De ingang van Yosemite National Park lag maar 13 mijl van Lee Vining vandaan, maar wel een kleine 5000 voet hoger en dat liet zich al snel merken aan de steile klim, de scherpe haarspeldbochten en de diepe ravijnen. Ook aan Dien trouwens, met 1 hand klemvast rond de armleuning, de andere even klemvast rond een strip Touristil.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het panorama mocht er anders weer zijn: Yosemite bezit zonder enige twijfel de giant sequoias onder de rotsen : monumentaal, indrukwekkend, iets te groot voor onze fotos, loodrecht afgekapt en gepolijst door de gletsjers uit Ice Age I en Ice Age II. (III heb ik nog niet gezien)
Ruw bekeken kan je Yosemite opdelen in twee landschappen : de vallei, gevormd door de Yosemite en de Merced rivers, die mekaar ontmoeten in Yosemite village en daar zorgen voor een van de meest spectaculaire vergezichten ter wereld : the half dome, een koepelvormige rots, die meer dan 1000 meter loodrecht oprijst uit de vallei en iets verder, El Capitan, nog zon gevaarte. Het zijn de grootste granietrotsen ter wereld en erg in trek bij fanatieke bergbeklimmers, omwille van hun gladde wanden.
Deel twee bestaat uit de omringende bergen die je over moet om in of uit de vallei te komen. We kozen als ingang de Tioga pass (9950 voet of 3.485 meter) en sloegen onze tenten op langsheen de Tuolumne meadows (uitgestrekte bergweiden op 3.000 meter) op een primitieve campside zonder stroom, water of kaka-afvoer, maar met ruimte voor houthakken en kampvuur.
t Was nog vroeg in de namiddag en we zagen een flinke wandeling wel zitten. Bovendien, zo vertelden de rangers, had je aan de Soda Springs veel kans om beren te zien, want die hielden rond zonsondergang van een frisse slok bronwater. En vermits we, buiten het neurotisch koppel bruine beren in de Yellowstone zoo, nog geen wilde beren hadden ontmoet, en dit het laatste stuk bear country op deze reis was, moesten we niet lang nadenken.
Maar hoe aanlokkelijk het soda water ook was, de beren hadden geen dorst. Een mogelijke verklaring kon gezocht worden in het feit dat het plots was beginnen regenen. En dat was nog niks : terwijl de grijze wolken laag boven onze hoofden scheerden, en de donder alom echode tegen de bergwand, ging de regen over in hagel, groter dan gepeulde erwten (en die zijn hier groter dan bij ons).
En daar liepen we dan, onbeschermd voor de pijnlijke hagelbollen, door de Tuolumne bergweiden : Guido met zijn piratendoek om het hoofd, Annemie en ik, de lastdragers, met onze rugzakken op onze kop en Dientje met blote beentjes en Tevaatjes in een plastiek regenzeiltje.
Ergens achter mij, onder de bescherming van de Douglas sparren, zag ik 2 beren op hun knieen slaan van de slappe lach. Gelukkig hadden ze geen fototoestel bij...
|