WELKOM
Foto
Inhoud blog
  • Dagboek 1933
  • Ingelepeld
  • De reis van onze genen
  • De opgewekte nihilist
  • De meeste mensen deugen
  • De goedheidsparadox
  • De eenzame eeuw
  • De gouden draad
  • De geschiedenis van de slavernij
  • Werk. Een geschiedenis van de bezige mens
  • De mens
  • Grote verwachtingen
  • Wat bomen ons vertellen
  • De barbaren
  • Eeuwen van duisternis
  • Terug naar de feiten
  • Focus AAN/UIT
  • De mythe van de moederliefde
  • Het bestverkochte boek ooit
  • Het menselijk getij
  • 250 jaar over misdaden en straffen. Cesare Beccaria
  • De waarde van alles
  • De opkomst en ondergang van de dinosauriërs
  • Katoen. De opkomst van de moderne wereldeconomie
  • De zijderoutes
    Zoeken in blog

    Categorieën
    Voor u gelezen
    over mens en maatschappij
    11-10-2002
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De cultuur van het simplisme

    PEETERS, J., De cultuur van het simplisme. Over de identiteit van mens, land en volk. Een cultuurpolitiek essay. A’pen/Dronten, Facet, 1991, 247 pp – ISBN 90 5016 109 X


    Dit boek is ondertussen al meer dan 10 jaar geleden geschreven, maar de titel ervan maakte mij nieuwsgierig.

    De auteur gaat uit van de terechte stelling, dat de identiteit van iemand niet alleen bestaat uit de persoonlijke ervaring van uniciteit, maar ook wortelt in het behoren tot een gemeenschap. Deze krijgt echter meteen een zeer bepaalde inhoud: het gaat over de etnische volksgemeenschap, die volgens hem wordt gekenmerkt door een culturele eigenheid, duidelijk onderscheiden en afgelijnd tegenover andere volksgemeenschappen. Deze culturele eigenheid omschrijft de auteur als een collectieve wijze van denken en voelen, die volgens hem één van de essentiële, zoniet dé essentiële aflijning vormt van de levenshorizon van elke individuele mens. Bovendien is deze etnische cultuur gebonden aan een eigen geografisch territorium, dat in de meest letterlijke zin het eigen territorium van dat van andere volkeren onderscheidt. Wat mensen aan elkaar bindt is in de eerste plaats verwantschap. Meteen is de toon gezet: het gaat over volksnationalisme, “Blut und Boden” dus.


    Vanuit deze premisse bestrijdt de auteur alle evoluties naar overschrijding van deze volksgemeenschap. De collectieve habitus wordt steeds minder een etnische en steeds meer een continentale en zelfs een wereld (planetaire) habitus. Tegen deze achtergrond poneert de auteur een aantal volgens mij terechte en verontrustende evoluties: de groeiende individualisering, de invloed van de beeldcultuur, de massacultuur en –consumptie. Deze evoluties werken vervreemding in de hand: “de mens van vandaag is een verbruiker en een maatschappelijk atoompje geworden”. Volgens de auteur is deze vervreemding het gevolg van culturele gelijkschakeling. Deze plaatst hij tegenover culturele verscheidenheid. En hij verbindt hier ook een, volgens mij onterechte, waardering aan: het eerste gaat over een lagere bestaanswijze, het laatste over een hogere bestaanswijze.


    In dit kader wijst de auteur alle pogingen tot internationalisering af, in de eerste plaats de Europese eenmaking en in de tweede plaats de “planetarisering” (= globalisering van de huidige tijd). Planetarisatie verlaagt mensen tot consumptie-idioten, en brengt een vervlakking mee, cultuurverbrokkeling en –vervaging. Ze leidt tot het “wegwerpen van een erfgoed dat vele generaties zo moeizaam opgebouwd hebben”.


    Hier gaat de auteur volgens mij in de mist. Dat de identiteit van elke mens verrijkt wordt door de historische en sociale dimensie van de gemeenschap waarin hij geworteld is, kan moeilijk betwist worden. Het is echter veel minder duidelijk wat het betekent dat veel mensen door de individualistische productie- en consumptiemaatschappij vervreemd zijn van zichzelf. En het is nog minder duidelijk hoe de terugkeer naar traditionele waarden binnen een cultuur hier een oplossing zou kunnen bieden. Bovendien wordt in dit boek, behalve m.b.t. de (Nederlandse) taal, nergens verduidelijkt over welke cultuurspecifieke waarden het hier dan wel gaat. Dat culturen dynamisch zijn, en voortdurend in evolutie, lijkt de auteur ook te ontgaan.


    Er wordt wel ingegaan op enkele specifieke kenmerken van de Europese beschaving, een interessant discours op zich, maar net dàt verwerpt de auteur als culturele eigenheid. Er bestaat volgens hem geen Europese cultuur, er bestaat wel een verscheidenheid van volksculturen in Europa. In zekere zin is dit juist, in Europa worden heel verschillende talen gesproken. Dat een (her)waardering van de Nederlandse taal en culturele eigenheid in het huidige Europa aan de orde is, daar kan ik volmondig mee akkoord gaan. Dat dit, voor onze contreien,  moet gebeuren door een samengaan van Vlaanderen en Nederland, in een Heelnederland, desnoods binnen, liever los van Europa, zie ik minder zitten. Waarom eerst de specificiteit van de volksculturen benadrukken, en daarna gemakshalve voorbij gaan aan de verschillen tussen Vlaanderen en Nederland op dat gebied?


    Ook al heb ik zo mijn bedenkingen bij de visie van de auteur, toch heb ik met de lectuur van dit boek meer inzicht gekregen in het denkkader van de volksnationalisten: het heimwee naar vroeger tijden, waarin mensen werden gedreven door idealistische idealen van liefde voor eigen volk en door opofferingsgeest (de periode voor 1940). Verontrustend in het hele discours is echter het voortdurend zoeken naar schuldigen voor de actuele evolutie. Even verontrustend is dat de auteur zijn visie voorstelt als “de enig juiste”. Helemaal gevaarlijk wordt de volgende uitspraak: “Zij zullen dat ook merken, zodra zij hetzelfde denken.”

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    05-10-2002
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Is de achterdeur op slot?

    VAN TILT, E., Is de achterdeur op slot? Pleidooi voor een cultuur van de ontmoeting. Kapellen, Uitg. Pelckmans, 1995, 167 pp. – ISBN 90 289 2132 X


    De hoofdidee van dit boek is volgens de auteur dat er in deze tijd conserverende krachten nodig zijn als tegenwicht voor een verglijdende cultuur. Deze cultuur vindt zijn wortels en wordt in stand gehouden door de dogma’s van het klassieke liberalisme, die in onze maatschappij hun vertaling vinden in de doctrine van het economische marktprincipe. De ideologie van de homo economicus doordringt onze hele maatschappij, en werkt een steeds verder gaand consumentisme en individualisme in de hand. De auteur belicht deze stelling aan de hand van de impact van reclame en de idee van de individuele vrijheid. Hij past de consequenties van deze cultuur toe op de evoluties in gezin en opvoeding, de welzijnszorg (de auteur is als psycholoog verbonden aan Oikonde), de politiek en de Kerk.


    Daartegenover stelt de auteur dat alleen een herwaardering van de sociale mens, die slechts kan aarden in verbondenheid, voldoende tegenwicht kan bieden. Dit kan hem toelaten opnieuw een gevoel van veiligheid, zin en welzijn in het leven te ervaren. Hij onderbouwt zijn stelling o.a. met de contextuele visie van Nagy. Dit noemt hij de cultuur van de ontmoeting.


    Het is een zeer kritische analyse van de ‘postmoderne’ maatschappij (alhoewel dit woord slechts op het einde wordt gebruikt). Ook al zijn sommige vergelijkingen, bv. met het vroegere dorpsleven, misschien wat melodramatisch voorgesteld en worden soms eenzijdig bepaalde dorpsgebruiken enkel positief bekeken, toch meen ik dat hier een rake analyse wordt gegeven van zorgwekkende evoluties in onze maatschappij. De lezer wordt in elk geval aan het denken gezet, men kan dit boek niet lezen zonder in gedachten in dialoog te gaan met de auteur.
     


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-09-2002
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mensenmaatschappij
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    de SWAAN, A., De mensenmaatschappij. Een inleiding. A’dam, Bert Bakker, 1996, 164 pp. – ISBN90 351 1659 3


    Dit boek is bedoeld als eerste inleiding in de sociale wetenschap. Het kan gelezen worden zonder enige voorkennis in de materie.

    In een zeer onderhoudend betoog bespreekt de auteur hoe een samenleving tot stand komt, hoe mensen van elkaar afhankelijk zijn en wat dit meebrengt op verschillende gebieden.


    Je zou kunnen zeggen dat het een inleiding is in de sociologie, maar eigenlijk is het onderwerp ruimer dat dit. Men vindt er (onuitgesproken) verbanden met andere menswetenschappen, zoals psychologie, antropologie, politicologie.

    Op een zeer onderhoudende manier introduceert de auteur de lezer in een veelheid van begrippen en processen die de menselijke samenleving inzichtelijk maken: bv. samenlevingsverbanden, rollen, socialisatie, civilisatie, stratificatie enz.


    Het boekje is geschreven op basis van 20 jaar doceren. Voor mijzelf was het een leuke opfrissing. Het leest enorm vlot, en komt zeker in aanmerking als basisliteratuur voor studenten.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-09-2002
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nonzero
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    WRIGHT, R. Nonzero. De logica van de menselijke bestemming. Utrecht, het Spectrum, 2000. – ISBN


    Volgens de auteur ontwikkelt de biologische en de menselijke geschiedenis, gedurende de 4 miljoen jaren sinds het eerste leven op aarde, zich in de richting van groeiende complexiteit. Die wordt gestuurd door wat hij noemt ‘niet-nulsomheid’ (nonzero). Hij ontleent dit begrip aan de speltheorie. Niet-nulsomheid is het proces, waarbij twee of meer partijen beslissingen nemen die voor alle betrokkenen hetzij een positieve uitkomst betekenen, hetzij voor allen een mogelijk negatieve uitkomst minimaliseren. Organismen, dus ook mensen, tenderen naar nonzero in hun onderlinge relaties. Alle partijen hebben dan baat bij transacties en interacties, bij de overdracht en verwerking van informatie. Die groeiende wederkerige afhankelijkheid leidt de mensheid volgens Wright tot meer samenwerking omwille van gemeenschappelijke belangen. Dit is volgens hem de richting van de geschiedenis.


    In een overzicht van de menselijke geschiedenis en van de biologische evolutie toont Wright telkens weer aan dat zijn uitgangspunten kloppen. Hij meent te kunnen stellen dat het verloop van deze processen niet het gevolg is van een toevallige samenloop van omstandigheden, maar een gericht en gestuurd proces. Hij heeft en geeft dus een positief beeld van de geschiedenis.


    Veel van wat hij beweert lijkt mij juist te zijn, maar toch kreeg ik gaandeweg een enigszins ongemakkelijk gevoel. Het lijkt dat de auteur zijn stelling kost wat kost telkens opnieuw wil bevestigd zien. Het geeft de indruk van vooringenomenheid, en hij lijkt vaak in herhaling te vervallen. Wat mij betreft mocht het boek dus wat minder omvangrijk zijn, zijn grondstelling klopt echter toch wel.

     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-09-2002
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Godsdienst verklaard
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    BOYER, P., Godsdienst verklaard. De oorsprong van ons godsdienstig denken. A’dam, De Bezige Bij, 2000, 462 pp. – ISBN 90 234 7083 4


    Waarom hebben mensen, overal en altijd, een godsdienst? Hoe komen godsdienstige voorstellingen tot stand? Waarom geloven mensen in goden en bovennatuurlijke wezens? Wat is het belang van rituelen? Waarom zijn er verschillende godsdiensten? Waarom is de opmars van  de wetenschap niet schadelijk voor godsdiensten? Waarom geloven mensen?


    In dit omvangrijke boek beschrijft de antropoloog Boyer hoe de verklaring voor godsdienstige overtuigingen en gedragingen moet worden gezocht in de wijze waarop het menselijk denken werkt. Godsdienstige of bovennatuurlijke voorstellingen zijn heel goed te begrijpen wanneer men inzicht heeft in de wijze waarop mensen informatie opnemen en verwerken, in nauw verband met hun menselijke existentie, en los van culturele of historische factoren.


    Om dit aan te tonen maakt Boyer gebruik van inzichten uit verschillende hoeken: de neurologie, de antropologie, de evolutiebiologie en de cognitieve psychologie.

    De auteur vertrekt bij elk thema van een of meerdere gebruikelijke denkbeelden omtrent godsdienst. Hij onderzoekt deze denkbeelden kritisch en probeert een alternatieve verklaring op te bouwen aan de hand van de vermelde invalshoeken.


    Hij wijdt ook een hoofdstuk aan de godsdienst als doctrine, godsdienstig geweld en fundamentalisme. Zeer origineel vind ik de invalshoek van waaruit hij deze fenomenen benadert: godsdienst is essentieel niets anders dan een economisch marktproduct, maar dan wel een van een bijzonder soort. Ook zijn theorie over het belang van coalitievorming binnen de groep voor de verklaring van geweld en fundamentalisme is zeer plausibel.


    Het onderwerp wordt indringend behandeld, maar volgens mij niet zo toegankelijk als op de achterflap wordt beweerd. In elk geval is een eerste lezing zeker niet voldoende om de materie echt te doorgronden. Desondanks een echte aanrader voor wie in het onderwerp geïnteresseerd is, gelovig of niet, maar ook voor wie meer inzicht wil verwerven in het menselijk denken zelf.

    Ik heb er zelf enerzijds veel herkenningspunten gevonden, anderzijds verbanden gezien die ik voorheen nog niet, of alleen intuïtief, had gelegd.


    Een bedenking: Boyer legt uit hoe het komt dat mensen geloven in een bovennatuurlijke wereld. Ik heb niet gelezen hoe hij verklaart dat er mensen zijn die daar niet in geloven.


    Het werk is degelijk gedocumenteerd, en heeft een zeer uitgebreide bronnenlijst.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-09-2002
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Eigen grond eerst?

    ROOSENS, E., Eigen grond eerst? Primordiale autochtonie. Dilemma van de multiculturele samenleving. Leuven/Amersfoort, ACCO, 1998, 227 pp. – ISBN 90 334 3862 3


    Het bewuste boek laat zich naar mijn mening niet gemakkelijk samenvatten. De gedachtegang was me op het eerste zicht niet erg duidelijk en inzichtelijk. Toch een poging.

    In een multiculturele samenleving worden mensen geconfronteerd met minstens 2 vraagstellingen. De eerste betreft de definitie van het begrip cultuur, de tweede de (on)gelijkheid of (on)gelijkwaardigheid van verschillende culturen in een enkele samenleving.


    Op de eerste vraag geeft volgens Roosens de idee van primordiale autochtonie een fundamenteel antwoord. Primordiale autochtonie kent aan individuen en groepen ten aanzien van een bepaald territorium een bijzondere kwalificatie toe, omdat ze afstammen van ouders en voorouders die als ‘eersten’ op deze grond hebben gewoond. Om die reden hebben autochtonen meer rechten om er te zijn dan nieuwkomers. Primordiale autochtonie lijkt voor zeer veel mensen vanzelfsprekend, omdat deze constructie de onuitputtelijke solidariteit van de verwantschap en de vertrouwdheid met de omgeving van de kinderjaren symboliseert. Etniciteit en nationaal behoren worden daardoor als positieve waarden afgeschilderd en aangevoeld. Dit is ook wat de meeste mensen verstaan onder hun eigen cultuur als behorend tot hun identiteit.


    Wanneer men echter van dit idee uitgaat, dan zijn andere culturen dan die van de ‘eerste bewoners’ niet gelijk(waardig). Een multiculturele samenleving, zoals die zich in de meeste landen ontwikkelt staat dus voor een dilemma: ofwel erkent men alle culturen als gelijkwaardig, maar dan doet men afbreuk aan de primordiale autochtonie, die voor zoveel mensen de kern vormt van hun cultuurgevoel en identiteit, ofwel erkent men de primordiale autochtonie maar dan zit men in de knoei met de erkenning van andere culturen en identiteiten.


    Bovendien zitten achter het streven naar erkenning van de eigen culturele identiteit altijd ook andere belangen: economische (bezit, handel, financiële middelen) en sociale (privileges, speciale rechten, …). Die belangen krijgen echter een nobele maar ondoorzichtige verpakking: het respect voor eigen volk en voorvaderen. Identiteit en cultuur staan dus voor nog wat anders.


    De auteur onderzoekt de implicaties van (de nadruk op) primordiale autochtonie in twee verschillende situaties: waar de autochtone bevolking een minderheid is, en hun gebied(en) veroverd door “allochtonen” en waar de autochtone bevolking de meerderheid vormt en waar allochtonen in de minderheid zijn.


    De eerste situatie doet zich o.a. voor in Canada, waar de Aboriginals (de Indiaanse bevolking) zich steeds meer van de eigen positie bewust worden, en rechten opeisen op grond van primordiale autochtonie. Deze situatie wordt grondig uitgewerkt. De tweede situatie doet zich o.a. voor in Brussel, met een complexe problematiek van enerzijds autochtone Brusselaars (Vlaams- of Franstalig?) en allochtone immigranten. De tweede situatie mocht naar mijn gevoel grondiger uitgewerkt zijn.

    Een multiculturele samenleving zit met een inherent probleem, concludeert Roosens. Hij noemt het een dilemma. Wie gelijkwaardige erkenning vraagt voor alle culturen, tolereert meteen dat allochtonen hun primordiale autochtonie kunnen “vieren” op de grond van de autochtone bevolking. En wie denkt dat dit probleem na een paar generaties wel zal opgelost zijn, zal waarschijnlijk verkeerd uitkomen. Want er zullen steeds andere nieuwkomers zijn, die het dilemma weer zullen oproepen. De studie bij de Aboriginals in Canada toont aan dat dit probleem zelfs na eeuwen terug kan opduiken. Ik denk dat wij dat ook zien en gezien hebben in de recente conflictsituatie in het vroegere Joegoslavië.


    De auteur presenteert geen oplossingen. De waarde van het boek ligt volgens mij in het aankaarten van het probleem, en het uitwerken van de verschillende facetten ervan. In elk geval is het een verdienste dat hij open kaart speelt: cultuur heeft te maken met identiteit van mensen, en dat kan men niet ontkennen. Het zal een (moeizame) zoektocht blijven naar een min of meer harmonieuze manier van samenleven waarbij ieders belangen optimaal behartigd worden.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-08-2002
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mateloze negentiende eeuw

    MATTHIJS, K., De mateloze negentiende eeuw. Bevolking, huwelijk, gezin en sociale verandering. Leuven, UP, 2001, 296 pp.


    Aan de hand van statistisch onderzoek op basis van de huwelijksregisters in 3 Vlaamse gemeenten, probeert de auteur een beter zicht te krijgen op de aard van de sociale veranderingen in de periode 1800-1913 en de achtergrond ervan. Hij spitst zich toe op de veranderende opvattingen over huwelijk en voortplanting in deze periode, geeft kritische commentaren m.b.t. andere verklaringsmodellen van dezelfde sociale fenomenen door andere onderzoeker, en wel voor dezelfde als voor de voorafgaande periode(s).


    Gewoonlijk worden de sociale veranderingen in huwelijksgewoonten en gezinsvorming verklaard door de groeiende industrialisatie, en de scheiding van werk- en gezinsleven. Matthijs concludeert echter op basis van de verkregen statistieken dat economische processen slechts een deelverklaring uitmaken. Hij meent te kunnen aantonen dat de sociale veranderingen evenzeer gebeurden op basis van cultureel-antropologische achtergronden, nl. de waarden, normen en motivaties voor het huwelijks- en voortplantingsgedrag.


    In zijn algemene conclusie stelt hij dat de veranderingen inzake huwelijk en voorplanting vooral door vrouwen werden geïnitieerd, alhoewel zij in de loop van de 19e eeuw steeds meer van de publieke arena werden verdrongen naar de intieme beslotenheid van het gezin.  Ondanks deze evolutie daalde het gemiddelde aantal kinderen in een gezin met de helft tegen het einde van de 19e eeuw.


    Het boek is eigenlijk een wetenschappelijk verslag, gestoffeerd met veel statistieken en grafieken. Er worden zeer veel vaktermen in gebruikt, wat het lezen voor een relatieve leek niet gemakkelijk maakt. Toch heb ik er een en ander uit geleerd om de huidige bevolkingssituatie beter te kunnen interpreteren.


    ©  Minervaria

     

     

     

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-08-2002
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De symbiotische planeet
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MARGULIS, L., De symbiotische planeet. (Vert. The Symbiotic Planet) A’dam/A’pen, Uitg. Contact, 1999, 157 pp. – ISBN 90 254 9633 4


    Lynn Margulis is hoogleraar Geowetenschappen aan de Universiteit van Massachusetts. Zij heeft een theorie geformuleerd  over de oorsprong van organismen met cellen met een kern en heeft daarmee de Seriële Endosymbiosetheorie (S.E.T.) gefundeerd. Deze theorie wordt nu algemeen geaccepteerd als de wijze waarop cellen met een celkern (eukaryoten) zijn ontstaan. Uit deze eencelligen zijn alle meercellige organismen, dus ook de mens, gegroeid.


    In haar boek vertelt zij eerst hoe ze tot deze opvatting is gekomen. In de eerste hoofdstukken krijg je een onthullend en ontnuchterend beeld hoe moeilijk het is om in de wetenschappelijke wereld met een andere dan de gangbare visie voet aan de grond te krijgen. Met alle respect voor de vastberadenheid van Margulis, vind ik haar relaas toch vaak op een verongelijkte klaagzang lijken.


    Vervolgens legt zij uit wat de S.E.T. inhoudt en welke argumenten deze theorie ondersteunen. Hierna volgt een poging tot samenvatting van deze ingewikkelde materie.

    Al het leven dat wij nu kennen stamt af van de kleinste aller levensvormen, bacteriën. De S.E.T. stelt dat eukaryoten zijn ontstaan door fusie van bacteriën, die elk hun genetisch materiaal meegebracht hebben. Deze bacteriën verhielden zich tot elkaar in een symbiotische relatie, waarbij er een soort taakverdeling ontstond in de nieuwe cellen met een celkern.


    Symbiose is het systeem waarbij de leden van verschillende soorten fysiek samenleven tot wederkerig profijt. Zonder symbiose kunnen de meeste levende organismen niet voortbestaan. Ook voor het ontstaan van soorten is symbiose nodig. Er ontstonden pas soorten toen bacteriën zich tot grotere cellen – de voorouders van planten en dieren – verenigden. Margulis legt uit hoe symbiose heeft geleid tot het ontstaan van complexe cellen en uiteindelijk ook tot organismen als schimmels, planten en dieren.


    Dat planten- en dierencellen door symbiose zijn ontstaan staat nu nog nauwelijks ter discussie. Margulis is er echter ook van overtuigd dat nieuwe soorten ontstaan door samensmelting van oude soorten, uiteraard op cellulair niveau. Deze visie was in elk geval bij het verschijnen van haar boek nog controversieel. Op basis van haar theorie stelt zij ook een andere indeling van de soorten voor dan de gangbare. Deze indeling is in bijlage opgenomen.


    Tenslotte gaat zij in op de consequenties van deze theorie voor onze kijk op de aarde als ecosysteem. Symbiose is ook de manier waarop de verschillende soorten zich tot elkaar verhouden in het ecosysteem van de aarde. Volgens Margulis zijn wij allemaal symbionten op een symbiontische planeet. Dit is de Gaia-hypothese, de metafoor die Dawkins bestrijdt omdat ze een eenzijdige en nepromantische voorstelling van zaken geeft. 


    In het laatste hoofdstuk ontkent Margulis echter deze interpretatie met kracht. Het beeld van Gaia staat niet voor het oude geloof in Moeder Aarde, maar voor het ecosysteem van de aarde, waarin de mens niet anders is dan zijn planeetgenoten: een meercellig organisme dat in symbiotisch verband leeft met alle andere organismen. “Voor de natuur vormen wij geen bedreiging, maar voor onszelf wel. Het idee dat we al het leven zouden kunnen vernietigen, inclusief alle bacteriën die welig tieren in de waterbassins van onze kerncentrales en kokendhete bronnen, is belachelijk.” (p. 135)

    Daar kan ik het volkomen mee eens zijn. Het relativeert de opgeblazen Gaia-retoriek en het milieu-activisme en brengt het terug tot zijn ware proporties.


    Het boek leest vlot, en de materie is op een begrijpelijke manier gepresenteerd. Boeiend is de weergave van het proces waarin de theorie is onderbouwd, door middel van experimenten, redenering en falsificatie.

    De tekst wordt gevolgd door een lijst noten, tevens bronnenlijst, en een handig trefwoordenregister.


    © Minervaria


    Aansluitend:

    Op 22 november 2011 is Lynn Margulis overleden aan de gevolgen van een zware hersenbloeding. Haar baanbrekende hypothese over het ontstaan van de Eukaryoten werd lang omstreden maar wordt nu algemeen aanvaard.

    Lynn Margulis: An Unforgettable Woman

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    06-08-2002
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Perverse globalisering
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    STIGLITZ, J., Perverse globalisering. Utrecht, Het Spectrum, 2002, 285 pp. – ISBN 90 274 7877 5

    De globalisering van nu werkt niet: niet voor veel armen in de wereld; niet voor het milieu; niet voor de stabiliteit van de mondiale economie. Dit is de hoofdstelling van dit boek. De auteur, nobelprijswinnaar Economie van 2001, wil aantonen hoe dit komt. Hij analyseert vooral de werking van de internationale economische en financiële instellingen, en vooral het IMF. Deze instellingen (ook de Wereldbank en het WTO) voeren volgens hem een beleid dat is gebaseerd op de ideologie van simplistisch liberaal marktfundamentalisme, en vooral de financiële en handelsbelangen dient van wie al rijk is. Hij stoffeert deze stellingen met een analyse van gebeurtenissen en processen in verschillende landen op de wereld.


    Goed economisch beleid moet volgens hem gericht zijn op totale effectiviteit, en moet rekening houden met de onderlinge verwevenheid van alle aspecten van een samenleving. Hij pleit niet tegen globalisering, die heeft veel mensen meer welvaart en betere leefomstandigheden gebracht. Hij voert wel een pleidooi voor een evenwichtige bijdrage van zowel overheid als privé-initiatief tot globalisering, die leidt tot een rechtvaardige en billijke verdeling van goederen en welvaart over de hele wereld.


    Hiervoor geeft hij een aantal suggesties m.b.t. de werking en herstructurering van internationale instellingen. Er moet nog veel gebeuren, maar de ondertoon is voorzichtig positief.


    Het werk is zeer ruim en diepgaand gedocumenteerd. Het lezen van dit boek heeft me veel bijgebracht over de economische en financiële mechanismen en processen, en de onderlinge verwevenheid ervan. Het toont ook heel goed aan hoe beslissingen die door internationale organen worden genomen, het leven van de gewone mens ingrijpend kunnen beïnvloeden. Dit werk is een goede aanvulling op het boek van Noreena Hertz, dat toegankelijker is, meer aandacht besteedt aan wat de gewone burger kan doen, maar veel minder diep ingaat op fundamentele achtergronden.


    ©  Minervaria

     

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-07-2002
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zwaarden, paarden en ziektekiemen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DIAMOND, J., Zwaarden, paarden en ziektekiemen. Waarom Europeanen en Aziaten de wereld domineren. Utrecht, Het Spectrum, 2000, 465 p. – ISBN 90 274 7160 6


    De auteur vertrekt van de vaststelling dat er aanzienlijke verschillen zijn tussen volkeren in de moderne wereld. Volkeren van Euraziatische oorsprong domineren de moderne wereld qua welvaart en macht. Andere volkeren hebben zich bevrijd van de Europese koloniale overheersing, maar blijven ver achter in welvaart en macht. Nog weer andere volkeren zijn niet alleen geen baas over hun eigen land, maar zijn bovendien gedecimeerd, onderworpen en in sommige gevallen zelfs uitgeroeid door Europese kolonisten.


    Hij stelt dus vragen over de ongelijkheid in de moderne wereld. Waarom raakten welvaart en macht verdeeld zoals nu het geval is, en niet op een andere manier?

    De auteur vat zelf de inhoud van zijn boek samen als volgt: “De geschiedenis heeft voor verschillende volkeren een verschillende loop genomen als gevolg van verschillen in het milieu van die volkeren, niet vanwege biologische verschillen tussen de volkeren zelf.”


    Diamond zet zich dus duidelijk af tegen theorieën die biologisch bepaalde, m.a.w. raciale verschillen tussen mensen verantwoordelijk achten voor de verschillen in technologische ontwikkeling. Mensen hebben overal op de wereld dezelfde mogelijkheden, ze maken er alleen anders gebruik van, omdat het milieu waarin ze zich bewegen verschilt.


    In zijn boek bespreekt Diamond achtereenvolgens 4 belangrijke milieufactoren met hun invloed op de culturele en technologische ontwikkeling van volkeren. De eerste factor omvat continentale verschillen in het aantal wilde planten- en diersoorten dat in aanmerking komt voor domesticatie. Domesticatie is belangrijk voor de voedselproductie. Deze heeft weer invloed op de omvang en complexiteit van gemeenschappen. Een tweede factor vormt de snelheid en verbreiding van migratie, die in hoge mate afhangt van klimaat en geografische breedte. Ook de verbreiding van technologische vernieuwingen is daarvan afhankelijk. Een derde reeks factoren heeft betrekking op het gemak waarmee verbindingen tussen de verschillende continenten tot stand konden komen. De vierde factor bestaat tenslotte uit continentale verschillen in oppervlakte of totale populatiegrootte. Deze hangen dan weer af van de mate waarin mensen zich konden aanpassen aan o.a. het klimaat en de geografie van hun natuurlijk milieu.


    Het boek is zeer inzichtelijk en boeiend geschreven. De auteur maakt gebruik van een enorme hoeveelheid archeologische bevindingen. Hij past op het einde van zijn boek de voorgaande stellingen toe op de ontwikkeling binnen 5 streken: de beide Amerika’s, Afrika, China, Polynesië, en Australië en Nieuw-Guinea. Het is een zeer interessant werk, waaruit ik heel wat nieuwe zaken heb geleerd, en vage vermoedens een duidelijk kader kregen. Ondanks de omvang toch echt een aanrader!
     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    04-07-2002
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De helse mens

    WATSON, L., De helse mens. Naar de bronnen van het kwaad. De evolutie van de biologie, antropologie en psychologie. Rijswijk, Elmar BV, 1997.


    Als bioloog probeert de auteur de wortels van het kwaad in de natuur te achterhalen. Hij definieert Goed en Kwaad in ecologische zin, op basis van observaties en vaststellingen in de natuur. De natuur kent echter geen kwaad in morele zin, want wordt geregeerd door genetische wetmatigheden.


    Met deze uitgangspunten benadert hij het kwaad in de mens vanuit verschillende standpunten. In mensen, die ook deel uitmaken van de natuur, huist zowel het goede als het kwade. Maar als enig levend wezen is de mens in staat morele waarden te leren en op grond daarvan te handelen. Hij is daardoor in staat het natuurlijke kwaad te overstijgen, en draagt zelf verantwoordelijkheid voor zijn eigen kwaad.


    Een vlot geschreven boek, met een rijke inhoud, een aantal originele ideeën, en uitgebreid gedocumenteerd. De auteur legt verbanden waar je die op het eerste zicht niet zou leggen.


    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-06-2002
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ik verwacht een gehandicapt kind
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    LOOTS, C., Ik verwacht een gehandicapt kind. Wat nu? Leuven, Davidsfonds, 2001.


    Dankzij prenatale diagnostiek kunnen ouders al vroeg in de zwangerschap te weten komen of hun kindje een afwijking heeft. Als dit inderdaad zo is, kunnen ze kiezen tussen het afbreken van de gewenste zwangerschap en het leed van een gehandicapt kind.


    Selectieve abortus na een positieve diagnose roept heel wat ethische vragen op. De auteur benadert het thema vanuit verschillende invalshoeken: de waarde van ongeboren leven, kwaliteit-van-leven, de gezinslast, de maatschappelijke rechten en plichten. Hij geeft geen pasklaar antwoord, maar reikt een aantal zinvolle argumenten aan voor reflectie over prenatale diagnostiek en haar consequenties. Hij eindigt met een aantal meer concrete vragen en richtlijnen voor de zorg voor ouders die met een dergelijke diagnose worden geconfronteerd.


    Het essay is zeer ordelijk en systematisch geschreven en makkelijk te volgen. Het is goed en gevarieerd gedocumenteerd. De auteur schrijft wel vanuit een christelijk geïnspireerde visie.


    Na elk hoofdstuk volgt een bronnenlijst. Jammer genoeg is deze nogal onduidelijk opgesteld. Belangrijk hiaat: een algemene bronnenlijst ontbreekt.

    Positief is dan weer dat in bijlage een overzicht van medische vaktermen aangeboden wordt, alsook van ziektebeelden en uitleg over onderzoeksmethoden.


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-05-2002
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Biologie en psychologie
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    JOOSSE, J. (red.), Biologie en psychologie. Naar vruchtbare kruisbestuivingen. A’dam, Koninklijke Nederlandse Academie voor Wetenschappen, 2001. – ISBN 90 6984 310 2


    In deze bundel wordt vanuit verschillende invalshoeken een indruk gegeven van de huidige ontwikkelingen en mogelijkheden in het veld van de raakvlakken tussen biologie en psychologie.


    De ontwikkeling van zeer geavanceerde nieuwe technieken om het functioneren van de hersenen te kunnen onderzoeken en de onverwacht snelle vermeerdering van onze kennis over de genetische en fysiologische achtergronden van het menselijk gedrag, hebben geleid tot nieuwe inzichten en belangwekkende resultaten over de biologische achtergronden van het menselijk gedrag. De aloude barrières tussen de onderzoeksbenaderingen van biologen en psychologen zijn aan het verdwijnen.


    Deze dunne bundel bevat interessante bijdragen van onderzoekers aan Nederlandse universiteiten, voorgedragen op een themadag. Ze zijn zeer verschillend van opzet, en meestal inzichtelijk geschreven. Een paar voorbeelden: genen en gedrag, neuropsychologische factoren bij agressie, interactie tussen psyche en het immuunsysteem.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    10-05-2002
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Levenslang
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DEMYTTENAERE, B., Levenslang. Een blik achter de tralies van de Belgische gevangenissen. A’pen, Manteau, 2002, 345 pp.


    Dit boek zou iedereen gelezen moeten hebben. Wat zich afspeelt achter de muren van gevangenissen, met inbegrip van de instanties die betrokken zijn bij de begeleiding van gevangenen en wat het gevangenisleven voor alle betrokkenen betekent tijdens en na het verblijf, is voor de meesten van ons volledig duister.


    Het boek bevat geen sensationele verhalen, maar een vrij nuchter relaas van de toestand van de gevangenissen en hoe het is om daar zijn dagen door te brengen. Uiteraard zou voor de volledigheid het boek eens zo dik moeten zijn.


    Demyttenaere vertrekt vanuit de persoonlijke ervaringen van 5 langgestrafte gedetineerden. Vervolgens laat hij een aantal ‘veldwerkers’ aan het woord: een gevangenisdirecteur, een aalmoezenier, enkele cipiers, een justitieel welzijnswerkster, een justitieassistent, en 2 medewerkers van de psychosociale dienst. De lezer maakt  kennis met levensverhalen en getuigenissen van mensen die jarenlang achter de tralies verbleven of werkten. Heel positief is, dat de auteur geen standpunt inneemt, maar de nadruk legt op nuancering en de  menselijke waardigheid.


    Levenslang bevat ook de neerslag van een grootschalig onderzoek naar de beeldvorming over gedetineerden en gaat in op de rol die de media spelen bij deze beeldvorming. Verder vinden we ook een aantal ethische beschouwingen van een procureur en een strafpleiter, en een kritisch interview met de ministers van Justitie enWelzijnszorg.


    Er is een begrippenlijst opgenomen van de meest courante termen in deze sector. Jammer dat er geen lijst is met adressen van bv. het Justitieel Welzijnswerk.

    Toch een echte aanrader, ook al omdat het werk zeer vlot leest.

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-04-2002
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vechtrelaties
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    JORGENSEN, M. & P. SCHREINER, Vechtrelaties. Als kinderen zich tegen volwassenen afzetten: verklaringen en oplossingen. Rotterdam, Ad. Donker, 1992, 153 pp. – ISBN 90 6100 371 7


    ‘Vechtrelaties’ wordt door de auteurs gebruikt als begrip voor relaties tussen kinderen en volwassenen die gekenmerkt worden door weigering en agressie. Dwinggedrag dus, zoals Peeters het zou omschrijven. Binnen dit soort relaties ontpoppen kinderen zich vaak als machtsbeluste en berekenende individuen. Meestal trappen volwassenen in de val, en bestendigen door hun reacties juist de weigering en agressie van het kind.


    De auteurs presenteren in een eerste deel een aantal sluitende verklaringen voor het ontstaan en voortduren van dergelijke vechtrelaties. Zij gaan daarbij uit van de ervaring van het kind en van de volwassene, plaatsen deze in een model van relationele analyse, en bespreken verder op welke manier de kwetsbaarheden van zowel het kind als de volwassene de vechtrelatie onderhouden.

    In het tweede deel gaan ze in op de veranderingsmogelijkheden. De kwetsbaarheden van beide partijen worden hier weer als uitgangspunt genomen. Zij beschrijven hoe men met behulp van gericht gesprek volwassenen kan helpen om de vechtrelatie te doorbreken.

    Tot slot plaatsen zij enkele belangrijke kanttekeningen bij een veel genomen maatregel: de uithuisplaatsing.


    Het eerste deel van het boek is knap uitgewerkt, en kan zowel voor ouders als professionele opvoeder verduidelijken waarom en hoe zij in een vechtrelatie met kinderen (kunnen) verzeilen. Het tweede deel is minstens even belangrijk, maar is vooral gericht op professionele hulpverleners, die volwassenen ondersteunen in het veranderingsproces.


    Een bedenking: dit proces wordt hier toch vrij eenvoudig voorgesteld. Het geheel is vooral gericht naar ouders van jonge kinderen (kleuters), bij wie een verandering op deze wijze nog redelijk haalbaar is.

    Toch aan te raden zowel voor opvoeders als begeleiders in opvoedingsondersteuning. 

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-11-2001
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen....!? Over autisme en communicatie
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    VERMEULEN, P., …!? Over autisme en communicatie. Uitg. EPO,  2001, 141 pp.


    Een boekje in de bekende reeks over autisme van dezelfde auteur. In zijn vertrouwde, eenvoudige stijl bespreekt hij de problemen die mensen met autisme ondervinden in de intermenselijke communicatie.


    Verhelderend, zowel m.b.t. het begrip communicatie zelf, als m.b.t. de communicatie van mensen met autisme. Het boekje eindigt met aanwijzingen hoe men op een efficiëntere manier kan communiceren met mensen met autisme.

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-10-2001
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geen keuze zonder twijfel

    van den BOER-van den Berg, H., Geen keuze zonder twijfel. Beslissen over een zwangerschap. Baarn, Ten have, 1999, 255 pp. (ISBN 90 259 4777 8)


    De auteur is filosofe, en verbonden aan o.a. het Academisch Ziekenhuis te Rotterdam. In dit boek gaat zij in op de ethische implicaties van de keuzes die ouders maken t.a.v. het risico op de geboorte van een kind met een aandoening. Op een zeer toegankelijke wijze geeft ze een overzicht van de veranderende opvattingen over abortus, de waarde van het ongeboren leven, de kijk op mensen met een aandoening. Zij gaat ook uitgebreid in op de invloed die uitgaat van kerken, artsen en ethici op de opvattingen van mensen en de wijze waarop zij met de keuzemogelijkheden of –beperkingen omgaan. Het boek is bestemd voor alle betrokkenen bij dergelijke keuze, en voor iedereen die geïnteresseerd is in de morele dilemma’s van het erfelijkheidsonderzoek.


    Naast de discussie over het eigenlijke thema, vond ik in de eerste plaats verhelderend de algemene uiteenzetting over moraal en morele beslissingen in het eerste hoofdstuk. In het laatste hoofdstuk dan gaat de auteur in op de verhouding tussen zelfbeschikking en solidariteit. Zij toont zeer duidelijk aan dat beide niet zonder elkaar kunnen: mensen kunnen slechts over zichzelf beschikken wanneer er solidariteit is van anderen ten aanzien van de keuzes die ze maken. Deze inzichten overstijgen het thema van het boek, en maken het voor mensen die niet onmiddellijk met het thema zelf te maken hebben, ook de moeite waard.


    ©  Minervaria

     

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    09-10-2001
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verzoening. Vrede stichten onder apen en mensen

    de WAAL, F., Verzoening. Vrede stichten onder apen en mensen. Utrecht, het Spectrum, 1988, 289 pp.


    Tegenover agressie staan vrede en verzoening. Deze noodzakelijke tegenpolen worden in onderzoek over agressie nauwelijks in rekening gebracht. Nochtans kan inzicht in de wijze waarop mensen zich met elkaar verzoenen ons veel leren over hoe we vrede kunnen bewerkstelligen.


    De Waal heeft bij 4 primatensoorten de wijze bestudeerd waarop ze zich na agressie verzoenen. Hij toont aan hoe deze naaste verwanten van de mens sterke remmingen op agressief gedrag bezitten, en niet alleen het mechanisme van verzoening kennen maar het ook op een intelligente wijze benutten. Hij legt veel verbanden met het menselijk gedrag, zowel in de persoonlijke als de maatschappelijk-politieke context.
     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-09-2001
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwetijdskinderen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    MUIJSERT-van BLITTERSWIJK, C., Nieuwetijdskinderen. Het intuïtieve kind in gezin, onderwijs en hulpverlening. Deventer, Uitg. Ankh-Hermes, 2000. (ISBN90 202 8236 0)
    De auteur gaat uit van de stelling dat kinderen in onze tijd intuïtiever zijn dan vroeger. Zij houdt een pleidooi voor het respect en de herwaardering van de intuïtieve dimensie in het kind. Ze gaat er hierbij van uit dat kinderen zichzelf moeten kunnen zijn, dat ze eigen keuzes moeten kunnen maken, en dat ze hierbij moeten kunnen afgaan op hun aanvoelen. Ook al is haar eerste stelling discutabel, tot hier kan ik mij nog terugvinden in haar gedachtegang.

    Deze stelling is echter vrij verwarrend en rommelig uitgewerkt. De auteur gooit volgens mij heel verscheidene zaken op één hoop. Intuïtie wordt nogal vlug als spiritualiteit afgedaan. Mensen die zichzelf zijn en willen zijn, worden dan spirituele mensen genoemd. Naar mijn mening wil iedereen zichzelf zijn, het lukt alleen velen niet om dat te realiseren.

    Bovendien kan je je de vraag stellen wat "zichzelf zijn" moet inhouden. Daarop worden doorgaans eerder vage antwoorden gegeven, die bovendien gekleurd zijn door de invalshoek van de persoon zelf. Zo ook in dit boek.
    De auteur beweert dat alle mensen beschikken over intuïtieve vermogens (waarmee ik akkoord ben), maar daarna neemt ze voetstoots aan dat in onze tijd (de Nieuwe Tijd volgens haar) steeds meer intuïtieve kinderen worden geboren. Het lijkt mij eerder plausibel dat er nu meer aandacht wordt besteed aan intuïtie.
    Esoterische bronnen worden zonder meer aangenomen, niet kritisch bekeken. De auteur neemt bv. zonder meer aan dat kinderen ook in een vorig leven ervaringen kunnen hebben opgedaan.

    Zo zijn er nog een aantal ongerijmdheden, die volgens mij de waarde van haar stellingen op zijn minst weinig geloofwaardig doen lijken.
    Als ik me beperk tot de stelling dat ieder kind de gelegenheid moet krijgen om de eigen mogelijkheden te ontplooien (ook intuïtief), en dat het zich pas dan optimaal kan ontwikkelen, dan zijn er andere invalshoeken en werken die dit met meer onderbouwing behandelen
    .
     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-08-2001
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vrouwen in mannenkleren
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    DEKKER, R. & L. van de POL, Vrouwen in mannenkleren. De geschiedenis van een tegendraadse traditie. Europa 1500-1800. A’dam, Wereldbibliotheek, 1998, 167 pp.


    In dit vlot leesbare boek wordt een fenomeen belicht, dat ons nu vrijwel onbekend is: travestie van vrouwen. In de besproken periode was dit echter helemaal niet zo uitzonderlijk. Op basis van rechtbankverslagen proberen de auteurs, beiden historici, een licht te werpen op de verscheidene achtergronden waartegen dit fenomeen begrijpelijk wordt.


    Ook al worden die achtergronden naar mijn mening niet diepgaand besproken, toch maken zij ons duidelijk hoe onze vanzelfsprekendheden, bv. m.b.t. seksuele relaties en identiteit, helemaal niet zo vanzelfsprekend zijn. Dit is meteen de waarde van historisch onderzoek naar het dagelijks leven van de gewone mens: dat het ons laat stilstaan bij onze huidige opvattingen, ons deze in vraag doet stellen, maar tegelijkertijd ons ook aantoont, hoe menselijke gevoelens en drijfveren toch ook universeel zijn.
     

    ©  Minervaria

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    BESTE BEZOEKER
    Foto


    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Mijn favorieten
  • Minervaria
  • Dit is POTS
  • Geen dag zonder lach
  • Gedachten

  • Archief per jaar
  • 2023
  • 2022
  • 2021
  • 2020
  • 2019
  • 2018
  • 2017
  • 2016
  • 2015
  • 2014
  • 2013
  • 2012
  • 2011
  • 2010
  • 2009
  • 2008
  • 2007
  • 2006
  • 2005
  • 2004
  • 2003
  • 2002
  • 2001
  • 2000
  • 1999
  • 1998
  • 1997


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!