Agturluk: geestelijk gehandicapt Beeltvormiengu: beeldvorming Biebliejooteeku: bibliotheek Bieleeërn: bijleren Bloemleeziengu: bloemlezing Boeëruvurstant: zonder scholing toch slim zijn Boovunkaamur: bovenkamer, hersenen Brijn: brein Bugriepuluk: begrijpelijk Bugriepn: begrijpen Bukwaamijt: bekwaamheid Bukwaamu: bekwaam Bunul: benul Busef: besef Busiefurn: becijferen Busjhaaft: beschaafd Busjhaaviengu: beschaving Busjhrieviengu: beschrijving Busjhrievn: beschrijven Buslisiengu: beslissing Busluutn: besluiten Buspreekiengu: bespreking Bustuudeern: bestuderen Buteeëkunisu: betekenis Butuugiengu: betuiging Butwiefuln: betwijfelen Butwistboör: betwistbaar Buvestugiengu: bevestiging Buvlieëgiengu: bevlieging Buwies: bewijs Buwiesvoeëriengu: bewijsvoering Buwiezn: bewijzen Buwustzien: bewustzijn Buzieëliengu: bezieling Buzienkn: bezinken Dooötdoeëndur: dooddoener, argument van weinig waarde Du nuul van tspil zien: de dupe zijn Du slimn uutang: de slimste willen zijn Duur du komprunuur: lang nodig hebben om iets te verstaan Dwaaliengu: dwaling Eësuns: hersenen Ervoöriengu: ervaring Fraäns klapn medoör up: slecht Frans spreken Geeëst: geest Goeët pijzun: diep nadenken Guvroeng zitn met utwa: geen oplossing vinden voor een probleem Kenesu: kennis Koönfureënsju: conferentie Fr conférence Koöngres: congres Koönsentroösju: concentratie Meeëniengu: menin Meënsjhukenesu: mensenkennis Misu: vergissing Nes/zes zu nie alumalu mi: hij/zij is niet meer bij zijn/haar volle verstand Net/zet u meemoorie van u gernoöru: slecht geheugen Net u slag van du meuln get: hij kreeg een slag van de molen, hij is zijn verstand kwijt Net u viezu los: hij heeft niet al zijn zinnen Net ur gin koös van geetn: hij heeft er geen kaas van gegeten, hij kent er niets of niet veel van Nis gin klooötn weërt: hij is niets waard Nis gin sjieku tuubak weërt: hij is niets waard Nis/zis zo dom lik tagturstu van u koeë: hij/zij is zeer dom Oenbugriepuluk onbegrijpelijk Oendurviendiengu: ondervinding Oendurzoek: onderzoek Oentleediengu: ontleding Oovurleg: overleg Oovurpeizn: overpeinzen Raamiengu: raming Ratsul: raadsel Reeduvoeëriengu: redevoering Roendu: dom Roön: raden Rudunoösju: redenering Spreuku: spreuk Steliengu: thesis, bewering Suleksju: selectie Tis u stievu slimn: het is een zeer slimme Toogu wooört voeërn: het hoge woord voeren Tu dom voer ooi teetn: zeer dom Tvurstant komt met du joörn: het verstand komt met de jaren Twieful: twijfel Twiefuln: twijfelen Upfrisjhiengu: opfrissing Uplosiengu: oplossing Upvatiengu: opvatting Upzoekiengu: opzoeking Uutreekn: uitrekenen Uutvien(g): uitvinden U grooötu lanteërn met u kleeën lugtju: een grote lantaarn met een klein lichtje U keeml sjhieëtn: een vergissing begaan U misu bugoön: een vergissing begaan U slag van sliengurs meuln en: niet goed bij zijn verstand zijn Utwadu an utwieën zu vurstand brieng: iets aan iemand zijn verstand brngen Utwoö vurstant van en: ergens verstand van hebben Van lotju gutikt zien: van lotje getikt zijn, gek zijn Van toetn nog bloözun weetn: van toeten noch blazen weten Van utwa vurstant en: verstand hebben van iets Veijlugeitsoovurweegieng: veiligheidsoverwegingen Vieërtaalug: viertalig Vooörbureidieng: voorbereidingen Vooörgusjhieëdunisu: voorgeschiedenis Vooörnleezn: voorlezen Vooöroentwerp: voorontwerp Vooörnzegn: voorzeggen Vooörstudie: voorstudie Vooörwoördu: voorwaarde Voruutkiekn: vooruitkijken Voruutzieëndu: vooruitziende Voruutzigtu: vooruitzicht Vorzieën: voorzien Vraagteeëkn: vraagteken Vurmiedn: vermijden Vurvoegiengu: vervoeging Wiesijt: wijsheid Zjeenie: genie Zu vurstant gubruukn: zijn verstand gebruiken
15-07-2019, 00:00 geschreven door stammer
|