Ik ben myriam, en gebruik soms ook wel de schuilnaam moekeontour.
Ik ben een vrouw en woon in (belgie) en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 19/08/1949 en ben nu dus 75 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: buiten reizen hou ik van tennis en ben ik fan van Kim Clijsters.
Mijn reisgezel is mijn man René en mijn hond, Amber.
we genieten van de natuur, de mensen. we blijven staan en trekken verder. we leven vrij maar respecteren de anderen
14-07-2005
Van Cadiz tot Barbate
14/07/2005 Joepie mijn haar is af. Fris en monter rij ik naar Cadiz. De zon schijnt, de lucht is blauw en ik heb lief gezelschap wat heeft een mens meer nodig. Cadiz is gelegen op een schiereiland. Ieder vierkante meterke is volgebouwd. We nemen de ring rond de stad en zoeken een parkeerplaatsje maar vinden zelfs geen plaatsje voor een Smart. Dus rijden we de stad terug uit en voorbij San Fernando nemen we de N 340. We kiezen Barbate uit om te overnachten. We staan hier rustig aan de haven. We zijn boodschappen gaan doen in een klein winkeltje waar ze van alles verkopen, vis, brood, fruit, groenten maar ook behangpapier en verf. We gaan vanavond vroeg slapen.
13/07/2005 Verleden jaar ben ik naar de kapper in Jerez de la Frontera geweest. Daar mijn haar dringend moet geknipt worden rijden we van de Embalse langs de A 49 voorbij Sevilla de N IV op tot in Jerez. Daar staan we nu aan het huis "Sandeman"op een toeristenparking. Ik ga naar de kapper maar moet tot morgen wachten. We staan hier goed dus een dagje wachten is niet erg.
12/07/2005 We zijn terug in Spanje. Het is alsof we op bekende grond komen. Het voelt eigenaardig aan. Portugal is een heel mooi land maar de inwoners leven vooral in hun eigen wereld en afgesloten. Ik denk dat het komt omdat Portugal zo aan het uiteinde van Europa ligt met aan de ene kant de zee en aan de andere kant de bergen aan de grens met Spanje. Zo zie je, buiten in het zuiden, nergens veel buitenlanders. We komen zeker nog terug, maar dan vroeger in het jaar, in de lente bv. We rijden langs de autovia A 49 Andalucía binnen naar El Rocio. Dit dorpje stond verleden jaar hoog op onze lijst om zeker te bezoeken. Maar het lot heeft toen anders gewild, dat vertel ik in het volgende reisverhaal. Nu gaan we zeker dit dorpje bezoeken. We rijden in Bollullos van de autostrade en nemen de A 483 voorbij Almonte. We rijden op de asfalt en bij het binnen rijden van El Rocio komen we in zand terecht. In heel het dorp ligt geen meter asfalt of beton. Ik rij langzaam door het zand en we kijken onze ogen uit. Het is alsof de tijd is blijven stil staan. Het zou zo uit een western komen. Het kerkje is gewijdt aan "Santa Maria de las Rocinas" Het is vrij eenvoudig maar het altaar is een gouden muur. Het beeld van Santa Maria is helemaal met een gouden stof gekleed. In de kerk mag geen foto's genomen worden. Er loopt zelfs een veiligheidsagent rond. Eens terug buiten slaat de warmte in ons gezicht. We wandelen wat rond maar voor mij is het veel te warm. René verkent dan alleen de straatjes. Alles ligt er nog doods bij want de siesta is hier ook heilig. We staan op het pleintje voor de kerk en een guardia cicil komt zeggen dat we aan de andere kant moeten gaan staan. Ook de autobus met franse kinderen moet zich verplaatsen. De bestuurder is een Nederlander die reeds vele jaren in Spanje werkt. We willen hier overnachten maar het is verboden dus moeten we iets anders vinden. We rijden richting Bollullos naar de Embalsa de Corumbel Bajo. Ook hier is alles zeer droog. We zien de zwarte stieren op de rode grond staan op de heuvels. Het geeft een hallucinant beeld. Naast het meer vinden we een plaats met uitzicht op de heuvels.
11/07/2005 Deze voormiddag zijn we in het stadje gaan wandelen. Het is gezellig met een groot plein en verschillende winkelstraatjes. En wat vinden we daar? Een wasserette,haha. Dat is iets voor ons. In de namiddag gaat René met de was naar daar. Ik heb geslapen want het is hier weer heel warm. Ik heb de airco aangezet om het hier in de camper iets dragelijker te maken. Zelfs René, die toch heel goed tegen de warmte kan, begint te klagen. Dus moet het echt heet zijn. Rond 17 h. komt hij terug en heeft heel wat te vertellen. De uitbaatster spreekt Engels en zo kon hij wat vernemen over het reilen en zeilen van het stadje. We blijven hier nog een nacht staan.
10/07/2005 Langs de N 125 volgen we de kust van Algarve. Zo als ik reeds vermeld heb kan deze streek ons niet zo bekoren. Hier ligt wel de Serra de Monchique maar die laten we nu links liggen. We rijden voorbij Albufeira, Almansil en nemen de ring rond Faro. Vandaar uit nog altijd langs de N 125 naar Tavira. Dit lijkt ons wel een mooi stadje. Dus zoeken we een overnachtingsplaats en vinden die aan de vaargeul, waar de boten welke de toeristen naar het strand van Ilha de Tavira brengen, voorbij varen. Zo hebben we nog iets om naar de kijken. Morgen gaan we naar het stadje zelf.
09/07/2005 We hebben spijt dat we Vila Nova de Milfontes moeten verlaten. Het is hier heerlijk. We moeten verder op weg naar huis. René moet tegen einde augustus terug in België zijn en we hebben nog wel wat kilometers af te leggen naar huis. Langs de N 120 en 268 rijden we naar het meest zuidwestelijke punt van Europa. Aan de overkant ligt Amerika. Op deze hoge rots van 62 m. boven de zeespiegel staat een vuurtoren en een gedenksteen, als je daarop staat kijk je uit naar het andere wereldeel. Het is hier koud en mistig. Er staan wat kramen die souverniers en kleding verkopen. Er staat ook een "bratwurst"tent met als vermelding :"Letste bratwurst vor Amerika" Ge moet er maar op komen.De hoge rots in de zee voor de Kaap, genaamd "de Gigant" zou de vinger van St. Vincentuis zijn. Zijn overblijfselen zouden hier tot 1160 begraven zijn en daarna werden ze naar Lissabon overgebracht. Voorbij het dorpje Sagres rijden we naar de Ponta de Sagres. Hier vertoefde Hendrik de Zeevaarder 40 jaar van zijn leven. Hem zijn we ook in Tomar tegen gekomen als de grootmeester van de Christusorde. We zijn dus nu in de Algave aangekomen. Het is een heel ander Portugal dan we daar voor gezien hebben. Dit gedeelte bekoort ons minder. We verbijven nu in Lagos, een kleine havenstad met een grote jachthaven aan. Daar hebben we ons gestald naast nog andere campers. We gaan een bezoekje brengen aan de oude gedeelte van de stad. Dit heeft ondanks het drukke toerisme zijn charme kunnen bewaren. Terug in de camper worden we aangesproken door de politie. Het is verboden in het jachthaven gebied te overnachten. We mogen wel blijven staan tot 20 H maar dan moeten we weg. We gaan dan nu maar op zoek naar een ander plaatsje en die vinden we op een grote betonnen parking iets verder. Na ons komen er nog andere campers bij staan. René geraakt in gesprek met een Duitser. Hij is reeds jaren weduwenaar en verblijft hier gedurende heel de zomer op deze plaats zodat hij hier al verschillende inwoners kent. Morgen rijden we verder door de Algarve.
08/07/2005 Deze morgen is de lucht grijs en mistig maar rond de middag trek alles open en we beslissen om hier nog een dagje te blijven. We zijn naar het strand afgedaald, dat er nog rustig bij ligt. Amber kan dan eens goed lopen en in de zee zwemmen. Normaal mogen hier geen honden op het strand maar er is toch niemand. Ik heb ook altijd een zakje bij zodat niemand last heeft van haar. We gaan het stadje in om inkopen te doen. Zoals gebruikelijk mag een terrasje niet ontbreken -schol- Op het eerste mag Amber niet binnen. We wandelen dan maar naar de vuurtoren en zien beneden een taverne staan. Hier mogen we binnen met Amber. We drinken dan een glaasje witte wijn. Het is er zo gezellig dat we beslissen om hier te eten. We eten lekkere sardientjes op de grill. Het is alsof we op de Bahama's zitten met de surfers, de zon en de oceaan. Ik heb mij weer verzoend met Portugal. De warmte is hier dragelijk. In het noorden zijn de branden nog aan het uitbreiden. We volgen nu het nieuws met nog meer interesse, want op de meeste plaatsen zijn we geweest en we hebben ook gezien wat die branden aanrichten. Die mensen zijn al zo arm, nu verliezen velen nog hun woonst en zelfs hun leven. En dan te weten dat die branden soms zijn aangestoken.
07/07/2005 We volgen de N 261 naar de geboortestad van Vasco da Gama. Het is een grote industriestad geworden met vele petroleumciternes. Eens de stad voorbij zijn er mooie stranden. We eten 's middags op het strand van Porto Covo. Daarna rijden we tot Vila Nova de Milfontes een stadje gelegen hoog boven de Atlantische Oceaan aan de monding van de Rio Mira. We rijden door het stadje en volgen een wegwijzer naar de vuurtoren. Links is er een parking waar verschillende campers staan. Er is nog plaats en ik zet er ons bij. Het is nu nog druk want de siesta is gedaan en er komen nog veel zonnekloppers bij. Er staan een paar auto's slecht geparkeerd, ook een camper die de weg afsluit. Een agent komt eens kijken en ja een half uurtje later komt hij met de eigenaar om de camper te verplaatsen. Ze laten ons en de andere eigenaars gerust, dus mogen we blijven staan. Het is hier prachtig met een uitzicht over de oceaan en het stadje.
06/07/2005 We staan op een parking naast de 17 km. lange aquaduct van Evora. Het is een "Moorse"stad maar de Romeinse tempel gewijdt aan Diana is zeker een publiekstrekker. Het is zo goed bewaard gebleven omdat het in de middeleeuwen werd gebruik als slachthuis. De buitenste ringmuur dateert van de 17de eeuw en is nog helemaal compleet. We stappen door een stadspoort en komen zo in een andere wereld terecht. Overal kronkelen de straatjes onder bogen langs de wit geschilderde huisjes. We nemen ook eens een kijkje in de kathedraal maar het is zo warm dat zelfs René meer naar een fris glaasje bier verlangt. Het is hier op de middag reeds boven de 40°. We zoeken dan ook een terrasje op in de buurt van de tempel. Het is onder de bomen goed vertoeven en hier komen we tot besluit dat we het binnenland laten voor wat het is, een mooie streek maar veel te warm. We hadden vele tochten gepland maar door de droogte en het gevaar voor branden lijkt het ons normaal dat we aan de kust blijven. We rijden door de bossen en zien verschillende bomen staan met een in het krijt geschreven 5 op. Om de 9 jaar wordt een eik van zijn schors ontdaan en dan schrijven ze er het jaargetal op. Zo zien we ook een gedeelte met 4 en 3 op. De kleur van de bomen met een 5 is roest bruin en van de andere al meer grijzer. Onze stopplaats is vandaag Alcácer do Sal, een stadje aan de monding van de rio Sado. We staan op een pleintje met palmbomen en bloemen. Hier waait een licht briesje. Heerlijk.
05/07/2005 Amaai, we gaan op zoek naar de carrefour, want we moeten onze voorraad weer aanvullen. We rijden in Loures rond en vinden dan toch een ingang van de centra comercial. We nemen dan maar de E 80 een "peage" want na anderhalf uur zoeken vinden we de baan naar Vila Franca de Xira toch niet. Van daar uit rijden we langs de N 114 recht door de kurkeiken bossen van Portugal. De helft van de wereldproduktie komt uit deze bossen. Het is hier droog, droog, droog. We ondervinden dat hier veel vrachtwagens rijden. Het is verschrikkelijk, ik kan de putten niet vermijden want ik rij dan toch in een andere. Plots dimt een vrachtwagenbestuurder met zijn lichten. Ik denk dat er politie langs de baan staan maar het is erger. Het bos aan de rechterkant staat in brand. en de brandweer is volop aan het blussen. Ik hoop dat we verder mogen rijden. Ik kan niet beschrijven wat een gevoel we hebben op dat ogenblik. Je staat daar en je kunt niets doen. We mogen door. We zijn blij want als de brand over de weg waait kan het even goed in onze richting zijn. In stilte rij ik verder en bedank O.L.V.ke met een gebedje. Plots gaan de bossen over in een grote zandvlakte. Er staan alleen enkele afgebrande bomen, waarop de ooievaars hun nesten hebben gebouwd. Montemor-o-Novo wordt onze overnachtingsplaats. Het blijkt dat in de buurt van Sintra ook een brand is uitgebroken. We voelen ons niet zo veilig meer.
04/07/2005 Vandaag verjaart René. Ik maak dus het ontbijt klaar. We rijden naar de Cabo da Roca, het meest westelijke punt van het Europese vasteland. Het waait daar en er komt zelfs een bulldozer het zand van de weg duwen. Ik rij bijna vast in het zand. Gelukkig geraak ik eruit, want een camper duwen is niet zo evident. We passeren de Cabo Raso met zijn vuurtoren en we naderen zo Cascais. Je ziet hier meer toeristenbussen rijden. De Boca do Inferno is dan ook een attractie. De zee heeft hier een gat geslagen in de 20 m. hoge kalkrots. Het water dringt met veel geweld naar binnen en dat maakt een hels kabaal. We moeten de N 247-7 verder volgen want het is een enkelrichtingsbaan naar Cascais. Hier zie je waarom ze het de Portugese Riviera noemen. De zandstranden zijn hier breed en er is een tropische vegetatie. De planten bloeien hier tweemaal, zodat ze deze kust " de kust van de twee lentes" noemen. Cascais is een grote badplaats waar vooral veel Lisboëten komen in het weekend. Wij rijden terug naar Sintra op zoek naar de toegang van het Parque da Pena. Maar helaas drie werf helaas nergens een baantje te vinden waar we met een camper door kunnen. De straatjes zijn smal en men kan alleen in een richting rijden. Het is alsof ik rondjes draai op een kermismolen. We beslissen dan ook om het paleis alleen vanuit de verte te bewonderen en via de N 6 voorbij Lissabon te rijden. Langs Belem, de beroemde toren, de kathedraal en onder de brug over de Taag rijden wij Lissboa, zoals ze in het portugees genoemd wordt, voorbij. De lucht in de verte is donker en we ruiken brandlucht, maar er is verder niets te zien. Opeens een wegwijzer naar Savecem, ja joepie dat moeten we hebben, zo geraken we uit Lissabon. Maar we komen op dezelfde weg uit. We draaien op een rond punt een andere weg in en zien een bord met "carrefour" op. Ja links en dan ... en ingang niet boven de 2,5m. en 2,5 ton. Dus terug en wat links en rechts gedraaid en we komen zo in Loures. Ik geef de pijp aan Maarten en zeg tegen René dat ik een parking zoek en morgen verder rij. Op tv zeggen ze dat er een brand is uitgebroken in de buurt van Mafra. We schrikken want we zijn daar nog maar twee dagen weg, dat was die zwarte lucht die wij gezien hebben. Daar zijn we dan aan ontsnapt.
03/07/2005 Het stadje zelf heeft niet veel te bieden. We vinden een bakker, die open is. René moet dus geen pannekoeken bakken. Het zijn maar enkele kilometers naar Sintra. De stad zelf in rijden gaat niet maar we willen naar de Parque da Pena, dat ten zuiden gelegen is in de Serra de Sintra. We draaien een weg in met veel haarspeldbochten tussen de muren van vele landhuizen. Zo komen we voorbij het Palácio de Seteais, het is nu een hotel. Ik word hier door een audi van de weg gereden. Hij wou mij voorbij steken maar de baan is zo smal dat ik niet opzij kon rijden. Op een klein stukje rijdt hij mij voorbij en stopt vlak voor mij. Is me dat schrikken. We rijden verder en komen uit aan het Palácio Real, maar dat is niet onze bedoeling. Wij willen naar het ander kasteel, het Palácio Nacional da Pena. Het werd gebouwd door prins Ferdinand van Saksen-Cobourg-Gotha, een neef van onze koning Leopold I. Hij dacht dat wanneer ze de mooiste elementen van alle bouwstijlen, zowel Europese als Oosterse bijeen zouden brengen dat het een sprookjes kasteel zou worden. Het was een gedachtekronkel die ook Lodewijk de II van Beieren heeft aangetast, zie Schloss Neuschwanstein. Er leidt een weg naar boven maar die is niet toegankelijk voor onze camper. We besluiten om een overnachtingsplaats te zoeken en dinsdag, want morgen is het kasteel gesloten, terug te komen en een andere weg te zoeken.
02/07/2005 Het is een groot paleis. De kathedraal staat in het midden en langs weerskanten een vleugel en op de hoeken een toren. In de rechtse een pavilioen voor de koning en in de linkse voor de koningin en de kinderen tussenin. Het werd ook gebouwd na een belofte. Deze maal omdat Johan V na drie jaar huwelijk nog geen troonopvoger had. Hij beloofde een klooster te bouwen en ja er kwam een dochtertje, Barbara die later koningin van Spanje zou worden. Het schijnt dat er later nog vele kinderen geboren zijn en misschien had hij dan spijt van zijn belofte wie weet..... Er woonde 300 kloosterlingen en heel de hofhouding. Er werd 13 jaar aan gewerkt door 50.000 arbeiders en er zijn 4500 deuren en ramen. De voorgevel is 220 m. en het beslaagt 4 ha. Er is een park met een omtrek van 20 km. Alles werd bekostigd met het goud dat uit Brazilië kwam. Dit is in het kort een beschrijving van het geheel. Het kan mij niet bekoren. Zelfs de koninklijke familie vond het te kil en neerslachtig. Het is vandaag zaterdag, de trouwdag bij uitstek. Dus ook hier komen verschillende bruidjes en bruidegomen. De kerk is inderdaad prachtig. De andere delen mag men alleen bezoeken met een gids. De volgende rondleiding is om 14 h. We gaan eerst een stukje eten en René beslist om alleen te gaan. Ik ga tennis zien op eurosport. Het is vandaag halve finale herren en finale dames, Venus tegen Davenport. René komt terug met zijn verhaal dat alles veel te pompeus is en goed om 1 maal te zien. Ik ben blij dat ik niet mee ben geweest. Ik heb mooie tennis gezien en dat is voor mij ook genieten. We blijven hier staan en gaan morgen het stadje zelf bezoeken.
01/07/2005 René heeft gezegd dat er veel bloemen hangen. Inderdaad je ziet hier al de huisjes wit geschilderd met een gele of blauwe rand en overal bloemen. Het zijn geraniums, oleanders, en bougainvillea's in alle kleuren, van paars, licht blauw, donker rood tot geel. Ik probeer nu al jaren om een blauwe bougainvillea te houden maar het mislukt altijd en hier groeien ze als onkruid.We gaan iets drinken op een terrasje en ik zie op de kaart Ginja de Obidos staan. Dat moet ik proeven. Het blijkt een soort kersenjenever te zijn en het wordt geserveerd in een keramieke bekertje, op de foto van mijn profile heb ik de beker in mijn hand. Ik wil wel een fles Ginja kopen maar de winkels zijn ondertussen reeds gesloten. Dan maar naar de camper, iets eten en langs de N 8 naar Mafra. Deze stad ligt op een 40 km. van Lissabon. Zoals in zo vele steden is hier een gebouw neergepoot bestaande uit een paleis, een kathedraal en een klooster maar dat is voor morgen.
30/06/2005 Obidos, een stadje dat in 1282 werd bezocht door koning Dinis I en bij deze het stadje schonk aan zijn jonge vrouw, Elisabeth van Portugal. Tot 1833 behoorde dit stadje tot het erfgoed van de Portugese vorstinnen. We staan nu aan de aquaduct iets buiten het stadje. René is Obidos al gaan verkennen. Ik ga wat slapen want de warmte begint meer en meer door te wegen. Op RPTI, de internationale zender van Portugal voorspellen ze een hittegolf.Dat worden dus temperaturen boven de 40°. Morgen ga ik mee. Beloofd.
29/06/2005 We nemen de N 242 naar de kust. Nazaré is vandaag onze stopplaats. Het is een badplaats met pittoreske huisjes, waarvoor vrouwkes in het zwart gekleed zitten te haken. Het is gekend om zijn traditionele klederdracht. De mannen dragen een hemd, een geruite broek en een lange wollen muts tot op hun schouders. De vrouwen dragen onder hun zwarte bovenkleding 7 onderrokken in verschillende kleuren. Het stadje is verdeeld in twee delen. Het onderste gedeelte, A Praia ligt aan het strand en het bovenste O Sitio op de rotsen. O Sitio kan men bereiken met de auto, te voet met de trap en met een kabelbaan. We staan op een speciale parking voor campers, maar voor je hier geraakt denk je dat het Parijs-Dakar is. Langs de smalle straatjes met de vele winkeltjes slenteren is hier een pretje. Ook de boulevard langs het strand is gezellig. Overal staan ze met plakaatjes om hun kamers aan de toeristen te verhuren. Ze leven hier dan ook vooral van het toerisme. De vissers varen nog uit, dat getuigd de vele vissen die te drogen liggen op houten kaders op het strand.
28/06/2005 Het einde van de maand is in zicht. Op de kilometerteller staat 6200 km. Wij hebben in 7 weken al wat gereden. We brengen een bezoek aan het klooster-paleis van Tomar. Dit is gebouwd door de Tempeliers van de 12de tot 14de eeuw. Toen werd de orde van de Tempeliers ontbonden en de Christusorde gesticht. Hun glorietijd was in het begin van de 15de eeuw met infante Hendrik de Zeevaarder als grootmeester van de orde. Hij rustte een vloot uit en verkende de Afrikaanse kusten rond de Kaap de Goede Hoop en bereikte Indië. Zo bracht hij veel rijkdom mee wat zich vertaald in de rijke versieringen in Manuel-stijl. Tomar is ook bekend voor zijn feesten. Vooral in het begin van juli trekken in het wit geklede meisjes dan door de straten met een "tabuleiro" op hun hoofd. Dit is een mand met een 30 tal broden op elkaar en versierd met papieren bloemen en korenaren. Deze toren weegt een 15 kg. en is soms bijna zo groot als de meisjes zelf. Wij zijn spijtig genoeg te vroeg en het is nog niet zeker of er dit jaar een stoet uitgaat. Dit wordt ieder jaar door de inwoners zelf beslist. We overnachten terug in Fatima.
27/06/2005 Joepie een "lavanderia" gevonden. Het is geen self-service maar alles kan gewassen worden en gestreken. Dat is nog gemakkelijk ook. We gaan nu naar het heiligdom. Het is helemaal anders dan in Lourdes. Het is hier veel kouder, onpersoonlijker. De boom waarop O.L.V. is verschenen is weg en er staat een kapel op die plaats. Daar rond hebben ze nog een moderne kerk gebouwd. De baseliek is wel mooi maar daarvoor ligt een enorm groot betonnen plein. We kopen enkele kaarsjes en steken ze aan voor een Mariabeeld. Dat doen we steeds voor onze kinderen en kleinkinderen. Ik steek dan nog een kaarsje aan voor Kim, opdat haar pols beter zou genezen. Na het eten gaat René wandelen met Amber en ik kijk naar tennis. Op eurtosport geven ze eerst Hewitt, die wint en dan Kim. Ze speelt goed maar Davenport is sterker . Spijtig, ik heb anders wel goed gesupporterd. Ik leef zo mee met het spel dat ik niet kan blijven zitten en zwijgen. Als René terug is met Amber gaan we de was halen. Vanavond eten we paëlla, mmm lekker.
26/06/2005 Op weg naar Fatima komen we voorbij het klooster van Batalha. Het is een enorm groot complex. Men begon te bouwen in 1402 en in 1535 staakte men om zich te wijden aan de bouw van het Jerónimos-klooster in Lissabon. Het laatste gedeelte is dus niet afgewerkt en heeft geen dak. Op het plein voor de kathedraal staat het standbeeld van Johan van Avis, die zwoer dat hij een schitterende kerk voor Maria zou bouwen als hij de slag van Aljubarrota zou winnen en zo Portugal voor twee honderd jaar zou onafhankelijk maken.Na het bezoek aan het klooster vervolgen wij onze weg langs de N 356 naar Fatima. De eerste parking die we vinden is een grote stoffige bedoening. We gaan dus op zoek naar iets anders. We vinden dan een prachtige parking voor campers met de mogelijkheid om het toilet te reinigen en water te tanken. Ik zet de tv aan en hoor dat Kim zich geplaatst heeft voor de 8ste finale. Dus Hewitt en Kim zijn beiden door naar de 8ste finales. Mijne dag kan niet meer stuk.
25/06/2005 We gaan de Romeinse ruïnes van Conimbriga bezichtigen. Ze behoren tot de mooiste van het Iberisch schiereiland. In de ijzertijd was er reeds een Keltische nederzetting en de ruïnes die men nu kan zien horen bij een welvarende Romeinse stad uit de eerste eeuw na Chr. Er zijn verschillende villa's zoals de Casa de Cantaber en de Casa dos Repuxos. Ze hebben beiden hun eigen baden. Het verwarmings systeem en de verschillende loden buizen zijn zichtbaar. Er zijn vloermozaïeken met verschillende taferelen zoals de vier seizoenen, een jachttafereel en een vierspan. In een andere kamer ziet men een mozaïek met waadvogels, dolfijnen en zeedraken. We brengen ook een bezoek aan het muzeum waar de opgegraven keramiek en beelden bewaart worden. We blijven hier op de parking overnachten. Dat zal toch geen probleem zijn.