Er loopt een draad door de evangelielezingen van de zeven paaszondagen. Die rode draad geeft ook de belangrijkste lijnen aan van geloven en van samen Kerk te vormen, nl. verkondigen (kerugma), zorg dragen voor medemensen (diaconie) en bidden (liturgie). Die drie elementen vormen een gelijkzijdige driehoek. Ze hebben elkaar nodig om tot een evenwichtige en een gezonde geloofsgemeenschap te komen.
Na drie zondagen in alle toonaarden gehoord te hebben dat de Heer Jezus heeft geleden, gestorven, begraven en verrezen is, en dat Hij leeft bij de Vader, begint vandaag de tweede lijn: de diaconie. (De derde lijn is van Hemelvaart tot Pinksteren). Jezus komt aan het woord om zijn leerlingen te bemoedigen; want zij zijn het die zijn dienstwerk moeten voortzetten; dat is: Gods zorg voor ons en de zorg voor elkaar. En daarvoor heeft Jezus personeel nodig. Deze dag is als het ware een jobdag!
Jezus zegt ons vandaag dat Hij de open deur is van de schaapstal, daar waar de schapen veilig zijn en kunnen rusten. Jezus kent al die schapen bij hun naam en zij kennen zijn stem. ‘Ik’, zegt Jezus, ‘ben de deur voor mijn schapen’. Dat lijkt raar gezegd, maar als een herder in Jezus’ dagen, ‘s avonds bij de schaapskooi kwam, ging hij wijdbeens voor de opening staan en elk schaap kroop tussen zijn benen door. Zo telde de herder zijn schapen, één voor één, en als hij er eentje miste ging hij op zoek. Want goede herders zijn niet degenen met de grootste en gehoorzaamste kudde.
Goede herders zijn zij die op zoek gaan naar wie niet willen luisteren en zijn zoekgeraakt. Goede herders schrijven nooit iemand af. ‘Ik ben de deur voor de schapen’ zegt Jezus. Hij telt ons één voor één en iedereen telt bij Hem mee. Wij, die als religieus/priester met mensen mogen omgaan, we zijn ertoe geroepen om goede herders te zijn voor allen en aandacht te hebben voor iedereen. En wat ook belangrijk om weten is, dat is wij ook allemaal deel zijn van een kudde. Soms zijn we herder en soms worden ook wij geleid. Dat mogen we nooit vergeten. En net als de schapen zijn we kwetsbaar en hunkeren we naar grazige weiden en we zoeken allemaal graag veiligheid bij elkaar, geborgenheid bij iemand die ons door en door kent, en dan denk ik vooral aan de geestelijke begeleider. Jezus zegt ons vandaag: ‘Ik ben zo’n herder, Ik wil jouw geluk, Ik wijs je de weg ... luister naar mijn stem. Maar Ik stuur jullie ook op weg’, zegt Hij: ‘Wees op jouw beurt een herder voor elkaar, een deur naar geluk en behoed elkaar voor verdriet’.
Er staat nog iets belangrijks in het evangelie vandaag: De Goede Herder roept zijn schapen bij hun naam en leidt ze naar buiten. En de schapen luisteren naar Zijn Stem. Vandaag, op roepingenzondag is dat maar al te waar. Horen wij zijn stem? Eens werden we gewaar dat we voor iets anders bestemd werden. Het kloosterleven trok ons aan. We werden als kandidaat geroepen voor de inkleding, later voor de professie, de wijdingen. Telkens was ons antwoord: ‘Hier ben ik,’ zoals de jonge Samuël ook antwoordde. En wij herkenden de stem van de Herder in onze medebroeders, en in al diegenen voor wie we ooit pastor mochten zijn of voor al wie een beroep deed op ons.
In de exhortatie van Christus vivit nodigt paus Franciscus jongeren uit om een stap verder te zetten, om de belangrijkste vraag te stellen. Hij schrijft: ‘Zo vaak in het leven verliezen we tijd door ons af te vragen: Maar wie ben ik toch? Je kan je hele leven lang die vraag blijven stellen en blijven zoeken naar wie je bent. Maar de echte vraag luidt: voor wie ben ik er? Natuurlijk ben je er voor God. Maar Hij wil dat je er ook voor anderen bent. En hij schonk je vele kwaliteiten, mogelijkheden, gaven en charisma’s, niet voor jezelf, maar om ze te delen met diegenen rondom jou’(Christus vivit, 286).
Dan denk ik ook dankbaar aan alle mensen die in mijn - en ik denk dat ik gerust mag zeggen: ons - leven een heel belangrijke schakel waren op de weg naar God (van onze thuis: ouders, broers en zussen,) de juffrouw en de nonnetjes in de kleuterschool; de meesters, broeders en priesters in het lager en middelbaar onderwijs, priesters, religieuzen, medebroeders), en al diegenen en die ons op de ene of andere wijze iets van Jezus hebben laten zien, waardoor we de stap hebben gezet naar het leven in de kloostergemeenschap om Jezus van nabij te volgen – en hopelijk nog iedere dag opnieuw.
En als een gemeenschap heel klein is geworden dan is dat geen excuus om bij de pakken neer te zitten en te denken: het zal mijn tijd nog wel duren … neen, die opdracht van de Heer blijft en dan hebben we elkaar méér dan ooit nodig om het gelaat van Christus te tonen aan deze wereld. En zoals de apostelen iedere dag te mogen zeggen: ‘Op uw woord, Heer, zal ik nogmaals de netten uitgooien.’
Broeders, laat vandaag ons antwoord een dankbaar gebed zijn voor allen die een onopvallende maar belangrijke schakel waren in ons religieuze leven en bidden we dat de Heer hen allen mag zegenen, behoeden en zo zij niet meer onder ons zijn maar bij de Heer, dat de Goede Herder hen voor altijd mag bewaren.Amen.
Pater Jan
((Homilie gehouden in gesloten groep tijdens corona-tijd, op roepingenzondag voor de gemeenschap van de Abdij van Postel op 3 mei 2020).
19-05-2020, 14:28
Geschreven door Parochie Sint-Martinus
|