In het uur van de dood
Gezegend zijn zij
die verstaan dat mijn handen beven
en ik moeilijk kan gaan.
Gezegend zijn zij die harder spreken
om mij te helpen beter te horen.
Gezegend zijn zij die doen alsof ze niet zien
hoe moeilijk ik het heb om te eten.
Gezegend zijn zij die geduldig belang stellen
in mijn jeugdherinneringen.
Gezegend zijn zij die luisteren
als ik hun voor de derde maal
hetzelfde nieuws vertel.
Gezegend zijn zij die mij hun glimlach schenken
en inschikkelijk zijn.
Gezegend zijn zij
die doornen wegnemen
op mijn laatste weg naar het Vaderhuis.
Wanneer ik de drempel
zal overschreden hebben van de eeuwigheid,
zal ik aan allen terugdenken bij God.
|