God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
God, we danken U voor het leven, voor de bloemen, de dieren, de mensen; we danken U voor hen die ons leven tot een feest maken die ons vreugde brengen in moeilijke dagen; we danken U voor de zegen van kleine dingen de lach van een kind, de wijsheid van een oudere, wij danken u voor alle mogelijkheden die we krijgen om ons samenleven een feestelijke glans te geven. We danken U voor elke knipoog van U als we het soms niet zien zitten. Help ons om steeds uw vreugde uit te stralen opdat anderen erin kunnen delen, in Jezus' naam. Amen
Jullie moeten elkaar liefhebben, zoals Ik u heb liefgehad, zo moet ook gij elkaar liefhebben. (Joh. 13, 34-35)
De zekerheid dat Hij ons liefheeft, roept ons op om op dezelfde manier te reageren: met liefde. Over deze liefde zei paus Franciscus tijdens de Wereldjongerendagen in Panama het volgende:
Het is liefde die de aandacht niet naar zichzelf trekt, maar een nederige liefde die zichzelf altijd aan anderen geeft met een uitgestoken hand.
Heer God, alles wat ik heb, alles wat ik doe, alles wat ik ben, bied ik u aan. Kom en vervul mijn dag.
Schenk mij uw Geest, dat in mijn denken, spreken en handelen, iets van uw stille aanwezigheid mag doorbreken. Laat me niet enkel voor mezelf leven, maar zoals Jezus, verbonden met U en gegeven aan mensen.
Brood is een geschenk aan de mensheid, het alleen opeten is voor de liefde ondraaglijk. Onze liefde kan dit niet aanvaarden. En ook de liefde van God kan het egoïsme niet aanvaarden dat het brood niet deelt.
Laten we dit goed in ons verstand opslaan: voedsel is geen privé-eigendom, maar voorzorg om met Gods genade te delen.
Vader, maak dat er voor ons en voor allen dagelijks brood is. En brood betekent ook: water, geneesmiddelen, een huis, werk ... Het noodzakelijke om te leven. Niet mijn, maar ons brood
Het brood dat de christen in het gebed vraagt is niet mijn brood, maar ons brood. Zo wil Jezus het. Hij leert het ons te vragen niet voor onszelf, maar voor heel de broederschap in deze wereld. Als we niet op deze wijze bidden, houdt het Onzevader op een christelijk gebed te zijn.
Als God onze Vader is, hoe zouden we dan niet hand in hand bij Hem kunnen komen? Wij allen. En als wij, het brood dat Hij ons geeft, van elkaar stelen, hoe kunnen we ons dan zijn kinderen noemen?
Dit gebed is vol van meevoelen en solidariteit. In mijn honger voel ik de honger van allen. Daarom zal ik God bidden totdat hun bede wordt verhoord.
Sint Jozef, man van groot geloof, bereid om Gods bedoelingen te aanvaarden. Als een trouwe en liefdevolle vader hebt u voor uw zoon Jezus en moeder Maria gezorgd. Misschien hebt u in uw hoofd veel vragen gehad, maar u hebt steeds uw hart laten spreken voor uw gezin. Help ons om in ons gelovig zijn een beetje op u te lijken, opdat ook wij onze liefde voor uw zoon Jezus steeds gestalte geven in onze liefdevolle zorg voor elkaar. Help ons om juist als u bescheiden doe-mensen te zijn. Mogen wij zo het koninkrijk van de hemel een beetje dichterbij brengen. Amen
Het feest van Sint Jozef wordt gevierd op 19 maart (het hoogfeest van de Heilige Jozef als bruidegom van de Heilige Maagd Maria).
Jozef was de man van Maria en de (wettige) vader van Jezus. Hij was timmerman in Nazareth.
Jozef (bijgenaamd de Timmerman) was volgens de Bijbel de pleegvader van Jezus. Hij was ten tijde van Jezus' geboorte met Maria verloofd, maar had nog geen gemeenschap met haar gehad. Jozef wordt in Mattheus genoemd als zoon van ene Jakob.
De Bijbel vertelt ook dat Jozef een afstammeling was van koning David. Hij was timmerman van beroep. Later wordt hij niet meer genoemd, terwijl Maria dat wel wordt. Mogelijk was hij al overleden toen Jezus optrad. De laatste keer dat hij wordt genoemd in de Bijbel is als Jezus 12 jaar oud is.
Proficiat aan allen die naar de heilige Jozef genoemd zijn!
* 365 teksten van kardinaal Danneels: woorden van geloof, hoop en bemoediging, als voedsel voor elke dag * Toegankelijk geschreven en geworteld in de dagelijkse realiteit * Verschijnt in een mooie, gebonden uitvoering met leeslint * Een boek om een jaar mee te leven; ik lees er al tien jaar dagelijks in!
In dit boek zijn 366 teksten van kardinaal Godfried Danneels bijeengebracht. Het is een jaarboek, met een tekst voor elke dag van het jaar; gekozen uit de vele gepubliceerde en vooral ongepubliceerde teksten die kardinaal Danneels tijdens 25 jaar herderschap heeft geschreven. Wie de kardinaal al hoorde of las, kent zijn vaardigheid om zowel maatschappijbetrokken, dicht bij de mensen, als diep religieus, dicht bij God, te spreken en te schrijven. Met een verfijnde humor en beelden die naar eigen zeggen ‘zomaar in zijn hoofd vallen’, doordrongen van de christelijke boodschap én van de hedendaagse cultuur.
Dit boek kent vele thema’s en invalshoeken, maar heeft één kerngedachte: sinds ‘de menslievendheid van God in de wereld is verschenen’, mag je vertrouwen, liefhebben, hopen, geloven - in vertrouwen kun je nooit te ver gaan, zegt hij in navolging van Thérèse van Lisieux, zelfs niet als je midden in de scherpe analyse van onze tijd gaat staan.