“Met lichtmis kwam de dooi
Sint Jozef nam de kooi
Maria sloeg haar halsdoek om
Ze gingen naar de Dom”
“Dat zongen wij in onze kindertijd en wij hadden in Leuven altijd verlof die dag”.
‘Onze redactie’ heeft dat liedje nog nooit gehoord maar beseft dat zijn halve trouwboek daar iets heel interessants staat te zingen.
Sinds de stichting van de Katholieke Universiteit Leuven in 1834* hebben ze daar hun patroonsfeest op 2 februari, met Onze-Lieve-Vrouwlichtmis. Dat is exact veertig dagen na Kerstmis en naar Joods gebruik ook het feest van Maria zuivering genaamd of purificatie.
Traditioneel gaat dan in Leuven de professorenstoet uit met het beeld van de ‘Sedes sapientiae’, als beschermheilige en embleem van de universiteit. Vanaf de jaren vijftig werden ook op die dag de eredoctoraten uitgereikt (Sedes sapientiae= zetel der wijsheid).
In onze korte broekperiode gingen we die dag naar de mis, kregen een gewijde kaars in onze pollen en mochten we meelopen in de processie.
Eens thuis kregen we lekkere pannekoeken en voor een keer mochten we er eentje flamberen met Grand Marnier. Het was ten slotte Lichtmis.
Die dag herdenken we de opdracht in de tempel, één van de vijf blijde mysteries in het leven van O.L.Vrouw. Volgens het Joodse gebruik, brengen Jozef en Maria hun zoon Jezus naar de tempel om hem toe te wijden aan God. Simeon, die niet zou sterven voor hij de Messias heeft aanschouwd, noemt het kind 'een licht dat voor de volkeren straalt'.
Vandaar Lichtmis.
Spreuk: Al is het vrouwtje nog zo arm, bij lichtmis zet zij haar pannetje warm.
Klikfoto - Cabo237: Het hooglied van Simeon (Jan Jozef Delin – 1810).
Dit kunstwerk hing in de Mariakapel van de St.-Carlus Borromeüskerk tot de parochianen het oorspronkelijk schilderij van Rubens (Maria-tenhemelopneming) lieten kopiëren in 1925. Dat oorspronkelijk schilderij van Rubens maakte deel uit van de Keizerlijke roof door keizerin Maria-Theresia van Oostenrijk in 1776.
* De oude universiteit bestaat al sinds 1425, toen men O.L.V. uitbeeldde in de Romaanse stijl als de Sedes Sapientiae.
|