Inhoud blog
  • Bodifée, God en het gesteente
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Zijnzoeken
    In het spoor van Heidegger zoeken naar de zin van Zijn.
    18-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Elk Ego wil diepe, diepe eeuwigheid

    3.

    Elk Ego wil diepe, diepe eeuwigheid.

    Waarom toch moet de mens zo strijden om in het bestaan te blijven? Waarom is ons bestaan zo kwetsbaar? Waarom verzetten we ons zo hardnekkig tegen de dreiging van het Niets en laten we er ons niet veeleer zachtjes in wegglijden? Het kan de rots toch niets schelen dat ze vermalen wordt tot gruis. Materie gaat immers nooit verloren. Atomen kennen geen einde. Maar als de mens sterft, dan gaat een IK verloren. Elk Ego wil eeuwigheid, wil als eenmalig IK blijven bestaan. Als weergaloos en zelfstandig centrum van beoordelen, kiezen, beslissen en handelen.

    We willen beslist niet in het Niets verdwijnen, omdat we willen kunnen blijven IK zeggen, omdat we zelf willen beslissen over ons handelen. We willen niet als de planten en de dieren recycleerbaar zijn, doorgeefkanaal in de keten van de elkaar opvolgende generaties. Mensen zijn geen recycleeritems in een kringloopcentrum.

    Geen mens is vervangbaar door enig andere mens. Elke mens is een uniek Ego. Hij of zij krijgt dan ook als een hoge boom onbeschut de volle laag van de koude noordooster. Elk Ego staat uniek en onvervangbaar in de wereld. Want alleen hij of zij kan op de heel eigen manier de kosmos doorleven en beleven. Elk Ego beleeft op een totaal onvervangbare wijze de hele kosmos, in alle dimensies van tijd of ruimte. Zo krijgt die hele kosmos in elk Ego een heel unieke betekenis, een onvervangbare doorleving. Niemand kan de kosmosbeleving van een Ego overdoen, vervangen of wissen. Elk Ego is op zijn unieke manier de uitstraling, de epifanie van de Exuberante. De unieke epifanie. Niet een exemplaar uit een overbevolkte en uitpuilende soort.

    Daaruit volgt een duizelingwekkende verantwoordelijkheid voor elk Ego. Een verantwoordelijkheid die vereenzaamt. Maar dat intensiveert de taak van de zorg om te overleven: je moet de epifanie zolang mogelijk rekken, doen duren, zoals je een ruiker amaryllissen van iemand die je erg lief is lang fris wil houden. Uniek zijn ver-een-zaamt het Ego, maar zondert het niet af. Het verbindt het Ego met de hele kosmos. Zei reeds Thomas niet Aristoteles na: anima quodammodo omnia. En dat mag men niet interpreteren als of bij de ziel een kosmos wordt gevoegd, maar dat een kosmos met een ziel wordt begenadigd. Een ziel waarin de verdeeldheid van kosmos tot eenheid gebracht wordt, tot de simplicitas van een beleving wordt verstrengeld.

    Het volstaat even een paar bladzijden over het metabolisme van de cel te lezen om je te overtuigen van de fundamentele 'aardsheid' van de mens, van de brutale, grove en onvermurwbare wijze waarop het menselijke leven met de kosmische elementen verweven en verbonden is. We bestaan uit een grote verscheidenheid van elementen, zoals de zeven essentiële aminozuren, in infinitesimale hoeveelheden, in nauwkeurig uitgebalanceerde combinaties, in allerlei structuren. De gevolgen van drugsgebruik bewijzen de vernietigende greep die de elementen op ons kunnen hebben. In de kasten van onze apotheken staan de levensreddende elementen alfabetisch en in minimale porties gebruiksklaar gerangschikt. In elke apotheek staat de hele mens verkruimeld en verpakt in doosjes, zakjes, flesjes, capsules, tabletten, ampullen, netjes onder streepjescodes gecatalogeerd....

    Maar al lezend word je ook meteen overtuigd van de subtiele wijze waarop dat gebonden-zijn aan de aardse elementen zich in eigenzinnige concrete levensprocessen van elk Ego uit. Zo geniet iedereen op zijn eigen unieke wijze van zijn bestaan op deze Aarde en zijn omgaan met de dingen.

    Vraag: wie regelde die processen, waarin een menigte aan elementen in schier infinitesimale hoeveelheden volgens ijzeren wetten elkaar in een homeostatisch evenwicht houden, elkaar aanvullend, oproepend, begrenzend, aanwakkerend en versterkend of afremmend? Wie stelde de parameters vast van de eigen interne homeostase van dit Ego? Dat deed niet de verscheidenheid van de elementen. Ook niet de delicate constructies van de zeven essentiële aminozuren spelen een sturende hoofdrol in die processen: ze zijn slechts figuranten in het subtiele spel van evenwicht, van aanvulling, oproep, barrière, versterking of afremming die het een eenmalige persoon mogelijk maken bewust en genietend in de wereld te staan. Het Ego zelf beheert die parameters.

    18-02-2006 om 09:39 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    17-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Cultuur of camouflage?

    2.

    Cultuur of camouflage?

    Met die zorg om te overleven gebeurt nu iets speciaals. Zo'n zorgelijk bestaan is geen feest. Die onophoudelijke zorg om de dreiging van het Niets af te houden gaat scherm spelen tussen ons bedreigd bestaan en onszelf. Daarom toveren we de zorg om te overleven om tot een spel, tot een bezigheid die haar doel in zichzelf draagt. Velen gaan totaal verblind op in die zorg om te overleven. Ze storten zich hals over kop in de zorg om het gapende gat van de dreiging van het Niets dicht te pleisteren met bezig zijn om bezig te zijn. Ze proberen die dreiging zelf onzichtbaar te maken en achter het bloemetjesbehang te plakken.

    Dat noemen we dan heel mooi en duur: cultuur.

    De zorg camoufleert de bedreiging van het Niets achter een sussend, verdovend en verlokkelijk scherm van schijnbaar vaste waarden. Zo maken we van het voedsel dat ons in leven moet houden Bocuse-banketten, opgeluisterd door de aandacht voor en gekeuvel over exotische namen en ingewikkelde recepten en door spitsvondigheden en vitterijen over de frivoliteiten van de etiquette. Tot welke verblinding en blikvernauwing b.v. leiden de discussies over de juiste plaatsing van het bestek. Van onze noodzakelijke beschutting tegen de klimaatexcessen maken we architectuur, met bouwvergunningen en schoonheidscommissies. Met de kleding die onze naaktheid moet bedekken paraderen de Claudia Schiffers heupwiegend over de catwalk. De klanken die ons en de anderen waarschuwen voor gevaar en die ons helpen om samen voedsel op het spoor te komen, toveren we om tot symfonieën of literatuur. De moeder die haar baby de borst geeft, rukt het zo weg van de ondergang en schenkt het zo een toekomst, maar het wordt tevens een erotisch gebeuren tussen moeder en kind. En door na te denken over de Grijns van het Niets opent Martin Heidegger voor ons de afgrondelijke diepten van het Seyn en perspectieven op 'der Letzte Gott'.

    De zorg om de zorg camoufleert zo de bron van de zorg. Cultuur negeert de Grijns en spiegelt ons bestendigheid voor.

    Zo vlucht de mens weg van zichzelf en van zijn wankel bestaan. Zo maakt de mens zijn bestaan tot een 'daar-bestaan', tot een 'Da-sein', tot een ex-istentie. Tot een bestaan dat uitgesmeerd ligt over de vele dingen van deze wereld. Martin Heidegger spreekt dan ook van 'Aus-stand'. De mens is nooit 'hier' of 'nu', want hij is steeds in verwachting, steeds een nog-net-niet, steeds in wording, steeds onderweg. De mens loopt steeds achter zichzelf aan en draaft tevens steeds voor zich uit; hij verkeert steeds elders, in verleden en toekomst. Hij is zelf het perpetuum mobile, steeds onderweg naar zichzelf via de dingen van de wereld."Soi-même comme un autre", P. Ricoeur.

    Omdat de mens steeds wankelt op de scherpe snede tussen Zijn en Niet-Zijn, moet hij zich steeds in het Zijn be-vest-igen. Daaruit ontspringt de zorg. Uit de opgave te Zijn. Te Zijn hebben. Uit de mogelijkheid te KUNNEN Zijn. Zijn is voor de mens nooit vanzelfsprekend, zoals dat vanzelfsprekend is voor de elementen, voor een stuk basalt of voor water.

    In onze strijd tegen de dreiging van het Niets hebben we nooit iets definitiefs bereikt. Onze strijd is nooit gewonnen. Die strijd om het Zijn kan enkel soms voorlopig beslecht lijken of hoogstens even uitgesteld. Soms rust de boog met de pees op de Aarde, teken van het zoveelste Eeuwige Verbond. We tekenen wel eeuwigdurende wapenstilstanden. Maar komen we ooit tot een definitief staakt-het-vuren? Hoezeer we dat ook verlangen, de Grijns van het Niets doemt steeds weer op achter elke hoek. We blijven steeds in gevaar, steeds bedreigd. Elke windstoot kan ons kaartenhuis op elk moment in de war doen dwarrelen.

    Cultuur helpt soms om ons te doen geloven dat we de strijd definitief gewonnen hebben. In feite leven we steeds boven onze stand. In zelfverblinding, in zelfberoezing. In de realiteit spartelen we steeds als cliffhangers boven de aanzuigende afgrond van het Niets.

     

    17-02-2006 om 21:39 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    15-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mens , een cliffhanger?

    4. De mens, een cliffhanger

    Ik neem me voor in vier afleveringen op zoek te gaan naar onze situatie als mens.

    1.

    Elke soapaflevering kunnen afsluiten met een cliffhanger, is dat niet de droom van elke scriptschrijver? Van elke regisseur? Waarom bindt een cliffhanger zo de tv-kijkers aan de volgende aflevering? Is het niet omdat ze willen zien hoe het personage zich toch uit zijn bedreigende positie redt? En wat drijft hun nieuwsgierigheid? Speelt hier bij de tv-kijker soms een diepverankerde zelfherkenning? Want is de mens geen angstig wezen dat een zorgwekkend bestaan leidt? Leeft de mens niet continu wankelend op de scherpe snede van de scheiding tussen Zijn en Niet-Zijn? Flirt hij niet steeds met de eigen ondergang? Scheert hij niet rakelings langs de dood heen elk ogenblik van de dag? En dat niet alleen langs onze wegen.

    Zichzelf bestendigen, in het bestaan blijven is voor de mens een onontkoombare taak van elk ogenblik: hij heeft het Zijn niet in kommervrij permanent bezit, neen, hij heeft te Zijn. Zijn is hem een dwingende taak. Bestaan is een nooit te ontlopen moeizame opgave. Vluchten of schuilen kan niet. De mens zit niet wollig en warm gepelst in zijn Zijn, zoals de dingen. Het Zijn is glibberig als een aal en dreigt de mens voortdurend te ontglippen. Voor de mens is bestaan elk ogenblik dit bedreigende Nu-moment overleven, de wolfijzers en schietgeweren van elk moment zonder te veel kleerscheuren te ontwijken. Het bestaan is steeds het resultaat van inzet en strijd om te blijven, strijd met en tegen de wereld, met en tegen de dingen. Bestaan, blijven, duren, de gevaren van het Nu overleven, dat is onze grootste zorg. Want elk ogenblik dreigen we weg te glijden in het Niets.

    We hebben zelf te weinig in ons mars om onszelf uit onszelf enige bestendigheid te kunnen verzekeren. Op elk ogenblik moeten we daarom de wereld, de dingen van de wereld smeken ons bij te springen en ons te helpen verder te blijven bestaan. Hoelang kunnen we de lucht in onze longen missen? Hoelang kunnen we zonder voedsel of vocht in ons systeem? Hoelang kunnen we zonder het licht van de verre zon in onze ogen? Of zonder klank in de oren? Hoelang kunnen we het stellen zonder anderen voelbaar in onze nabijheid? We zijn constant haveloze bedelaars, stumpers die om hulp moeten bedelen bij de dingen om in het Zijn te kunnen blijven hangen: kleding om onze naaktheid te bedekken; een dak boven het hoofd tegen het gure klimaat; een bed om de vermoeide leden te slapen te leggen. Die dingen zelf hebben geen last van hun beperkt Zijn: zij zijn er gerust in; zij staan wijdbeens in de wereld, zelfverzekerd als een blok basalt in de branding. De dingen bestaan en blijven bestaan blijkbaar zonder veel inspanning van hunnentwege. In haar speels, maar diepzinnig gedicht 'Museum' probeert W. Szymborska de diepte van het water tussen duren en vergaan veilig te doorwaden:

    'Die Krone überdauerte den Kopf.'

    (W. Szymborska, Deshalb leben wir, 1980,p. 147)

    Ons wankel be-staan is elk ogenblik het precaire resultaat van onze constante zorg om ons zelf overeind te houden, om te overleven met de hulp de dingen die ons omgeven, want alléén redden we het nooit. Niet enkel een hulpeloze baby overleeft geen dag zonder hulp van derden, wij zelf overleven maar bij de genade van de assistentie van vele en erg verscheiden dingen. Daarom zegt Martin Heidegger dat de mens een Da-sein is, dat hij ex-isteert. We leven immers dunnetjes uitgesmeerd over duizenden dingen; we zijn immers afhankelijk van de zijnshulp van zo verscheiden dingen elders, ginds, buiten ons, Da! Nooit totaal onszelf, nooit alleen rustig thuis bij onszelf, nooit veilig en zeker van ons zelf, maar steeds begaan met het bouwvallige kaartenhuisje van ons labiele bestaan, steeds bezig de kaarten te schikken, te herschikken en de bouwval te restaureren. Voorwaar, een zorgelijk bestaan leidt de mens. Hij is steeds bij zovele dingen op zoek naar veilige geborgenheid en verzekerd overleven van zichzelf.

    15-02-2006 om 10:30 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    14-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kennen = de wereld humaan ervaren

    Is kennen de wereld humaan ervaren?

    2.  De wijze van kennen, in de ruimste zin, bepaalt de mens, bepaalt de wereld, bepaalt de dingen. De wijze van kennen kleurt af op de mens, kleurt af op de wereld, bepaalt het ken-product; kaatst terug op de wereld, en op het kennen zelf. Onze wijze van kennen brengt een zich spiraalsgewijze uitbreidende, verwijdende kringloop van interacties opgang. Kennen, dat is verbanden leggen, verbanden die je zo kunt oprapen, maar ook verbanden die verborgen zijn, en zelfs verbanden die je zelf moet creëren.

    Want, wat is kennen? Is kennen geen kosmos-vreemde vorm van handelen? Kennend treden we naar buiten, overschrijden we onze eigen lichamelijke begrenzingen, in tijd en ruimte, op zoek naar buit in de wereld om dan beladen met die kennisbuit ons eigen Zijn te verrijken. Zo is kennis jezelf innerlijk verrijken zonder de buitenwereld fysisch te plunderen. Maar is kennen niet méér? We kennen maar iets als we weten hoe het genesteld zit in ruimte en tijd, als we inzien hoe het met andere zijnden in interacties verweven is.

    Kennen heeft echter ook een bevrijdende functie. Het paard voor me in de wei ziet enkel het gras voor zijn snoet, en wellicht ook een paard verderop in een andere weide. Maar het heeft geen Ahnung van grazige pampa's aan de andere kant van de Evenaar, het maakt geen vakantieplannen voor volgende zomer.

    De mens zit niet gevangen in het ogenblik, in het hier en nu. Zijn horizont wordt niet begrensd door de onmiddellijke, particuliere, gesitueerde ervaringen met de dingen van de wereld. Binnen wat binnen het bereik van de zintuigen ligt. Hij wrikt zich uit die onmiddellijkheid los; los uit het stroperige concrete, los uit het voorbijrazende eenmalige. (Let op de connotatie 'geweld' in 'wrikken'.) Door zijn eigen, specifieke wijze van kennen bereikt de mens een vorm van bestendigheid. Een vorm van beschikbaarheid. Een vorm van herhaalbaarheid en universaliteit. Dit niveau van universaliteit bereiken is niet onschuldig, is niet vrij van gevolgen voor de wereld en voor de mens. De mens transponeert zijn concrete ervaringen, zijn hier en nu naar een ubiquitas en sempiternitas. Door zijn concreet gesitueerde ervaringen te transponeren naar universele kennis, kan hijzelf op een zekere wijze overal en altijd aanwezig zijn. Vanuit mijn leesstoel kan ik het heelal bereizen en het verleden en de toekomst ondervragen, tot zelfs lichtjaren ver in het verleden kijken..

    Transponeren: universele kennis?

    Onze middeleeuwse monnik, de nachtwachter uit het klooster nabij Orléans, was geen onwetende toen hij de stand van de sterren beschreef bij het naderen van Kerstdag. Hij kon echter zijn wetenschap over de stand van de sterren niet bevrijden van de kluisters van het Hic et Nunc. Hij kwam niet los van zijn biotoop. Hij kon zijn kennis niet transponeren naar een universeel beschikbaar en inzetbaar niveau, zodat andere nachtwachters in andere kloosters er hun voordeel mee konden doen om de juiste dag van Kerstdag en Nieuwjaar te bepalen.

    Universele kennis, die overal, altijd, gelijkelijk voor iedereen geldt of beschikbaar is, dat is een enorme rijkdom. Dat verrijkt de schepping. Dat doet het Zijn groeien. Er ontstaat een zijnde dat overal, altijd, voor iedereen geldt en als traditie doorgegeven kan worden aan de volgende generaties. De vluchtige, singuliere ervaring krijgt een universele, bestendige geladenheid en effectiviteit die toekomst mogelijk maakt. En als je dan die transpositie van het particuliere naar het universele niveau kunt vastleggen, kunt bestendigen in een blijvende vorm, in een vaste, bestendige, communiceerbare en overdraagbare vorm, in taal b.v., en beter nog in teksten, die op schrift, op een bestendige drager voor iedereen beschikbaar zijn gesteld, dan echt geldt dat kennisproducten overal, altijd, voor iedereen gelijkelijk beschikbaar zijn in hun strijd om te overleven.

    Dan veranderen de dingen van zijnsaard. Dan verandert onze relatie tot de dingen. Dan verandert de relatie tussen de dingen onderling. Dan krijgen we grondig veranderde compensatoire interacties tussen de zijnden. Dan veranderen onze menselijke relaties onderling. Het vluchtige vlucht voor het bestendige. Het particuliere ruimt de vloer voor het universele. Verliest het particuliere dan echter niet zijn status en wordt het dan niet herleid tot louter toepassing van iets universeels? Het toevallig aan tijd en plaats gebonden ' Als... dan...' wordt een overal en altijd voor iedereen gelijkelijk geldende: 'Omdat... daarom...' Het vergankelijke wordt getransponeerd naar een hoger, naar een eeuwig zijnsstatuut.

    Er ontstaat een parallelle wereld die door zijn bestendigheid meer geborgenheid biedt, die overzichtelijker is, die meer structuur heeft. Die beter beschikbaar is, die aanpasbaar en manipuleerbaar is, die voorzienbaar en planbaar is en vooral maakbaar. (Met alle reserves van M. Heidegger voor alle vormen van 'Machbarkeit' of 'Machenschaft'.)

    Het chaotische van de kosmos?

    Vanwaar komt het dat we de kosmos als zo chaotisch ervaren? Omdat we in de beleving van de dingen en feiten te vaak enkel op het concrete ervaringsniveau blijven vegeteren, vaak enkel de concrete, losse, ogenblikkelijke, Hic et Nunc gesitueerde, aan wisselvallige contexten gebonden gebeuren en zijnden ervaren. We zien de golfslag, maar niet het getij. We zien de dag, niet de seizoenen. Het woord verhult ook.

    Begrijpen schept vruchtbare verbanden, vestigt leefbare orde en schenkt bestendigheid en toekomst. ·

    ·

    14-02-2006 om 12:38 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    13-02-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Begrijpen: Niets grijpt naar iets!

    2. Begrijpen: Niets grijpt naar iets.

    Begrijpen in de (wurg?)greep

    Begrijp jij waarom alle mensen zo zielsbehoeftig steeds alles willen begrijpen? (De beroemde eerst zin van Aristoteles' Metafysica: "Alle mensen streven van nature naar kennis."!) Begrijp jij waarom ze zelfs dat begrijpen zelf in hun greep willen krijgen? Waarom ik aanstoot neem aan het feit dat ik dit niet begrijp? Waarom toch? Het lijkt wel alsof het niet volstaat dat de dingen rondom mij er gewoon zijn, dat ze me omringen en me nabij zijn en me helpen de dreigingen van het Nu te overleven. Het lijkt alsof in hun er-zijn iets ontbreekt, alsof er een leegte heerst, alsof ze zich naakt in de wereld voelen staan. Een leegte en naaktheid die smeken om aanvulling en inkleding. Die leegte, die holte, dit 'en creux' bestaan smeekt om opvulling van elders, om een opvulling die de dingen uit zichzelf niet kunnen opbrengen en ik dus zelf moet aanbrengen.

    Waar ga ik die aanvulling zoeken en vinden? Want alles rondom mij vraagt toch om die opvulling. Alles toch vraagt steeds om begrepen te worden. Die aan- of opvulling ligt nergens apart met een strikje er rond op me te wachten. Moet ik die uitleg dan zelf in mijn eentje bedenken? Neen. Niet helemaal. Ik kan bij anderen te rade gaan, bij de mensen om me heen of ik kan in de boeken duiken en daar vernemen wat anderen als uitleg neerschreven. In de mythen. In de filosofie. In de religies en hun Heilige Boeken vind ik aanvullingen, verklaringen, interpretaties, die me helpen de dingen te begrijpen.

    Is dat de oplossing? Ik zal vlug merken dat er niet één uitleg is, maar dat het wemelt van tegenstrijdige verklaringen en interpretaties. De Bijbel, de Koran, de Veda's, de Enuma Elisj, de Tao, de Griekse mythen, de vele filosofische visies.

    De zijnden zijn duidelijk niet eenduidig. Ze lijken zich vele en erg verschillende interpretaties te laten aanmeten. Het lijken potjes waarop vele deksels blijken te passen. Ik kan dus niet elke uitleg die ik zelf bedenk, of die ik elders vind, zomaar voetstoots slikken. Om humaan te leven moet ik in elk geval tussen al deze verklaringen kiezen. Ik moet proberen minstens de voor mij meest aannemelijke verklaring te vinden. Ik moet dus die vele verschillende verklaringen leren kennen, ze vergelijken en op hun waarde beoordelen. Maar weer: volgens welke criteria zal ik die verklaringen beoordelen? Ook al maak ik geen duidelijke keuze, in elk geval moet ik minstens de 'vreemde', de van elders in bruikleen genomen verklaring voor mij aannemelijk vinden.

    Nogmaals: volgens welke criteria?

    Niet simpel!

    De dingen rondom mij vol-doen me niet, op zich. Ze vertonen in hun Zijn een tekort, een zijnsleegte, een naaktheid, een 'creux'. Er moet uitleg bij. Dus boven en naast hun 'naakte' Zijn, eisen de dingen ook nog een compensatie die hun zijnstekort aanvult, dus een leegtevullende verklaring. En deze verklaring moet ook mij vol-doen.

    Maar dan zijn de dingen en ik op een wel erg opmerkelijke wijze verbonden. Zij eisen aanvulling die ik moet aandragen. Wat is die band die mij met de dingen op hun zijnsniveau verbindt? Waarom wil, ja moet ik ze begrijpen? Waarom vol-doet hun naakte bestaan, hun naakt er-zijn mij niet? Op welke basis steunt mijn eventuele aanvullende verklaring van die dingen? Waar haal ik die? Op welk criterium steunt mijn aannemelijkheidsoordeel over een zijnsaanvullende verklaring?

    Meer nog: waar haal ik het lef vandaan om te oordelen over de zijnsverklaringen van anderen? Het lef om onderscheid te maken tussen geslaagde en niet-geslaagde zijnsverklaringen? Waar sta ik? Op welke referentie kan ik bogen om me zo te verheffen boven de dingen en boven hun leegteaanvullende verklaringen? Om me te verheffen boven mijn relatie met de dingen. Het lijkt wel of ik boven mezelf wil staan. Münchhausen. Welk tovertapijt heb ik ter beschikking om boven het behoeftemoeras van de zijnden te zweven? In sommige woningen hangt in de inkomhal een luchtfoto van huis en erf. Ik loop daar vaak zonder aandacht aan voorbij: "Leuk, zeg!" is alles wat ik bij dit opmerkelijke verschijnsel kan bedenken. Maar laat ik me beperken tot het verwonderlijke feit van mijn behoefte om te begrijpen. Vanwaar die nood, die behoefte aan begrip? Ligt het aan de dingen zelf? Waarom vertoont hun 'naakte' Zijn zich aan mij als een leegte, als een 'creux', een holte? Waarom zie ik die leegte? Ligt het aan mij? Overtref ik zò de dingen, door hun leegte te zien? Net zoals Adam en Eva plots merkten dat ze naakt in het paradijs paradeerden? Overvraag ik soms de dingen, vanuit mijn eigen behoeftigheid, vanuit mijn eigen leegte. Waarom zie ik het Niets? En waarom voldoet wat er wel is me niet. Ligt het aan mijn relatie tot de dingen? Aan de specifieke relatie die ik als mens heb met de dingen? Waarom voldoet me hun naakte Zijn niet? Waarom ben in niet tevreden met was zich aandient? Waarom doen ze zich aan me voor als 'gevuld' met een leegte, als een om begrip schreeuwende leegte? Een Niets bedelend om aanvullend begrip. Wel een erg actief Niets, een N-iets dat ik ervaar! Opmerkelijk!

    13-02-2006 om 09:31 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 23/07-29/07 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 18/12-24/12 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 13/02-19/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek
  • Heidegger

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!