Woensdagnamiddag is mama nergens te bespeuren. Ze is niet op haar kamer en ook niet in de leefruimte waar een groepje bejaarden onder leiding van een ergotherapeut samen zitten breien. Ze zijn allen dement, maar praten nog met elkaar en zingen samen liedjes uit de oude doos. Het is een gezellige bedoening.
Een personeelslid vertelt me dat mama in de kleine leefruimte zit, samen met nog twee medebewoonsters. De vriendelijke dame loopt even met mij mee en zegt dat, in het kader van werken met kleine leefgroepjes, de drie oudjes samen muziek hebben beluisterd. Terwijl we in de kleine leefruimte staan, vertelt ze verder: We hebben hen muziek laten horen uit de tijd dat zij jong waren. We zoeken steeds naar dingen die hen nog kunnen boeien We doen ons best. Of jouw ma er nog echt wat aan had, was moeilijk te zien. Maar Clarisse, (een hoogbejaarde dame) die vroeger zelf pianospeelde (en nog als ze daar de kans toe krijgt), heeft er enorm van genoten. We zijn net klaar, maar ze mogen nu in alle rust nog wat nagenieten.
Mama heeft het niet in de gaten dat ik er ben. Ik neem haar mee in haar rollende zetel en ga met haar nog eventjes op ziekenbezoek bij Marcel. Er was met hem meer aan de hand dan alleen maar constipatie. Hij ligt met koorts in bed en moet dinsdagmorgen naar het ziekenhuis voor een kleine ingreep. Hij zal een dag of drie, misschien vier, in het ziekenhuis moeten blijven. Karoline, die er moe uitziet, is er het hart van in. Zij vertelt over de zorgen die ze zich maakt nu Marcel ziek is en ook over zijn naderende opname in het ziekenhuis. Ondertussen doet mama doodleuk en ongegeneerd de laden en de deur open van de kast waar ze naast zit. Als Karoline, toch lachend, opmerkt: Marcella uit mijnkasten blijven, hé , kijkt mama haar even aan en doet onverstoord verder met het openen en weer dichtmaken van de laden en deuren. Karoline en ik kijken elkaar eens aan, trekken onze schouders op en praten verder.
Wat later ga ik met mama naar haar kamer. We knuffelen wat en plots zegt ze tegen mij, na een reeks niet te verstane woorden: Ga eens wat buitenspelen. Ik antwoord gewoon: Ja en mama knikt goedkeurend. De kinesist komt mama halen voor haar 10 minuten fietsen. Dat vindt mama toch wel leuk. Ze lacht en doet een beetje gek terwijl haar benen rondjes draaien. Als Denise, die net is toegekomen, met haar hand mamas arm aanraakt als begroeting, snauwt mama in haar richting: t Is koud!
Na de fietsoefening is mama dringend toe aan een intieme verzorging. Er hangt een kwalijke urinegeur rond haar en dat vind ik verschrikkelijk. We gaan naar mamas kamer en zij wordt door een verzorgende, stappend aan zijn arm, naar de badkamer gebracht. Hij zit op zijn knieën vóór mama terwijl hij haar een verse broek aantrekt. Mama kijkt over hem heen en zegt tegen mij, zwaaiend met haar vinger in de lucht: Ik moet jou dan veel vertellen De man, ook al gewoon aan mamas brabbeltaaltje, schrikt van deze korte, maar duidelijke zin. Hé, Marcella, ga jevertellen over mij? vraagt hij goedlachs. Waarop mama hem verwonderd aankijkt en antwoordt: Welnee, zeg! Terwijl mama nog doodernstig op het toilet zit, proesten wij het beiden uit. Als de verzorgende de kamer verlaat, zegt hij nogmaals lachend: Marcella, vertellen over mij, hé! Maar mama weet niet meer waar hij het over heeft.
Na de verzorging gaan Denise en ik met mama tussen ons in, de gangen rond, zonder rustpauze. Mama stapt goed. Terug op haar kamer zegt ze: k Ga mij een beetje zetten We helpen mama meteen in haar zetel. Rond vijf uur ga ik het dienblad halen met het avondeten en laat ik mama rustig op haar kamer eten. Als mama klaar is, zet ik de televisie aan. Denise en ik geven mama nog een dikke knuffel en gaan weg. Denise keert op haar stappen terug (net zoals ik gisteren) om nog even stiekem te kijken of mama wel naar de televisie kijkt. Gisteren in ieder geval wel en vandaag? Ze kijkt naar haar nieuwe televisie, echt waar! zegt Denise tevreden. We gaan naar huis, mama zal snel slapen. Het was wel een heel drukke namiddag voor haar.
Vrijdagnamiddag gaat op mamas afdeling de jaarlijkse ziekenzalving door. Men houdt er aan om bij deze gebeurtenis de familie uit te nodigen. Ook het personeel, dat dagelijks instaat voor de verzorging van de bewoners wordt hierbij nauw betrokken.
De bejaarden zitten samen in een kring in de leefruimte naast hun familielid of een personeelslid. De plechtigheid wordt geleid door de aalmoezenier en de pastorale werkster van het rusthuis. Alles verloopt in alle eenvoud, heel ingetogen, terwijl zachte klassieke muziek op de achtergrond speelt.
Ik zit naast mama. Terwijl er samen wordt gebeden, speelt mama ondertussen met het vouwblad waar de gebeden op staan. Af en toe praat ze door het gebed heen. Mama beseft, zoals de meeste bewoners die hier aanwezig zijn, niet wat er gebeurt. De aalmoezenier gaat de kring rond voor de handoplegging. Als hij vóór mama staat en hij zijn grote handen zachtjes op mamas hoofd legt, schrikt ze enorm. Neen, neen zegt ze ontsteld. Als de handen even op haar hoofd blijven liggen, zegt mama stilletjes, wat wanhopig: Afblijven afblijven Maar de aalmoezenier stoort zich daar niet aan en doet rustig verder met wat hij moet doen. Het zalven laat mama heel gewillig toe. De pastorale werkster biedt nadien aan alle bewoners de communie aan. Mama heeft geen idee dat de Heilige Hostie haar wordt voorgehouden en ze weigert die pertinent. Neen! zegt ze en houdt de lippen strak op elkaar.
Na het slotgebed worden we aan tafel uitgenodigd. Familie en de bewoners worden verwend door het personeel van de afdeling met koffie en cake. Daar heeft mama wel best zin in, ze geniet van haar tas koffie en eet twee grote plakken cake op!
Woensdagnamiddag ga ik naar mama. Op deze prachtige lentedag staat één van de verzorgende weer klaar om met een bejaarde de tuin van het rusthuis rond te wandelen. Ze vertelt me dat ze net met mama (in de rolstoel) is buiten geweest en dat mama er zichtbaar van genoot. Mama is in ieder geval opgewekt, dat zie ik meteen.
Ik ga eerst met mama (in haar rijdende zetel) even bij Marcel en Karoline langs. Marcel wordt 66 jaar vandaag. Na dit kort bezoekje, - Marcel is geconstipeerd en ziet er ziek uit -, maken een verzorgende en ik mama klaar om nog eens naar buiten te gaan. Denise is er ondertussen ook. We besluiten om een drankje te drinken op het terras van de cafetaria van het rusthuis.
Mama zit in haar rolstoel lekker in het zonnetje tussen ons in. Ze neemt in haar linker hand een hand van Denise en in haar rechterhand een hand van mij en houdt die beide stevig vast. Ze wil die handen ook niet meer lossen. Het is voor mama heel belangrijk geworden dat ze ons kan aanraken, kan voelen. Geeft het haar een gevoel van veiligheid? Voelt ze zo onze nabijheid? Of is dat voor haar nog de enige vorm van communicatie? Mama blijft de ganse tijd bijna bewegingsloos zitten, vooruit kijkend in het niets, onze handen nog steeds stevig omklemmend. Mama is zo dicht bij ons en toch zo veraf, ik mis haar enorm.
Terug op de afdeling stappen we met mama tussen ons in nog even door de gangen, zo krijgt ze wat beweging. Dan zegt Denise, die vroeger toen mama nog goed was bijna elke maandag op bezoek kwam terwijl ik les gaf: Ik mis die maandagen, dat ik naar je mama kwam. Ik mis het om met haar te gaan wandelen en samen koffie te drinken Ja, ik mis dat enorm.
Zaterdagnamiddag zit mama in haar zetel in de leefruimte. Ze slaapt. Zachtjes maak ik haar wakker en ze kijkt me verwonderd aan. Op mijn zoen op haar wang reageert ze niet, ze blijft me nors aankijken. Waarschijnlijk nog niet goed wakker, denk ik.
Ik breng mama in haar zetel naar haar kamer. Ik stel voor om met het zonnig weertje terug de tuin in te gaan. Hoewel ze niet begrijpt wat ik zeg, gaat mama toch uitbundig aan het lachen. Het warm aankleden door een verzorgende verloopt tamelijk vlot, meer door de handigheid van de verzorgende dan door het toedoen van mama. Als mama klaar zit in de rolstoel, merk ik dat een slaper in haar ooghoek zit. Ik neem een zakdoek en wil die wegnemen. Maar dat ervaart mama, afgaande op haar heftige reactie, als pijn. Neen neen! zegt ze kordaat. Ik leg haar duidelijk uit wat ik wil doen, maar mama wil niet dat ik haar oog aanraak. Van zodra mijn hand in de richting van haar gezicht komt, slaat ze boos in het rond. Het zakdoekje verdwijnt dan maar in mijn zak. Ik probeer het later nog wel eens met een propje watten en warm water, dat is lekker zacht. Mama zit nu alweer te lachen.
Buiten zoek ik weer ons plekje op. Ik ga er vanuit dat mama net zoals woensdagnamiddag gaat genieten van het zonnetje. Maar dat is buiten mamas wisselende stemmingen gerekend, waarvan ze ten gevolge van de ziekte van Alzheimer, heel vaak last heeft. Dan zit ze te lachen, dan weer is het of ze in huilen gaat uitbarsten, dan weer is ze plots rustig en poeslief, dan weer is ze heel druk ... Ongecontroleerd verandert haar stemming van de ene op de andere seconde, zonder ook maar de minste aanleiding. Ik zit hierte zweten, zegt ze mopperend. Ik kan me moeilijk voorstellen dat je bij een temperatuur van amper 14 graden, al zit je gezellig in de zon, kan zweten. t Zonneke hé, mama, antwoord ik, dat doet goed, hé? Ze kijkt me lief aan, neemt mijn hand in haar hand en knikt goedkeurend van ja. Even is ze weer tevreden en zit ze me glimlachend aan te kijken, dan snikt ze - zonder één traan te laten het weer uit. t Iskoud, zegt ze heel misnoegd.
Ik keer met mama terug naar haar kamer. We zitten nog wat knus bij elkaar, maar echt vrolijk wordt ze niet vandaag. De slaper laat ik dan maar in mamas ooghoek zitten, ze heeft het vandaag al moeilijk genoeg door al die wisselende stemmingen.
Het was een lange, koude winter en al die tijd bleef mama binnen. Nu woensdagnamiddag het zonnetje volop schijnt, kriebelt het om met haar weer naar buiten te gaan. Ik heb al een rolstoel op haar kamer klaar gezet.
Mama uit de zetel halen en haar warm aankleden kan ik niet alleen. Hoewel ik dit telkens toch een beetje gênant vind, vraag ik toch weer om hulp. Terwijl mama door de verzorgende (en mij) lekker wordt ingeduffeld, - wat een hele karwei is, want mama werkt totaal niet mee -, vertel ik mama dat we naar buiten gaan. Ze reageert niet. Denise is ondertussen ook de kamer binnengekomen. Als mama eindelijk, ondersteund door de verzorgende en mij, rechtop staat, zegt ze plots: Ik zal zehier eens allemaal buiten zwieren! Mama klinkt heel ernstig, maar wij moeten er allen om lachen. Waar haalt ze dat nu ineens uit? Geen mens die dat weet.
Als mama eindelijk in de rolstoel zit, gaan Denise en ik met haar naar de tuin van het rusthuis. We zoeken meteen een zonnig plekje uit, beschut tegen de frisse wind. Mama vindt het allemaal goed. Ze richt haar gezicht op naar de zon, ze sluit haar ogen en glimlacht. Ze voelt blijkbaar goed de stralingswarmte van de zon en ze blijft, duidelijk genietend, een tijdje onbeweeglijk zitten. Dan wil ze weer knuffelen. Wat is mama goedgezind!
Als we terug op de afdeling zijn, wandelen Denise en ik, met mama tussen ons in, moeiteloos de gangen door. Zonder rustpauze. Als ik een korte babbel doe met Karoline, rukt mama mij aan de arm: Kom! en ze zet een stap vooruit. Nu moet Karoline lachen om ons mama. Dan maar geen babbel, je ma wiltvoort, zegt ze lachend.
Na de wandeling, gaan we naar mamas kamer. Nu kan ze vóór het avondeten nog wat uitrusten. Mama stapt gewillig tot bij haar zetel en gaat bijna zonder hulp zitten en dat verwonderd ons. Meestal blijft mama stokstijf staan, weet ze niet meer dat ze de benen moet plooien om te gaan zitten. Maar nu gaat het zonder problemen. Denise is net haar handen aan het wassen in de badkamer als mama zegt: Kom één, twee, drie Ze steunt met haar linkerhand op de leuning van haar zetel, ik heb haar rechterhand vast en mama staat recht! Ik roep meteen: Denise, toe kom kijken ! Denise, die heel goed weet hoe moeilijk het is om mama vanuit haar zetel rechtop te krijgen, blijft verbaasd naar mama kijken: Ze staat recht ze staat recht en dit zonder hulp Een tweede wandeling zit er niet meer in, dat zou te vermoeiend worden. Maar blijkbaar heeft mama vandaag, na haar korte zonnebad energie te over!
Toen Arsène, mama en ik enkele maanden geleden in de cafetaria zaten, merkte hij het ineens op: Mama schenkt helemaal geen aandacht aan mij, ze is voortdurend met jou bezig. Ik zit aan de verkeerde kant! We zaten aan een ronde tafel, mama tussen ons in. Arsène en ik zaten beiden op dezelfde afstand van mama, ik aan haar linkerzijde, Arsène rechts van haar. Was het puur toeval of was het inderdaad zo dat mama niet reageerde op wat er rechts van haar gebeurde?
Ik ging er nadien speciaal op letten en het viel me op dat Arsène die dag wellicht gelijk had. Ook Denise en Karoline kwamen met datzelfde verhaal: 'mama reageert het best als je aan haar linkerzijde zit of staat'. Ik ging allerlei redenen bedenken waarom. Wordt mama soms doof aan haar rechterkant? Zou haar aangeboren linkshandigheid er iets mee te maken hebben? ...
Karoline dacht dat misschien de rechter helft van mamas hersenen het meest is beschadigd. De ziekte van Alzheimer zorgt er inderdaad voor dat er zenuwcellen in bepaalde delen van de hersenen verloren gaan en zo verdwijnen bij Alzheimerpatiënten langzaam de vaardigheden tot het kennen, het waarnemen en het overdenken van wat er zich rondom hen afspeelt.
Op bezoek bij mama, zit je nu het best aan haar linkerzijde.
Na de zware uitslaande brand die vorig jaar op 6 augustus in het rusthuis van Melle het leven kostte aan negen bejaarden, kreeg de brandveiligheid in rusthuizen heel wat aandacht.
De overheid werkte nieuwe veiligheidsnormen uit en nu wordt er nog gewacht op het wettig van kracht worden van de nieuwe regels. Maar in het rusthuis waar mama verblijft, wacht men niet op de nieuwe maatregelen. De directie wil het rusthuis zo brandveilig mogelijk maken. Ze namen o.a. al het initiatief om al hun eigen oude televisietoestellen te vervangen door flatscreens. Het gevaar voor brand door implosie van de beeldbuistoestellen is de reden. De oude toestellen op de kamers van de bewoners moeten later ook weg.
Voor de bejaarden plots een extra onvoorziene grote kost. Veiligheid voor alles: al wekenlang zie ik TV-verkopers of familie van de bejaarden druk bezig met het vervangen van de oude toestellen. Maar heeft het wel zin om voor mama een nieuwe televisie te kopen? Ze heeft er eigenlijk geen aandacht meer voor en begrijpt totaal niets meer van wat er zich op het scherm afspeelt. Toch zet ik haar televisie nog af en toe aan en het geeft steeds iets gezellig. Bovendien kon ik het niet over mijn hart krijgen om haar dit ook nog af te nemen. Arsène is zaterdag in de Aldi een grote flatscreen, die net in promotie was, gaan halen. Zondagnamiddag hebben we mama haar nieuwe televisie gebracht. Arsène schakelde alles aan en liet de nieuwe televisie spelen.
Of ze daar nu echt blij mee was, ik denk het niet: mama had er weinig interesse voor. Maar die enkele korte momenten dat ze aandachtig het scherm bekeek, overtuigde ons dat de beslissing om een nieuw toestel te kopen de juiste was.
En de oude TV vond snel een andere bestemming. Een bejaardenhelpster van mamas afdeling zou het naar de vriendin van haar dochter brengen, die nog geen televisie had.
Vandaag woensdag 2 maart is het 43 jaar geleden dat papa verongelukte. Mama verloor plots de man van wie ze zoveel hield, ik was mijn lieve papa kwijt. Die dag werd in onze beide geheugens gegrift voor altijd: de dag dat papa het leven werd ontnomen, de dag dat het leven van mama en mij voor altijd veranderde.
Jarenlang stelde mama zich dezelfde vraag: Waarom? Hij was nog zo jong. Dat kan ik niet aanvaarden. Zo een goed mens, waarom? Nu spreken mama en ik niet meer over die dag. Mama kan het niet meer en ik praat er al evenmin over om toch geen trieste herinneringen boven te halen.
Mama en ik zitten rustig dicht bij elkaar op haar kamer. Ineens zegt ze verschrikt: Papa, papa ? Ik neem haar hand in mijn hand en flap er gewoon uit wat mij het eerst te binnen schiet: Dat is in orde, die komt nog wel. Ze hoort of begrijpt niet wat ik zeg. Ze heeft tranen in haar ogen, ze kijkt me triest aan: Papa hij was nog zo jong! Mama kijkt van me weg, maar even snel draait ze zich weer om. Lachend! Het is zo een goede mens, zegt ze. Mama gaat vrolijk verder in haar onverstaanbaar Alzheimertaaltje, terwijl ik nog steeds denk aan wat ze net zei.
Mama heeft al jaren geen besef meer van tijd, laat staan dat ze vandaag zou weten dat het 2 maart is. Voor de zoveelste keer begrijp ik niets van wat er zich in haar hoofd afspeelt. Puur toeval dat ze dit, uitgerekend vandaag, zegt?
De bejaardenhelpster, die mama zaterdagnamiddag een intieme verzorging geeft, is het ook opgevallen dat mama de laatste tijd meestal opgewekt is. Vroeger weende ze meer. Ze was vaak verdrietig. En ze kon tegen ons ook lelijk uit de hoek komen, maar nu is dat over. Het valt me op dat ze nu meestal tevreden is Ze begrijpt niet meer wat we van haar willen. Bij de verzorging houdt ze zich zo stijf als een plank. Dat is een reactie van schrik, omdat ze niet meer weet wat er met haar gebeurt. Maar toch is ze blijer dan vroeger ze beseft het niet meer vertelt ze. We zijn het erover eens dat mama nu misschien beter af is dan voorheen. Ze heeft zoveel verdriet gehad toen ze besefte dat het verkeerd ging met haar. Ze is opstandig geweest. Ze was gegeneerd dat zij vergat en bepaalde dingen niet meer kon.
Kan mama nu weer vrolijk zijn zonder zich zorgen te maken over wat er met haar gaande is? Ebt nu ook alle besef van haar ziek-zijn bij haar weg?
Gelukkiger, nu de mist in haar hoofd niet meer verdwijnt?
Mama blijft in goeden doen. Toen ik maandagnamiddag even binnenwipte bij haar, was het alsof ze nog nagenoot van haar verjaardagsfeestje. Dat kan natuurlijk niet, want mama is het feestje al lang vergeten. Maar het deed me plezier om haar zo behaaglijk, - een glimlach om haar mond -, in haar zetel te zien zitten. Dat is ooit anders geweest. Opstandig, huilerig omdat ze opgesloten zat in de zetel en niet begreep waarom. Steeds maar opnieuw proberend om het tafeltje, dat vóór haar op de zetel was bevestigd en haar van haar vrijheid beroofde, los te maken. Wat had ik toen telkens hartzeer als ik haar zo bezig zag. Nu komt er van mama geen verzet meer. Ze lijkt nu best tevreden in haar zetel en dat maakt het voor mij ook wat gemakkelijker.
Blij en opgewekt is ze ook woensdagnamiddag. Denise en ik wandelen, met mama tussen ons in, de gangen af. We houden wel een rustpauze, maar het stappen gaat weer goed vandaag. Na de wandeling fietst mama nog 10 minuten. En ze blijft goedgezind. We zoeken nadien de rust op van haar kamer. Daar valt het Denise en mij terug op hoe mama ook weer zin heeft om te praten. Dat het meeste wat ze zegt, voor ons niet te begrijpen is, daar stoort mama zich ook al niet meer aan. Ze jaagt er zich niet meer in op, het doet haar geen verdriet meer dat ze de woorden niet meer vindt. Als mama af en toe toch nog een korte verstaanbare zin of woordjes zegt, ben ik trots op haar. En mama blijft lachen, ze blijft tevreden.
Is ze nu eindelijk een stukje gelukkiger geworden, nu ze niet meer beseffen kan hoe erg ze er aan toe is, nu de mist in haar hoofd niet meer verdwijnt?
Zondagnamiddag zijn Arsène en ik om 14.10u al in het rusthuis. Ik ga eerst naar de keuken, waar alles, zoals beloofd, netjes op een rolwagen voor ons klaarstaat: koffie, thee, bordjes, kopjes enfin alles wat nodig is voor een koffietafel. De taart staat netjes gesneden in de koelkast. Het is fijn dat alles zo perfect in orde is. We nemen het rolwagentje mee naar boven, de taart halen we later op als de gasten er zijn. In de kleine leefruimte op mamas afdeling, die wij deze namiddag gratis mogen gebruiken, dekken Arsène en ik de tafel. Als dit klaar is gaan we naar mama.
De verzorgenden hebben haar nà de middag, zoals ik gevraagd heb, netjes omgekleed. Mama heeft haar nieuwe bloes en broek aan. Ze hebben zelfs in mamas juwelendoosje een bijpassende lange halsketting uitgezocht, in de kleur van haar broek. Leuk, toch! De verzorgenden hebben ervoor gezorgd dat mama er echt stralend uitziet en dat doet mij enorm plezier. Bovendien zien Arsène en ik meteen dat mama een goede dag heeft. Ze is vrolijk en voor haar doen tamelijk alert. We rijden mama in haar rollende zetel naar de kleine leefruimte.
Wat later zijn alle gasten daar: Karoline en Marcel, Lydia en haar ma Yvonne, Greta en Denise. Mama wordt hartelijk gekust. Ze weet wel niet meer wie dat allemaal zijn, maar ergens zijn het toch wel bekenden voor haar. Ze wordt verwend met cadeautjes en verjaardagskaarten. We eten taart, drinken koffie of thee en er wordt gezellig heen en weer gebabbeld. Iedereen heeft aandacht voor mama, want het is tenslotte háár verjaardagsfeest. En mama geniet er met volle teugen van.
Het is een heel gezellige namiddag onder vrienden die, al is mama niet meer zo goed bij haar hoofd, nog steeds om haar geven. En dat voelt goed. Een fantastisch verjaardagsfeestje!
Louise Van Aarsen-Koopman (wetenschapper en singer-songwriter in de V.S) maakte voor haar Nederlandse moeder die gestorven is aan de ziekte van Alzheimer het ontroerend luisterlied "Remember" (Herinneren). De prachtige illustraties zijn gemaakt door haar man Jan Van Aarsen (illustrator).
Louise heeft haar liedje, gezongen in het Engels, geplaatst op YouTube in de hoop dat ook anderen steun kunnen hebben aan haar lied en ze roept op om de wetenschap te steunen bij het bestrijden van dementie.
Omdat vele van mijn dagboekbloglezers de Engelse taal niet voldoende machtig zijn, heb ik dit liedje voorzien van Nederlandstalige onderschriften.
Ik heb aan Louise per e-mail de toelating gevraagd om haar prachtige videoclip Remember ook op mijn dagboekblog te plaatsen. Nog geen 12 uur later mailde zij mij: Hallo Ellen. Ik ben gevleid door uw compliment en de vermelding in uw dagboekblog. Natuurlijk mag dat, en graag verzoek ik u mijn website adres er ook bij te vermelden. U heeft de clip mooi ondertiteld! Met dank en veel sterkte voor u en uw moeder, met vriendelijke groeten,Louise.Wat een lieve dame!
Wil je deze videoclip afspelen op volledig scherm, klik dan op het laatste icoontje onderaan in de werkbalk. Met de Esc-toets op jouw toetsenbord bovenaan links keer je terug naar dit kleiner formaat.
Als ik woensdagnamiddag bij mama toekom, zit ze in de leefruimte in haar zetel te dutten. Ze heeft de col van haar trui helemaal in de knuist van haar hand getrokken en houdt die slapend tegen haar wang. Ze ziet er weer witjes uit vandaag.
De kinesitherapeut, die net op de afdeling komt, besluit om mama vandaag niet te laten oefenen. Een bejaardenhelpster herinnert zich dat er vandaag op de briefing over mama is gesproken. Ze gaat meteen de notities nakijken. Ja, mama heeft geen goede nacht gehad en is ook al heel de dag zeer moe, komt ze uitleggen.
Ik ga met mama in de rollende zetel naar haar kamer. Daar moet ze de nieuwe bloes, die we kochten voor haar verjaardagsfeestje, even aanpassen. Ik moet weten of de maat goed is, anders moet ze omgeruild worden. Meteen zijn er twee verzorgenden om te helpen. Maar het uitdoen van de pull die ze aanheeft en het aantrekken van de nieuwe bloes valt mama zwaar. Ze pruttelt tegen en weent. Mama die vroeger zo graag mooi gekleed ging, heeft nu niet de minste interesse in het nieuwe kledingstuk. Ze vindt het gepas alleen maar vervelend en lastig. Als ik wil dat ze even gaat rechtstaan om te zien of de bloes ook achteraan goed zit, zorgt dit voor klagerig gemor van mama. Nu merk ik ook dat ze vandaag weer niet op haar voeten kan staan. De twee verzorgenden moeten haar werkelijk rechtop houden. De bloes wordt door iedereen goedgekeurd en mama kan meteen weer gaan zitten. Oef, een diepe zucht en ze is blijkbaar gelukkig dat ze weer met rust wordt gelaten.
Gisteren voor het lesgeven toch nog even bij mama binnengewipt om haar te feliciteren met haar verjaardag. Zich niet bewust dat ze jarig was, zat ze er toch stralend bij. De koffie was net opgediend en de bewoners werden getrakteerd met een Valentijnsgebakje in de vorm van een hart. Mama werd geholpen door een verzorgende bij het eten van het taartje. Ik nam het direct van haar over. Het taartje werd haar ingelepeld en toen dronk mama rustig haar koffie op. Af en toe een goedkeurend knikje in de richting van het kopje. Dus de koffie moet lekker zijn geweest.
Daarna ging ik nog even met mama naar haar kamer. Nog wat verjaardagsknuffels gegeven! En het was algauw tijd om weer te vertrekken. Jammer!
Valentijnsdag, 14 februari, mama is jarig vandaag. Ze wordt 81, maar ze heeft ze er geen weet meer van dat ze jarig is. Vóór ik deze namiddag les ga geven, ga ik even naar haar toe. Volgende zondag hebben wij haar verjaardagsfeestje gepland.
Met het rusthuis heb ik vorige week alles al geregeld. Ik heb de hoofdverpleegster gevraagd of het mogelijk is om de kleine leefruimte op mamas afdeling te gebruiken om de trouwe feestvierders uit te nodigen. De cafetaria is op zondag veel te druk, mama kan dat niet meer aan. De hoofdverpleegster stemde meteen in, op voorwaarde dat er geen kleine kinderen bij zijn. Lawaaierige, spelende kinderen kunnen de rust van de andere bewoners verstoren en dat wil zij voorkomen. Daar kan ik inkomen, maar kinderen zijn er zondag niet bij. Dus we kunnen zonder probleem in de kleine leefruimte die gezellig is ingericht, - je waant je er in een woonkamer -, mamas gasten ontvangen. Op de koop toe is dit volledig gratis. Zij bezorgde mij ook een formulier, waarop ik kon invullen wat we die dag nodig hebben: kopjes, borden, bestek, servetten, drank en taart. Met deze ingevulde lijst trok ik beneden naar de keuken van het rusthuis. Ook het keukenpersoneel stelt zich gratis ten dienst van de familie die een feestje wil inrichten. Zij bestellen bij de bakker de taart die ik wens en dit zonder meerprijs. Voor een democratische prijs is er koffie en thee te krijgen. Zij zullen ervoor zorgen dat zondagnamiddag alles wat ik nodig heb netjes zal klaar staan op het afgesproken uur, zodat ik alles kan meenemen naar boven. Zo hoef ik enkel nog de tafel te dekken. Wat een service! Fantastisch toch?
Nu maar hopen dat mama zondag een goede dag heeft en zij kan genieten van haar verjaardagsfeestje.
Voor maandag had ik voor mama een afspraak geregeld bij de kapper in het rusthuis. Mama is binnen enkele dagen jarig en ik wil dat ze er mooi uitziet. Ze was toe aan een nieuwe permanent en een knipbeurt. Na het bezoek aan de kapster zag ze er met haar korte kopje weer stralend uit.
Dinsdag is ze behoorlijk ziek geweest: overgeven en diarree.
Woensdagnamiddag gingen Arsène en ik samen bij haar op bezoek. Ze was gelukkig al een stuk beter. Bovendien vrolijk en weer blij om haar schoonzoon te zien. Mama kan hoegenaamd geen naam meer plakken op dit gezicht, maar dat hij een oude bekende is waar ze gek op is, merk je meteen aan haar reactie. Lachend stak ze weer beide handen naar hem uit en kreeg hij een dikke kus. Met de kinesitherapeut en Arsène wandelde ze even de gang op. Maar dat bleek, na het ziek zijn van de vorige dag, nog iets te vermoeiend te zijn voor mama. Na enkele stappen trok alle kleur uit haar gezicht weg. Het fietsen dat ook voor deze namiddag was voorzien werd uitgesteld en mama mocht al vlug weer uitrusten in haar zetel. Het avondeten werd op haar kamer opgediend. Met mijn hulp at ze haar drie boterhammen en yoghurt op. Haar eetlust had ze al volledig terug en dat stelde Arsène en mij gerust.
Toen ik vrijdagmorgen bij haar langs ging, was mama niet wakker te krijgen. Ze bleef maar doorslapen, er zich totaal niet van bewust dat ik er was. Mama is nooit een ochtendmens geweest, maar nu was ze blijkbaar, ná het in bad gaan, doodop. Zelfs toen ik haar haar in de krulspelden draaide en daarna föhnde opende ze nauwelijks de ogen. Nog naweeën van het ziek zijn?
Vrijdagnamiddag, nadat ik les had gegeven, zijn Arsène en ik nog een nieuwe bloes en trui gaan kopen voor mama. In mamas lievelingskleuren! Arsène koos een bloes uit met heel wat knoopjes erop. Ik vond ze ook wel heel mooi, helemaal iets wat mama vroeger zelf zou uitgekozen hebben. Maar ik had mijn twijfels. Het is niet zo handig voor mama die steeds aan de knoopjes prutst. Voor die ene keer, om te dragen op haar verjaardagsfeestje. Het zal haar beeldig staan. En je neemt het nadien gewoon mee terug naar huis," klonk hij overtuigd. Dus werd de bloes gekocht.
Vandaag, zaterdagnamiddag, gaat het weer goed met mama. Denise en ik kunnen met mama tussen ons in weer de afdeling rondwandelen, weliswaar met halverwege een grote rustpauze in te lassen. En morgen ga ik eens niet bij mama langs. We gaan s middags samen voor onze Valentijn met vrienden uit eten. Dat zal eens een welkome ontspanning zijn.
Hoewel ik mij de laatste tijd moe en futloos voel, ga ik zondagnamiddag toch naar mama. Haar spullen zijn gewassen en gestreken en ik neem die mee. Ik vind haar zittend in haar zetel in de leefruimte tussen de medebewoners. Ze slaapt en is moeilijk wakker te krijgen. Op zo een moment duurt het altijd even vooraleer ze beseft dat ze bezoek heeft.
Ik breng haar in haar rollende zetel naar haar kamer. Terwijl ik de was in de kasten opberg, bekomt ze langzaam van haar middagdutje. Ik leg de nieuwe cd op en ga naast haar zitten. Af en toe reageert mama op de muziek en na een Franstalig nummer zegt ze: Cest beaucoup. En dan wordt ze weer stil. Ze heeft ondertussen mijn hand vastgenomen en kijkt me glimlachend aan: Zoetebie mijn klein beestje toe, kom nkeer bij mij. En ze trekt me dicht tegen haar aan. Ik blijf eventjes met mijn hoofd op haar schouder liggen.
Ik heb de hoes, die Arsène maakte voor de nieuwe cd, in mijn handen. Hij heeft er een mooie foto op geplaatst van mama, een foto van zowat zes jaar geleden. Ze was toen al beginnend dementerend, maar ze zag er nog heel goed uit. En terwijl ik naar de foto kijk, besef ik weer hoe veel ik mama mis, de mama van op de foto. Ik moet vechten tegen de tranen. Als ik terug rechtop ga zitten, staart ze mij aan. Madam, hoe is het? vraagt ze. Ze kent mij nu plots weer niet meer. Dat zinnetje is vandaag voor mij iets teveel. Daar komen de waterlanders. De tranen stromen over mijn wangen, er is geen houden aan.
Als ik woensdagnamiddag op de afdeling van mama kom, is haar stoel leeg. Ze is er niet. Ik wandel de gang op en daar komen ze mij tegemoet: de kinesi-therapeut, een verzorgende en tussen hen in mama. Ze zijn op wandel met haar. Ze wijzen mij beiden direct aan en mama glimlacht meteen als ze me ziet. Ik omhels haar, ze neemt me vast en zegt zachtjes: Zoetebie
Het gaat de goede kant op met stappen, vertelt de kinesitherapeut. En mama heeft ook al gefietst. Ik weet niet wat ik mij daar moet bij voorstellen: mama op de hometrainer? Hoe geraakt ze daar op? Zit ze daar wel veilig op? Maar ik krijg alle uitleg. Het toestel waar mama op fietst, staat voor mijn neus. Als ik de hometrainer bekijk, begrijp ik er totaal niets meer van want dat ding heeft geen zadel. Ik zie de pedalen en een stuur en een bedieningspaneel. Ik denk dat de kinesitherapeut mijn verbazing merkt. Dat is zo maar geen hometrainer, legt ze vriendelijk uit, Mama wordt met haar rollende zetel tot bij het toestel geplaatst. Haar voeten worden op de pedalen gezet en met velcro vastgemaakt, zodat die netjes vastzitten. Ze hoeft geen inspanning te doen om te trappen, nee dat gaat vanzelf. De snelheid waarmee de pedalen rondjes draaien, kan ik zelf instellen. Dat wordt aangepast aan elke patiënt. En zo fietsen ze comfortabel, zittend in hun zetel. Ze hoeven geenkracht te gebruiken, de bedoeling is dat de benen bewegen. Nu snap ik het! En het is alsof, nu de stramme gewrichten van mama weer wat soepeler worden, alles weer wat beter gaat. Mama is vrolijk en tevreden.
Toch bang dat ze te moe wordt na het fietsen en stappen van deze middag, breng ik haar in haar zetel voor een kort bezoekje bij Karoline en Marcel. Daar doet mama, nadat ze al een praline had gekregen van Karoline, verwoede pogingen om uit haar zetel te komen. Ze is vol interesse voor de doos snoep op tafel. Even later kijkt ze óf naar een foto óf naar een beertje dat op de vensterbank staat. Nu moet jehaar wel extra in de gaten houden, want ze wil uit haar zetel, zegt Karoline bezorgd. Maar dat heb ik al ondervonden en ik laat mama geen minuut alleen als het beschermend tafeltje niet vóór haar op de zetel staat.
Denise is ondertussen ook toegekomen. We keren met ons drieën naar mamas kamer terug en willen daar rustig blijven zitten. Maar opnieuw is mama niet te houden. Kom, we zijn weg, zegt ze gedecideerd, klaar en duidelijk. Ik had al gevraagd aan de kinesitherapeut of het kwaad kon dat mama na al die oefeningen vandaag, nog ging wandelen. En dat bleek geen enkel probleem te zijn. Dus mama krijgt meteen haar zin en Denise en ik toeren nog eens met mama tussen ons in, de gangen door. En stappen dat ze doet!
De apathie van mama is wat minder geworden. Haar onverschilligheid voor dingen en haar passief zijn, door niet alleen geestelijk maar ook lichamelijk niet meer te functioneren, is de laatste tijd ietwat afgenomen, vind ik. Is een betere bloeddoorstroming door opnieuw te bewegen de reden dat mama wat meer reageert? Of is het gewoon een korte tijdelijke opflakkering? Geen flauw idee. Maar ik hoop toch weer stilletjes dat de onafwendbare verdere aftakeling nog wat uitblijft. Het is zo al erg genoeg!
In het toneelstukstuk U bent mijn moeder geeft Joop Admiraal een persoonlijk en eerlijk beeld van het leven van zijn 80-jarige, demente moeder die hij iedere zondag in een tehuis bezoekt.
Stefan Perceval bewerkte en regisseerde deze monoloog tot een moeder-dochterverhaal.
Sien Eggers vertolkt beide rollen.
Yves Senden speelt tijdens de voorstelling innemende orgelmuziek die voor een subtiel muzieklandschap zorgt.
Stefan Perceval werkte voor deze voorstelling samen met vormgever Jan Strobbe en lichtontwerper Chris Vanneste. Zij maakten van U bent mijn moeder een totaalervaring en creëerden een adembenemende sfeer. Strobbe ontwierp een patroon van kindertekeningen in krijt op een tegelvoer, die uitgeveegd worden als Sien Eggers er als moeder overheen schuifelt. Zonder sentimenteel te worden, verbeeldt dit wat dementie is: het vervagen van het geheugen en het dooreen halen van vroege herinneringen.
Deze monoloog speelt in Vlaanderen in verscheidene cultuurcentra. Jammer genoeg zijn alle voorstellingen totaal uitverkocht.
Warre Borgmans, Dimitri Leue en Antoon Offeciers in 'Het Lortcher Syndroom'
Een zoon neemt zijn dementerende vader mee naar een piano. Daar probeert hij het gehavende geheugen open te breken door middel van muziek. Noot per noot herinnert de vader zich zijn leven. De vraag is: zal het slotakkoord hem beter maken?
Warre Borgmans en Dimitri Leue zoeken samen in deze familietragiek naar het gen dat hen bindt.
Antoon Offeciers staat hen bij op de vleugel.
Deze theatershow toert momenteel rond in Vlaanderen. Alle voorstellingen zijn jammer genoeg al volledig uitverkocht.