BRIEF VAN DE BISSCHOP VOOR PASEN
De handtekening van God
Bron: Paul Hermans
Goede vrienden,
Hoe weet je dat iemand het meent? Hoe voel je dat iemand echt is? Er is een eenvoudige maatstaf: wanneer het lichaam de taal van de woorden bevestigt, of zelfs voorbij steekt. Wat heb ik aan iemand die veel spreekt over solidariteit, maar mij nooit een hand geeft? Wat heb ik aan iemand die mooie opvattingen heeft over het gezin, maar nooit thuis is? Wat heb ik aan iemand die spreekt over mensenrechten, maar altijd aan de duurste tafels zit? De proef op de som komt niet van de gedachten of van de woorden, ze komt van het lichaam. Waar je gaat of staat, voor wie je de handen uit de mouwen steekt, aan wie jouw lichaam verslijt of oud wordt: daar zit de maatstaf van de echtheid. Gewone mensen weten dat maar al te goed.
Christenen geloven dat Gods Woord in Jezus 'mens' is geworden. Eigenlijk staat er in het Grieks en het Latijn dat Gods Woord in Jezus 'vlees' is geworden, of een lichaam heeft aangenomen. God heeft het niet gehouden bij woorden en beloften. Hij is niet blijven hangen in gesprekken met zijn volk. Ongetwijfeld hadden sommigen dat gewenst: de voortzetting van een pittige discussie met God, met argumenten voor en tegen. In die val is God niet getrapt. In Jezus is Hij mens geworden, een mens van vlees en bloed, die belichaamde wat Hij zegde. De mensen keken naar Jezus en zagen dat Hij het meende: met hen en met God.
Daarvoor heeft Jezus een hoge prijs betaald. Toen men zijn woorden niet langer kon verdragen, moest Hij verdwijnen. Niet zozeer zijn boodschap moest bestreden of ontkend worden. Vooral Gods 'menswording' in vlees en bloed moest afgeblokt worden, desnoods met brutaal geweld. Wat Jezus lijfelijk aanwezig bracht, daaraan moest een einde komen. Op Goede Vrijdag werd het stil rond Jezus. Er moest inderdaad niets meer gezegd worden. Zijn dode lichaam op het kruis overtrof de woorden die Hij nog had kunnen zeggen. Trouwens, er stond toch niemand meer te luisteren. Zijn lichaam werd in het graf gelegd.
Op Pasen vieren we de verrijzenis van Jezus uit het graf. In het Credo zullen we plechtig zingen dat we geloven in 'de verrijzenis van het lichaam'. Daarover gaat het inderdaad met Pasen: over ons geloof in de verrijzenis van het lichaam. Jezus is helemaal en voorgoed verrezen. Alles in Hem heeft de Vader tot voltooiing en verheerlijking gebracht. Niets is daarbij achtergebleven, zeker niet het lichaam waarmee Hij zijn woorden had bezegeld en zijn offer had volbracht. Na Pasen droeg Jezus in zijn handen en zijn zijde nog de littekens van het kruis. Thomas kon er zijn vingers inleggen. Daarmee was de verbazing en de vreugde van de leerlingen volkomen. In Jezus heeft de Vader wel degelijk een mens van vlees en bloed doen opstaan uit de dood!
De kracht van de verrijzenis zweeft niet als een wolk boven de aarde. Ze dringt deze wereld en ons leven binnen, tot in de kern van ons mens-zijn. En vooral: ze dringt de taal van het lichaam binnen. Plaatsen waar de verrijzenis doorbreekt, hebben alles te maken met de proef op de som, die van het lichaam moet komen. Waar vreemden elkaar de hand geven, waar een vrijwilliger een rolstoel duwt, waar een kind wordt geboren, waar een zieke worstelt met pijn, waar partners elkaar trouw blijven, waar het geweer wordt neergelegd, waar een kus oprecht is, waar voedselhulp wordt uitgedeeld, waar de roddel wordt gezwegen, waar solidariteit uit het buikgevoel mag komen: daar breekt de kracht van de verrijzenis door. Waar het lichaam de handtekening van God mag zetten, daar heeft de wereld toekomst.
Van harte wens ik u een zalig Paasfeest!
+ Johan Bonny Bisschop van Antwerpen
09-04-2014, 17:29
Geschreven door Parochie Sint-Martinus
|