God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
We naderen het einde van het kerkelijk jaar, a.s. zondag is het alweer de laatste zondag, daarna begint de advent. In de lezingen van deze tijd wordt verwezen naar het einde van de tijd, einde van het leven. Dan moeten we verantwoording afleggen, hoe we in ons leven gepresteerd hebben. U weet wel, dat beruchte boek van Petrus daar aan de hemelpoort. Dat zogenaamde boek van Petrus is denk ik niet zo belangrijk. Wat wel belangrijk is dat we nu en dan eens even stil worden en nadenken over ons leven, hoe wij erbij staan. Het evangelie maakt ons duidelijk dat het niet gaat om wat we presteren en produceren, zaken die in onze maatschappij toch als heel belangrijk gezien worden. God kijkt niet naar de uiteindelijke resultaten, maar wel naar onze inzet, onze wil om steeds weer het goede te doen.
’t Grootst van al is de liefde, groter dan macht en fortuin liefde, inzet voor allen, geen surrogaat rondom onze leegheid. ‘t Groots van al is de liefde groter dan macht en fortuin maar geen vloed van woorden kan doen verstaan wat Christus voor ons heeft gedaan.
Danken wij God voor elkaar, vraag maar niet hoe, vraag niet waar Kijk om je heen en geef toe God wordt ons mensen nooit moe Danken wij God voor elkaar, vraag maar niet hoe, vraag niet waar Kijk om je heen en geef toe God wordt ons mensen nooit moe
’t Grootst van al is de liefde, daartoe heeft God ons gemaakt liefde inzet voor allen, laat haar niet eenzaam doven als sterren ’t Grootst van al is de liefde, daartoe heeft God ons gemaakt maar blijkt uit ons leven, dat wij verstaan wat Christus voor ons heeft gedaan?
Goede God, we hebben het licht ontstoken als een gebed dat U zoekt. Wij hebben het licht ontstoken omdat de stralen van uw barmhartigheid altijd sterker blijven dan het dalend donker van ons vragen en verwijten. Wij hebben het licht ontstoken omdat het ons spreekt van uw nabijheid, omdat het onze eenzaamheid doorlicht, en ons wijst op U, de Bron van alle licht. Wij blijven het licht ontsteken als een gebed om ruimte, om op adem te komen, rust te vinden. Schrijf zelf in ons midden uw eigen Naam en maak uw adem hoorbaar in de woorden van ons gebed. Blijf ons licht dat alle duister opheft.
Ik geloof dat God uit alles, ook uit het slechtste, iets goeds kan en wil laten ontstaan. Hiervoor heeft hij mensen nodig die met alles hun voordeel doen.
Ik geloof dat God ons in iedere moeilijke situatie zoveel weerstandsvermogen geeft als we nodig hebben. Maar Hij geeft het niet vooraf, opdat wij niet op onszelf maar op Hem vertrouwen.
Ik geloof dat God geen noodlot is buiten de tijd, maar dat Hij wacht op eerlijk bidden en verantwoord handelen en hierop antwoord geeft.
Nooit meer oorlog was niet waar in 1918 en is het 100 jaar later nog steeds niet. Kan het ooit waar worden, zult u zich misschien afvragen? Alleen als er tegenover de demagogen en hun volgelingen christenen gesteld kunnen worden, die zoals Sint-Maarten bereid zijn om op de uitnodiging van Jezus in te gaan en zichzelf te ontledigen: eerst een halve mantel, dan hun hele bezit en tenslotte alles, om allen te kunnen dienen voor altijd.
VANDAAG VIEREN WE HET FEEST VAN SINT-MAARTEN, METEEN OOK MIJN PATROON EN NAAMFEEST. DANKBAAR DAT IK ZIJN NAAM GESTALT MAG GEVEN IN MIJN DAGELIJKS LEVEN, WANT OOK IK PROBEER WAAR MOGELIJK MIJN MANTEL TE DELEN.
BIJ DEZE WENS IK DAN OOK ALLLEN EEN PRETTIG NAAMFEEST AAN HEN DIE EEN AFGELEIDE VAN DE NAAM MAARTEN MOGEN DRAGEN!
Durf leven met het idee dat iemand die gestorven is, er nog wel is. Koester de aanwezigheid van de overledene, maar zonder hem of haar te willen vasthouden, te bezitten. De verrezen Christus zei aan Maria: Houd me niet vast. Als je op die manier - niet zelfgericht - openstaat voor de nabijheid van de ander, gebeurt er iets. Neem de gezindheid van Jezus aan om de vrede te vinden waar je zo naar op zoek bent. LEG HET MAAR IN DE HANDEN VAN GOD.
Om te trouwen volstaat het niet een huwelijk te sluiten! Het komt erop aan een weg af te leggen van het ik naar het wij, van alleen denken naar met twee denken, van alleen leven naar leven met twee.
En Jezus was een visser, die het water zo vertrouwde, dat Hij zomaar over zee liep, omdat Hij had leren houden van de golven en de branding, waarin niemand kan verdrinken, Hij zei: 'Als men blijft geloven, kan de zwaarste steen niet zinken'. Maar de hemel ging pas open, toen zijn lichaam was gebroken en hoe Hij heeft geleden, dat weet alleen die Visser aan het kruis.
En je wilt wel met Hem meegaan, samen naar de overkant , maar je moet Hem wel vertrouwen, want Hij houdt al jouw gedachten in zijn hand.
Geloof wordt ongeloof als wij het met God op een koopje willen gooien. Op zondag aanzitten aan de tafel van de Heer verschaft ons niet automatisch een visum voor de eeuwigheid. Want het Lichaam dat wij nuttigen, en het Bloed dat wij drinken, is werkelijke goddelijke vitamine. Het moet leven en vrucht dragen als wij van de tafel van de Heer worden weggezonden naar het leven van iedere dag. Zijn onderricht is nutteloos als het geen vlees en bloed wordt in ons dagelijks doen en laten.