Afiesjus plakn: affiches plakken Anplakn: aanplakken Aparenteeriengu: apparentering Biezitru: bijzitter in kiesbureau Binulant: binnenland Blown: man blauwe, liberaal Blowu: vrouw blauwe, liberalen Brugpensioeën: brugpensioen Bugrooötiengskontrolu: begrotingskontrole Bugrooötiengu: begroting Bulastiengvooördeeël: belastingvoordeel Bulastiengvriesteliengu: belastingvrijstelling Bulastiengvurlijgiengu: belastingverlaging Bulastiengvuroogiengu: belastingverhoging Buleitsbuslisiengu: beleidsbeslissing Bunoemiengu: benoeming Bunoemn: benoemen Burgumeeëstru: burgemeester Burgurluk: burgerlijk Burgurregtn: burgerrechten Butoogiengu: betoging Buudjet: budget Buutulantpolutiek: buitenlandpolitiek Buvoegteit: bevoegdheid Buvoökiengu: bevolking Buvrieënt: bevriend Buzetiengu: bezetting Deepuutoösju: deputatie Dilugoösju: afvaardiging Fr délégation Eeëstu mieniestru: eerste minister Eeëtoflegiengu: eedaflegging Erkieëziengu: herkiezing Foertstemu: proteststem Foldur: folder Fraksju: fractie Fraksjulijdur: fractieleider Groeënu: Groenen Groentwet: grondwet Gumeeënturoöt: gemeenteraad Kalootu: CD&V’er Kaamur: kamer van volksvertegenwoordigers Kabienit: cabinet kartil: kartel Kernkabienit: kerncabinet Kieëzursliestu: kiezerslijst Kieëziengu: verkiezingen Komisju: commissie Komuunootiïr: in verband met Vlaanderen - Wallonië Fr communautair Kordoön sanietiïr: cordon sanitaire Kowaliesju: coalitie Kuumuul: uitoefening meerdere functies tegelijk Fr cumul Liburaaln: liberalen Liestutrekur: lijsttrekker Liestuduuwur: lijstduwer Liestustemn: lijststemmen Mandatoöries: mandataris Maniefistoösju: betoging Fr manifestation Meeërdureit: meerderheid Mielietant: militant Mieniestru: minister Mieniestur-preeziedent: minister-president Mieniestru van buutnlaansjhu zaakn: minister van buitenlandse zaken Mieniestru van binulaansjhu zaakn: minister van binnenlandse zaken Mieniestur van kuultuur: minister van cultuur Mieniester van eekonoomiesjhu zaakn: minister van economische zaken Mieniestur van eenirzjie: minister van energie Mieniestru van fienaansjus: minister van financies Mieniestru van juustiesie: minister van justitie Mieniestru van laansvurdeediegiengu: minister van landsverdediging Mieniestur van lantbow: minister van landbouwMieniestur van mobielietijt: minister van mobiliteit Mieniestur van oendurwies: minister van onderwijs Mieniester van oentwikuliengssaamunwerkiengu: minister van ontwikkelingssamenwerking Mieniestur van oopnboaru werkn: minister van openbare werken Mieniestur van pensjioeën: minister van pensioenen Mieniestur van sosjaalu zaakn: minister van sociale zaken Mieniestur van voöksguzoentijt: minister van volksgezondheid Mieniestur van Vurkeeër: minister van verkeer Mieniesturoöt: ministerraad Mindurijtsrugeeëriengu: minderheidsregering Oenafankuluk: onafhankelijk Oeëngeldug stemn: ongeldig stemmen Oendurvooörzitur: ondervoorzitter Ofiesjil: officieel Oftreedn: aftreden Opoziesju: oppositie Oovurijt: overheid Oovurloopur: overloper, van ene partij naar andere Parlument: parlement Partieë: partij Peniengmeeëstur: penningmeester Pijliengu: peiling Plakoöt: verkiezingsbord Poliesjuroöt: politieraad Proviïnsjuroöt: provincieraad Roöt: raad (gemeente-, provincie-, …..) Roötszitiengu: raadszitting Roojn: rode, socialist Rooju: rode, socialisten Rugeeëringsformoösju: regeringsformatie Rugeeëriengskowaliesju: regeringscoalitie Rugeeëriengu: regering Rugiïrakoort: regeeraccoord Sikrutoöries van du partieë: secretaris van de partij Sinatuür: senator Sjheepun: schepen Sjheepunkoleezju: schepencollege Sjheurliestu: afspliting van een bestaande politieke partij, scheurlijst Sjhorsiengu van du zitiengu: schorsing van de zitting Sosjaliest: socialist Sosun: socialisten Spietsjhun: speechen Spreekgustoeëltu: spreekgestoelte Staakiengu van stemn: staking van stemmen Stemiengu: stemming, verkiezingen Stemn voer utwieën: voor iemand stemmen Stempligt: stemplicht Stoöt: staat Sunoöt: senaat Tjeevu: tjeef, scheldnaam voor iemand van de CD&V Tjeevustreeku: tjevenstreek, verwijt voor politiek bedrog en woordbreuk van de christendemocraten Uproepiengu: oproeping Upvolgur: opvolger Uuttreedundu rugeeëriengu: uittredende regering Uutvoeërundu magt: uitvoerende macht Veeturoön: veteraan Viep: VIP Very Important Person Viesu eeëstu mieniestru Vijlugijtsroöt: veiligheidsraad Vlams Bulang: Vlaams Belang Vlamsjhu Roöt: Vlaamse Raad Voödurlant: vaderland Voödurlantslieëfdu: vaderlandsliefde Voöksliet: volkslied Voökspartieë: volkspartij Voöksroötpleegiengu: volksraadpleging Voöksteliengu: volkstelling Voöksvurgoöriengu: volksvergadering Voöksvurteegnwooördiegiengu: volksvertegenwoordiging Vooörkeurstemu: voorkeurstem Vooörzitur: voorzitter Vorstunuus: vorstenhuis Vraagnurtju: vragenuurtje Vriezinug: vrijzinnig Vulplakn: volplakken (borden met kiespropaganda) Vurgoödurzaalu: vergaderzaal Vurgoöriengu: vergadering Vurgoörn: vergaderen Vurkieëzieng: verkiezing(en) Vurkoozun zien: verkozen zijn Wetgeevundu magt: wetgevende macht Wooörtvoeërdur: woordvoerder Zeetul: zetel Zeetuln: zetelen Zitiengu: zitting Zweepupartieë: zweeppartij
06-05-2019, 00:00 geschreven door stammer
|