Hij had een omheining uit planken gebouwd. Die omheining onttrok de fabriek aan zijn huiselijke gezichtskring. Hij haatte de fabriek. Daar had hij zijn werk. Hij haatte de machine waaraan hij werkte. Hij haatte het tempo van de machine dat hij zelf versnelde; Hij haatte de jacht op premies,waardoor hij het tot enige welstand,tot huis en tuintje had gebracht. Hij haatte zijn vrouw telkens als die hem zei :vannacht heb je weer gerild. Hij haatte haar,tot zij er niet meer van sprak. Maar in de slaap bleven de handen trillen,trillen op het snelle tempo van het werk. Hij haatte de arts die hem zei : U moet u ontzien,stukwerk is niets meer voor u. Hij haatte de ploegbaas die hem zei : Ik geef je ander werk,stukwerk is niets meer voor jou. Hij haatte al die leugenachtige bedenkingen,hij wilde geen oud ventje zijn,hij wilde geen kleiner loonzakje.Want dat was altijd de andere kant van die bedachtzaamheid,een kleiner loonzakje.
Dan werd hij ziek,na veertig jaar werk en haat,ziek voor de eerste keer. Hij lag te bed en staarde uit het raam. Hij zag zijn tuintje. Hij zag de omheining van het tuintje,de muur uit planken. Verder kon hij niet zien. De fabriek zag hij niet,enkel de lente in het tuintje en een muur uit gebeitste planken. Binnenkort kan je weer naar buiten,zei de vrouw,alles staat in bloei. Hij geloofde haar niet. Geduld hebben,enkel geduld,zei de arts,het komt weer goed. Hij geloofde hem niet. Om te huilen is het,zei hij na drie weken tot zijn vrouw,ik zie altijd maar dat tuintje,niets anders. Alleen maar dat tuintje,tot vervelens toe. Neem eens een paar planken weg uit die verdomde muur,dat ik eens wat anders te zien krijg. De vrouw schrok. Ze liep naar de buurman. De buurman kwam en verwijderde twee planken uit de muur. De zieke keek door de opening en zag een deel van de fabriek.
Na een week begon hij te klagen : altijd zie ik hetzelfde deel van de fabriek,daar krijg ik het van ! De buurman kwam en brak de helft van de muur af. Zacht rustte nu de blik van de zieke op zijn fabriek,hij volgde het spel van de rook boven de schoorsteen,het aanen wegrijden van autos op het terrein,het binnenkomen van de mensenstroom s morgens en het weggaan s avonds.
Na veertien dagen gaf hij het bevel : doet die andere helft van de omheining weg. Ik zie nooit onze burelen en ook de kantine niet. De buurman kwam en deed wat de zieke wenste. Als hij de burelen zag,de kantine en het hele fabriekscomplex,kwam er een glimlach op het gelaat van de zieke. Na enkele dagen stierf hij.
Aan onze Kinders uit de droeve dagen van de Duitschen inval in Belgie in 1914.(nr 1 )
Gij zijt te jong om een juist oordeel te kunnen vestigen over die droevige dagen,die gij angstvol beleefd hebt,over die gebeurtenissen die u het hert verscheurden. Gij zijt niet bekwaam om te begrijpen,omdat gij van het leven nog geen voldoende ondervinding hebt. Onder uwe oogen werd uw vader door de Duitschen onmeedogend gebonden en medegenomen,gij waart met angst en vrees overladen en verstond er niets van. Oorlogbereidsels waren zoo lang en zoo veel,in alle landen gemaakt,dat ze als een gewapende,noodzakelijke,vredeverzkering aanzien waren.Eenen Europiaanschen oorlog was onmogelijk en Belgie ten minste zou er nooit in betrokken zijn.
Op 3 Oogst 1914 vielen de Duitschen legers ons Vaderland in. Vele redens en omstandigheden zullen maar lang achterna bekend en vastgesteld worden en vele onwaarheden zullen nooit klaar worden gemaakt.
Ik zal u,lieve Kinders,geheel mijn leven,zien het hoofd uitsteken,boven den hofmuur,van waar gij op Zondag 18 October,de aankomst de Fransche verkenning stond te bezichtigen,toen ik haastig uit de stad terug kwam,vol angst,nadenkend wat er ons kon te verwachten staan. Wij zaten nu in de strijdlijn.
De Fransche troepen kwamen zoo bereidwillig,zoo moedvollig den vijand uit het Vaderland drijven. Gij waart welgezind dat ze daar waren. De Duitsche die twee dagen te voren de stad waren door getrokken,zouden nu voor goed weg zijn. Het was ver van u te denken,dat de daad der Franschen,zoo stout de Duitschen in de weg te staan,op het Roeselaarsche volk zelf,op ons kwartier,zoo wreed,zoo brutaal zou gewroken worde.
Gij hebt op maandagmorgend die voorposten zien aftrekken,zich hier en daar wegduiken,verderop hadden ze grachten gedolven,van waar ze de opkomende Duitschers zouden afweren en er op schieten. Zij hadden zich zoo rap en zoo goed mogelijk verschanst en wachten den vijand op, die zij de eersten verkend hadden.
Dat is oorlog,elkander afzoeken om te moorden,zich verduiken om zelf niet getroffen te zijn en om zoo veel te harder den vijand te treffen.
Hoort gij ze nog,die orders die ik u gaf,kort weg,van binnen te blijven,niet uiutzien,rond moeder en met het eerste teeken in den kelder duiken.
Dat dringend bevel moest u vreemd in de ooren klinken,het gevaar immers bleek nakend te zijn,want geweerschoten lieten zich reeds in de verte hooren. Het duurde niet lang,vooraleer gij nu benauwd rond vader en moeder,elk om te dichtst kondet kruipen,niet meer ademen dierft van vrees.
De Fransche voorposten weeken nu onder een geweldig geweervuur achter uit de stad in. Schrapnels vlogen ziepend boven onze hoofden en onploften geweldig op de punten waarmede ze in aanraking kwamen. Kinders zijt niet bevreest,hier in den kelder is geen gevaar,de kanonballen vallen niet op alle huizen en de ontploffing geschiedt bij de eerste aanraking,hierin den kelder is ons leven verzekerd en ons huis zal zeker wel gespaard zijn,den Vlaming leeft altijd op hoop.
Er was immers geen regelmatig gevecht,slechts eene verkenning week stelselmatig al vechten achteruit,maar het was genoeg om de Duitsche kanonnen te doen volop de stad beschieten. Een twintigtal Duitschen bleven op het slagveld,de Franschen hadden slechts eenige gekwetsten. Het waren die Twintig regelmatig gesneuvelden die zoo onbermertig moesten gewroken worden op weerloozen,die er geen schuld aan hadden. Uit de achtervensters van het gebuurte hooren wij om hulp roepen,wegspringen,vluchten. Wat is er nu gebeurd. De Duitsche soldaten drongen alle huizen in en onderzochten ze van onder tot boven. Deze die op ons afkwamen was ik haastig tegemoet gegaan,zelf deed ik hun de deur open,het ware immers nutloos geweest te vluchten of zich te veduiken.
Zijn er hier soldaten? Neen was mijn antwoord,alles kunt gij nazien in huis en in de fabriek. Hier hebben ze geschoten! Onmogelijk,er is niemand binnen ons gezin en twee knechten. Dat geschoten geschossen deed mij achteruit denken,wat er in ander steden al nagekomen was en mijne verzekering luider op vernieuwendenicht geschossen. Ziet alles na, zoo gelukte ik er in hun te overtuigen.
Maar wat later kwam eenen nieuwen groep af, hij was veel moeilijker,zocht nauwkeurig alles af en stook al ievers het kolf van zijn geweer op en tegen,en toch vertrok hij zonder iets te misdoen.
Nog twee uren later kwam er nu een derde groep af,hij stormde met groot gebaar binnen,voor hem moest alles buigen,de openstaande deuren waren te nauw en breken was breken alleenlijk om te breken.
Aan onze Kinders uit de droeve dagen van de Duitschen inval in Belgie in 1914.nr.2.(lees eerst nr 1)
Breekt niet,dat kan u niet baten.Vraagt wat gij begeert,alles sta ik toe,maar breken en in stukken slaan,dat niet. Dat is nutloos,dat kan u geen voordeel brengen,ik ben er zelf niet bang over. Niet breken niet breken. Het is de derde groep die u zoo brutaal uit den kelder rukte en u kleine kinders die zware geweren en bloote sabels voor de oogen deden schimmeren en er u zoo wreed mede bedreigde.
En toch zijn wij buiten allen gespaard geweest. Voor ons ten minste eindigde alles met recht en rede te doen verstaan. Geburen zijn in rangen naar de soldaten vooruit gezonden geweest den vijand af,en eenigen onmeedogend neer geschoten. Vrouwen werden de kledren van het lijf getrokken en de wapens op hun naakte lijf gestoken.
Eenen Duitsche alleen heeft ons onmeedogend behandeld,een alleen moeten wij als een verwaande barbaar aanzien. Het was die bevelgever van dien derden groep,zoo brutaal was hij,zoo roekloos dat zijne soldaten hem niet meer gehoorzaamden.
Den man medenemen,hard binden klonk het. Het was geen oneer zoo gebonden zijn,maar het was een wreede slag uw moeder en u lieve kinders aangedaan,een slag die gij onmogelijk nooit vergeten kunt. Laat toch niet uwe gevoelens tot onberedeneerden haat en wraakzucht overgaan. Dat moorden,breken en branden maakt deel van een oorlogsysteem,het maakt deel van berekeningen om tot een voorzien doel te komen,het is de brutale macht die het nederige recht verplet,het is de oorlog.
De burgers hebben geschoten,roept men uit alle Duitsche monden en niet een bewijs bevestigt die roep,terwijl honderde bewijzen klaar doen zien,dat men naar een op voorhand opgegeven systeem te werken gaat.
Het is immers een erkend oorlogsrecht,die de legers toegediend wordt,de verlaten eigendommen in gebruik te nemen. Van daar voortgaande worden het stategische berekeningen de eigendommen te doen verlaten met het volk eene vrees in te jagen,die later moet ongegrond voorkomen.
Zoo komt het,dat deze die vluchten ongelijk hebben,maar als ze niet vluchten beticht worden,van alle slag van vijandelijke daden tegen over het leger,en dan verplicht zijn te vluchten.
Er is op ons door de burgers geschoten geweest,dat wierd veel door de Duitschen gezegd en herhaald,dat het een stroom wierd,bij zoo ver dat de soldaten zelf nooit meer zullen aannemen dat het niet waar is,al is er geen een man hier,die er eene vaste getuigenis kan over geven.Als nu de soldaten riepen vlucht,alles zal hier vernield worden,dat was door hen zonder doelwit gedaan,maar het doel was berekend en bestond bij de aanvoerders,dat kan niet anders. Om dat doel te bereiken moesten zij alleen lijken,laten natuurlijker wijze begaan.
Wij zijn aan de gebeurtenissen ontsnapt die onze gebuurs troffen,ons dat in onze handelswijs de rechtschapenheid doorschijnend was,vooral omdat uw vader en uw moeder den moed hadden hunne eerlijken handelwijs te verdedigen,zonder verdraaien,zonder liegen of verduiken,en zonder vrees niet tegen staande de wapens die men voor doogen deed kletteren.
Soldaten uit den groep zelf,kwamen u moed en hoop geven met den goeden raad,binnen te blijven,niet te vluchten. Altijd in alles moet gij rechtschapen zijn,maar nooit moogt gij onrecht laten begaan. Gij moet naar den grond van de zaken zoeken en niet als den gemeenen man,ze oppervlakkig beschouwen.
Gij moogt dus hier niet op het Duitsche volk leggen, wat hem niet te verwijten is,maar wel op het bestuur waar onder het gebogen gaat. Gij moogt u nooit laten mede slepen in wraakzuchtigen stemmingen waar men zoo gemakkelijk het volk naar toe leidt. Zijt liever kloeke voorstaanders van broederlijken vrijheid en voor het kleine deel die gij kunt bij brengen in het gemeenschaplijk leven,zwicht u van op onderdanen te willen heerschen door loensche middels.
Uwe voorouders waren allen rechtschapen lieden. Uwe ouders zullen trachten dien familieband u ongeschonden over te zetten.
Honoré Talpe was 47 toen Duitse soldaten hem op 19oktober 1914 meenamen uit zijn woning. Hij wist niet wat de komende uren en dagen hem zouden brengen,maar dat hij rekening gehouden moet hebben met een plotselinge gewelddadige dood,staat buiten kijf.
Het waren immers zwarte dagen voor de West-Vlaamse stad Roeselare. Op 19 oktober vielen de Duitse troepen,onder het bevel van generaal Von Hügel,de stad binnen. Het werd een veldslag met zwaar artillerievuur vanuit de dorpen Ardooie en Kachtem,die vergezeld ging van moordpartijen en brandstichting.
Niet voor niets werd de dag laterschuwe maandag genoemd. De Duitsers verloren veel soldaten onder de kogels van onzichtbare Franse soldaten en wreekten zich naderhand op de burgerbevolking. Aan Roeselaarse kant vielen 39 slachtoffers : 30 mannen,6 vrouwen en 3 kinderen. Meer dan een derde van de bevolking ontvluchtte de stad uit angst voor de terreur.
Na 19 oktober volgde een bezetting van vier jaar. Tegen oktober 1918 waren er nog maar enkelen honderden inwoners overgebleven om de bevrijder,het 152ste Franse Linieregiment,te verwelkomen.
Honoré Talpe was fabrikant van cichorei,een ersatz voor koffie die zijn zonen tot in de jaren zeventig zouden blijven maken. Hij had één zoon uit een eerste huwelijk,en nog acht kinderen bij een tweede echtgenote. Het waren die kinderhoofden die hij boven de tuinmuur zag uitkijken toen hij het nieuws kwam melden dat Roeselare,en meer bepaald zijn kwartier,in de frontlinie van de oorlog lag.
Enkele dagen na zijnarrestatie kwam hij vrij,en toen moet hij deze brief aan zijn kinderen geschreven hebben. Hij wist dat ze de beelden die ze gezien hadden,nooit meer zouden vergeten en probeerde hun uit te leggen welke logica achter het geweld zat en waarom één brute vijand niet betekende dat alle mensen van dat volk slecht waren.
Het gebeurde wel vaker dat mensen voor zichzelf een neergeschreven verslag van de dramatische gebeurtenissen probeerden te maken,zegt Piet Chielens,de directeur van het museum In Flanders Fields,al was het maar om het precieze verloop van de feiten niet te vergeten. Er werd daarbij voor zeer verschillende vormen gekozen : dagboek,brief,dichtvorm,verhaal,memoires. Een brief maakte het mogelijk om al meteen een eigen cmmentaar en visie toe te voegen,of,zoals hier, een verantwoording van de eigen daden.
Soms werd zon relaas meteen na de feiten neergeschreven,zoals in dit geval. Maar ik heb verhalen gezien die tot wel vijftig jaar later waren opgeschreven,zegt Chielens. Vele duizenden anonieme mensen van de generatie 1914-18 schreven hun oorlogservaringen neer. Nog vrijwel elke week ontvangen we in het museum brieven,dagboekjes,rijmpjes en meloires van toen. Ofwel in originele vormfragiele documenten die de jaren nauwelijks overleefd hebbenofwel door familieleden verwerkt tot min of meer openbare publicaties over de oorlog. Het zijn getuigenissen en overleveringen van toen de oorlog ons zelf heel nabij stond,en niet,zoals nu,schijnbaar veraf. Misschien is de brief die Urbain Gruwez(de opa van schrijver Luuk Gruwez) op kerstdag 1964 aan zijn toen tienjarige kleinzoon schreef,wel het bekendst (Het Bal van opa Bing, nvdr).
De brief van Honoré Talpe is,samen met zijn kinderen, verspreid geraakt. Zo belandde hij ook op een zolder in Kachtem, waar een van die kinderen,Willem Talpe,na zijn pensioen was gaan wonen. Hij had zijn vader zien arresteren,nog een tweede oorlog zien woeden en toch tien kinderen op de wereld gezet. Zes dochters,vier zonen.
Toen het huis in Kachtem na het overlijden van Willems echtgenote werd leeggemaakt,viel de brief gewoon uit een bureaulade. Zo kon het stof der tijden worden weggeblazen van enkele oude woorden die vandaag nog even menselijk zijn als toen.
Ook stilistisch roept de brief een heel andere,vergeten wereld op. Vandaag is de spelling godzijdank veel eenvoudiger geworden,maar misschien is het jammer dat we het vermogen om zo beeldend,zo vitaal te schrijven een beetje verleerd hebben.
Honoré Talpe overleed op 6 augustus 1949 in Hooglede, bij Roeselare. Ik heb mijn overgrootvader nooit gekend,er zelfs nooit veel verhalen over gehoord. Tot zijn brief een paar jaar geleden uitgedeeld werd aan iedereen in ons gezin. Een grote emotie van een kleine man lang geleden,maar vandaag even actueel als toen de woorden vorm kregen. Peter Vantyghem
Eden en ik vlogen samen terug via Gibraltar.Daar mijn aanwezigheid in Noord-Afrika alom bekend was gemaakt waren de Duitsers uitzonderlijk waakzaam,en dit leidde tot een tragedie die mij grote smart berokkende.Het gewone verkeersvliegtuig stond op het vliegveld te Lissabon op het punt van vertrek toen een gezet man met een sigaar kwam aanwandelen,van wie men meende, dat hij tot de passagiers behoorde. De Duitse agenten seinden dan ook dat ik aan boord was. Ofschoon deze neutrale passagiersvliegtuigen vele maanden lang tussen Portugal en Engeland hun dienst hadden gevlogen en slechts burgers hadden vervoerd, kreeg een Duits oorlogsvliegtuig bevel onmiddellijk op te stijgen en werd het weerloze vliegtuig meedogenloos neergehaald. Dertien civiele passagiers kwamen hierbij om het leven, onder wie de bekende Britse filmacteur Leslie Howard, wiens charme en gaven nog voor ons bewaard zijn gebleven door de herinneringen aan de vele voortreffelijke films waarin hij een rol heeft gespeeld. Het brute optreden van de Duitsers werd slechts geëvenaard door de stupiditeit van hun agenten. Moeilijk valt te begrijpen hoe iemand heeft kunnen menen,dat ik, met alle middelen van Groot-Brittannië tot mijn beschikking, passage zou hebben geboekt voor een neutraal vliegtuig uit Lissabon en midden op de dag naar huis zou zijn teruggevlogen. Natuurlijk maakten wij van Gibraltar af bij nacht een grote omweg tot ver in de Oceaan. Zonder incidenten kwamen wij in Engeland aan. Het was een smartelijke schok voor mij te vernemen wat anderen was overkomen door de ondoorgrondelijke loop van het noodlot?
Vlgones een oznrdeeok op een Eglnese uvinresitiet mkaat het niet uit in wlkee vloogdre de ltteers in een wrood saatn, het einge wat blegnaijrk is is dat de eretse en de ltaatse ltteer op de jiutse patals saatn. De rset van de ltteers mgoen wellikueirg gpletaast wdoren en je knut vrelvogens gwoen lzeen wat er saatt.Dit kmot odmat we niet ekle ltteer op zich lzeen maar het wrood als gheel.
The ancient, somewhat forgotten plant of rhubarb is startet on a famous advance. In England and France that owe it to the cooks, who the vegetables -or is it fruit ? use again and again it in their preparations. In our country the Western
Flemish farmers are the greatest producers,such as the married couple Louwagie Zyde of Gijverinkhove (Alveringem).Pol Louwagie and Katrien Zyde cultivate 65 aren rhubarb. Whit it they are the greater professional growers. We cultivate 15 sorts vegetables.As well as corn salad and fennel,rhubarb is one of our specialitys?
We already cultivate rhubarb since 1999. Rhubarb can you leave eight year before you have to replace the plants.Consequently that is easy. But the harvest happens manual and is very labour-intensive,says Pol Louwagie.
The rhubarb ,is it engaged in a come back ? We supply in the auction the red rhubarb,because theres also green one for the industry and I note the buyers are ready to pay for that good prices. Sure rhubarb is on price again.
I think a lot of people are looking for good product of nature of earlier. Rhubarb fits exellent in that trend, tells
Pol Louwagie. Rhubarb is a bit a rough plant,but you can make much delicious preparations with that old-fashioned
Peppermint stick. We have a farmshop.There we sell not only rhubarbstems,but also all sorts products who are
Originate from rhubarb thus Paul louwagie. why rhubarb is so delicious in the kitchen ? Just like apple rhubarb makes fresh and fruity your dish. Of course rhubarb is very wholesome and very rich in vitamins. Our ancesters already knew that,thus Paul Louwagie.
The Warandefarm is on the Elzendammestraat 11 in Gyverinkhove. Tel. 058 29.86.26
E-mail :rhubarb@hetwarandahof.be Info :www.rabarber.be
1.Het was op een souper waar veel genodigden aanwezig waren.
Churchil dronk nogal veel,en zijn buurvrouw aan tafel,een gravin of zoiets, verweet hem dat hij teveel dronk en dronken was.
En U,U bent een lelijke vrouw !antwoordde Churchil.
Maar morgen is dat dronken zijn van mij voorbij !....
2.Op een belangrijke bijeenkomst hield Churchil een toespraak.
Op een bepaald moment werdt hij onderbroken door een vrouw die hem toeriep :Moest gij mijn man zijn dan deed ik vergif in uw kop thee. Waarop Churchil terug riep :Mevrouw,moest u mijn vrouw zijn,dan zou ik graag die kop thee met gif opdrinken !.
2.je hebt er bijzonder veel plezier van als je de fouten waaruit je wat leren kan vroeg in je leven kunt maken.
3.Met de geest is het precies als met de maag : men moet van hem alleen maar dingen vergen die hij verwerken kan.
4.Ik heb niets te bieden dan bloed,inspanning,tranen en zweet.
5.We zullen koste wat kost ons eiland verdedigen,we zullen vechten op de stranden,we zullen vechten op de landingsplaatsen,we zullen vechten in de velden en in de straten,we zullen vechten in de heuvels,maar overgeven zullen we ons nooit.
6.In oorlog kan niemand succes garanderen,maar alleen verdienen.
7.Onze werkelijke behoeften liggen binnen een klein bestek.
8.Was het de moeite waard u zo uit te sloven,om aan de wereld uw gebrek aan hersenen te openbaren ?
9.Trotse mensen verdwalen liever dan de weg te vragen.
10.Persoonlijk ben ik altijd bereid te leren,alleen vind ik het niet altijd leuk de les gelezen te worden.
11.Ik hou van varkens.Honden kijken naar ons op,katten kijken op ons neer,maar varkens beschouwen ons als hun gelijke.
12.Een politicus denkt aan de volgen de verkiezing,een staatsman aan de toekomst.
13.Democratie is de noodzaak om af en toe te buigen voor de mening van anderen.
14.Het leven is als een toneelstuk.Eerst speel je zelf de hoofdrol,dan een bijrol,dan souffleer je anderen en tenslotte zie je hoe het doek valt.
15.Wanneer twee mensen altijd dezelfde mening hebben is één van hen overbodig.
16.Een fanaticus is iemand die niet van gedachten kan en niet van onderwerp wil veranderen.
17.Wij zijn allemaal wormen,maar ik denk dat ik een glimworm ben.
18.Waar ligt de oorsprong van het gezin ? Die ligt bij een jongeman die verliefd wordt op een meisje een verhevener alternatief is nog niet ontdekt.
19.De inherente verdorvenheid van het kapitalisme ligt in het oneerlijk verdelen van zegeningen.De inherente deugdzaamheid van het socialisme is het eerlijk verdelen van rampspoed.
20.Democratie is geen goede staatsvorm,maar ik ken geen betere.
21.Een verzoener is iemand die de krokodil voedt in de hoop het laatst opgegeten te worden.
22.De mensen struikelen nu en dan over de waarheid,maar de meesten krabbelen haastig overeind en lopen snel door alsof er niets was gebeurd.
23.Ik ben bereid mijn Maker te ontmoeten.Maar of mijn Maker klaar is voor de enorme eer om mij te ontmoeten is een andere zaak.
24.De neus van de buldog staat schuin naar achteren zodat hij ademhalen kan zonder zijn tegenstander los te laten.
25.Columbus is uitgevaren zonder te weten waarheen.Hij is teruggekomen zonder te weten waar hij geweest was. En tot op de huidige dag moeten wij voor zijn reis betalen.
Op30 november 1874 wordt winston Churchil geboren in Blenheim Palace,Engeland.Zijn moeder,van Amerikaanse afkomst,was Lady Randolph Churchil.Hij was de kleinzoon van de 7e Duke van Malborough aan zijn vaders kant van de familie.Veel van zijn voorouders waren dan ook van aristocratische afkomst.Tijdens zijn jeugd heeft hij op veel bekende Engelse scholen gezten,zoals Harrow,waarna hij eindelijk zijn ambitie,een carrière in het leger,vervulde.Nadat hij een aantal jaren gevochten had in verscheidene delen van het Britse rijk,begon hij zijn politieke carrière met een zetel in het parlement.Tussen 1900 en 1929 bekleedde hij verscheidene posities binnen het Britse parlement.
Op 10 mei 1940 viel Hitler Nederland,Belgie en Frankrijk binnen.Neville Chamberlain was op dat moment Minister President,maar het merendeel van de bevolking vond hem een te zwakke leider in deze moeilijke tijden.men was op zoek naar een sterke leider,bij wie ze zich weer veilig konden voelen.Zij vonden dit in Churchil,die op diezelde 10e mei werd verkozen tot Minister president.Speeches met de kracht van die van Churchil waren nog nooit eerder zo gehoord in de geschiedenis van de Britse politiek en gaven de mensen weer hoop.Hoop dat ze een kans maakten om de oorlog tegen Duitsland te winnen.Na de aanval op de Amerikaanse marinebasis Pearl Harbor, besloot de VS om ook deel te nemen aan de oorlog.Dit kwam als goed nieuws voor Chuchil,die er van overtuigd was dat het goede uiteindelijk zou overwinnen.De rest van de oorlog zal bij iedereen bekend zijn;D-Day was een succes,hoewel er vele soldaten sneuvelden.In 1945 kwam de Tweede Wereldoorlog tot een einde,maar Churchil was nog niet klaar met zij politieke loopbaan.
In 1951 werd hij herkozen tot Minister President,maar vanwege gezondheidsredenen werd hij gedwongen om af te treden.Hij stierf op 24 januari 1965 in Hyde Park in Londen. Hij is negentig jaar geworden.
Snuchtens vroeg gingn we de koeien melkn mit dhand.je zat up é blokstoel bi de koe mi é seule tusschen je beenn,é mo trekn overans an twee speenn.Twaren toen nog ol ro koeien.Jadde taie koeien om te melkn en jadde gemakkelijke.De toie moste je meer jen handn toeduwn en trekn.We waren dikkers mi tween of drien om te melkn.Achter tmelkn toe mi die seuln melk na nachterkeukn om num of te roomn in nofromer die draoide mit nelectric.De room kwam ol é kleen buzetje in é seule en de vlotemelk ol é grodder buze in é kupe.De vlotemelk gaven we toen an de kouvers en de zwienejoen.Ekee in é weke goten we toen de room in de keirn en we keirdn toen.De keirn moste ezo é drikart toet é eure draoien en jadde toen butter.Kpeisn do djuste up é sprikwoord ok dao schrieven over butter:Je kut nie ol en,vele butter en vette mesens.Tis zekers omdan de mesens osan iepn an tkeirn.die butter was toen no de kelder edaon en most ekneed zien om ol twater derut te duwn,entoen in roln van é kilo of é oven kilo é daon zien.Mi moedre verkochtte toen de butter ébitje thus,mo ze gieng ook no de mart dermij nor Ieper.Ken nog mij ewist no de mart in Ieper.Moedre en nog andre boerinn stoegn dao in é reke in dhallen mi nulder mande mi butter bie nulder.En de buttermarchans kwamn dao en ze paktn mi nulder vinger é bitje butter en ze staken dat in nulder moend om te proevn,mo kweet ni mee onze dat toe uitspogen of nie,want je kut toch die butter nie ollemale upeetn.
Ja, en nu over etwot anders: die beestn we mosten dat toen ollemale messchen mit de grepe en de korwagn en na de messing voeren.Ze mostn ook ollemale teetn en. Ot winter was en tvroos enoug om mes te voeren,toen stakn we de karrn in de messing en we laddn mes mit de grepe.Den eenen ladde tmes en en andern voerdet na tstik.Up tstik moste je dat mes oftrekn,olle acht stapn é noop.De reken mostn ook acht stapn van mekaar zin.Dat was ton om later open te smittn,ook mit de grepe.
Twas toen ook è schoonn tied,mo ja twas vele meer handwerk.Mo ja twas ook meer volk op dhofsteen.de menschen adn geen zuk é beestn lik nu.Lik wieder,wieder an misschien é koe of dertiene,é twintieg jonge beestn,en é zwienemoere of tiene.De boern adn biekan ol é knecht en é mesen.Ot oest wos gingn wieder noest gaon afdoen met de pekmachine die was voortetrokken deur nuze drie perdn.En achterna mosten we toe nog ol die boendels uprapn en in stuken zetn.Ot stief droog were was mosten we toen achter enige dagen die stuken geste en terwe inhaln mi de wagen en de perdn.twas osan met de staonde wagen,tis te zegn é wagen die up tstik was an tlaon en een die in nhangaar was an tlossen.Twas nogal lastig werk en tmoste nogal zere gaon,beest dat tschoonwere was. Mie vadre ad een van deerste é pekmachiene é kocht,twas é masey-harris. Nu om vors te doene ik vorkte nogal dikkers up tstik,tis dao dak nogal é bitje spiern é kwikt en,up tstik aje nog ottemets é koed wiendige.Twas zwaor werk,twee boenels mi ekee omhoge steekn,mo ja tvoer vulde ezo zere,é je moste ook zien danze nie mosten wachtn in nhangaar.Ken nu nog die lange vorke wamei dakke zovele schoven na boven é stoken en.Ja,in nhangaar was took zwaor werk voe drie man.Een die vorkte ,een die benaar smeet en een die tweg lei.Tkwam lastiger ot te kee omhoge moste é smeten zien. Nu, ot nnoest é kee in tdroge was,was tol vele. Toen é tid later kwam de desmachine,mo we mosten ze zelve haln met de perdn.twaren zwaore machinn;jadde nduvel die de desmachine dei draoin,toen aje ndesscher en olachter stoeg de presse.En die drie mosten schone in é rechte reke staon,want ze mosten olledrie verboendn zin mi é lange bree rieme om te werkn mi de desmachine.
Die menschen moste ol eten kriegen snoens en snavens,de vrouwn adden nog é bitje werk wi voe ol dat teten te makn.Nulder aanzichte van die mann was oe zo zwort lik kweet niewukke van tstof.