BRIEF VAN DE BISSCHOP VOOR KERSTMIS
Kerstmis in de ‘barmhartige stede’
De barmhartige stede: zo noemt men de stad Geel. Al in de dertiende eeuw be-stond er een gasthuis voor zieken. Doorheen de eeuwen vonden vooral personen met een mentale beperking de weg naar Geel. Families namen hen in het gezinsleven op. Ze boden een nieuwe thuis aan wie elders alleen bleven. De heilige Dimpna werd de patroonheilige van Geel en van alle gastgezinnen. Nog steeds ademen de stad en de dorpen rond Geel deze gastvrijheid uit. Het lijkt niet meer van deze tijd: een stad die van ‘barmhartigheid’ haar eretitel maakt. En toch.
Binnen enkele dagen zullen we Kerstmis vieren. Was Bethlehem voor Jezus een ‘barmhartige stede’? Eigenlijk niet. Lucas schrijft dat Maria en Jozef voor de volkstelling van Nazareth naar Bethlehem trokken, naar de stad van David. Toen voor Maria het uur van de geboorte aanbrak, was er voor hen geen plaats in de herberg. Daarom kwam Jezus niet ter wereld in de stad van Bethlehem, maar in het open veld ernaast, waar herders hun kudde hoedden. De stad van Bethlehem liet duidelijk verstek gaan. Zij hield haar deuren gesloten. Zij was voor Maria en Jozef geen ‘barmhartige stede’. Dat kon de geboorte van Jezus echter niet tegenhouden. Gods barmhartigheid is onverdiend. Ze komt waar men haar niet verwacht. Ze doet wat men niet voor mogelijk houdt. Ze vindt wie niet meer meetelt. Ze schept de gastvrijheid die ze zelf niet ontvangt. Ze laat geen rekening achter.
Hoe barmhartig zijn onze steden? Voor wie openen zij hun deuren? Deze vraag mag ons met Kerstmis niet onberoerd laten. Jezus werd geboren in de periferie, vlak naast de stad van Bethlehem. De stad had haar kans gemist. Welke kansen laten onze steden en dorpen vandaag liggen? Kansen om mensen te ontvangen op zoek naar een nieuwe thuis. Kansen om mensen met een beperking volwaardig te integreren. Kansen om gastvrijheid te verlenen, al lijkt ‘de herberg’ al vol? Zeker, er gebeurt veel. Onze samenleving biedt ernstige kansen aan nieuwkomers. Tegelijk is onze taak niet af. Terecht blijven velen aan onze deur kloppen. Ze vragen niet enkel rechtvaardigheid. Ze doen ook een beroep op onze barmhartigheid. Dat is net iets meer.
Op 8 december heeft paus Franciscus in Rome een buitengewoon Jubeljaar van de Barmhartigheid afgekondigd. Elk bisdom van de katholieke Kerk sluit zich bij dat jubeljaar aan. In de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal van Antwerpen hebben we op 13 december aan de Torfbrug de Heilige Deur geopend van het Jubeljaar van de Barmhartigheid. Ieder kan door deze deur de kathedraal binnengaan, elke namiddag, voor een ontmoeting met Gods barmhartigheid. Het logo van het Jubeljaar toont de figuur van Christus die een verloren mens op zijn schouders draagt. De figuur van Christus en de gedragen persoon kijken elkaar aan. Hun ogen raken elkaar. Ze zien in elkaars blik een teken van Gods barmhartigheid. Wie draagt en wie gedragen wordt: samen staan ze op de drempel van het Godsrijk.
Kerstmis gaat over Gods barmhartigheid. Wanneer is Gods Woord in Jezus mens geworden? Niet toen God zag dat wij er eindelijk klaar voor waren. Niet toen Hij wist dat wij Hem hartelijk zouden ontvangen. Maar toen Hij zijn barmhartigheid niet langer kon inhouden. Toen Hij ons niet langer alleen wilde laten, alleen in onze zoektocht. Toen Hij dichter bij ons wilde zijn, dichter dan wij bij Hem. Op het hoogtepunt van Gods barmhartigheid is Jezus mens geworden. Boven de plaats waar Jezus werd geboren, stond een ster. Ze wees naar de plek waar God uit barmhartigheid ons menselijk bestaan kwam delen. In deze kersttijd bidden we dat Gods barmhartigheid over onze wereld mag blijven neerkomen, overal waar mensen haar missen of naar haar verlangen.
Ik wens u een gezegend kerstfeest!
+ Johan Bonny Bisschop van Antwerpen
21-12-2015, 10:35
Geschreven door Parochie Sint-Martinus
|