‘Ik heb op je gewacht!’ Goede vrienden,
„Ik heb op je gewacht!” Dat korte zinnetje kan zakelijk of emotioneel klinken. Het hangt ervan af wie het zegt en wanneer. En vooral tot wie je het zegt. „Ik heb op je gewacht!”, klinkt anders wanneer een leerkracht het zegt tot een leerling die te laat de les binnenkomt. Of wanneer een ambtenaar het zegt tot zijn collega met wie hij ’s morgens de trein naar Brussel neemt. Of wanneer een gevangene het zegt tot zijn vriendin die wekelijks op bezoek komt in de gevangenis. Of wanneer een jongen het zegt tot een meisje dat niet op de date verschenen is. Of wanneer een moeder het zegt tot haar dochter die in de vroege uurtjes met de auto terugkeert van een feestje. Of wanneer een vrouw het zegt tot haar man die meer met zijn werk getrouwd is dan met haar. Of wanneer een man het zegt tot zijn vrouw die weer eens te lang bij een vriendin is blijven hangen. Of wanneer ouders het zeggen tot hun kind dat na een operatie eindelijk terug thuis komt. „Ik heb op je gewacht!” Er kan vreugde en dankbaarheid of onbegrip en boosheid uit klinken.
„Ik heb op je gewacht!” We zeggen het niet tot elkaar als er geen vriendschap of liefde in het spel is. Daaraan herken je vrienden en geliefden: dat ze op elkaar wachten, dat ze elkaars aanwezigheid meerekenen, dat ze ongeduldig of wantrouwig worden zodra de ander niet opdaagt, dat de afwezigheid van de ander op de afspraak pijn doet.
Wanneer vriendschap of liefde bekoelen, vermindert het wachten op elkaar. Dan worden afspraken zakelijker. Dan wordt het wachten minder persoonlijk en minder emotioneel. Wil je weten wie je vrienden zijn of wie van je houdt? Dan is deze vraag een toets. Wie zou mij nu willen zeggen: „Ik heb op je gewacht!”?
Binnenkort is het in de kerkgemeenschap opnieuw advent. Het is een tijd van uitzien en wachten in voorbereiding op Kerstmis. „Ik heb op je gewacht!” Uitgerekend dat zinnetje past helemaal in deze tijd van het kerkelijk jaar. Opmerkelijk genoeg zullen we die woorden tijdens de advent vaak horen uit de mond van God: „Ik heb op je gewacht!” De hele Bijbel spreekt van Gods wachten op de mens. God volgt de mensheid niet koel van een verre afstand. Integendeel. Vol vriendschap en liefde is Hij betrokken op de mens en op het volk van zijn uitverkiezing. Hij verlangt ernaar dat Hij hun God mag zijn en zij zijn volk. Hoe vaak stond God niet alleen met die verwachting? Hoe vaak bleef Hij niet in de kou staan?
Toch is God blijven zoeken om de mens nabij te komen. Van die goddelijke zoektocht is Jezus de volle openbaring.
Tegelijk dorst de mens naar de komst van God. Dat wachten is een tweerichtingsverkeer. Maar al leeft in de mens een diepgeworteld verlangen naar Gods vriendschap en liefde, het is niet eenvoudig om God nabij te komen. God is zo volstrekt anders. Hij is zo volstrekt onvoorspelbaar. Het is niet gemakkelijk om met Hem een afspraak te maken of een ontmoeting te regelen. Hij overstijgt onze planning en onze agenda. Ook de mens blijft dus wel eens alleen in zijn zoektocht naar God. Wie van God houdt, moet over geduld beschikken, net omdat het God betreft en niemand minder dan Hem.
Over dat geduldige verlangen gaat het in de advent. Geduldig uitzien naar de komst van Jezus, om met Kerstmis tot Hem te kunnen zeggen: „Ik heb op je gewacht!”
+ Johan Bonny, bisschop van Antwerpen
21-11-2016, 19:33
Geschreven door Parochie Sint-Martinus
|