In BIV-news verscheen een artikel waarin een interpretatie werd gegeven of de wet een website voor website voor elke mede-eigendom verplicht maakt of niet.
Sinds 1 september 2010 is de gewijzigde wet mede-eigendom van kracht. Eén van de nieuwe bepalingen voorziet dat de syndicus het de mede-eigenaars mogelijk moet maken inzage te nemen van alle niet-private documenten of gegevens over de mede-eigendom. Dit dient te gebeuren op alle wijzen die zijn bepaald bij het reglement van mede-eigendom, of door de algemene vergadering, en, met name, via een internetsite (cf. art 577-8, § 4, 11° Burgerlijk Wetboek).
De wet is zo gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad en heeft dus kracht van wet. Uit de bepalingen van die wet blijkt dat er toch een verplichting rust in hoofde van de syndicus om in deze websites te voorzien. Deze stelling wordt bijgestreden door zowel de Unie van Vlaamse Syndici alsook door het Nationaal Informatiecentrum voor de Mede-eigenaars NICM.
Staatssecretaris Devlies stelt zelf in een antwoord dat een wetswijziging nodig op een aantal punten. Zolang er echter geen regering is kan deze wetswijziging niet worden doorgevoerd. En tot dan blijft de wetgeving van kracht zoals gepubliceerd in het Staatsblad. Navraag bij bovenvermelde organisaties leerde de redactie dat zij voorstander zijn van een nog transparanter beleid vanwege de syndici en dat men er naar zal streven om bij een reparatiewet alle communicatie via het internet te laten verlopen. Dit zou immers de communicatiekosten drukken, en de snelheid van communiceren verbeteren. Beide organisaties zullen in de komende maanden sessies organiseren omtrent dit onderwerp.
Het lijkt hen ook onlogisch dat syndici die alles hebben gedaan om zich in regel te stellen vanaf 1 september door deze interpretatie teruggefloten zouden worden. Als we naar de toekomst kijken, zal er meer en meer communicatie moeten verlopen via het internet, en een syndicus is verplicht om zich de houden aan de wet, aldus Marc André, voorzitter van het NICM.
Ondertussen werden de laatste bijeenkomsten gehouden ter voorbereiding van het KB inzake het boekhoudplan dat ook werd voorzien in de wet van 2 juni 2010. Binnenkort valt daarover meer nieuws te verwachten.
Vanaf 1 januari 2011 wordt de dienst van de verkeersbelastingen in het Vlaamse Gewest overgenomen door de Vlaamse overheid, meer bepaald de Vlaamse Belastingdienst. De verkeersbelasting, de belasting op de inverkeerstelling (BIV) en het Eurovignet worden vanaf dan niet langer geïnd door de federale overheidsdienst voor belastingplichtigen gevestigd in het Vlaamse Gewest.
Het betreft hier zowel natuurlijke personen met hun domicilieadres in het Vlaamse Gewest, als rechtspersonen met maatschappelijke zetel in het Vlaamse Gewest.
Belastingplichtigen die tijdens een belastbare periode verhuizen, blijven tot het einde van de belastbare periode belast in de regio waar zij bij het begin van de belastbare periode gevestigd waren. De Vlaamse Belastingdienst stelt alles in het werk om in een zo vlot mogelijke overgang te voorzien. Zo zullen ook alle op 31/12/2010 niet afgewerkte dossiers door de Vlaamse Belastingdienst verder worden behandeld.
Het rekeningnummer voor de betaling van de verkeersbelastingen wijzigt vanaf 1 januari:
Alcoholslot: omkaderingsprogramma en technische voorschriften
Alcoholslot: omkaderingsprogramma en technische voorschriften
Het alcoholslot werd ingevoerd door de wet van 12 juli 2009 gepubliceerd in het Staatsblad op 15 oktober 2009 met inwerkingtreding op 1 oktober 2010. Deze wet geeft de rechter de mogelijkheid om aan bestuurders die onder invloed van alcohol rijden (vooral de recidivisten) de geldigheid van het rijbewijs te beperken tot motorvoertuigen die uitgerust zijn met een alcoholslot en dit voor een minimale periode van één jaar tot maximaal vijf jaar of voorgoed. De veroordeelde dient zich te schikken naar de voorwaarden van het omkaderingsprogramma. Het koninklijk besluit betreffende de installatie van het alcoholslot en het omkaderingsprogrammaverscheen in het Staatsblad van 9 december 2010 en brengt meer duidelijkheid over de uitvoeringsmodaliteiten.
Algemeen
Het voertuig moet op kosten van de veroordeelde uitgerust worden met een systeem dat het starten blokkeert wanneer er een alcoholconcentratie gedetecteerd wordt van ten minste 0,09 mg/L uitgeademde alveolaire lucht (of 0,2 promille). Alle kosten zijn voor zijn rekening. De kosten van de installatie en het gebruik van het alcoholslot en die van het omkaderingsprogramma kunnen eventueel door de rechter afgetrokken worden van de door hem opgelegde geldboete, maar mogen niet minder dan één euro bedragen.
Het nieuwe K.B. van 26 november 2010 bepaalt ondermeer de voorwaarden waaraan het omkaderingsprogramma moet voldoen en de te volgen procedure in geval van een veroordeling tot het alcoholslot.
De veroordeelde dient de volgende vijf voorwaarden na te leven :
het volgen van een opleiding en een begeleiding bij een erkende omkaderingsinstelling;
het bezit van een rijbewijs, waarop de vastgestelde codering « 112 » voor het rijden met een alcoholslot is vermeld;
de verplichting tot installatie van een alcoholslot in elk motorvoertuig dat hij wenst te besturen tijdens de periode van beperkte geldigheid van zijn rijbewijs;
het periodiek laten downloaden van de registratie-eenheid van het alcoholslot door een erkend dienstencentrum;
het voldoen aan de andere voorwaarden van het omkaderingsprogramma, onder meer het niet omzeilen van het alcoholslotsysteem.
Kennisgeving aan de veroordeelde
Het openbaar ministerie stuurt een kennisgeving naar de veroordeelde met daarin een aantal nuttige elementen zoals de wettelijke basis van de veroordeling, een bijgewerkte lijst van dienstencentra en omkaderingsinstellingen, de verplichting om contact op te nemen met een omkaderingsinstelling naar keuze en de termijn waarbinnen het alcoholslot moet geïnstalleerd worden en het rijbewijs moet binnengeleverd worden ter griffie.
Een afschrift van deze kennisgeving wordt ook overgemaakt aan de gemeente van inschrijving van de veroordeelde (die een gecodeerd rijbewijs moet uitreiken) en aan de Federale Overheidsdienst Mobiliteit en Vervoer.
Betrokkene moet na ontvangst van deze kennisgeving onmiddellijk contact opnemen met één van de omkaderingsinstellingen die in de brief vermeld staan. Het inleidend gesprek dat daarop volgt moet binnen de 14 dagen plaatsvinden.
Hij dient ten laatste dertig dagen na deze kennisgeving door een dienstencentrum een alcoholslot te laten installeren in elke wagen die hij wenst te besturen. Dit geldt zowel voor privéwagens als voor bedrijfswagens.
Omkaderingsinstellingen en dienstencentra
De omkaderingsinstellingen begeleiden de veroordeelde bestuurder en geven hem uitleg over het verloop van het programma, de installatie van het systeem in de wagen, de kosten, de codering van het rijbewijs, de opleiding over het gebruik van het systeem, het downloaden van de gegevens uit het toestel, de mogelijke sancties en de afloop van het programma. Indien de instelling vaststelt dat de veroordeelde bestuurder zich niet houdt aan de voorwaarden van het programma zal dit schriftelijk gemeld worden aan het openbaar ministerie.
De dienstencentra staan in voor de installatie, het onderhoud en de verwijdering van de alcoholsloten. Zo downloaden en analyseren ook periodiek de opgeslagen gegevens uit de toestellen en informeren de omkaderingsinstellingen hierover. De bestuurder (of een derde namens hem) dient zich gedurende het eerste jaar van zijn veroordeling tweemaandelijks aan te bieden bij het dienstencentrum voor de download van de gegevens. Na dit eerste jaar gebeurt dit zesmaandelijks.
De voorwaarden om erkend te worden als omkaderingsinstelling of dienstencentrum worden bepaald in art. 4 en 7 van het K.B. van 26 november 2010.
Een bestuurder die veroordeeld werd tot het enkel besturen van motorvoertuigen uitgerust met een alcoholslot dient zijn rijbewijs af te geven aan de griffie van de politierechtbank waar de veroordeling uitgesproken werd. Dit moet gebeuren binnen de dertig dagen te rekenen vanaf de kennisgeving door het openbaar ministerie of op de dag van het herstel in het recht tot sturen.
De griffier levert daarop een attest af waarvan het model bepaald wordt in bijlage 16 aan het M.B. van 27 maart 1998 tot bepaling van de modellen van de documenten bedoeld in het koninklijk besluit van 23 maart 1998 betreffende het rijbewijs.
Attest voor het bekomen van een rijbewijs waarvan de geldigheid beperkt is tot het besturen van motorvoertuigen uitgerust met een alcoholslot.
Met dit attest biedt de bestuurder zich aan bij zijn gemeentebestuur die hem een rijbewijs uitreikt met daarop naast de betrokken categorieën de code 112.
05. Beperkte rijbevoegdheid (vermelding van subcode is verplicht, autorijden onderhevig aan beperkingen om medische redenen)
05.01 Alleen rijden bij daglicht (bijvoorbeeld vanaf één uur na zonsopgang tot één uur voor zonsondergang) 05.02 Alleen rijden binnen een straal van ... km vanaf de woonplaats van de rijbewijshouder of alleen binnen de stad/streek... 05.03 Alleen rijden zonder passagiers 05.04 Rijden met maximale snelheid van ... km per uur 05.05 Rijden alleen toegestaan in gezelschap van andere rijbewijshouder 05.06 Rijden zonder aanhangwagen 05.07 Rijden op snelweg niet toegestaan 05.08 Alcohol niet toegestaan
20.01 Aangepast rempedaal 20.02 Groter rempedaal 20.03 Rempedaal geschikt voor bediening met linkervoet 20.04 Rempedaal met slof 20.05 Kantelbaar rempedaal 20.06 (Aangepaste) handbedrijfsrem 20.07 Maximale bedieningskracht bedrijfsrem Y N 20.08 Maximale bedieningskracht voor hulprem geïntegreerd in bedrijfsrem Y N 20.09 Aangepaste parkeerrem 20.10 Elektrisch bediende parkeerrem 20.11 (Aangepaste) voetbediende parkeerrem 20.12 Afscherming vóór/opklapbaar/uitneembaar rempedaal 20.13 Knierem 20.14 Elektrisch bediende bedrijfsrem
25. Aangepaste acceleratiesystemen
25.01 Aangepast gaspedaal 25.02 Gaspedaal met slof 25.03 Kantelbaar gaspedaal 25.04 Handmatig gas geven 25.05 Gas geven met knie 25.06 Servo-acceleratiesysteem (elektronisch, pneumatisch, enz.) 25.07 Gaspedaal links van rempedaal 25.08 Gaspedaal aan linkerkant 25.09 Afscherming vóór/opklapbaar/uitneembaar gaspedaal
30. Aangepaste rem- en acceleratiesystemen, gecombineerd
30.01 Parallelpedalen 30.02 Pedalen op (nagenoeg) gelijke hoogte 30.03 Gas geven en remmen door middel van schuifsysteem 30.04 Gas geven en remmen door middel van schuifsysteem met orthese 30.05 Opklapbare/uitneembare gas- en rempedalen 30.06 Vloerverhoging 30.07 Afscherming aan de Y kant van het rempedaal 30.08 Afscherming voor prothese aan de Y kant van het rempedaal 30.09 Afscherming vóór gas- en rempedalen 30.10 Hiel- of beenondersteuning 30.11 Gas geven en remmen via elektrische bediening
35.01 Bedieningsorganen bedienbaar zonder dat het rijgedrag nadelig wordt beïnvloed 35.02 Bedieningsorganen bedienbaar zonder het stuur en toebehoren los te laten (knop, gaffel, enz.) 35.03 Bedieningsorganen bedienbaar zonder het stuur en toebehoren (knop, gaffel, enz.) met de linkerhand los te laten 35.04 Bedieningsorganen bedienbaar zonder het stuur en toebehoren (knop, gaffel, enz.) met de rechterhand los te laten 35.05 Bedieningsorganen bedienbaar zonder het stuur en toebehoren (knop, gaffel, enz.) en de gecombineerde gas- en remmechanismen los te laten
42.01 Linker- of rechterbuitenspiegel 42.02 Buitenspiegel op voorspatbord 42.03 Extra binnenspiegel voor goed zicht op het verkeer Y 42.04 Panoramische binnenspiegel 42.05 Dodehoekspiegel 42.06 Elektrisch bediende buitenspiegel(s)
43. Aangepaste bestuurdersstoel
43.01 Bestuurdersstoel op een goede kijkhoogte en op normale afstand van het stuurwiel en de pedalen 43.02 Bestuurdersstoel aangepast aan lichaamsvorm 43.03 Bestuurdersstoel met zijsteun voor goede zitstabiliteit 43.04 Bestuurdersstoel met armleuningen 43.05 Verlengde stoelslede van bestuurdersstoel 43.06 Aangepaste veiligheidsgordel 43.07 Veiligheidsgordel harnastype
44. Aanpassingen van het motorrijwiel (vermelding subcode verplicht)
44.01 Eén remelement voor alle remhandelingen 44.02 (Aangepaste) handbediende rem (voorwiel) 44.03 (Aangepaste) voetbediende rem (achterwiel) 44.04 (Aangepaste) gashendel 44.05 (Aangepaste) handschakeling en handkoppeling 44.06 (Aangepaste) achteruitkijkspiegel(s) 44.07 (Aangepaste) bedieningsorganen (richtingaanwijzers, remlichten, enz.) 44.08 Zithoogte waarbij de bestuurder in zittende positie beide voeten tegelijk op de grond kan plaatsen
45. Motorrijwiel uitsluitend met zijspan
50. Alleen het voertuig met chassisnummer (voertuigidentificatienummer, VIN)
51. Alleen het voertuig met kenteken (voertuigregistratienummer, VRN)
Administratieve vermeldingen.
70. Ingewisseld voor rijbewijs nr.... afgegeven door... (voor een derde land : EU/VN-symbool, bijvoorbeeld 70.0123456789.NL)
71. Duplicaat van rijbewijs nr.... (voor een derde land : EU/VN-symbool, bijvoorbeeld 71.987654321.HR)
72. Alleen voertuigen van categorie A met een maximale cilinderinhoud van 125 cc en een maximumvermogen van 11 kW (A1)
73. Alleen drie- of vierwielige motorvoertuigen van categorie B (B1)
74. Alleen voertuigen van categorie C met een maximaal toegestane massa van 7 500 kg (C1)
75. Alleen voertuigen van categorie D met ten hoogste 16 zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend (D1)
76. Alleen voertuigen van categorie C met een maximaal toegestane massa van 7 500 kg (C1), met een aanhangwagen waarvan de maximaal toegestane massa meer dan 750 kg bedraagt, mits de maximaal toegestane massa van het aldus gevormde samenstel ten hoogste 12 000 kg bedraagt en de maximaal toegestane massa van de aanhangwagen de ledige massa van het trekkende voertuig niet overschrijdt (C1+E)
77. Alleen voertuigen van categorie D met ten hoogste 16 zitplaatsen, die van de bestuurder niet meegerekend (D1), met een aanhangwagen waarvan de maximaal toegestane massa meer dan 750 kg bedraagt, mits a) de maximaal toegestane massa van het aldus gevormde samenstel ten hoogste 12 000 kg bedraagt en de maximaal toegestane massa van de aanhangwagen de ledige massa van het trekkende voertuig niet overschrijdt en b) de aanhangwagen niet wordt gebruikt om personen te vervoeren (D1+E)
78. Alleen voertuigen met automatische schakeling (Richtlijn 91/439/EEG, bijlage II, 8.1.1, tweede alinea)
79. (...) Alleen voertuigen conform de specificaties tussen haken, in het kader van de toepassing van artikel 10, lid 1, van de richtlijn :
90. BIJKOMSTIGE CODES
90.01 : links van 90.02 : rechts van 90.03 : links 90.04 : rechts 90.05 : hand 90.06 : voet 90.07 : bedienbaar
95. bestuurder, houder van het getuigschrift, die voldoet aan de vakbekwaamheidsvereisten tot ...
II. NATIONALE CODES
110 met stimulator in werking 111 met uitgeschakelde stimulator 112 met alcoholslot 113 met uitsluiting van besturen van prioritaire voertuigen 121 beperkt tot vervoer binnen het Rijk en desgevallend geregeld vervoer binnen het Rijk waarvan het traject ten hoogste 50 km bedraagt, overeenkomstig artikel 7 van het koninklijk besluit van 4 mei 2007 betreffende het rijbewijs, de vakbekwaamheid en de nascholing van bestuurders van voertuigen van de categorieën C, C+E, D, D+E en de subcategorieën C1, C1+E, D1, D1+E.
200 : niet geldig van vrijdag om 20 uur tot zondag 20 uur en van 20 uur op de vooravond van een feestdag tot 20 uur op die feestdag. 205 : alleen voertuigen van categorie G met een maximale toegelaten massa van ten hoogste 20 000 kg tot 18 jaar.
De veroordeling wordt tevens opgenomen in het centraal bestand voor de rijbewijzen. Hierdoor kunnen politiediensten nagaan of de bestuurder veroordeeld is tot het rijden met een alcoholslot.
Na het verstrijken van de periode voor dewelke de rechter de geldigheid van het rijbewijs heeft beperkt tot motorvoertuigen uitgerust met een alcoholslot, geeft de griffier het ingeleverde rijbewijs aan de veroordeelde terug en stuurt tevens het rijbewijs met code 112 terug naar het gemeentebestuur.
Technische specificaties van de alcoholsloten
Deze worden bepaald in het K.B. van 26 november 2010 betreffende de technische specificaties van de alcoholsloten bedoeld in artikel 61sexies van de wet van 16 maart 1968 betreffende de politie over het wegverkeer.
Het systeem zorgt er voor dat het voertuig niet kan gestart worden wanneer een alcoholconcentratie vastgesteld wordt van ten minste 0,09 mg/L uitgeademde alveolaire lucht.
De toestellen moeten voorzien zijn van de nodige documentatie en handleidingen.
De ijkingsprocedures en technische controle van de sloten zijn bepaald in hoofdstuk 3.
Er worden een aantal zaken voorzien om het omzeilen van het systeem te bemoeilijken, zoals ondermeer willekeurige hertesten tijdens het rijden.
Een eerste hertest zal gevraagd worden tijdens het rijden op een willekeurig interval tussen 5 en 10 minuten. Daarna volgen de hertesten elkaar op volgens een willekeurig interval tussen 15 en 45 minuten.
De hertest wordt aangekondigd met een duidelijk hoorbaar geluidssignaal, eventueel aangevuld met een zichtbare aanduiding op het toestel zelf.
De bestuurder heeft 15 minuten tijd om de hertest uit te voeren.
Hoe te blazen ?
Voor iedere blaasprestatie moet een droog en zuiver mondstuk gebruikt worden. Indien de modelgoedkeuring bepaalt dat een mondstuk hergebruikt mag worden, dan mag dit geen zichtbare schade of slijtage vertonen.
Wanneer het toestel aanduidt dat het klaar is dient er voldoende hard geblazen te worden tot het einde van de monsterneming aangegeven wordt.
Als het toestel een hertest vraagt dan dient deze hertest binnen de 15 minuten uitgevoerd te worden met de voorwaarde dat artikel 8.3 van de Wegcode gerespecteerd wordt (steeds voertuig onder controle kunnen houden).
Wie een kleine ingreep aan zijn woning wil doorvoeren, kan dat vanaf 1 december 2010 sneller en met minder administratieve verplichtingen. Dat is het gevolg van de goedkeuring van twee besluiten van de Vlaamse overheid.
Meldingsplicht
Voor een aantal werken wordt de stedenbouwkundige vergunningsplicht vervangen door een meldingsplicht. Het gaat bijvoorbeeld over
het openbreken van een gevel voor het plaatsen van een grote raampartij
interne verbouwingswerken die gepaard gaan met stabiliteitswerken
oprichting van bijgebouwen, aangebouwd aan een woning, met een maximale oppervlakte van 40m2 per perceel
zorgwonen
Melden is enkel mogelijk als uw project aan een aantal voorwaarden voldoet. Win dus steeds informatie in bij uw gemeentebestuur. Zo voorkomt u dat u een stedenbouwkundige overtreding begaat.
De werken moeten gemeld worden aan de gemeente met een vast formulier. Twintig dagen na het indienen van het meldingsdossier kan u met de werken beginnen.
Let wel: aan de regels rond medewerking van een architect verandert niets. Bij werken met impact op de stabiliteit van de woning is de medewerking van een architect verplicht. Evenmin verandert de verplichting tot energieprestatie-verslaggeving, het aanstellen van een veiligheidscoördinator en het naleven van de privacybepalingen uit het burgerlijk wetboek (lichten en zichten).
Vrijstelling
Het aantal van vergunning vrijgestelde werken wordt vereenvoudigd en uitgebreid. Samengevat geldt de vrijstelling voor vrijstaande gebouwen waarvan de oppervlakte samen maximaal 40m² bedraagt en voor niet overdekte constructies (terras, zwembad, vijver, ) waarvan de oppervlakte samen maximaal 80m² bedraagt.
Niet overal geldig
Zowel de melding als de vrijstellingen zijn niet geldig als ze strijdig zijn met andere regelgeving (beschermde erfgoed, verkavelingsvoorschriften, lokale plannen). Het blijft dus aangeraden zich op voorhand goed te informeren.
Architect nodig?
Aan de regels rond medewerking van een architect wijzigt niets. Voor werken die impact hebben op de stabiliteit is steeds een architect nodig. In die gevallen zal een architect voor u het aanvraag- of meldingsdossier samenstellen en ondertekenen.
Er bestaan geen vaste criteria om te bepalen in welke gevallen de Vereniging van Mede-eigenaars een mede-eigenaar als syndicus dan wel een extern kantoor voor het beheer behoort aan te wijzen.
Wie ook kandidaat is om een appartementsgebouw te besturen - een appartementseigenaar of een extern makelaarskantoor - zal zich moeten werken door complexe wetten en regels die regelmatig worden gewijzigd en/of aangepast.
Bij kleine verenigingen (2 tot 10 flats) zal de algemene vergadering doorgaans een mede-eigenaar als syndicus aanwijzen. Het is wel van het grootste belang dat de als syndicus aangestelde mede-eigenaar dezelfde kennis en bekwaamheid behoeft als een professioneel en deze persoon op de hoogte is dat hij volgens de wet aansprakelijk is voor zijn beheer d.w.z. indien een mede-eigenaar, die de functie van syndicus uitoefent, de wet ignoreert en de VVM - eigenaars dientengevolge aan haar wettelijke verplichtingen niet voldoet, dat de schade, die daaruit voortvloeit, DE SYNDICUS AANGEREKEND WORDT .
Bij grotere gebouwen (vanaf 10 flats) zal men doorgaans een professioneel erkend kantoor aanstellen met specialisatie van syndicaal beheer', lid van het CIB en met BIV nummer .
De syndicus kan eveneens gekozen of aangesteld worden door de vrederechter.
basisakte en reglement van mede-eigendom v.a. 01-09-2010 (2)
Wet van 02.06.2010 Art. 19 § 2. De syndicus bedoeld in artikel 577-4, § 1, derde lid, 4° van hetzelfde Wetboek legt binnen het jaar na de inwerkingtreding van deze wet een aan de artikelen 577-3 tot 577-14 van hetzelfde Wetboek aangepaste versie van de bestaande basisakte, het reglement van mede-eigendom en het huishoudelijk reglement ter goedkeuring voor aan de algemene vergadering. Voor zover de algemene vergadering op hetzelfde of een later tijdstip geen wijzigingen aanbrengt aan de basisakte, is voor de aangepaste tekst van het reglement van medeeigendom geen authentieke akte vereist.
De wet dient er om te worden nageleefd, ook al is de wettekst onduidelijk, onvolledig,... geformuleerd.
basisakte en reglement van mede-eigendom v.a. 01-09-2010 (1)
basisakte en reglement van mede-eigendom
Voor de aangepaste basisakte en rme dienen geen registratiekosten of een nieuwe notariële akte opgemaakt te worden.
De wet zelf geeft deze vrijstelling op voorwaarde dat beide documenten enkel aangepast worden in voege van de nieuwe wetgeving.
Dit kan dus onderhands gebeuren, maar best door een Jurist die op de hoogte is van vastgoed reglementering.
Onze basisakte mag/moet dan niet "veranderd" (geen enkele wijziging) worden enkel aangepast aan de nieuwe wetgeving, anders zal het kostenplaatje sterk verhogen.
Zodra de VME onderworpen is aan de genormaliseerde dubbele boekhouding (concreet voor een VME met 20 appartementen/woningen of meer).
In dat type van kostengeoriënteerde boekhouding moeten de ontvangsten en de uitgaven afzonderlijk geboekt worden, en niet het saldo. Het zal dus zichtbaar worden dat de betrokken mede-eigenaar een vergoeding ontvangt, al dan niet in natura. En dat kan op termijn problemen geven voor betrokkene en voor de VME bij niet-aangifte bij RSZ, fiscus, ... .
Dat is ook het standpunt van M. WALCKIERS, secretaris-generaal van CIBRU (de Brusselse sectie van CIB België), gepubliceerd in het Franstalig tijdschrift "Le Cri" van AES-SNP.
Hij is ook lid van het paritair comité 323 van de vastgoedsector.
Even mijn visie over het eerste bericht van R.D. : punt 1 : dat zal wel moeten, deze wet heeft een dwingend karakter ! punt 2 : neen een syndicus-ME mag geen vergoedingen ontvangen, enkel de gemaakte en bewezen kosten + "1 polis" verzekering BA. Hij zou dat wel kunnen als zelfstandige (eventueel in bijberoep) en ons dan een factuur sturen. punt 3 : volgens mij gebeurt dat niet punt 4 : dat klopt - staat in de BA (behalve de hoeveelheid) het zal wel ingeschreven staan punt 5 : er zijn veel mensen die niets durven zeggen, daar waar het zou moeten (angst ???) punt 6 : klopt volledig en misschien goed dat het zo gebeurt (mijn mening)
en het tweede bericht : ja ik heb de volledig tekst van het BS
verdere info :
Wie kan syndicus zijn ?
Er bestaan geen vaste criteria om te bepalen in welke gevallen de Vereniging van Mede-eigenaars een mede-eigenaar als syndicus dan wel een extern kantoor voor het beheer behoort aan te wijzen.
Wie ook kandidaat is om een appartementsgebouw te besturen - een appartementseigenaar of een extern makelaarskantoor - zal zich moeten werken door complexe wetten en regels die regelmatig worden gewijzigd en/of aangepast.
Bij kleine verenigingen (2 tot 10 flats) zal de algemene vergadering doorgaans een mede-eigenaar als syndicus aanwijzen. Het is wel van het grootste belang dat de als syndicus aangestelde mede-eigenaar dezelfde kennis en bekwaamheid behoeft als een professioneel en deze persoon op de hoogte is dat hij volgens de wet aansprakelijk is voor zijn beheer d.w.z. indien een mede-eigenaar, die de functie van syndicus uitoefent, de wet niet kent en de VVM - eigenaars dientengevolge aan haar wettelijke verplichtingen niet voldoet, dat de schade, die daaruit voortvloeit, DE SYNDICUS AANGEREKEND WORDT .
Bij grotere gebouwen (vanaf 10 flats) zal men doorgaans een professioneel erkend kantoor aanstellen met specialisatie van syndicaal beheer', lid van het CIB en met BIV nummer .
De syndicus kan eveneens gekozen of aangesteld worden door de vrederechter.
Op 16 november 2010 gaat de nieuwe Europese kentekenplaat van start
De DIV stopt met de uitreiking van kentekenplaten aan de loketten op 10-11-2011
De DIV is van 11 tot en met 15 november 2010 gesloten. De laatste inschrijving met een kentekenplaat van actueel model zal op 10 november plaatsvinden (op 9 november via WebDIV).
Opgelet: in november zijn een aantal DIV-antennes elk een dag gesloten!
Andere sluitingsdagen en openingsuren
De kantoren van Maritiem Vervoer te Antwerpen (Tavernierkaai 3 en Olijftakstraat 7-13) zijn definitief gesloten sinds 23 september. Sinds 1 oktober zijn de kantoren van Maritiem Vervoer te Antwerpen geopend in Posthoflei 5, 2600 Antwerpen (Berchem).
03-11-2010
De DIV antennes te Alken en Harelbeke zijn gesloten
04-11-2010
De DIV-antenne te Eupen is gesloten
05-11-2010
De DIV antennes te Mons, Namur, Graçe-Hollogne, Kontich en Gent zijn gesloten.
25-11-2010
De DIV antennes te Charleroi, Neufchâteau en Eupen zijn gesloten
Bij het invoeren van de Europese kentekenplaat zal er worden overgegaan naar een kentekenplaat met 7 karakters, robijnrood (RAL 3003) opschrift op een witte grond voorafgegaan door het blauwe EU-symbool met daarin het witte B teken met daarboven een cirkel van 12 gele sterren, volgens het model indexcijfer 3 letters 3 cijfers.
Enkel de achterste kentekenplaat zal een officiële kentekenplaat zijn. De voorste kentekenplaat en andere reproducties worden afgeleverd door de detailhandel maar dienen te voldoen aan de door de DIV bepaalde kwaliteitskenmerken die gelijkaardig zijn aan de officiële achterste kentekenplaat.
Deze reproductie dient vervaardigd te zijn uit één enkele aluminiumplaat van het type EN 1050A of 1200/H42 en met een dikte tussen 0,95 mm en 1,25 mm of uit een acrylaatplaat van minimum 3 mm.
De hoeken van de platen zijn afgerond: de straal van deze afrondingen bedraagt 10 ± 2 millimeter. Elke hoek van de plaat is voorzien een gaatje, met een diameter van 6 mm en met het middelpunt op 12 mm van de buitenranden van de plaat (5mm diameter en middelpunt op 9 mm van de plaat voor de reproducties met afmetingen van de kentekenplaat voor motorfietsen).
Wat de aluminiumplaten betreft, dient het opschrift en de boord gestanst te zijn en in een reliëf van minimum 1,15 mm ten opzichte van de grond van de aluminiumplaat.
De tekens van het opschrift hebben de vorm en afmetingen zoals bepaald in bijlage bij het ministerieel besluit van 23 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen en de kleur heeft de identieke RAL code van de overeenstemmende kentekenplaat. De onderlinge horizontale afstand tussen het middelpunt van elk teken bedraagt 50 millimeter, voor de reproducties met afmetingen van de kentekenplaat voor motorfietsen bedraagt deze 39,2mm.
De reproductie moet eveneens voorzien zijn van een retroreflecterende film van klasse 1, rechtstreeks gelamineerd of vastgehecht op de totale oppervlakte van de dragende plaat, waarvan de minimale retroreflectiecoefficiënt evenals de trichromatische coördinaten en minimale luminantiefactor worden vastgelegd bij ministerieel besluit.
De dragende plaat dient achteraan voorzien te zijn van een identificatieteken van de plaatfabrikant en de retroreflecterende film dient voorzien te zijn van een kleurloos identificatieteken van de filmfabrikant evenals de referentie van de afkondigingdatum van het koninklijk besluit van 20 juli 2001 betreffende de inschrijving van voertuigen.
De fabrikant van de kentekenplaat (dragende plaat + retroreflecterende film) dient ISO 9001 2008 gecertificeerd te zijn.
Mensen, niemand weet wat er gaande geweest is hier bij ons (dat is hier van weinig belang), dat is ondertussen (hopelijk) opgelost, maar er is iemand die beweert dat ik denk dat ik "not touchable" ben (te gemakkelijk in het nederlands), doch ik ben even kreukbaar zoals iedereen, ik heb ook fouten en gebreken, maar ik doe de moeite om alles te staven (dus op papier) want anders is het nadien van 'dat heb ik zo niet gezegd/bedoeld enz.....'en ik doe tenminste de moeite om alles diep uit te spitten en bewijzen te zoeken (bv in het staatsblad enz). Ik weet ook dat we niet allemaal papiervreters zijn, ik ken ook maar weinig van praktische zaken zoals loodgieterij, schriinwerkerij enz... maar durf er voor uitkomen. Ik sta niet op een preekstoel om te verkondigen dat ik alles beter weet .... Mijn mening : beter prive en werk gescheiden houden, het 1 heeft niets met het ander te maken. Ik ben benieuwd, eventuele reactie via de e-mail knop.
Iedereen in Belgie moet zich aanpassen en de nieuwe wet respecteren.
Deze wet is van dwingend recht en moet dus uitgevoerd worden !
De wet heeft altijd voorrang op de basisakte tenzij de wet in kwestie voorziet dat de basisakte ervan mag afwijken.
Alle gebouwen en gronden in mede-eigendom moeten in orde zijn met hun basisakte UITERLIJK op 30 augustus 2011 conform de nieuwe wetgeving.
Dat betekent :
Een buitengewone algemene vergadering beleggen, want deze zaak moet besproken worden met alle mede-eigenaars en goedgekeurd worden, de syndicus kan dit dus niet op zijn eigen houtje doen..
De basisakte kan enkel aangepast worden door een jurist en/of de notaris, moet geregistreerd worden en moet in het bezit zijn van de mede-eigenaars ten laatste op 31 augustus 2011. Deze uitvoering vraagt een pak werk en tijd !
Mijn verontschuldigingen voor eventuele fouten en beschrijving in de teksten, aub melden via de knop e-mail mij van het blog.
De Rijksdienst voor Arbeidsbemiddeling (RVA) heeft in 2009 36.287 werklozen een administratieve boete opgelegd. Ze werden bij een controle betrapt op zwartwerk of andere overtredingen.
Ruim 26.000 foefelaars werden gemiddeld vijf weken geschorst. Twee mensen werden volgens Het Laatste Nieuws voor het leven uitgesloten. 9.600 anderen kregen slechts een formele verwittiging.
De overtreders werden onder meer betrapt op zwartwerk, op het opgeven van een foute gezinssituatie om zo meer dopgeld te vangen, of op het verbouwen van de eigen woning waardoor men niet beschikbaar was voor de arbeidsmarkt.
In 2007 lag het aantal werklozen dat een administratieve boete kreeg een kwart lager. Het ging toen om 9.206 werklozen die op de vingers werden getikt.
Vlaamse Regering past modaliteiten tewerkstellingspremie 50+ aan
bron : vrijdag 17 september 2010 Vlaamse regering
De Vlaamse Regering heeft op de ministerraad van 17 september ingestemd met een wijziging van de modaliteiten van de tewerkstellingspremie 50+. De premie blijft bestaan maar is niet meer cumuleerbaar met de federale steunmaatregelen.
De Vlaamse minister van Werk, Philippe MUYTERS, blijft investeren in de tewerkstelling van 50-plussers. De tewerkstellingspremie 50+ is daarbij een belangrijk instrument. De premie betekent een substantiële vermindering van de loonkost voor werkgevers die een werkzoekende 50-plusser aanwerven. Begin 2009 werd het toepassingsgebied van de maatregel nog uitgebreid door de vereiste werkloosheidsduur te verlagen en de bedragen op te trekken.
Na een lang aanslepend conflict met de federale regering, werd op aandringen van minister Muyters in de federale anticrisismaatregelen uiteindelijk een tewerkstellingspremie voor werkzoekende 50-plussers opgenomen. Deze maatregel is van kracht sinds begin 2010. Momenteel kunnen beide premies gecumuleerd worden. Dit leidt in sommige gevallen tot een tegemoetkoming die botst met de Europese regelgeving. Een aanpassing is dus noodzakelijk.
Minister Muyters: Inzetten op tewerkstelling van 50-plussers blijft noodzakelijk. Maar ik wil dit doen op de meest efficiënte manier. Het is daarbij niet logisch dat iemand tweemaal langs de kassa passeert om hetzelfde doel te realiseren. We blijven werkgevers ondersteunen bij het aanwerven van werkzoekende 50-plussers, maar het cumuleren van de Vlaamse en de federale premie zal niet meer mogelijk zijn. De nieuwe regelgeving zal ingaan op 1 oktober 2010.
Wie een hond heeft of met de hond gaat wandelen op de openbare weg, moet zich aan bepaalde regels houden. Lees hier de reglementen die gelden in de gemeente Brecht.
Gemeentelijk politiereglement op honden
Gemeenteraadsbesluit 10/06/1993 (aanpassing bij gemeenteraad van 9/10/1997)
art. 1 Op de openbare weg en op alle publiek toegankelijke plaatsen moeten honden aan de leiband gehouden worden.
art.2 De ronddolende en onbewaakte honden worden in bescherming genomen en ondergebracht in een dierenasiel. De kosten, hieraan verbonden, alsook de eventuele aangerichte schade vallen ten laste van de eigenaar of de bewaarder van de hond.
art. 3 De eigenaars, houders of bewaarders van honden zijn verplicht te beletten dat de rijwegen, de voet- en fietspaden, de aanpalende bermen en huizen, en de voor publiek toegankelijke plaatsen bevuild worden door hun dieren.
(art. 4 De uitwerpselen die terecht komen op de voornoemde plaatsen dienen door de eigenaars, houders of bewaarders verwijderd te worden. Bij weigering kunnen de uitwerpselen op hun kosten verwijderd worden.) gewijzigd bij besluit 9/10/1997
art. 5 Blinden en slechtzienden die gebruik maken van een hond als begeleider vallen niet onder toepassing van dit reglement.
art. 6 Inbreuken op deze verordering zullen gestraft worden met politiestraffen.
Gemeentelijk politiereglement op honden
Aanpassing besluit 10/06/1993 bij gemeenteraad van 9/10/1997
art. 4 De uitwerpselen die terecht komen op de voornoemde plaatsen dienen door de eigenaars, houders of bewaarders verwijderd te worden. Zij dienen een daartoe bestemd zakje te gebruiken. Deze voorziening moet op het eerste verzoek van de politie getoond worden. Bij weigering kunnen de uitwerpselen op hun kosten verwijderd worden
Algemeen politiereglement gemeente Brecht dd. 5/05/1982, wijziging artikel 87 bij gemeenteraad van 26/05/1988 "Het is verboden honden van het ras Pit-Bull-Terrier te kweken, te houden, te verhandelen, in of uit de gemeente te brengen of te vervoeren."
Voor het houden van meer dan 4 volwassen honden is ingevolge de Vlaamse Milieuwetgeving (vlarem) een meldingsplicht van toepassing. Je meldingsdossier moet ingediend worden bij de gemeentelijke milieudienst.
De nieuwe appartementswet (artikelen 577-2 tot en met 577-14 Burgerlijk Wetboek)
De wet van 2 juni 2010 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek teneinde de werking van de mede-eigendom te moderniseren en transparanter te maken treedt in werking per 01 september 2010.
De afgelopen dagen hebben de brandweerdiensten verschillende oproepen gekregen om zogenaamde wespennesten te verwijderen. In werkelijkheid gaat het in de meeste gevallen om hommelnesten of bijennesten. Deze nesten mogen niet vernietigd worden omdat zowel de hommel als de bij een beschermde diersoort zijn. In geval van hommel- of bijennesten neemt u best contact op met een imker die de nesten indien nodig kan verplaatsen.
De hommel en de bij zijn beschermde insectensoorten waardoor de nesten niet vernietigd mogen worden. De hommels en bijen vormen geen reëel gevaar naar mensen toe. Ze zijn niet agressief en steken enkel in uitzonderlijke gevallen namelijk als ze zich bedreigd voelen.
Daarnaast leveren de hommel en de bij een belangrijke bijdrage aan het milieu. Ze zijn belangrijke bestuivers, dragen bij aan het behoud van de diversiteit van de planten en zorgen voor een natuurlijk evenwicht. Door het stuifmeel van de ene bloem naar de andere te brengen, verzekeren de hommels en bijen de bevruchting van de planten. Door deze kruisbestuiving verbetert ook de kwaliteit van de vruchten van de plant.
Hommel- en bijennesten komen voor in bloemrijke gebieden zoals tuinen, akkers en boomgaarden. Je vindt ze in de grond, in bomen, muurspleten,
Wat doe je in geval van een hommel- of bijennest?
Je kan het nest gewoon laten zitten. Hommels en bijen vallen zelden aan en leveren een belangrijke bijdrage aan het milieu.
In sommige gevallen bevindt het nest zich op een vervelende plaats. In dergelijke gevallen neem je best contact op met een imker. Hij zal het nest verplaatsen of handige tips meegeven hoe je het nest zelf op een veilige manier kan verplaatsen.
Er bestaat geen reglementering die het bestrijden van netels verplicht. Uiteraard kan goed nabuurschap een argument zijn.
De verplichting om schadelijke distels op te ruimen staat in de wet van 2 april 1971 betreffende de bestrijding van voor planten en plantaardige producten schadelijke organismen. Deze wet werd uitgevoerd door een aantal KBs (KB van 16 oktober 1981, herhaaldelijk aangepast).
De verantwoordelijke (eigenaar, huurder, gebruiker,...) is verplicht de bloei alsmede de zaadvorming en de uitzaaiing van schadelijke distels met alle middelen te beletten; hij dient hiertoe alle middelen aan te wenden zodra hij hun aanwezigheid vaststelt of deze hem door een overheidspersoon wordt gemeld. Worden onder schadelijke distels gerekend: akkerdistel, speerdistel, kale jonker en kruldistel. Een afwijking van de verdelgingsplicht van kale jonker kan worden toegestaan in de gewestplanbestemmingen natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten. Laat een hardnekkige overtreder ondanks de waarschuwingen van een overheidspersoon de distels toch staan dan zullen ze door de overheid worden vernietigd op zijn kosten (mét een eventuele boete erbij).
Voor meer info : Groendienst, Van Pulstraat in Brechttelef. 036601720
Ieder die eigenaar of huurder is van een pand met een tuin weet hoeveel moeite het kost om deze te onderhouden. Gedurende het ganse jaar is men bezig met grasmaaien, verticuteren, het wieden van onkruid en het snoeien van struiken en hagen. Vooral in de herfst krijgt men vaak een massa groenafval bij elkaar wanneer men de tuintjes netjes wil houden.
Tuinafval kan je composteren en als bodemverbeteraar gebruiken, je kan het kwijt in de groencontainer of tegen betaling in het containerpark.Hoe langer hoe meer moeten we echter vaststellen dat sommigen kiezen voor een gemakkelijkheidsoplossing door tuinafval te storten op het openbaar domein of onbeheerde privé percelen. Wat op het eerste zicht onschuldig lijkt, heeft op termijn vaak enorme gevolgen.
Langzaam maar zeker groeit de afvalhoop en groeit ook de overlast. Oncontroleerbare onkruidgroei, overlast van ongedierte, verstopte grachten en gevaarlijke situaties voor omwonenden. Zelfs speelterreinen en BOSSEN blijven niet ongeschonden. Sluikstorten (en dus ook het storten van tuinafval) is strafbaar en wanneer men de verantwoordelijke hiervoor kan aanduiden, zal deze beboet worden en ook opruimingskosten moeten betalen. Zoals elk jaar zal de gemeentelijke groendienst in de herfst bladkorven legen in straten waar op het openbaar terrein bomen staan. Dit geld tevens ook voor sommigen van NRH.