Ik ben alien in space, en gebruik soms ook wel de schuilnaam zotspook.
Ik ben een vrouw en woon in in het spokenkot (spokenland) en mijn beroep is zorgkundige.
Ik ben geboren op 14/03/1952 en ben nu dus 72 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: tuinieren, turnen, dansen, fietsen, reizen en uitstappen maken, Barbie- en Bratzpoppen verzamelen, mazen, haken en breien..
M'n andere grote hobby is de Russische Tsaren verzamelen, en vooral de laatste tsaar met z'n familie boeien mij enorm.
Een lang gehaakt kleedje voor een shellypop die groter is dan de kleine.
Deze pop is iets kleiner dan Barbie, benodigdheden: garen en haaknaald nr 3 en een drukknoopke. Werkwijze: Haak een ketting van 28 steken, dan 4 rijen halve stokken; volgende rij : 5 halve stokken, 3 st overslaan voor armsgat, en 6 kettingsteken haken, dan 10 halve stokken haken, 3 st overslaan en 6 kettingsteken haken, (2e armsgat) en de rest van de steken afhaken met halve stokken. Dan een rij halve stokken , op de kettingsteken ook 6 halve stokken haken. Volgende rij : over andere steek eentje minderen door er twee samen te haken Idem volgende rij en dan nog een rij halve stokken of vaste. Mouwen : In alle steken een rij vaste. Dan een rij stokjes, een rij halve stokjes en dit 2 X herhalen. idem andere mouw. Rok: Vanonder aan het vestje een rij vaste haken en de ronde sluiten. Volgende ronde in alle steken 2 halve stokjes haken (meerderen) . Volgende ronde : 1 rij stokjes, Volgende ronde :1 rij halve stokjes, Volgende ronde: 1 rij stokjes Volgende ronde : om de twee halve stokjes 1 stokje meerderen. Volgende toer : 1 rij stokjes. en deze twee rijen herhalen van 1 toer halve stokjes en 1 toer stokjes tot de rok lang genoeg is, als je een kort kleedje wil dan niet zoveel toeren haken. De laatste ronde eindig je met een toer vaste en dan kan je er nog een toer met versiergaren doen. Naai het drukknoopke ook aan de sluiting. sukses.
Voor Barbie : een wit kleedje met een roze hoedje en afgewerkt met pelsgaren.
Benodigdheden : 1 bol wit garen, een overschotje roze gare, een bolleke pelsgaren, een haaknaald nr 3 en een drukknoopke. Werkwijze : (wit) Haak een ketting van 26 steken, 1e rij een rij halve stokjes 2e rij nog zo'n rij idem 3e rij. 4e rij : 11 halve st. haken, dan 1 st meerderen ,nog 1 st meerderen, de andere stokjes afhaken tot einde naald. 5e rij : 11 hlv st haken 1 st meerderen, 2 hlv st haken, 1 st meerderen, de rij verder afhaken tot einde rij. 6e rij : 6 halv st; een ketting van 6 steken, 2 st overslaan, (armsgat) en dan 2 hlv st. haken, 1 st overslaan, dan 5 hlv st in dezelfde steek, 1 st overslaan 2 halv stokjes in de volgende 2 steken, 1 steek overslaan, en 5 hlv stk in de volgende steek. 1 st overslaan, 2 hlv stokjes haken, dan 6 kettingsteken, 2 st overslaan en de overige 6 st haken ( 2e armsgat). Volgende rij :een rij halve stokjes. volgende rij :over ander st. 1 st minderen, volgende rij : gewoon haken in hlv st. volgende rij : over ander stk 1 stk minderen en nog een rij halve stokjes. Mouwen :neem alle steken in de armsgaten op en haak 5 rijen halve stokjes en een rij vaste met roze garen. idem 2e mouw kraag : op de vijfde rij stokjes aan de hals haak je een rij vaste en een rij stokjes maar wel dan afwisselend 2 of 3 stokjes in 1 steek. Dan een rij vaste met pelsgaren haken. Rok : Neem aan de onderkant van het lijfje alle steken op en haak er een rij vaste in en ronde sluiten.. Volgende rij : haak een rij halve stokjes maar dan meerderen door in iedere steek 2 hlv stokjes te haken. Telkens de ronde sluiten aan de rok. Dan een rij stokjes zonder meerderen. Volgende rij 2 halve stokjes haken, dan 1 half stokje meerderen in de volgende steek, en zo verder tot einde van de ronde. Volgende rij : 1 rij stokjes. volgende rij : 1 rij halve stokjes. dan 1 rij stokjes en dit zo dus 1 rij halve stokjes en 1 rij stokjes totdat de rok lang genoeg is Dan een rij vaste en een paar rijen vaste met pelsgaren. Je kan in de rok ook een rij roze stokjes haken. Dan drukknoopke aannaaien.
Hoedje : haak een ketting van 4 st. in roze. en toer sluiten. Dan 6 vaste in de toer. volgende toer 12 vasten. volgende toer 20 vasten (meerderen) Dan een paar toeren zonder meerderen totdat het hoedje lang genoeg is. volgende toer in iedere vaste 2 vaste haken. Volgende toer afwisselend 2 stokjes en 3 stokjes haken in de steken. Dan een toerke met wit en nog pelsgaren.
Een breipatroon bestaat er niet van want ik heb het zelf verzonnen, maar ik zal je toch een beschrijving proberen te geven
benodigdheden : 2 breipriemen nr 3 en 4 bollekes breigaren hoofdkleur, een overschotje van garen voor roosjes op te borduren en een restje groen garen voor de blaadjes.
Rugpand : zet met garen en priemen 100 st op en brei 4 rijen ribbelsteek, dan begin je aan de siersteek 1 kantst, 1 lus, 7 st jersy, 1 st afhalen, 2st breien en dan de afgehaalde steek over de 2 samengebreide steken halen, dan 7 st breien, 1 lus maken, 1st breien, 1 lus dan weeral 7 st. breien en zo verder tot je naald af is. De averechte st gewoon breien.
De volgende rij hetzelfde maar inplaats van 7 st te breien brei je er 5 dan 1 lus 3st.breien en 1 lus en zo verder. Dit doe je zo verder dan 3 st. breien en 5 tussen de 2 lussen, dan is het gewoon nog eentje en 7 tussen de lussen enfin je moet een hoekje krijgen. met bij te zetten en af te zetten.
Dan vier rijen ribbels.
Dan 10 nld gewoon jersey (voor de roosjes te borduren) dan weeral 4 nld ribbels.
Dan brei je de ruitjes in kantsteek en dit is dan met 5 steken dezelfde werkmethode dan voorgaande met 7 st.
Zijn de ruitjes af dan brei je nogmaals 4 rijen ribbelsteek.
Dan 60 nld of zolang je het wilt hebben in jersey.
Dan als de rok lang genoeg is alle steken 2 aan 2 samenbreien en 4 rijen ribbels.
8 rijen jersey voor de roosjes, dan weeral 4 rijen ribbels. Ondertussen zet je aan de armsgaten ook 1 x 3 st, 1 x 2 en 1x 1 st. af.
Voor de sluiting : deel het werk in twee en brei verder met de helft van de steken, aan de kant van de sluiting brei je aan de averechte kant de 3 laatste steken in ribbelsteek (dan heb je een heel mooie sluiting.)
Het lijfke brei je dan verder tot 20 nld ongeveer en zet dan de steken af.
Voorkant : idem achterkant, tot aan de hals (ongeveer 10 nld) voor het lijfke
Voor de hals zet je de 8 middenste stk. af en brei ieder stuk apart verder, 2 x2 st en 1 x 1 st afzetten voor de hals en dan nog verder breien tot ook 20 nld.
Idem andere kant.
Voor de mouwen : 40 stk opzetten, en 4 rijen ribbels breien, dan de eerste siersteek breien zoals je vanonder aan de rok van je kleedje hebt gebreid maar dan met 5 stk inplaats van 7.
Weerom 4 rijen ribbels en dan 8 nld jersey. 4 rijen ribbels en dan de ruitjes maken, dan weerom ribbels maar dan zet je 4 stk aan weeskanten af voor de kop van de mouw, dan 2x1 stk en nadien 4 x5 stk. Dan kant je alle overblijvende steken ineens af. Idem 2e mouw.
Muts : 60 st opzetten en 4 rijen ribbels, dan 8 rijen jersey, voor de roosjes, weeral 4 rijen ribbels, dan weeral de siersteek van 5 stk en de lussen zie voor ruitjes. (dus halve ruitjes maken) inplaats van ganse. Nadien 4 rijen ribbels. Bij de volgende naald dan 20 stk afzetten, en de naald afbreien, draaien, 20 st afzetten en de 20 andere dan verder breien, dit zijn de middenste. Deze heb ik gebreid met die kanten ruitjes 2 x de ruitjes maar dan in het midden steeds 4 rijen ribbels. Ook eindigen met 4 tijen ribbels en afzetten. Aan de onderkant van het mutske 60 st opnemen op naald en brei dan 2 ribbels, dan een naald met gaatjes en nog is 2 ribbels of meer afzetten.
Alle naden van kleedje, mouwen en mutske aaneen naaien of mazen.
Dan haken, beneden voor de rok, en de hals 2 rijen vaste haken, dan een rij picootjes.
Je kan een klein kantje zetten bij het begin van de rok en bloemetjes op borduren, dit is met de knoopkesteek dat je rozekes kan maken. de maasnaald ergens insteken en dan de draad 5 of 6 keer rond de naald draaien en doortrekken, en voor de blaadjes das de steelsteek en de kettingsteek. ( de stengels is steelsteek en de blaadjes kettingsteek.)
Zo kan je er ook nog bijpassende sokjes en een broekje breien ook. veel sukses ermee, het resultaat laat je dan maar is zien goed ? groetjes.
Zwart gehaakt kleedje en hoedje met een randje van wit pelsgaren
benodigdheden: 1 bol zwart garen, een overschotje wit garen en een wit overschotje pelsgaren, en haaknaald nr 3 + drukknoopke. werkwijze : Haak met zwart garen en de haaknaald een ketting van 26 lossen 1e rij : 24 vasten 2e rij : 24 halve stokken idem 3e en 4e rij. volgende rij : 11 halve st. 1 hvl stok meerderen in de 2 volgende steken, de anderen verder afhaken zonder meerderen volgende rij : 11 hlv st, 1 hlv meerderen, 2 hlv , 1hlv st meerderen, rij verder afhaken zonder meerderen. volgende rij : 6 hlv st, 2 steken overslaan, en een ketting van 6 lossen haken (armsgat) 2hlv st dan 1 steek overslaan, 5 halv st. indezelfde steek, 1 ste overslaan 2 halv. stk haken 1 steek overslaan 5 hlv. in de volgende steek 1 steek overslaan 2 hlv st, een ketting van 6 lossen en 2 steken overslaan ( volgend armsgat) en dan nog 6 hlv stokken verder. volgende rij : 1 rij halv. stok. volgende rij : over andere stok 1 stk minderen, (2 samenhaken) ideme volgende rij, 1 rij vaste en draad afmaken. volgende rij 1 rij vaste met wit garen. volgende rij 2 vaste in iedere stk. (meerderen voor de kol.) volgende rij gewoon vaste haken volgende rij: over ander steek eentje meerdern. volgende rij : gewoon vaste. volgende rij : over andere 1 stk meerderen volgende rij : 1 rij vaste en de laatste rij een rij vaste met pelsgaren. draad afmaken. Voor de rok : 1 rij met wit in de lende in alle steken 2 stk. meerderen, en ronde sluiten, dan een rij met pelsgaren een rij vaste. Verder een rij halve stokken en een rij stokken totdat de lengte lang genoeg is ongeveer 9 rij halve stokken en 9 rijen stokken. met zwart garen. Dan een rij met wit vasten en dan nog een rij met pelsgaren. (vaste). Mouwkes kan je er ook in haken . Hoedje : 5 kettingsteken met zwart garen en ronde sluiten, 1e rij : 5 vaste in de kring 2e rij : 10 vaste in de rij ( meerderen) 3e rij : over andere steek eentje meerderen (vasten) In het totaal moet je ongeveer 21 steken hebben. Verder dan nog ongeveer 4 rijen vaste haken zonder meerderen. volgende rij : in alle steken meerderen. idem volgende rij : over ander stokje eentje meerderen. Dan een rij vaste met zwart garen, volgende rij een rij vaste met wit garen en nog een rij vaste met pelsgaren. nadien drukknoopke aannaaien aan de rugopening.
Benodigdheden : 1 bol garen en haaknaald 3. drukknoopke
Werkwijze : Haak een ketting van 26 steken,
1e rij : Haak 24 halve stokjes.
2e en 3e rij idem.
4e : haak 11 halve stokjes, dan 1 st meerderen alsook in de volgende steek (2 hlv stokjes meerderen.) 11 halve stokjes.
5e rij : 11 hlv stk haken, 1 st meerderen, 2 hlv stk haken en 1 st meerderen dan 11 hlv stokjes haken.
6e rij : 6 hlv stk haken, 6 kettingstk haken 2 hlv stokjes overslaan,(eerste armsgat) dan 2 hlv stokjes haken, 1 st overslaan, 3 halve stokjes in dezelfde st. 1 st overslaan, 2 hlv stokjes haken in de volgende 2 stokjes. 1 steek overslaan , 3 halve stokjes in dezelfde steek, 1 st overslaan, 2 hlv stk in de volgende 2 steken, 6 kettingsteken (voor het volgende armsgat )2 steken overslaan en nog de laatste 6 hlv stokjes haken.
De volgende rij gewoom op alle steken een rij vaste haken.
Volgende rij over andere steek 1 st minderen door er twee samen te haken dus 2 st samen haken en dan 1 stok alleen, enz.
volgende rij: idem als vorige.
Dan nog een gewone ri vaste.
mouwen : in de armsgaten op alle steken een rij vaste haken, en de ronde sluiten. Dan 5 of 6 rijen halve vaste haken. lange of korte mouwen naar keuze.
Rok : Op alle steken vanonder aan het lijfke een rij vaste haken en de ronde sluiten.
Volgende rij : in alle vaste 2 halve stokjes haken (meerderen)
Volgende rij : om de 2 of 3 steken 1 st meerderen.
Volgende rij 1 rij stokejs haken,
Volgende rij : 1 rij halve vaste haken
En zo de rondes afwisselend haken 1 ronde stokjes en 1 ronde halve stokjes totdat de rok lang genoeg is. Dit kunnen 4 rondes stokjes zijn. of korter of langer. De laatste ronde altijd een ronde vaste of kreeftsteek haken. En draad afbreken. Drukknoopke aannaaien aan de sluiting.
Werkwijze : haak een ketting met garen van 41 lossen.
1e rij : haak 40 vaste
Haak zoveel rijen totdat de lengte lang genoeg is tot aan de armsgaten. +~ 10 cm.
Armsgaten : haak 8 vaste dan 6 kettingsteken, 2 vaste overslaan (armsgat) en dan verder vaste tot je er nog 10 over hebt. 6 kettingsteken voor het volgende armsgat en de overige steken ook verder de rij vaste afhaken.
Neem het stuk waar ze op moeten komen en breng met een dikke draad en maasnaald de draad in het stuk. Draad vastmaken. Dan trek je de naald door het stuk en tevens windt je de draad rond de naald een keer of 4 (knoopkessteek) trek dan de naald door de omwinding en hou de omwinding tegen zodat hij niet kan uitrekken. Trek de naald door en plaats de omwinding op de het stuk om een rozeke te vormen. De vormen steek je steeds in het rond zodanig dat er zich een bloemke kan vormen. De knoopkesteek ( de omwinding wordt steeds meerdere keren gadaan) eerst 4 omwindingen, dan 5 omwindingen, 6 omwindingen enz.... De draad dan vanachter vastmaken en er een groen blaadje of meerder van een grote kettingsteek bijmaken.
materiaal : geel garen 50 gr en een drukknoopke, en wit garen jurkje en een stukje elastiek voor vanboven en in de lende. Breinaalden nr 3 en haaknaald nr 3
Voor de rug : zet 30 steken op en brei 45 nld, 1 steek recht, 1 steek averecht. Dan afzetten aan één stuk.
De voorpand : zet 20 steken op en brei het idem als de rug ook de andere helft van het voorpand.
De mouwen : 20 steken opzetten en 20 nld breien ook 1steek recht , 1 steek averecht (boordsteek) idem 2e mouw.
Dan schoudernaden aanéén maken maar de voorste helft tot in de helft van de hals, dan de mouwen aanmazen. en zijnaden aanéén mazen. Ook de mouwnaden.
Dan pak je 28 steken op van de hals en je breid er eenkraag aan van 10 nld ongeveer. je plooit het kraagske om en aan beide randen van het voorste haak je een kreeftsteek dan kan het niet uitrekken of uit de vorm gaan (kreeftsteek is een terugkerende vaste haken.) en het is mooi afgewerkt. Deze steek kan je ook haken aan de onderrand van het jasje, naai ook eventueel een paar drukknopen aan dan heb je een onzichtbare sluiting.
Wit coctail kleedje. (jurkje)
Zet ongeveer een 50 tal steken op en brei ongeveer een 50 tal priemen 1 steek recht, 1 steek averecht. Dan afzetten. Vanboven kan je er een elastiekje indoen en ook in de lende. Dan kan je nadien voor de Barbiepop ook een ketting van pareltjes rijgen en deze de aan haar hals hangen dan heeft ze mooi halssnoer op haar jurk. Je kan de jurk ook met een ketting haken voor schouderbandjes of deze schouderbandjes met parelkes afwerken dan is het wat feestelijker ook kan je de jurk met wat strass-steentjes versieren dan zijn er juist diamantjes op te zien. Of wat pailletjes dan schittert het ook nog mooi. Ook kan je de randen van het jurkje boven en onderrand of 1 van de 2 versieren met franjes. das voor ieder een eigen smaak.
Dit zijn heel eenvoudige breiwerkjes en zijn heel gemakkelijk om te maken en met wat eigen fantasie kan je al mooie resultaten hebben. En kinderen vinden dat ook tof.en t' is heel sterk je kan het ook wassen als het vuil is oznder dat het scheurt.
Er komen in de toekomst nog wel meerdere Barbie jurkjes en dergelijke bij.
Begin met een ronde van 6 kettingsteken, ronde sluiten met een halve vaste dan 12 vasten in de ronde haken, ronde sluiten met halve vaste, volgende rij een ketting haken van 3 steken, achter de 4 vasten van de rij de ketting vastmaken met een halve vaste zo dit nog 3 X herhalen zodat dan 4 lussen hebt en de ronde sluiten met een halve vaste. De volgende rij, haak je 6 stokjes in iedere lus dan heb je 24 stokjes, rij sluiten met halve vaste en dan weeral 4 kettingsteken haken achter de stokjes deze vastmaken in het 3 de stokje van voorgaande rij en dit nog is 3 x herhalen. Volgende rij weeral 6 stokjes in de lussen haken, rij sluiten en je roosje is klaar je kan er ook nog een lange draad aan laten hangen zodanig dat je het kan vastmaken (dit bij het afbreken van de draad) groetjes
40 st. opzetten, 4 rijen boordpatroon 1 st r., 1 st av. of 4 n. ribbels.
20 rijen gewoon jersey of sierpatroon of indien langer nog meerdere rijen
lende: 1 st breien, 2 st samenbreien, en dit tot op het einde van de naald ,dan 1 naald rechts breien aan de averrechts kant. volg. nld 1 st breien en dan 1 st bijmaken dan 2 st br. 1 st bijmaken en zo tot het einde van de naald (30 st)
dan gewoon 1 nld averrechts
Dan verder breien tot het armsgat. zover dan 7 st. breien r., 2 st afzetten, 14 st breien, 2 st afzetten en de overige gewoon verder breien
volgende naald breien tot afgezette steken dan er 5 of 6 bijmaken , 14 st breien dan andere kant weeral 5 of 6 st bijmaken. Dan 2 nld jersey breien.
hals 1 st rechts breien, 2 st samenbreien, 1 st rechts weer 2 samenbreien en zo tot einde naald. volgende naald gewoon averrechts. deze 2 naalden 2 X herhalen. en de overig steken gewoon afzetten. Dan kan je het vanachter aaneen naaien en een knipperke aanzetten. Maar voor je het aanéén naait kan je er een frons aanbreien vononder aan het jurkje.
frons (gefronste boord) vanonder de steken terug opnemen en 1 nld rechts dan bij de volgende nld maak je van 1 st 2 steken. en naar eigen smaak dit verder afbreien. dit kan je ook doen bij de hals.
materiaal : 50 gr garen en een stel priemen 2,5 of 3 en elastiek en drukknoopje als je er een sluiting in maakt.
Werkwijze zet 40 steken op en brei een boord van 4 ndl rechts, dan de lengte aanpassen aan de pop voor een minirokje brei je het kort en voor een langere rok natuurlijk langer dit kan je verder breien in tricot of een siersteek .
De bovenste rand zet je over andere steek ééntje af door vb twee steken samen te breien dan terug aan averechte kant natuurlijk averecht breien. De volgende naald herhaal je dit nog is ne keer maar aan de averechte kant brei je dan ook recht. De volgende naald de steken in eens afzetten. Naad dichtnaaien, elastiek indoen en als je graag een drukknoop wilt aannaaien natuurlijk de hele naad niet dichtnaaien maar een stukske open laten en de drukknoop aannaaien.
Bloesje : dit wordt aanéén stuk gebreid.
materiaal : garen , en breinaalden 2,5 a 3 en eventueel een drukknoopke voor de sluiting.
Dit bloesje kan je ook aan de voorkant of achterkant open laten das eigen keuse.
Zet met garen en breinaalden 20 steken op en brei 2 nld recht voor boord; Dan brei je 20 nld tricot of jersey (één naald recht, één naald averecht) bij de laatste naald zet je 10 steken bij dan brei je de bijgemaakte steken tot einde van de naald en zet je hier ook weeral 10 steken bij (mouwen). Dan brei je ongeveer 10 tot 12 nld gewoon. Bij de volgende naald zet je de 6 middelste steken af en brei de priem af. Dan brei je averecht terug tot aan de afgezette steken en zet er 3 bij. De naald met de 3 opgezette steken brei en dit 10 tot 12 keer. Bij de volgende naald zet je de 10 opgezette steken voor de mouw af. het 2e stuk brei je ook zo met om te beginnen 3 steken bij opzetten. als dit 2e stuk afgezet is (mouw) brei je de beide stukken samen verder tot ongeveer 20 nld en brei een boordje van 2nld recht voor boord en nadien afzetten. Als je een volledige sluiting wilt brei je de stukken apart verder. Dan als het afgezet is de halssteken oprapen, eentje recht breien nog 2 nld recht breien en afzetten. Bloesje de mouw en zijnaden aanelkaar naaien. en eventueel een drukknoopke aannaaien. Als je een volledige sluiting wilt en mooier afgewerkt dan kan je de 3 bij opgezette steken volledig recht breien.(ook aan de averechte kan) dan heb je een mooi boordje van rechte steken.
Kan je zien op een foto van m'n Barbieverzameling. bij een kleine familie met als titel de familie staat altijd paraat. Daar staat een Ken op met een rood pakje bij afbeeldingen van Barbie pagina 2
Matriraal : garen 50 tot 100 gr breinaalden 2,5 of 3, een elastiek voor de broek, eventueel drukknoopjes voor de sluiting ook dit kan je aan de voorkant in 2 stukken breien dan heb je een jaske of aanéénstuk dan heb je een bloesje.
Broek : zet met breinaalden en garen ongeveer 24 tot 25 steken op Brei zo één pijp tot in de lende idem andere pijp. Je kan de pijpen ook met een boordsteek breien ( 1 rechtse steek, 1 averechtse steek) of in tricot maar dan brei je aan de onderkant 6 rechte of ribbels, nadien alle naalden tricot. Dan leg je 1 pijp dubbel en je naait het tot aan het kruis, idem 2e pijp. Nadien naai je de kruisnaden aan elkaar en trek er vanboven een elastiek in.
Bloesje : ook dit is een model dat aanéén stuk gebreid wordt. Het word hetzelfde gebreid als voor Barbie maar dan zet je inplaats van 20 steken 24, of 25 of 26 steken op. Het word dan wel langer gebreid en is dus breder. Ook zet je voor de mouwen meer steken op en brei je de mouwen ook breder tot aan de hals. Voor de hals zet je dan de 8 middenste steken af. Brei dan nog eens 2 tot 3 nld zonder steken op te zetten ( bredere hals) nadien zet je dan 4 steken bij aan iedere kant zoals bij Barbie en brei je het af. Voor jasje of bloesje eigen keuze. Dan naai je de mouw en de zijnaden aanelkaar en aan de sluiting één of meerdere drukknopen aannaaien. ook hier kan je voor de voorste middenste stukken een boordje van 4 rechte breien als het midden voorste in 2 stukken is. Dan heb je een mooi boordje.
materiaal : 50 gr rood chenillegaren, en 3 gouden stofbloemetjes uit de kunstofhandel. breipriemen nr 3 en haaknaald 3
Werkwijze mantel : Zet met Chenillegaren en breipriemen 3 12 steken op en brei 2 nld recht. dan tricotsteek (deel is ca 6 cm breed) Bij een toaallengte van 13 cm = 46naalden , aan de rechterkant het armsgat breien .Kant aan het begin 2 steken af dan in de 3e, 5e , 7e, 9e, 11e, 15e, en 19e naald steeds 1 steek afkanten. De 3 overige steken ongeveekr 18 cm lang afkanten en linkervoorpand in tegenovergestelde kant breien.
Rug : het rugpand over 24 steken breien zoals de beide voorpanden maar in samenhang breien. De overige 6 steken bij 18 cm tottaallengte afkanten.
De mouwen : zet 14 steken op met hetzelfde garen en breinpriemen. 2 nld recht breien. dan tricotsteek verder; Voor de schuiningen meerder aan beide zijde binnen 5 cm 10 steken meer = 24 steken. Bij 5 cm totaallengte mouwschuinigen breien ozals het rugpand aan beide zijden. Bij 10 cm tottaallengte de overige 6 steken afkanten. Idem 2e mouw
Zakje zet 6 steken op en brei 8 nld recht, afkanten en het zakje aannaaien.
Dan de jas aanelkaar zetten; stoffenbloemetjes aannaaien en eventueel 1 toer vaste omhaken.
hoed : zet met breinaald 3 e"n chenillegaren 10 steken op en brie als volgt : 1 kantsteek 2 averecht, 6 recht en 1 kantsteek. In alle volgende naalden de steken breien n al ze zich voordoen. Bij 13 cm lengte de steken afkanten. Aan de zijde met de rechte steken de muts inrimpelen en stoffen bloemetje aannaaien. De rand met averechte steken iets omslaan.
Mof : zet met breinaald 3 en chenillegaren 8 steken op en brei 17 nld recht = 6 cm. Dan afkanten, sluit de rand en haak een snoer van lossen aan. Naai een stoffen bloemetje erop.
barbie : Broek, mantel, witte rolboord en muts voor Ken.
materiaal : 50 gr zwart chenille garen, voor de broek : 25 gr oud goud, en tailleelastiek. Voor de rolboord (witte bloes) 50 gr wit garen, en muts : een restje lurexgaren. breipriemen 2,5 en 3 en haaknaald 2,5.
voor de mantel: zie Barbie vorige opgave , 25 steken breien maar geen zakje.
Broek : zet met breinaald 2,5 en oud goud 20 steken op = 8 cm breed. Brei 2 nld recht. Dan tricotsteek gelijktijdig meerderen voor de schuiningen bij 3, 6 en 9 cm totaallengte aan beide zijde elk 1 steek = 26 steken. Dan bij 11 cm tottaallengte voor de kruisnaad in de volgende 6 nld steeds aab get begin 1 steek afkanten = 20 steken. Brei verder en bij 16 cm totaallengte nog 2 nld recht breien. het 2e been precies hetzelfde breien. Dan beide broekspanden met elkaar verbinden door de kruisnaad. Sluit de zijbeennaden. Doe een elastiek door de tille.
Trui of rolkraag : aan 1 stuk breien. Zet met breinaald 2,5 en wit garen 32 steken op = 9 cm. en brei 6 naalden boordribbel. Brei dan verder in een siersteek of tricot tot een lengte van 7,5 cm en voor de mouwen zet je dan aan beide zijden elk 25 steken bij = 82 steken. Ga verder en bij 10,5 cm tottaallengte voor de hals de middenste 16 steken afzetten. en over beide helften apart breien elk nog 3 cm . Dan tussen beide delen weer 16 steken opzetne en over 82 steken breien. Bij 12 cm totaallengte is de helft van de trui bereikt. Hier met een ander kleur draad een lijn doorhalen. Vanaf deze lijn de trui tegengesteld breien, de meerderingen worden minderingen.
voor de rolkraag uit de halsrand ca 36 steken recht breien. Dan nog 3 nld ribbels in ronden breien, losjes afkanten. Neem op vor de mouwboordjes uit elke rand 14 steken recht en brei 1 cm ribbels, afkanten en zijnaden sluiten.
Muts : zet met lurexgaren 6 lossen op en sluit tot een ring. In de 1e ronde 15 stokejs haken. In de 2 e ronde 30 stokjes haken, dat is in elk stokje van de vorige ronde elk 2 stokjes. De 3e en de 4e ronde met elk 30 stokjes haken. De 5e ronde als volgt : 1 vaste, 1 half stokje, 2 stokjes, 3 dubbele stokjes, 7 stokjes, 3 dubbele stokjes, 2 stokjes, 1 half stokje, 1 vaste en 9 kettingsteken haken. Nog 1 ronde met kettingsteken haken.
benodigdheden : 50 gr garen en breipriemen nr 3, 2 drukknoopjes.
werkwijze :
zet met breinaalden en garen 40 steken op en brei 4 nld ribbelsteek.
Dan ongeveer 38 nld gewoon tricot (1 r en 1 av) als het lang is of anders vb 20 nld voor een kort jurkje. De lengte hangt af van de keuze
Dan bij de volgende naald 1 st breien (kantsteek) dan 2 st samenbreien en dit tot het einde van de naald.
De volgende naald aan de averechte kant ook in ribbelsteek breien.
Dan voor het lijfke om de 2 steken 1 steek bijmaken en dit tot op het einde van de naald. De volgende naald averecht breien. Het lijfke breien tot aan de armsgaten dan bij de volgende 2 nld aan iedere kant 6 steken afzetten.
Bij de andere volgende naalden telkens aan weerzijden 2 steken afzettenbij het begin van iedere naald totdat er nog ongeveer 8 steken over zijn. Bij de volgende 2 naalden zet je dan aan weerskanten 6 steken bij en je breit dan ongeveer een 4 tal naalden recht zodanig dat er zich een klein rolkraagje vorrmt. Nadien zet je alle steken af en naait de achterkant aan elkaar tot aan het lijfje daar naai je dan een klein drukknoopke aan zoook bij het rolkraagje. Voor eventuele versiering kan je er pareltjes, pailletten, of strass-steentjes opnaaien.
Coctaillejurkje met rolkraagje, vanvoor kort en vanachter lang.
Materiaal : priemen nr 3 en 50 gr garen, 2 rukknoopkes en eventueel wat pareltjes, pailletjes of strass-steentjes.
werkwijze : lijfke : zet met priemen en garen 30 steken op en brei een boordje van 4 nld recht. Bij de volgende naald brei je eerst 14 steken dan maak je van de volgende steek 2 steken en dit bij de volgende steek weer zodanig dat je in het midden 2 steken vermeerdert. Dan brei je de naald verder tot op het einde. Dan 1 nld averecht.
Bij de volgende naald brei je weeral hetzelfde 14 steken recht breien de 15e steek maak je er 2 dan 2 steken recht breien, de volgende steek maak je er weeral 2 dan de overige steken verder recht breien. Dan de priem averecht. Dan brei je verder tot aan de armsgaten en je neemt dezelfde werkwijze als bij coctaillejurkje met rolkraag voor het lijfje.
De rok : Neem aan de onderkant van het lijfje 30 steken op dan 1 nld ribbelsteek. Bij de volgende naald 1 kantsteek, dan maak je van alle steken 2 steken van zodanig dat je vermeerderd. ( = 60 steken ) De volgend 20 nld gewoon tricot of jersey of siersteek. totdat de jurk lang genoeg is voor het voorste deel.
Bij de volgende naald (averecht) 20 steken averecht breien, 20 steken recht breien en de volgende 20 steken averecht.
Volgende naald (recht) 20 steken recht breien, dan zet je 20 steken af ( middelste), en de andere steken ook verder breien tot op het einde van de naald. Zo brei je dus ieder stuk apart verder van 20 steken.
(Bij de averechtse priem bij je telkens de laatste 2 steken die in het midden staan ) Aan het einde van iedere averechtse priem de laatste 2 steken recht breien zodanig dat je aan het middendeel een boordje krijgt. zo brei je dan nog 20 nld verder. Tot het lang genoeg is. De laatste 2 nld brei je recht zo dat er een boordje ontstaat.en afzetten. Het 2e stuk brei je in spiegelbeeld hetzelfde.Naai de achternaad samen van de rok. Zet aan het lijfke en de kraagboord een drukknoopke. Eventueel kan je het kleedje versieren met pailletten, pareltjes of strass-steentjes.
werkwijze: voorpand ( alle stukken worden aaneen gebreid ) zet met garen en breinaalden 18 steken op en brei een boord 4 nld recht.(ribbel) ; Bij de volgende rechte naald (5e) zet je bij de middenste 2 steken , 2 steken bij zodat je er 20 hebt dan een averechte naald bij de volgende naald zet je weeral 2 steken in het midden bij. Dan weeral een averechte naald en nadien bij je 8 nld tricot tot de mouwen. Dan zet je voor de mouwen 10 steken bij aan weerszijde dus bij het begin en einde van de naalden. Dan brei je 10 nld met alle steken zodanig dat er mouwen komen en in het midden van de 11e naald zet je 4 steken af voor de halsopening. bij de volgende naald zet je 2 stk bij op aan de halsopening en je breit dan weeral 10 nld (het andere stuk en de mouw laat je effen rusten) als je deze 10 nld gebreid hebt zet je de 10 bijgemaakte steken van de mouw af en laat de overige steken rusten zo brei je ook de andere mouw en halsopening. Als ze lang genoeg zijn dan brei je beide stukken weeral aan elkaar ook de andere steken die stonden te rusten; ongeveer 12 nld. nadien een boord van recht breien en de steken allen afzetten.
De naden aaneen maken en aan de hals 16 steken opnemen en een 4tal priemen recht breien ook deze steken qfzetten en een kantje tegen naaien.
Aan de onderboord kan men er franjes aanmaken en de draden van de franjes splitsen.
Rokje : 40 steken opzetten met garen en nld 3 dan 20 nld in boordsteek breien en naad afzetten en naad sluiten en een elastiek in de taille doen (boordsteek breien is 1 steek recht, 1 steek averecht)