Russische legenden Nicolaas is patroon van Rusland. Rondom zijn figuur zijn tal van specifiek Russische verhalen ontstaan.
Nicolaas en Kassiaan
In de nacht van 5 op 6 december was Nicolaas gestorven en hij steeg ten hemel. Nu ben ik op weg naar mijn eeuwige beloning, dacht Nicolaas, waar heb ik het aan verdiend? Onderweg werd hij ingehaald door de heilige Kassiaan, die gekleed was in een prachtige rode mantel, ten teken dat hij de marteldood was gestorven. Met ontzag keek Nicolaas naar Kassiaan. Hijzelf was maar in eenvoudig wit gekleed: hij was niet gemarteld. 'Is het moeilijk om als martelaar te sterven?' vroeg hij bedeesd. 'Nou, het is niet gemakkelijk,' zei de heilige Kassiaan, 'in vergelijking met mijn leraarschap is het moeilijker te verdragen. Maar kom, de pijn is geleden en de beloning is hoog.' 'En u, heilige...hoe bent u aan uw eind gekomen?' 'O, niets bijzonders, ik ben ziek geworden en toen overleden, gewoon in mijn bed,' zei Nicolaas. Hij merkte dat zijn verhaal geen enkele indruk maakte op zijn medereiziger, die vol trots zijn mantel herschikte, de glorie van de martelaren. Opeens klonk er een stem van heel diep beneden hen : 'Help me! Help me!' Nicolaas greep Kassiaan bij zijn mantel. Meteen hingen ze stil, daar hoog boven de aarde. 'Broeder, hoort u daar die kreet om hulp? Die komt van een mens in nood, luister maar.' 'Help me! Help me!' Nicolaas keerde zich direct om en liet zich met grote snelheid terugvallen naar moedertje aarde, Kassiaan in zijn vlucht meeslepend. Daar zagen ze een arme boer die in z'n eentje bezig was zijn tweewielige kar uit de Russische modder te trekken. 'Is er nou niemand die me komt helpen?!' schreeuwde de boer en hij sloeg zijn paard hard met de zweep. 'Ik kom,' zei Nicolaas, 'maar hou op met dat paard van je zo te slaan'. Hij landde in de modder en begon met twee handen de kar te duwen. 'Je besmeurt je witte kleed, waarin je voor de Opperrechter moet verschijnen,' waarschuwde Kassiaan. Hij schudde zijn hoofd. Ik heb trouwens eigenlijk wel genoeg gedaan in mijn aardsejaren, dacht Kassiaan. Met een ruk trok hij zijn mantel recht en steeg opnieuw op. In de hemel werd Kassiaan ingehaald met bazuingeschal en omhangen met de lauwerkrans van de overwinning. Alle heiligen bogen diep voor de nieuwe heilige in zijn prachtige rode mantel. Trots liep Kassiaan rond. Hij vergat de pijn van zijn martelingen. Enige tijd later verscheen Nicolaas aan de hemelpoort, vuil en besmeurd. Onder het besmuikte gegniffel van de heiligen en Kassiaan knielde hij voor de troon van God. 'Je ziet er vuil uit, Nicolaas. Je witte kleed zit vol modderspatten. Had je niet wat anders moeten aantrekken?' Nicolaas schaamde zich. Verlegen keek hij rond en zag al de gezichten meewarig en met lichte spot naar hem kijken. 'Er was een Russische boer...modder...' Meer durfde hij niet te zeggen. Hij boog nederig zijn hoofd en prevelde: 'Vergeef me, Heer...' Toen sprak God zijn oordeel uit. 'Nicolaas, je hebt je schone, witte kleren vuilgemaakt om een naamloze arme te helpen. Daarom zal jouw feest op aarde tweemaal per jaar gevierd worden, in december en in mei.1) En jouw feest, Kassiaan, zal slechts éénmaal in de vier jaar gehouden worden, op de schrikkeldag van het schrikkeljaar.' En aldus geschiedde. 1) 6 december en 9 mei (feestdag ter herinnering aan de overbrenging van het gebeente naar Bari).
Uit: Sinterklaas op school, Jos Beke, Peter van Hasselt
|