U joengu vint is aaängunoomn in u grooötu muultienasjonul. Up zu neeërstu werkdag paktn zu tilufong, nu belt no du kafeetaarieja vant budrief en brult: “u kafie en u bitju rap!” An du nandru kant van du lienu antwooört dur u stemu: "Ik denk dat U een verkeerd nummer gedraaid hebt, weet U wel met wie U spreekt?" “Huü, nink…” antwooört du joengu vint. ‘Ik ben Directeur-Generaal van deze firma!” Du man roept dorup nog luudur in du tilufong: “En gie, diku upgubloözun dieriktuür-geeneeraal, wit ju gie we me wieën daj sprikt?” “Heu… Nee” antwooört du dieriktuür, u bitju vurboöst. “Purfekt!” antwooört du joengu vint. En nu legt du tilufong neeru…
Een jongeman is aangenomen in een grote multinational. Op zijn eerste werkdag neemt hij de telefoon, belt naar de bedrijfscafetaria en brult: "een koffie, en een beetje rap!" Aan de andere kant van de lijn antwoordt een stem : “Ik denk dat u een verkeerd nummer gedraaid hebt, weet u wel met wie u spreekt ?" "Heu... Nee...” antwoordt de jongeman. “Ik ben Directeur-Generaal van deze firma!” De jonge man roept daarop nog luider in de telefoon: “En jij, dikke opgeblazen directeur- generaal, weet jij wel met wie jij spreekt?" "Heu... Nee" antwoordt de directeur ietwat verbaasd. "Perfect !" antwoordt de jongeman. En hij legt de telefoon neer...
En nu ... de P-taal
Spreuken en zegswijzen
‘Wees aardig tegen rokers. Iedere sigaret kan hun laatste zijn.’ Weepees apaardipig tepegupun ropokupurs. Iepiedupurupu siepiegaparepet kapan hupun lapaatstupu zijpijn. ‘Mama, wat doet een ooievaar eigenlijk nadat hij de kinderen heeft afgeleverd?’ ‘In de zetel liggen en naar de voetbal kijken’ ‘Mapamapa’, wapat doepoet epe opooiepevapaar eipeigupunlijpijk napadapat hijpij depe kipindeperepen heepeeft apafgepelepeveperd? ‘Ipin depe zepetepel lipigepen epen napaar depe voepoetbapal kijpijkepen ‘Wat is het toppunt van sadisme?’ ‘Een dove een klap geven en zeggen ‘Wie niet horen wil, moet voelen. ‘Wapat ipis hepet topopupunt vapan sapadipismepe? ‘Epe dopovepe epen klapap gepevepen epen zepeggepen ‘Wiepie niepiet hoporepen wipil, moepoet voepoelepen.’ ‘Geld is een vreemd goedje. Als je het spaart heb je er niets aan. Als je het uitgeeft, ben je het kwijt’ ‘Gepeld ipis epen vreepeemd goepoedjepe. Apals jepe hepet spapaart hepeb jepe eper niepiets apaan. Apals jepe hepet uipuitgeepeeft bepen jepe hepet kwijpijt.’ ‘Ik blijf een beetje boven mijn streefgewicht, maar het zou oneerlijk zijn, als ik naast knap, intelligent en grappig, ook nog eens slank zou zijn.’ ‘Ipik blijpijf epen beepeetjepe bopovepen mijpijn streepeefgepewipicht, mapaar hepet zoupou oponeepeerlijpijk zijpijn, apals ipik napaast knapap, ipintepellipigepent epen grapappipig, opook nopog eepeens slapank zoupou zijpijn.’
|