God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
De wil van God ontdekken we alleen maar door week na week, zondag na zondag, te kijken en te luisteren naar de woorden en de daden van Christus en deze in gebed te overwegen. In gebed mogen we ook onze eigen intenties aan God toevertrouwen. De wereldvrede en de kleine wereld van het eigen gezin verdienen daarbij een bijzondere aandacht. "Het wapen waarmee wij de wereld overwinnen is geen ander dan ons geloof" (1 Joh. 5:1-9).
Luisteren naar Gods Woord in de Schrift? Met de woorden van de psalmist zingen voor God? In de stilte van je hart zomaar bij Hem aanwezig zijn? Of is het Hem jouw diepste vreugde vertellen en met je eigen woorden alles wat je meemaakt aan Hem toevertrouwen? Zo’n bidden, zo leven in verbondenheid met Hem zal jou wellicht gemaakt hebben tot wie je geworden bent: de blije, gelovige, sterke vrouw, zachtmoedig en trouw, moeder van velen.
En als wij straks in augustus jouw tenhemelopneming vieren, dan gedenken wij op die manier de kern van jouw leven: opgenomen worden in Gods Liefde, heel dicht bij Hem mogen zijn en blijven voor altijd… Maria, ik ben blij dat ik je zo mocht leren kennen, dat jij zo voor elk van ons Maria wilt zijn.
Maria, je leefde zo sterk in de overtuiging dat God van je hield, dat je rechtop bleef in alle situaties van het leven, ook in de heel moeilijke, ook onder het kruis. En dat, Maria, maakt jou dan weer zo goddelijk: een vrouw van God, een vrouw aan God gegeven. Jouw hele leven lijkt wel een uitnodiging te zijn tot elk van ons, een oproep om diezelfde weg te gaan: vrouwen en mannen van genade worden: mensen die het leven als geschenk van God ervaren en Hem daarom heel nabij weten, ook in momenten van pijn en lijden, ook in situaties waar het enkel nacht en duisternis is. Dat lijkt soms een onmogelijke opgave, maar ook hierin ga jij ons voor, toon jij ons de weg naar hoopvol leven: het gebed.
Een kostbaar goed in ons leven is troost. Niemand kan zonder troost. het is gelukkig nog niet opgepikt door de commercie. het is nog niet platgewalst door songs en soaps, zoals ‘liefde’ of ‘gezelligheid’.
Troost past niet in de commercie. Waarom niet? Misschien wel het meeste hierom: troost neemt verdriet en pijn serieus en de commercie kan niets met verdriet en pijn. Troost is zo kostbaar omdat het leed erkent. Je troost iemand niet door te zeggen: Ach, zo erg is he...t niet. Kop op, je komt er wel weer uit.” Zelfs niet door te zeggen: “Na regen komt zonneschijn.” Want nu is er de regen, nu zijn er de tranen. Natuurlijk is de hoop dat het beter wordt een troost. God troostte Israël in ballingschap met de aankondiging van de bevrijding (Jesaja 40) Na dit tranendal komt het paradijs. Maar dat neemt het tranendal niet weg. Je moet eerst door het tranendal heen.
Troosten is gewoon naast de ander staan. Of een arm om de ander slaan. Of even de trillende hand vasthouden, maar dan wel zo dat die hand mag trillen. De aanwezigheid van de trooster is genoeg. Troosten is het bloed weer laten lopen. Op een wond zit een vuile korst. Die korst moet je laten zitten. Daaronder stroomt het bloed. Dat moet je laten stromen. Dan heelt de wond, de korst er vanzelf af. Troost begint met het verlies, de schuld, het onbegrip, reëel te nemen. Geen antwoorden geven, ook niet op de vraag naar het waarom. Troosten is iemand zelf het antwoord laten vinden. God heeft zelf ook geen antwoord klaar. Hij lijkt wel te zwijgen. Hij is ons nabij. Niet meer en niet minder. Maar meer hoeft ook niet.
Maria, uw magnificat is een lofzang waaruit pure vreugde, bewondering en dankbaarheid opborrelen. De kleine dienstmaagd van de Heer zingt Gods grootheid uit. God heeft u klein geschapen en groot gemaakt door zijn liefde, omdat gij totale openheid zijt voor Hem. ... Arm aan uzelf, rijk aan God, zo is heel uw leven één Magnificat geweest van geloof, hoop en liefde. God laat geen mens in de steek. Hij is een God van trouw. Hij heeft een hart voor ieder van ons. Maria, leer ons niet enkel onze pijn en ons leed met anderen te delen, maar ook de diepste vreugde die God zelf is. Maak van ons getuigen van uw Zoon in woord en daad.
Maria, nooit is er een kunstenaar in geslaagd Gods gelaat te tekenen. Dit voorrecht werd u voorbehouden, eenvoudig en bescheiden meisje uit Nazareth, Gods Geest overschaduwde u zodat gij Hem een menselijk gelaat mocht geven. Zo waart gij Gods woord nabij, dat in u mens werd. Het meesterwerk van Gods goedheid voor ons, werd ook uw meesterwerk: ontvangenis en overgave.
Maria, open ons hart voor het Woord van God, zodat wij een wegwijzer zijn op de grote levensbaan naar Hem.
Het kompas dat Jezus aan zijn leerlingen geeft, is dit: laat niet altijd je eigenbelang richting geven, maar let op het belang van de ander en speciaal van de zwakste. De herder past zijn tempo aan, niet aan de snelste loper, maar aan het ziekste lam. Jezus erkennen als onze herder, wil zeggen dat we ons wel zorgen maken over de wereld van overmorgen en dat we kunnen omzien naar mensen. De toekomst mag offers vragen en de schepping mag eerbied afdwingen.
BRUSSEL (KerkNet/CWN) – Kardinaal Fernando Filoni, de prefect van de Congregatie voor de Evangelisatie van de Volkeren, heeft op de jaarlijkse ontmoeting van de verantwoordelijken van de Pauselijke Missiewerken in Rome gezegd dat het 'oneerlijk' is dat de helft van de geestelijken uit sommige Afrikaanse en Aziatische bisdommen in het Westen actief is. De geestelijken werken er in een gunstiger pastoraal klimaat, terwijl hun eigen bisdom een gebrek aan priesters heeft: "Daardoor wordt aan deze bisdommen de pastorale kracht ontzegd die onmisbaar is om een impuls te geven aan het christelijke leven."
Dit artikel kan ik volledig en jammer genoeg beamen, want ik was zelf een paar maal in India temldden (zeer) jonge seminaristen, priesters en missionarissen. Ik was er achteraf steeds van verwonderd hoe velen konden studeren in Rome, daarna verbleven in Zwitserland of Duitsland.
Het ergerde me vooral als die priesters een reis maakten vanuit India over Jerusalem naar Rome om via Lourdes teug te keren naar hun land. Velen van hen werden missionaris in Europa, of worden zelfs ingezet inde Verenigde Staten. Dit alles waar de inhheemse bevolking zo een grote nood heeft aan priesters.
Draag me op met een gelovig hart en laat me niet alleen. Ik ben slechts waardevol als je gebed me draagt. Wanneer je bent heengegaan zal ik hier blijven branden tot je terug komt. Ik zal aan anderen vertellen dat je hier bent geweest en tot de Heer zal ik spreken van de vlam in je hart.
Vandaag brand ik weer de roepingenkaars en bid om roepingen voor het priester- en diakenschap, voor pastorale werkers en werksters, voor predikanten en om roepingen voor het religieuze leven. Voor catechisten en gelovigen, vrijwilligsters en vrijwilligers die zich in zetten voor de kerkgemeenschap. Voor hen die zoekende zijn en de richting nog niet vinden. Ik noem de namen van mensen die ik meedraag in mijn gebed en bid om leiding en zegen op hun levensweg. Dat ieder van ons haar/zijn eigen roeping telkens weer mag vinden en volgen.
Als het idee niet goed is, zegt God: Nee Als de tijd niet rijp is, zegt God: Rustig aan. Als u ernaast zit, zegt God: U kunt beter nog wat groeien. ... Als alles wel klopt, zegt God: Nu!
'Gij zult mij leiden door uw raad, en daarna mij in heerlijkheid opnemen.' Psalm 73:24
Er was eens een jongen die God wilde ontmoeten. Hij wist dat hij een lange reis moest maken om op de plek te komen waar God woonde, en dus stopte hij zijn koffer vol met koekjes en blikjes limonade. Toen hij een stuk had gelopen, zag hij een oude vrouw. Ze zat op een bank in het park de duiven te voeren. De jongen ging naast haar zitten, en opende zijn koffertje. Hij wilde net wat limonade gaan drinken, toen hij zag dat de vrouw er hongerig uitzag. Hij bood... haar een koekje aan. Ze nam het dankbaar aan en glimlachte naar hem. Ze had zo'n prachtige glimlach, dat die jongen die opnieuw wilde zien en dus bood hij haar een blikje limonade aan. En weer glimlachte ze naar hem. De jongen was verrukt! Ze bleven er de hele middag zitten eten en glimlachen, zonder een woord te zeggen.
Toen het donker werd, besefte de jongen pas hoe moe hij was en hij wilde naar huis gaan. Hij stond op, maar toen hij een paar stappen had gezet, keerde hij zich om en gaf de oude vrouw een stevige omhelzing. Ze beantwoordde de omhelzing met de mooiste glimlach die hij ooit had gezien.
Toen de jongen thuis kwam was zijn moeder verbaasd over de vreugde die van zijn gezicht straalde. 'Hoe komt het dat je zo blij bent?' vroeg ze hem. 'Nou, ik heb vanmiddag met God gegeten.' En voordat zijn moeder iets kon zeggen, voegde hij er aan toe:'Weet je dat God de mooiste glimlach van de hele wereld heeft?'
Intussen was de oude vrouw ook thuisgekomen. Ze straalde van vreugde. Haar zoon verbaasde zich over de vredige blik op haar gezicht. 'Hoe komt het dat je zo blij bent, moeder? Ze antwoordde: 'Ik heb in het park koekjes gegeten met God.' En voordat haar zoon kon antwoorden, voegde ze eraan toe: 'Hij is veel jonger dan ik dacht'.
"Vrouwen bezitten de grote schat om leven te schenken en om tederheid, vrede en vreugde uit te dragen. Jullie zijn de vrouwen van de Kerk. De Kerk is vrouwelijk, zoals Maria."
Het ligt bovenop een altaar van kranten, ‘een opeenstapeling van menselijke onvermogen om in vrede te leven’, zoals hij het zelf omschrijft. De bovenste krant bevat een artikel over de Holocaust en het lam ligt met zijn kop ernaast. Naast de woorden: de mens is tot alles in staat. Het lam Gods gaat dus over het leven en de dood in onze wereld! Bij dit beeld moest ik onwillekeurig aan Pater Frans van der Lugt in Homs in Syrië denken, die weerloos werd geëxecuteerd. Dienende liefde is altijd kwetsbaar. Alles van waarde is weerloos, dichtte Lucebert ooit. Het lam is bij uitstek geschikt om te dienen als symbool van weerloosheid en kwetsbaarheid, de dienende liefde, van het menselijk bestaan.