De zondag na Pinksteren viert de Kerk het hoogfeest van de heilige Drie-eenheid. Na alle grote gebeurtenissen die we in de liturgie hebben gevierd - vanaf de geboorte van de Heer (Kerstmis) over zijn kruisdood en verrijzenis (Pasen) tot aan de gave van de Geest (Pinksteren) - kijken we nu terug naar diegene die eigenlijk centraal staat: God zelf.
Over die God worden soms moeilijke dingen gezegd:
“Wij belijden dat Gij God zijt, eeuwig, waarachtig en getrouw, Gij drie personen, even goddelijk voor ons en even groot” (prefatie van de heilige Drie-eenheid).
Maar los van hoogtheologische bespiegelingen en terechte vragen is dit feest vooral een kans om intenser te beseffen wat voor een zegen en vreugde het is te mogen en te kunnen geloven in onze God. We kunnen het eenvoudig zo stellen: geloven in de God die zich meldt in de Schrift en in de traditie van de Kerk maakt ons leven alleen maar rijker, intenser, méér de moeite waard.
Wat een zegen en een vreugde is het te mogen en te kunnen geloven in een God die we ‘Schepper en Vader’ noemen. Dat maakt ons bestaan ongehoord mooi en diep van zin. We zijn namelijk niet het resultaat van een blind toeval in een koud heelal. We zijn niet in dit bestaan ‘geworpen’ maar wel ‘gewild’ door een Liefde die ons oneindig ver te boven gaat. Aan de verste einder van ons bestaan wacht een onvoorwaardelijke, goddelijke liefde. Wellicht blijft dat het moeilijkste en tegelijk het mooiste in heel het geloof: beseffen en aanvaarden dat je tot in de wortel van je wezen bemind bent door de Schepper-Vader.
Dat God Schepper en Vader is, is maar het eerste deel van het verhaal. In het evangelie van deze Drie-eenheidszondag lezen we: “Zozeer heeft God de wereld liefgehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat alwie in Hem gelooft, niet verloren zal gaan, maar eeuwig leven zal hebben” (Joh 3,16). Diezelfde God neemt de gevolgen van zijn Schepper - en Vader-zijn op zich en heeft alles voor zijn schepsel over. Hij geeft zelfs zijn eigen Zoon, die op het kruis zal sterven. Sterven? Ja, om ook daar bij de mensen te zijn! Omdat er op onze aardbol zoveel kruisen staan, heeft Hij er zelf één willen gedragen. Zo zijn we nooit meer alleen ... zelfs in die absurde omstandigheden niet.
En nog is het verhaal niet ten einde. De Schepper van alles heeft zich voorgoed met zijn werk verbonden: “De God van liefde en vrede zal met u zijn”, schrijft Paulus (1 Kor 13,11). God blijft
niet ergens hoog boven de wolken in een andere wereld. Neen, hier en nu blijft Hij ons in de Geest nabij. Daar waar mensen eucharistie vieren én beleven. Daar waar mensen ‘Abba, Vader’ bidden. Daar waar mensen dienstbaar opkomen voor wie het moeilijk heeft. Daar waar Hij sporen van zijn liefde door deze wereld mag trekken. Noem ze bijvoorbeeld vreugde, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, zachtmoedigheid, vertrouwen.
Ja, neem vandaag de tijd om te beseffen wat een zegen Hij is, die God.
(Kerknet)