een vrouw van zesentachtig jaren uit Amsterdams Indische buurt was aldaar levenslang verzuurd zag na Muiderpoort slechts gevaren
zelfs nes en rokin bleven op afstand wantrouwen maakte de hele wereld vreemd Het Parool noemde haar triest ontheemd als kersverse iglo-eksima in ons land
geloof me gister op het Leidseplein bij Eijlders was er weer zo één vrouw krulletjes deksel op het hoofd één keer maar in Rotterdam en Den Haag waar ze onvrij van wil was aangekomen daar schielijk van haar eer beroofd
zo vies trok haar gezicht erbij dat ik zei het lijkt Napels wel begon ze plotseling te stralen bleek dat het mekka van haar dromen
met ontbijt was ze er vaak buitenshuis gelogeerd via haar zus die had met een napolitaan verkeerd
ik zei maar niks van ratten maffia die vuilnishoop ook zij heeft recht op thuisgevoel in eigen biotoop
Benedictus XVI en het 2e Vaticaans concilie dat vloekt op het altaar dus terugdraaien maar dat al te menselijke gezicht van de kerk
waar het de prelaat na den preek om gaat is dat men het geloof van zijn achterzijde ten diepste vol overtuiging mag belijden waar hij zich met aanbidding nakijken laat
ze kunnen mijn rug op zei de bisschop hardop met een slok op
na veel gepsychologiseer kon zelfs hij niet onderuit na grondige inventarisatie ik doe teveel aan ontremming waardoor zelfs intiem met instemming acuut leidt tot polarisatie
sindsdien doet hij het niet meer hij zegt gestuurd door de neurose kom ik nog we heel clos maar wijk voor onomkeerbaar zeer
wat valt het leven toch altijd zwaar ik loop overal over van teer gevoel afstand houden scheelt een heleboel want raak me aan er springt een snaar
gister is mijn top tot teen verscheurd een wentelteef per rollator reed me aan zag mijn fragiele wezen heel niet staan in de super en ze is niet eens bekeurd
blindelings riep ze kruisend alle paden opzij opzij terwijl ze echt niets laadde zelfs toen ik gebroken op de grond lag
normaal zat ik nu onder de rode vlekken door gebrek aan echt menselijke trekken geven zij van contact schrijnend uitslag
de wijsheid van de week kwam uit de koker van een lange afstandsloper zojuist op Schiphol veilig geland
oorlog er is helemaal geen oorlog Kenia is nog steeds een rustig land met miljoenen straatschoffies geen school geen werk geen toekomst die grijpen nu de gelegenheid om van zich te laten horen echt een partijtje ongeregeld kwam hij niet omheen op het parcours
zijn vrouw bleef achter safe in een wijk met ethnische genoten blank is te kwetsbaar geen identiteit behalve geld hij had stopsignalen opgevangen meteen weer vol vertrouwen geboekt voor over twee weken
want waar verblijf je op zo'n hoogte naar adem happend op trainingsstage voor de reserves in de laagten en dan ook nog voor dat geld
Zitten dichters graag gezien in dienstverband gelijk studenten en soldaten dichter bij elkaar op de rails tijdens daluren in stiltezones ter vulling van de vele gaten aan de labtop met hun fanmails blij te lezen vrij te reizen op onze vaderlandse sporen,
de NS kan het niet laten ze onderweg te storen met geüniformeerde controles op aanwezigheid van vervoersbewijzen
Hoe diep hun plan de voyage ook moge zijn doordacht ter bestemder plaatse wordt tevergeefs gewacht
Zij berusten onderweg gestrand ongebroken in een misverstand
ik lees stil je zerk gekeerd naar het pad je bemodderde bloemen in een gestut perk niet dat het echt helpt de regen spoelt het zand rondom af je steen glijdt rechts naar beneden
misschien sta ik nu op je tenen jij daar met je kaarsrechte nooit te doorgronden werklijf troosteloos bekneld ruimte ze moeten woekeren je bleek precies uitgeteld voor een miezerig hoekje
ocharme ze draaien je al weer geen doen je vond al geen rust leven heel alleen laatst een must dan is hier gewoon geen plaats meer
als u destijds degene was die op ons hemabloemenkleed zoals toen heel gewoon was voor de liefde lag te stunten omdat ik camparikaters leed
met mijn dierbare echtgenote rechts van de Piazza San Pietro terwijl deze man bij de espresso fideel op het rieten mandje paste brieven hield ik in - geen munten
waar is mijn annie toch gebleven is zij naar u weet nog in leven ik nuttig nu eenzaam dertig jaar uit mijn eigen expresso-apparaat dat midden in de bijkeuken staat
kerk en wet zien ons steeds als paar terecht zodat ik altijd van haar hou zeker bij zoveel innerlijke trouw is het mogelijk op halve krachten zonder reserves te blijven wachten
opa zat al zo lang in de wacht vanwege zijn vijftiger jaren lid van de tafeltennisbond samen met twee maten aanvoerder van toen en van toen jarenlang 's morgens vroeg vingen ze thuis los van elkaar brieven op keurig in een netje elke dag weer prut in het petje
nader samen met de pee in wie was er nu weer dood de vrouwtjes en het goot bij een pint waar het aan lag altijd sorry en dag dag gedrag niemand deed de formaliteit teveel schaam om iemand te vragen vooruit zei piet met de geit waarom elkaar niet voorgedragen voor een lintje bij de koningin
daar is iets misgegaan niet dat ze hun contributie aantoonbaar niet hadden voldaan nee het was de administratie die was bij het oud papier gegaan
de voorzitter van de bond dubbel nog van tropisch onder zon voelde aan zijn water druk en iets later rook hij koninklijke lont met kans op negatieve publicity aangezwengeld door de society koos als middenweg een medaillon
de leden v/h bestuur gingen overstag dat wil zeggen met gewetensaantekening van doorslaand bezwaar op voorzittersgezag bij gebrek aan onderliggende afrekening
een zoon van een der gemedailleerden met inzage van deze vastgelegde bescheiden kon na de ceremonie de armoe niet lijden heeft verontwaardigd voor het nageslacht toen op de conditie zijn varkentje geslacht dat ze de rekening echt reconstrueerden
kerst is jaarlijks de tijd om je diep te vervullen breed uitwaaierend in hoogdravende gedachten
zoals van ouds aan de noodzaak tot spreiding van hogere waarden zoals eerbied en nederigheid voor onze meerdere op aarde of aan de prioriteit voor ruimtelijke ordening van zwervers en mohammedanen vermits ze zich tijdig bekeren tot verlichting en lijdelijkheid vooral geen pot verteren maar voor eigen appetijt uitsloven in banen
de scheepsbel luidde hoogste kersttijd haast u dichters narren van de wallen vul de glazen laat de kurken knallen neem en neem mee de eerste de beste pak haar geef haar een lintje als geste onderweg of op tafel als het maar vrijt
velen kwamen uit de hoogste kringen gereukwaterd om door ringetjes te halen gelokt met beloftes niks te hoeven betalen wie ook zij zochten verwezen naar luwte
verzopen tussen honds gladde kasseien zij die vielen konden vaak nog herrijzen in hels kabaal van zwiepende lampen spoken met flauw grijnzende gezichten
schimmen mompelend in schuwte terwijl oceaners aan kades stampten dichters publiek muzikanten echtgenoten maitresses wat maar aanhing onverdroten - wie hield niet zijn hart vast - krompen ineen wrongen zich op de tast door het veel te nauwe mangat
meestal naar binnen op handen duinkerks in heikele hangstanden hoofden riepen roodpaars aan de crew sloeg ze over op benen met geknakte ruggen op tenen bleef roepen in godsnaam wees welkom op de schuit jullie loopt de spuigaten uit ladies en voeten gaan vóór
op zekere leeftijd aangekomen rest primair de opdracht te kijken gezien de voortgang der wetenschappen of ge nog bij de resultaten past
niks heikels gaat de zelfschouwer uit valse schaamte uit de weg zoals de a-selectiviteit in het vallen op personen drijvend op hormonen
zo blijk ik nu als puber unscientific metend aan voortschrijdend inzicht slechts de twee dochters van de bakker brachten pummeltje in opperste vervoering
daarna volgde een hele tijd niets ik sloot mijn ogen en vouwde mijn handen in een bidstand om het einde te wachten bij opstaan zag ik dat ze me uitlachtten
daar kan ik dus ook van op aan het is niet onopgemerkt voorbij gegaan
zeg maat hoe staat het met je vrijheidsbeeld dynamo van je dromen is het niet versteend tot ideële replica de norm als plaatje
voel je de stofjes pluisjes waar het ooit vonkte van de drang en de muziek zitten je toetsen vastgeroest hangen je vingers angstlam ver weg van alle tamtam
ook je hoofd gebroken herstelde je niet mooi onderhuids met kartelrandjes links benig jeukt en kraakt nooit hecht je hersenlijm oor vol ruis van eeuwigheid
uiteraard zeg je monter als ze je vragen te doen weer reiken je handen over niemand ziet die rand van je stroomversnelling je vloekt het water kabbelt terwijl je verslagen terug krabbelt
zijn wij dan niet mijn tere vrind gevoegd naar dode menigten die ons leeg gelopen voorgingen gestraft voor hun opstandigheid veel belovend uit herinneringen dwars geboomd door werkelijkheid
oh excuus ik stond stil op enkel spoor vandaar dat ik u onbedoeld even stoor mijn triangel doet het weer dank u voor uw aandacht dag tot een volgende keer
de wereld in den haag stond weer verbluft vandaag ik heb ongeneerd op het spui gedemonstreerd hoe je zowel gestreepte poesjes als pingpong balletjes in een handomdraai met een gevoelige aai kunt laten spinnen