Zondagnamiddag, het regent niet. Dus mama en ik profiteren ervan om te gaan wandelen. Vandaag spreekt ze mij weer aan met Ellen of zegt ze weer kindeke. Maar verder praat ze tegen een blaadje dat ze op de grond ziet liggen alsof het leeft. Ook de rode brandweerkraan op onze weg wordt aangesproken en gevraagd of hij mee wandelen gaat. Ik laat haar maar doen en speel het spelletje gewoon mee.
Op de terugweg naar het rusthuis begint mama plots vlugger te stappen. Waarom stap je ineens zo vlug? vraag ik haar, Wil je naar huis? Ze lacht en antwoordt: Ja, mijn maen pa komen mij halen! Ik ga er niet meer tegenin, zoals ik vroeger deed. Ik leg niet meer uit dat ze al lang overleden zijn. En zeg: Oké, dan steken we een tandje bij! en we stappen flink door.
Het doet mij denken aan het liedje van Harrie Jekkers, Terug bij af. Hij zingt over zijn oma, dement op haar tachtigste na een leven van zorgen voor haar kinderen en kleinkinderen.
Als ik zaterdagnamiddag bij mama toekom, is Denise al druk in de weer om mama klaar te maken voor een wandeling. Ze staan met hun tweetjes in de badkamer. Kijk wie daar is! zegt Denise, wijzend in mijn richting. Tante Margriet? zegt mama vertwijfeld. Ik doe ondertussen mijn jas uit en leg hem op mamas bed. Ik stap ook de badkamer binnen. Neen, neen, kijk eens goed probeert Denise. Is het de zuster van tante Margiet? vraagt mama nu heel onzeker. t Is Ellen, de kleine snelt Denise mama ter hulp. En dan weet ze het weer: Oh ja, ons kleine. Maar alle aandacht blijft naar Denise gaan, mama vleit zich tegen haar aan en zegt dat ze haar zo graag ziet. Terwijl mama Denise vastpakt en haar een zoen geeft, zegt mama tegen mij: Dat is toch zo een lief vrouwtje!... Echt hoor Ze wil best nog wel wat meer zeggen, maar ze geraakt niet uit haar woorden. Ze kijkt Denise een beetje hulpeloos aan en maakt alles goed met een dikke knuffel. Denise is er blij mee en neemt mama op haar beurt ook eens goed vast. Ik ben vertederd door zoveel warmte en vriendschap.
Wat later gaan we met zijn drieën op stap. We maken een grote wandeling. We kiezen voor het wandelpad langs het Schipdonkkanaal. Het is er zo rustig: enkele wandelaars, een handvol fietsers. Aan de ene kant de weien, waar schapen, geiten en ezeltjes lopen, aan de andere kant het kanaal waar enkel de wilde eenden voor wat deining op het water zorgen. Mama geniet er weer van. Als Denise vertelt dat ze zin heeft om binnenkort eens te gaan winkelen, vraagt mama stilletjes: Mag ik dan eens mee?Ja natuurlijk, wij gaan eens met ons tweetjeswinkelen. Dat deden we vroeger toch ook? zegt Denise. Mama straalt. Na ongeveer een uur stappen, keren we terug en gaan we koffie drinken in de cafetaria van het rusthuis. Denise en mama eten pannenkoeken. Een gezellige zaterdagnamiddag onder vriendinnen!