuurgebied is een paradijs voor vogels. We zien ook zwanenkolonies. Ze laten ons toe om heel dicht bij te komen voor een foto.
Hier en daar is een klein zandstrandje dat druk bezocht wordt door gezinnen met kinderen. De kleinsten kunnen naar hartenlust plonsen in het ondiepe water langs de kustlijn.
We zijn pas om 18u30 terug aan Vroem. Als de avond valt wordt het toch te fris om buiten te eten, een aperitiefje kan nog net.
We bezoeken een Nationaal Park in de buurt van Klippan. De bossen hier in Söderåsen zijn 200 miljoen jaar oud en al even indrukwekkend.
Het is moeilijk om te fotograferen wat we zien. Elke plek is een verzameling van zo een lange geschiedenis, dat de beelden wat rommelig overkomen. Als je echter - zoals wij - echt binnen in een beeld staat, voel je je klein, tussen de eeuwenoude wijze bomen en varens.
We volgen een kabbelend beekje dat uitmondt in het meer "Odensjön". Een infobordje vertelt dat het schuim en algen die hier veelvuldig aanwezig zijn, geen teken zijn van vervuiling, want dit natuurgebied is volledig intact. Ha... dus was het strand nabij Mölle (17/7) toch niet vervuild? Dààrom gaan de Zweden daar rustig zwemmen en laten ze hun kinderen zorgeloos in het water spelen.
Na een wandeltochtje van ongeveer vier uur rijden we naar "Visitorps Hamn", een klein jachthaventje in de buurt van Förslöv. We verwachten op een zaterdag een overvolle camperplaats en dat is het ook. Wij vinden nog juist een plaatsje bij het wandelpad, net groot genoeg voor Vroem.
We blijven buiten zitten, in onze zomerkleren, tot zonsondergang. Vanuit ons bed zien we door het raampje de volle maan over de zee schijnen. In het duister van de nacht zien we aan de horizon flikkerlichtjes verschijnen van de gebouwen in Denemarken.
De ochtend is bewolkt maar toch zacht genoeg om buiten te ontbijten. De zon doet verwoede pogingen om door te breken en wordt al snel voor haar inspanningen beloond.
We hebben water nodig en de inhoud van het chemisch toilet moet worden geloosd. Dat kan in de buurt van Ängelholm. Nu we toch hier zijn kunnen we meteen de omgeving verkennen. We zien de ene badplaats na de andere, in een dichte rij langs de kust van Malmö tot bijna in Göteborg.
De weersverwachting meldt voor de volgende dagen 26 tot 28 graden, een feest voor de Zweeds badgasten en de Duitse toeristen. Op deze vrijdagmiddag rijden we dan ook veel campers en caravans tegemoet.
Wij willen voor de verandering naar het binnenland. Söderåsen's Nationaal Park ligt tussen Klippan en Röstånga. Aan de rand van dit natuurgebied ligt een parking waar we willen overnachten, om morgen te gaan wandelen. Mooi niet... het bekende bordje vermeldt dat we na 23u mogen ophoepelen. De dichtst bijgelegen plaats ligt op een uur rijden... Maar nu hebben we geluk. In Perstorp kunnen we verblijven op de parking aan het zwembad, vlakbij een bos.
We zijn nog net op tijd voor een wandeling in de zon, samen met enkele joggers en hondjes die hun baasje uitlaten.
Zilverblauwe golven glinsteren uitnodigend in de ochtendzon. Toch ontbijten we binnen, want die frisse wind is daar weer. We verwachten dat die in de loop van de dag verdwijnt, en we krijgen gelijk.
We rijden verder langs de kust tot in Mölle. Hier ligt een Nationaal Park dat we van naderbij willen bekijken. We trekken onze wandelschoenen aan en nemen onze picknick mee. We wandelen in het prachtige natuurgebied "Kullaberg". De kliffen zijn hier even indrukwekkend als in Portugal en Ierland. Het gaat flink op en neer maar de zon vergezelt ons op een aangename manier. De zachte bries aan de kust voelt ook aangenamer dan de koude wind in Portugal, enkele maanden geleden.
De overnachtingsplaats uit de campergids aan de kust van Hägersnäs is niet meer toegankelijk voor mobilhomes. Maar we kunnen Vroem heel dichtbij parkeren op een weide aan de rand van een bos. We improviseren een terrassje in het groen en we blijven genieten tot de laatste zonnestralen.
Een enkele muggebeet per persoon kunnen we wel verdragen. We zijn al meer gewoon geweest...
We worden gewekt door het klapperen van het gordijntje aan het open dakraam. Vanuit ons bed - zalig toch?! - zien we een woelige zee onder een dicht wolkendek. Het is opnieuw even winderig als eergisterenavond toen we hier aankwamen. Rond de middag trekt het open en wordt het lekker warm.
We ontdekken "Kullaleden". Dit is een wandelpad dat doorheen de natuurgebieden loopt. Het strand dat we zien en ruiken is verre van het mooiste. Het zand ligt bezaaid met een donkerbruine smurrie van mosselschelpen en algen. Ze kleuren ook de aanspoelende golven bruin.
Het is windstil en ongeveer 30 graden. De Zweeds zonnekloppers zien er nog wat bleekjes uit. Ze hebben duidelijk tot nu toe nog niet veel zon gehad.
's Avonds stroomt de camperplaats aan het strand helemaal vol. Enkele caravans - lees : "woonwagens" - komen zich ook installeren. In Zweden mag je op een camperplaats heel je hebben en houden naar buiten verhuizen. Daar maakt iedereen gebruik van, want het is veel te warm om binnen te eten.
Na zonsondergang kruipen wij als eerste onder de wol.
De wind is gaan liggen. We kunnen best een trui verdragen. Maar telkens als de zon tussen de wolken door schijnt is het plots veel warmer en moet die trui weer uit. Het warenhuis in Malmö oogt even vertrouwd als de weg ernaar toe. We herinneren ons van vorig jaar waar we een simkaart voor onze laptop en smartphone kunnen kopen. En we zijn nog veel minder vergeten dat de parkeermeters in Zweden geen buitenlandse kredietkaarten aanvaarden. Dus hebben we een hoop kleingeld gespaard. Alles bij elkaar scheelt dit enkele uren zoeken en prullen.
Het is opvallend rustig op de dijk aan de rand van de stad. Wat een verschil met onze Belgische kuststeden tijdens het hoogseizoen.
We wandelen langs een keienstrand, plaatsen ons dagboek op het internet en turen naar de spiegelgladde zee.
's Avonds trekt de hemel helemaal open en schenkt ons een sfeervolle zonsondergang.
Het wordt weer moeilijk kiezen bij de Duitse bakker. "We" (lees : Nelly) zouden wel van elk overheerlijk brood een stukje willen meenemen. (René kiest veilig enkele witte pistolets uit) Vóór ons in de toonbank roepen de koeken, gevuld met fruit en pudding. Die lusten we allebei.
We worden uitgewuifd door enkele Nederlanders die in het midden van het plein in hun stoeltjes naast hun campers hun kopje koffie drinken.
Het is best wel druk op de wegen maar we kunnen vlotjes doorrijden. Zelfs in Hamburg moeten we maar één keer aanschuiven wegens werken.
In de vooravond bereiken we de parking in Odense aan de eerste brug in Denemarken (Lillebaelt). We kunnen hier blijven slapen maar de brug naar Zweden lokt zo uitnodigend.
Tegen 9u15 rijden we Malmö binnen, recht naar "ons plaatsje" vlak bij de zee. Het is zwaar bewolkt. Een flinke wind doet de golven krachtig tegen de keien klotsen, het beste achtergrondgeluid om bij in slaap te vallen.
In de late voormiddag verlaten we het zonovergoten Schillingen. Naarmate we vorderen, richting Zweden, betrekt de lucht. In de omgeving van Dortmund is de zon niet meer te zien. De thermometer wijst 18 graden aan en er staat een lichte bries. In onze frisse zomerkleding vallen we meteen op tussen de andere reizigers.
We rijden tot Minden en kiezen de grootste camperplaats uit die we ooit gezien hebben. Het evenementenplein biedt plaats aan 100 campers, vermeldt onze campergids, maar er kunnen wel meer dan 1000 auto's staan op dit reusachtige plein.
We genieten van een avondwandeling. Op een pleintje onder de bomen vinden een heel gezellig terrasje waaraan we niet kunnen weerstaan.
Waar zoveel vakantiegangers op een zomeravond samen zijn, verwacht je op z'n minst wat gestommel en rumoer. Maar we krijgen een opvallend rustige nacht