God, ik zoek even contact met U. Wil je mij nabij zijn? Geef mij geloof en vertrouwen kracht en volharding zodat ik mij ten volle kan geven aan de opdracht die ik nu mag vervullen. Amen
Toen hij dit gezegd had, werd hij voor hun ogen omhooggeheven en opgenomen in een wolk, zodat ze hem niet meer zagen. Terwijl hij zo van hen wegging en zij nog steeds naar de hemel staarden, stonden er opeens twee mannen in witte gewaden bij hen. Ze zeiden: ‘Galileeërs, wat staan jullie naar de hemel te kijken? Jezus, die uit jullie midden in de hemel is opgenomen, zal op dezelfde wijze terugkomen als jullie hem naar de hemel hebben zien gaan.’
Toen de farizese schriftgeleerden zagen dat hij samen met zondaars en tollenaars at, zeiden ze tegen zijn leerlingen: ‘Eet hij met tollenaars en zondaars?’ Jezus hoorde dit en zei tegen hen: ‘Gezonde mensen hebben geen dokter nodig, maar zieken wel; ik ben niet gekomen om rechtvaardigen te roepen, maar zondaars.’
Moeders zijn geen heiligen. Heiligen zijn trouwens meestal ook geen moeders. Al zegt dat wellicht meer over de vreemde opvattingen van onze kerkleiders over seksualiteit dan over de kwaliteiten van onze moeders. Wie levensgeschiedenissen van vrouwelijke heiligen leest, stoot bijna uitsluitend op vrouwen die in een klooster leefden, of die op jonge leeftijd als martelares stierven, vaak terwijl ze zich verzetten tegen een hen opgedrongen huwelijk.
Je moet de moeders tussen de heiligen met een vergrootglas zoeken.
Daarop zijn gelukkig een paar illustere uitzonderingen. Om te beginnen Maria, de moeder van Jezus. En haar moeder: de heilige Anna. De heilige Elisabeth van Hongarije zou ook gelukkig getrouwd geweest zijn met haar Lodewijk, met wie ze drie kinderen had. Maar verder krioelt het in de heiligenlijsten toch vooral van de heilige maagden. Moeder Teresa is moeder van ontelbaar velen. Maar een gewone moeder is ze niet. Wel een buitengewone.
Moeders zijn geen heiligen. Ze laten regelmatig steken vallen, soms zelfs belangrijke.
Er zijn er nog zoveel plekken in straten en velden waar Mariabeeldjes hangen. Het zijn vaak heel oude kapelletjes, waar Maria in de loop der jaren al veel heeft zien veranderen, maar desondanks altijd bij ons blijft.
Zoals ze dat ook deed bij haar zoon Jezus. Want moeder zijn van een bijzonder kind dat radicaal de weg van de liefde koos, dat moet niet gemakkelijk zijn geweest. Zij bleef overtuigd dat zijn weg de juiste was en liet hem nooit in de steek.
“Ja, ik geloof wel in God”, zegt mevrouw Aalberse, “maar ik kan God niet geloven. In de Bijbel staat dat God liefde is en dat zeggen ze in mijn kerk ook. Ik wil dat wel geloven, maar ik merk er niks van in de kerk. Ik doe alles precies zoals het hoort. Ik bid, ik belijd mijn schuld, ik ga naar de kerk, ik help mensen, maar er is niemand die nu eens aan mij vraagt: ‘Hoe gaat het met je, hoe voel jij je nu?’ Soms denk ik wel eens: als ik een gebroken arm had, zouden ze vragen hoe het met me is, maar mijn pijn zit veel dieper. Ik voel me in de steek gelaten. Van binnen voel ik zo koud aan als een steen, zo afgewezen als wat. Toen ik er dan een keer over begon, kreeg ik het ene na het andere advies over wat ik moest doen. Wie luistert er nu eens naar mij? Dat komt er maar nooit van! Ik doe daarom de laatste tijd maar net alsof het wel goed met me gaat ...”
Ten slotte, broeders en zusters, schenk aandacht aan alles wat waar is, alles wat edel is, alles wat rechtvaardig is, alles wat zuiver is, alles wat lieflijk is, alles wat eervol is, kortom, aan alles wat deugdzaam is en lof verdient.
Hoezeer ik ook door angst en pijn verwond en overweldigd ben, ik die verward in schone schijn te laat de gaven Gods erken, ik weet dat mijn Verlosser leeft. Hoezeer ik telkens weer ervaar dat al wat ademt moet vergaan en dat wat eerlijk is en waar moet onderdoen voor list en waan. Ik weet dat mijn Verlosser leeft. Zoals het duister voor het licht verdween de dag dat Hij verrees, zo breekt ook eens het vergezicht doorheen de mist van haat en vrees. Ik weet dat mijn Verlosser leeft. De wereld is nog steeds verdeeld, verziekt door oorlog en verraad, maar eens rijst uit dit ziektebeeld een vrede die nooit meer vergaat. Ik weet dat mijn Verlosser leeft.
Dankzij Pasen kunnen wij Alleluia zingen, God-zij-geloofd, omdat zijn Liefde uiteindelijk overwint. Zij is sterker dan de dood, sterker dan het kruis, sterker dan onze onmacht, sterker dan de angst. Dankzij Pasen beleven wij inderdaad een hoop die nooit verdwijnt. Laten wij die hoop, die van Godswege komt, toe in ons hart? Zij helpt ons voorbij aan de woestijn en het kruis, naar een leven in Gods nabijheid die ons draagt en inspireert. Zij voert ons naar inzet voor anderen en naar een werkelijk ‘Rijk der vrijheid’ waartoe wij zijn geroepen. Het is de vrijheid van het Rijk van God en dus ook van Gods kinderen.
Laten wij het voorbeeld volgen van de Moeder van Christus, die haar deel van het lijden op zich nam door de lamp van de hoop brandende te houden in het hart. De Maagd Maria, de Moeder van Jezus die ook zijn eerste leerling is, volgde haar zoon. Zij nam zijn deel van het lijden, de duisternis, de verbijstering op zich en bewandelde het pad van de hartstocht.
Met de Goede Week start een tijd waarin de liturgie ons vergezelt om met vreugde Jezus te verwelkomen die Jeruzalem binnenkomt op een ezelsveulen. Laten we naar het kruisbeeld kijken en tegen Hem zeggen: 'Heer, hoeveel houdt U van mij!' Want de grootsheid van het leven ligt niet in het hebben en bevestigen van onszelf, maar in het ontdekken dat we geliefd zijn. De grootsheid van het leven zit juist in de schoonheid van liefde.
Palmzondag, ook wel Palmpasen genoemd, is de laatste zondag van de vastenperiode, vanouds de tweede zondag van de Passietijd, maar vooral belangrijk als eerste dag van de Goede Week. Op Palmzondag wordt door christenen de blijde intocht van Jezus Christus in Jeruzalem gevierd.
God, tot U roep ik in de vroege morgen. Help mij te bidden en mijn gedachten te richten op U, ik kan het niet alleen.
In mij is duisternis, maar bij U is licht. Ik ben eenzaam, maar Gij verlaat mij niet. Ik ben bevreesd, maar bij U is hulp. Ik ben onrustig, maar bij U is vrede. In mijn hart is bitterheid, maar bij U is geduld. Ik begrijp uw wegen niet, maar Gij kent mijn weg.
Dietrich BONHOEFFER
Dietrich Bonhoeffer (1906-1945) is een Duitse theoloog met een grote maatschappelijke inzet. Hij engageerde zich in het verzet tegen de nazidictatuur, wat hem uiteindelijk het leven kostte. Dit gebed schreef hij kort voor zijn dood in een gestapo-gevangenis bij Berlijn.
Het is het geheim van uw liefde en het verlangen van uw hart om bij ons te zijn en het leven met ons te delen.
In Jezus, uw Veelgeliefde, zijt Gij een van de onzen geworden, weerloos en kwetsbaar als een mensenkind.
Hem herkennen wij als uw Zoon, onherroepelijk teken van uw menslievendheid.
Rondom Hem verzamelt Gij ons, altijd weer opnieuw, als uw volk, uw kerk.
Zie om naar uw kerk. Geef haar moed en geloof genoeg om op uw woord te vertrouwen en uit uw liefde te leven, zodat ze iets kan betekenen voor de mensen, niet heersend maar dienend, niet opdringerig maar overtuigend, niet in haar recht, maar op haar plaats. Geef dat zij, weerloos en kwetsbaar, teken mag zijn van hoop en bevrijding voor alle mensen.