Paaszondag. 15u25. Arsène en ik komen toe bij mama. Ik word begroet met: Zoete, naar Arsène steekt mama glimlachend haar armen uit. We halen haar meteen uit de stoel. We schrikken beiden hoe mama s kleren eruit zien. Lieve deugd, haar trui en broek zitten onder de vlekken. Mama is blijkbaar helemaal alleen en zonder hulp van een verzorgende, deze middag de strijd aangegaan met haar Paastaartje. Tandeloos en bovendien onhandig zoals ze is, heeft ze dit gevecht grandioos verloren. De trui kan nog door de beugel, maar haar broek! De taart is uitgesmeerd aan de voorkant en achterkant van de broek. Het is één en al viezigheid. En blijkbaar heeft niemand van het verplegend personeel iets opgemerkt. Té druk bezig met de patiënten die op hun kamers verblijven? Weekenddienst, dus weer onderbemand?
Ik bel meteen om hulp. Als een verzorgende eindelijk een handje komt toesteken om mama een verse broek aan te trekken, zeg ik dat mama deze middag voor het opeten van haar dessert geen hulp heeft gekregen. Nors antwoordt ze: Ze wordt altijdgeholpen! Ik hou haar mamas bevuilde broek voor ogen. En dit dan? vraag ik boos. De verplegende kijkt me nog norser aan en trekt haar schouders op. En al moet dit dan vandaag een Vrolijke' Pasen zijn, ik word van zulke toestanden helemaal niet vrolijk.
Wat later verneem ik van dezelfde verzorgende dat ze op dit moment als énige op mamas dienst moet instaan voor alle bewoners. Onvoorstelbaar! Er zou op zon moment eens iets ernstig moeten gebeuren! Daar staan wij dan weer: Arsène en ik, voor de zoveelste keer machteloos kwaad!
s Avonds wordt er aan tafel door Karoline en ons hierover nog wat nagepraat. Marcel eet zijn avondeten met de hulp van Karoline en wij helpen mama. Probeer maar eens gekookte zalm, gerookte zalm, zalmmousse met twee sandwiches op te eten zonder tanden en met een mond die nog herstellende is van de ingreep! Ik snij en prak alles zo klein mogelijk.
Als Karoline met Marcel naar zijn kamer gaat, kijkt ze ongelukkig naar Marcels broek: t Is niet waar, hé, zegt ze teleurgesteld, Marcel zit wéér nat!
Dinsdagmorgen, - flink uitgeslapen na de verdoving van gisteren en nu klaar wakker,- mama kan maar niet van de draadjes afblijven waarmee de wondjes in haar mond zijn toegenaaid. Voortdurend zit ze met haar vingers in haar mond aan de draden te pulken. Zeggen dat dit niet mag, heeft geen enkel zin. Ik haal haar vingers uit de mond, mama stopt ze er meteen weer in. Bang dat ze gaat bloeden, bel ik dinsdagavond vanuit het rusthuis naar mamas tandarts. Ze beloofd om woensdagmiddag om 11u30 langs te komen. Ik hoop dat mama vlug slaapt en de draadjes vergeet.
Als de tandarts woensdag bij mama komt, is mama zeer gewillig om haar mond te openen. De tandarts is verwonderd dat de wonden zo snel genezen. En nu mama zo braafjes, stil met haar mond blijft open zitten, profiteert de tandarts om meteen alle draadjes te verwijderen. Zo is mama onverwachts verlost van die irriterende dingen. Probleem meteen opgelost! Er wordt een afspraak gemaakt om binnen 6 weken een afdruk te maken, zodat mama een nieuw ondergebit kan krijgen. Het bovengebit zal worden aangepast. De tandarts hoopt er op dat mama die dag net zo gewillig zal zijn als vandaag. Als ze haar dagje niet heeft, bel dan maar af, zegt ze lachend.
- 7u15: Arsène en ik komen toe in het rusthuis. Mama zit aangekleed in de stoel. Zij lacht ons vrolijk toe, maar wij zijn behoorlijk zenuwachtig. Wij pakken haar eens goed vast. - 7u30: De taxi ziekenvervoer is er. Wij brengen mama in een rolstoel naar beneden. Mama vindt het niet erg dat ze met de rolstoel achteraan in de wagen wordt vastgezet. Ik neem plaats naast de chauffeur. Arsène wuift ons uit. - 7u50: Wij arriveren in het ziekenhuis. De chauffeur begeleidt ons naar de dagkliniek. - 8u00: Bij de receptie worden nog wat paperassen in orde gebracht. Ik vraag om duidelijk te vermelden dat mama Alzheimerpatiënt is. De receptioniste kijkt na wanneer mama aan de beurt is. De stomatoloog heeft mij telefonisch beloofd dat hij, ondanks zijn overvolle agenda, ervoor zou zorgen dat mama niet lang hoefde te wachten. Hij heeft woord gehouden: mama staat deze morgen als tweede patiënt op de lijst. - 8u10: Een verpleegster brengt ons naar een kamer. Een collega komt meteen helpen om mama uit te kleden en ze wordt in bed gelegd. Er moet nog een vragenlijst ingevuld worden en ik leg nogmaals de nodige nadruk op mamas ziekte. De verpleegster deelt gelukkig mijn bezorgdheid en pleegt snel een telefoontje naar het operatiekwartier. Zij regelt dat ik met mama meekan! Mama is nog steeds goedgezind, blijft iedereen vriendelijk toelachen en steelt zo het hart van iedereen. Ze is zo lief krijg ik te horen. - 8u40: Mama wordt weggebracht. De zenuwen gieren door mijn lijf, maar ik ben blij dat ik met haar mee kan. - 8u45: Ik krijg een mutsje opgezet, een grote ruime schort voorgebonden en een paar plastic sokjes moet ik over mijn schoenen trekken. De stomatoloog komt nog even tot bij mij en legt kort uit wat hij zal doen. - 8u50: Ik zit bij mama op bed. Ik hou haar arm vast als het infuus wordt gestoken. Nu is ze even boos: Ai, zeg! snauwt ze de verpleegster toe. - 9u05: Het is tijd! Kom maar mee, je mag bij jemoeder blijven tot ze slaapt, word ik door de anesthesist gerustgesteld. - 9u10: Ik zit te wachten in de gang. Ik bel naar Arsène. Die heeft, bezorgd als hij is, al twee keer geprobeerd om mij te bereiken. Ik breng vlug verslag uit. - 9u35: Ik mag weer de operatiekamer in. Alles is goedverlopen, verzekert mij de dokter. - 9u50: Mamas bed wordt naar de recovery gebracht. Ze krijgt een grote ijszak rond haar kaak gebonden om zwelling te voorkomen. De anesthesist blijft nog geruime tijd naast haar bed staan. Mama ademt nog niet zelfstandig. Ik vrees dat het verkeerd gaat en begin me behoorlijk zorgen te maken. Hoeft niet, verzekert de anesthesist mij vriendelijk. - 11u45: Mama mag naar haar kamer. Ze blijft wel in een diepe slaap. Ik houd de wacht bij haar en krijg de opdracht om haar af en toe wakker te maken. Regelmatig komt er een verpleegster binnen om mamas toestand te controleren. - 15u20: Arsène komt mij aflossen. Ik moet dactyloles geven en nu blijft hij bij mama. - 16u25: Arsène belt mij: Mama is al weer in het rusthuis. Nadat de dokter haar op haar kamer had bezocht, mocht ze naar huis. Alles is oké, ze ligt al in haar bedje. Ze slaapt alweer. Maak je geen zorgen meer en geef maar goed les! - 18u30: Karoline springt, als ze van het rusthuis komt, nog even binnen. Mamaslaapt nog steeds, vertelt ze ons. - 19u15: Ik bel toch nog maar eens naar mamas afdeling: Ze slaapt. Alles is goed.
Oef, deze dag is eindelijk achter de rug is. Als we later in ons zeteltje zitten, babbelen Arsène en ik nog wat na. We zijn alle twee zo blij dat alles zo vlot en goed is verlopen. Iedereen heeft zo zijn uiterste best gedaan voor mama.