In 1794 stond er aan het hoofdaltaar van de Walburgiskerk een klein mannetje naar dit adembenemende meesterwerk te kijken. Het ventje had de rechterhand in zijn binnenzak, de linkerarm achter de rug. Het hoedje op zijn hoofd zwaaide zijwaarts uit in (pot)sierlijke bochten. U kent hem ongetwijfeld: Mijnheer Napoleon.
Napoleon zei: “Hum, j’aime bien ça, je vais l’emmener au Louvre”, en hij nam deze triptiek mee naar Parijs.
Na Napoleon, in 1815 kwam het terug naar Antwerpen. De soldaten van Napoleon lieten de Walburgiskerk in zo een slechte staat achter, dat men ze moest afbreken. De beroemde Kruisoprichting werd met veel moeite toegewezen aan de Kathedraal en hangt hier sinds 1816, als pendant van het mooiste schilderij der Nederlanden: de Kruisafname, die wel voor deze kerk gemaakt is.
Veel Vlaamse kunst, door Napoleon ‘geconfisqueerd’, bleef in de Parijse kerken, of werd meermalen doorverkocht. Dat is de reden waarom we, in zowat overal ter wereld, zoveel Vlaamse kunst tegenkomen.
Enkel de kunst uit het Louvre is teruggekeerd naar Vlaanderen.
Foto-productie: Het kleine mannetje heeft zelfs ons bureaublad veroverd. - de kathedraal in 100 stukjes (24)
|