God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Heer God, Alles wat ik heb, alles wat ik doe, alles wat ik ben, bied ik U aan. Kom en vervul mijn dag. Schenk mij uw Geest, dat in mijn denken, spreken en handelen, iets van uw stille aanwezigheid mag doorbreken. Laat me niet enkel voor mezelf leven, maar zoals Jezus, verbonden met U en gegeven aan mensen. Amen.
Stel je eens voor wat er zou gebeuren als we op dezelfde manier met onze Bijbel omgaan als met onze mobiele telefoons? Het zou betekenen dat we: - onze Bijbel constant op zak zouden hebben; - er meerdere malen per dag een blik in werpen; - wanneer we hem vergeten, weer terug naar huis of kantoor gaan om hem te halen; - hem gebruiken voor het verzenden van berichten naar onze vrienden; - hem behandelen alsof we nooit zonder hem hadden kunnen leven; - hem aan onze kinderen meegeven, voor hun veiligheid en om met hen te communiceren.In tegenstelling tot een mobieltje heeft de Bijbel nooit storing op het netwerk. Op elke locatie is er verbinding. We hoeven ons geen zorgen te maken over het beltegoed, want Jezus heeft de rekening al betaald en we kunnen onbeperkt bellen. Laten we er dan ook gebruik van maken!
Heer, mijn geloof is kwetsbaar en vliesdun, het zweeft tussen weten en niet-weten. En toch besef ik heel diep in mijzelf: “Ik zit in de goede richting, mijn geloof is net voldoende om onderweg te blijven.” Ik wil bidden zoals die vader in het evangelie:
God, geen enkel woord drukt uit wat ik over U wil zeggen, geen beeld kan het onthullen, en elke taal schiet hier tekort. En toch vermoed ik dat Gij zijt: Licht in donkere duisternis. Warmte bij vrieskou. Bron van veel goeds- altijd daar voor ons. Maar, geen beeld kan U onthullen, en elke taal schiet hier tekort. Kom, ik noem U gewoon: ‘God’
Ik ben niet iedere dag even sterk. Soms weet ik gewoon niet hoe ik de dag moet doorkomen. Alles is donker om me heen. Ik lijk het spoor bijster en ik strompel voort terwijl de tranen stromen. Soms dwingt het leven me op de knieën; sta ik met mijn rug tegen de muur en vraag me af of het ooit nog goed zal komen.
Maar toch, te midden van alles heb ik één zekerheid. God is altijd daar, juist wanneer ik Hem het hardst nodig heb, Zijn Licht schijnt in elke strijd. Hij houdt me staande of Hij draagt me wanneer ik zelf niet meer kan staan. Ja, Hij zal er altijd voor me zijn en op al mijn wegen naast me gaan.
1. De duim is de vinger dicht bij u. Begin dus te bidden voor degenen die het dichtst bij u staan. Zij zijn de mensen die het eerst in uw gedachten komen. Het bidden voor onze geliefden is een ‘zoete verplichting’. 2. De volgende vinger is de wijsvinger. Bid voor hen die u onderwijzen en u een heilzame weg wijzen. Zij hebben ondersteuning en wijsheid nodig om aan anderen richting te kunnen geven. Gedenk hen altijd in uw gebeden.
3. De derde vinger, de middelvinger, is de langste. Deze herinnert ons aan onze leiders, de bestuurders en allen die gezag hebben. Zij hebben Gods leiding nodig.
4. De vierde vinger is de ringvinger. Het zal u misschien verbazen dat dit de meest kwetsbare vinger is. Deze herinnert u te bidden voor de zwakken, de zieken en zij die gebukt gaan onder problemen. Zij hebben uw gebed nodig.
5. Ten slotte komt u bij uw kleinste vinger. Uw pink helpt u te bidden voor uzelf. Als u voor de andere vier groepen heeft gebeden, zal u in staat zijn om uw eigen noden in het juiste perspectief te zien. En zo leert u op een goede manier voor uw eigen behoeften te bidden!
Laat alle wrok en drift en boosheid varen, alle geschreeuw en gevloek, en alle kwaadaardigheid. Wees goed voor elkaar en vol medeleven; vergeef elkaar zoals God u in Christus vergeven heeft.
In Lourdes, zo zegt men, gebeuren wonderen, d.w.z. zo nu en dan gebeurt er een wonderbare genezing, en dat is natuurlijk prachtig voor degenen die het betreft. Maar het grote wonder van Lourdes vind ik: al die mensen die na een bezoek aan Lourdes gesterkt weer naar huis gaan, en minstens evenzeer: al die mensen die daar voor anderen in de weer zijn. De saamhorigheid tussen gezonden en zieken die daar gestalte krijgt, de dienstbaarheid die daar beleefd wordt door zovelen, moet ook ieder van ons steeds weer inspireren om in eigen kring die saamhorigheid en dienstbaarheid gestalte te geven naar elkaar toe. En nogmaals, dat is de voornaamste manier om Maria te eren.
U te danken, in het bijzonder op dit moment voor het lange leven in lefde en geloof dat je gaf aan mijn ouders. Dank U voor alle zegeningen, ook voor mijn eigen welbevinden.
Dat het voorbeeld van Maria mij mag leiden en zuiveren, om te worden zoals Zij: ontvankelijk en open, beschikbaar en bereidwillig, onbaatzuchtig en dienstbaar, bereid tot offers in blijde aanvaarding. Mag de grote liefde van onze hemelse Moeder mij helpen om Hem, haar Zoon Jezus, te kennen, te beminnen en na te volgen zoals Zij dit heeft voorgeleefd.
Heilige Maagd en Moeder Maria, neem mij aan als uw kind, maak mij ontvankelijk zoals U, in alles bewogen door de heilig Geest, dan zal Jezus, de gezegende vrucht van uw schoot, meer en meer in mij gaan leven, tot in het huis van mijn Vader in alle eeuwigheid. Amen.
Goede God, we hebben als mensen licht nodig om te kunnen leven. Niet iets waar ik dagelijks bij stilsta, maar ik realiseer me hierdoor weer hoe bijzonder het is dat U God iedere dag voorziet in zoveel dingen. Zoveel dingen die vanzelfsprekend lijken, maar die we uit uw hand ontvangen. Licht, tijd, zuurstof, een wereld om ons heen, medemensen… Het zijn allemaal zegeningen van U.
Lieve Vader, soms verliezen we ons zicht op U doordat we onze blik gericht houden op onze omstandigheden. Dit maakt ons kwetsbaar, onzeker en op den duur krachteloos. Dank U voor Uw woord, waarin U ons tegemoet komt en ons opnieuw laat weten dat U er nog steeds bent, dat U niet van onze zijde wijkt. Ook niet vannacht als het donker wordt. U bent ook in de donkerste nacht, onze toevlucht, bij wie wij allen veilig en geborgen zijn.