Inhoud blog
  • Bodifée, God en het gesteente
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Zijnzoeken
    In het spoor van Heidegger zoeken naar de zin van Zijn.
    24-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    10 Zoektocht bewegwijzerd door vragen

    8.0 Alle Zijn is ZORG.

    Zijn is nooit een zelfverzekerde, in zichzelf besloten basaltzuil, maar zorgelijk en bedelend openstaan naar de andere zijnden om het eigen zijnstekort aan te zuiveren: zorg om te overleven, om te duren. Zorg om het eigen Zijn te bestendigen. Zorg echter draagt een Janushoofd. Zorg is gekeerd naar het behoud van het eigen Zijn, maar kijkt tevens uit in de wereld op zoek naar handlangers.

    In de schitterende inkomhal van het Leuvense Academische Ziekenhuis Gasthuisberg lopen dagelijks ruim twintig duizend mensen af en aan. Allen verschillen ze, maar in één aspect zijn ze allen elkaars gelijken: ze willen allemaal leven, gezond leven en leven vermeerderen. Volop leven. Overvloedig leven. Ten volle leven. Ze willen zélf leven. Maar allen zoeken of bieden ze externe hulp, soms via zware inspanningen en/of investeringen. Niemand daar aanvaardt de ervaren, de opgedrongen levensgrenzen of levensbeperkingen, van binnenuit of van buitenaf opgelegd. Allen schoppen ze hevig aan tegen elke vorm van levensbegrenzing. Beleefde, ervaren of 'vreemde' levensvermindering, in de vorm van ziekte, gebrek, onvermogen, onwetendheid of enig andere vorm van zijnsbegrenzing. Allen hebben ze een idee van een beter leven, van levensvolheid, van levensvermeerdering. Allen hebben een idee van beter-schap. Allen hebben ze weet van iets dat er niet is, dat er zou moeten zijn, iets waarop ze menen recht te hebben. Zoveel recht zelfs dat de gemeenschap mee moet betalen om het te verkrijgen: subsidies om hun verzorging of om hun studies te bekostigen.

    Idee hebben van/ weet hebben van / menen: Waarvan? Waarover? Hoe? Op welke basis?

    Wat ’n causaliteit!

    Vraag: Hoe komen we op dat idee van beter en méér? Vanwaar weten we dat? Aan welke bron voedt zich die mening over een voller leven? Zien we dat? ZIEN? Waar? Hoe?

    Hier blijkt voor de zoveelste maal dat we de realiteit, zoals ze ons aangereikt wordt, niet aanvaarden.

    We willen de eindigheid van de realiteit niet slikken. We zijn ervan overtuigd dat de 'gedachte', de 'ideële' realiteit ver uitstijgt boven de bestaande, ervaren realiteit. Hoe? Lijkt het ideële reëler dan het grijpbaar reële? Op welke basis? Is dat niet de wereld op zijn kop?

    8.1

    Nochtans, die realiteit in haar eindigheid is tastbaar, zelfs opdringerig aanwezig. Tastbaar aanwezig, en toch vragen velen meteen: « Is die tastbare realiteit de enige, de hele, de 'echte' realiteit? », « Is dat alles? » Waarom vragen we dat? Vanwaar komt die vraag naar méér, naar iets dat uitstijgt boven het grijpbaar gegevene? Blijkbaar plakken we niet onlosmakelijk op de realiteit, slorpt zij ons niet restloos op, zinken we niet spoorloos in het tastbare weg. Waar halen we dan toch die ruimte, die onmisbare afstandelijkheid tegenover de realiteit, nodig om vragen te kunnen stellen? Waar is die schakelruimte? Die koppeling, die 'boîte'?

    Die tastbare werkelijkheid kan werken als een zwart gat dat alle licht aanzuigt, opslorpt en vernietigt. Wie uitsluitend binnen die tastbaarheid blijft, wie exclusief binnen de contractio blijft, wie binnen het bereikbare, tastbare en grijpbare blijft, wie zich daarin opsluit of laat opsluiten, die wordt in de complete duisternis gezogen en erin opgeslorpt. Alleen wie inziet (in-ziet) dat elke contractio maar een eerste stap is, maar een aanvangsfase is in een Werdegang die leidt, via de epifanie naar de verrijking van de Exuberante, naar een door de epifanie te verrijken en te verheerlijken Exuberante, alleen die kan God, kan de Exuberante, passend vereren. Passend voor beiden. En ervoor jubelen, zingen en dansen.

    God ligt in het toekomstperspectief van de epifanie. God is zijn/haar eigen toekomst: toekomst bemiddeld door epifanie die over de mens loopt. Dat is onze bijna ondraaglijke verantwoordelijkheid: de toekomstige weelde van de Exuberante in zijn/haar geëpifaneerde gestalte mede realiseren voor de eeuwigheid. De weelde die wij niet epifaneren, zal er nooit zijn; ze zal een leegte achterlaten die nooit aangevuld zal worden.

    24-03-2006 om 17:06 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    23-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6.0 Schakelvragen en schakelbeschouwingen

    10  ZOEKTOCHT BEWEGWIJZERD DOOR  VRAAGTEKENS

    6.0 Schakelvragen en schakelbeschouwingen

     Mensen kunnen bewusteloos vallen. Opmerkelijk verschijnsel. Als ik bewusteloos val, dan val ik wegens gebrek aan externe oriëntatie, aan externe mentale stutten. Dan zie of hoor of voel of ruik ik niets meer buiten mij. Dan heb ik geen contact met andere zijnden en vallen alle stutten weg. Dan is er voor mij geen buitenwereld. Er zijns dus geen bevestigende noch bestendigende zijnstransfusies meer actief. Ik heb geen duidelijke eigen plaats meer in mijn milieu, in mijn om-geving. Als ik me niet als gescheiden Ego kan afzetten tegen de buitenwereld, tegen het Andere, dan glijd ik zelfs uit me zelf weg. Geen buiten-wereld, dan ook geen binnen-wereld. Geen vreemde, dan ook geen Ego. Geen Tegenstand, dan ook geen Ego! Zonder de ogivale steun van een tegen-stand kantelt mijn Ego uit zichzelf. Pas als ik me weer bewust word van andere zijnden dan mezelf, pas als ik signalen van buiten mezelf ontvang en als vreemd verwerk, pas als ik weer een duidelijke eigen en onderscheiden plaats tussen de vreemde zijnden heb, pas als ik me weer extern gestut weet, pas als ik me kan afzetten tegen andere zijnden, dan pas ben ik er weer als een Zelf.

    Totale stilte blijkt bijna ondraaglijk. Dat is een marteltuig. Net zoals complete duisternis. We kunnen blijkbaar niet leven zonder de steun van externe prikkels. Geen Ego zijn zonder tegendruk. Geen Ego zonder Ander. Erg opmerkelijk: ik ben er niet, zonder de externe steun van vele andere zijnden, zonder niet-Ego's. Ik ben geen Ego zonder in interacties verwikkeld te zijn, zonder constant zijnstransfusies van vele andere, externe, vreemde zijnden te ontvangen. Ik ben maar mezelf via de omweg langs de dingen van de kosmos.

    Vraag: Wat ben ik dan nog, als Ego? Wat is mijn Ego? In hoeverre ben ik een Ego, een Zelf als ik er nooit als een Ego ben zonder die constante zijnstransfusies van vele andere zijnden? Geen Ego zonder wereld.Geen Ego zonder vreemdgaan. Geen Zelf zonder de omweg langs anderen. Geen centrum zonder omtrek.

    Wie ontwart me deze Gordiaanse knoop?

    6.1

    Indien alleen ons zonnestelsel, of zelfs onze melkweg, bestond, dan zou die al lang afgekoeld zijn, en weer tot de oorspronkelijke oer-afmetingen, via een Big Crunch, in elkaar geschrompeld zijn. Niemand kan bestaan zonder het heelal. Ik niet. Jij niet. Niemand hier of elders. In het bestaan, in het Zijn van elk van ons is het heelal verdisconteerd. Alle vormen van Zijn, alle Zijnsgestalten zijn naar hun Zijn verbonden met elkaar. Je zou van minder duizelen.

    En toch telt geen enkel van ons, als individu, op kosmisch niveau. De kosmos gaat voor niemand van ons opzij. Voor niemand van ons wijkt enige universele natuurwet ook maar een strobreed. Op kosmos-niveau tellen individuen niet; tellen zelfs soorten niet. Dat leerden we 65 miljoen jaar geleden al, toen een enorme meteoorinslag de dinosauriërs van de aardbodem veegde. De kosmos zet zijn loopbaan ongegeneerd lineair verder, volgens de universele kosmische wetten, onontkoombaar, onverstoorbaar brutaal alles als een shovel chaotisch voor zich uitschuivend. Geen van ons telt als individu op kosmische dimensie.

     

     

    6.2

    Ik wil nog even doordenken over dat Ego. Heeft dat Ego dan wel een eigen waarde, als het op kosmisch niveau niet meetelt? Een CD produceert louter trillingen. Pas als een Ego die trillingen opvangt, ervaart en verwerkt, en ze dus met elkaar verbindt, de losse trillingen intelligent tot eenheid verstrengelt, dan pas worden die trillingen klanken, met een duur, met terugblikken en vooruitkijken, met gericht verwachten en bewarend nazinderen; pas dan worden die trillingen een melodie, worden ze een Mozart. Zo zie ik o.a. een Ego. Een Ego is geen individualistische, wereldvreemde, gesloten entiteit, of monade. Elk Ego staat open naar en voor de wereld. Elk Ego is maar mogelijk door de omweg langs de externe wereld. Geen zelfbewustzijn, dus geen Ego, zonder bewustzijn van andere dingen dan het zelf, zonder bewustzijn van 'vreemde', van 'wereldse' dingen. Een Ego is individu én participatie. (P. Tillich) Daarbij spelen dus de 'wereld', de muzikant, de elektronica, de componist, etc, etc, etc samen, in interactie, een constituerende rol. Geen gesloten Ego, maar een Ego dat een kosmische, een wereldse veelheid verstrengelt tot een originele, een totaal nieuwe, voordien niet bestaande eenheid. Door het ineenstrengelen ontstaan nieuwe, originele verbanden binnen een originele heelheid, binnen een nieuwe, originele 'Welt'. Elk Ego is een confluëntiepunt. Een omgekeerde delta.

    Welke waarde heeft dan dat zo geroemde Ego. (Alfred Russell Wallace was een echt wijs man: hij wou met Darwin geen oorlog over het 'eerstgeboorterecht ' van de evolutietheorie; hij trad als individu terug voor de evolutie van de wetenschap.)

     

     

    7.0 TIJD als bron van bestaan

    Geen van ons zou hier nu zitten als niet van bij onze geboorte en daarna gedurende vele jaren vele volwassenen ons in leven hadden gehouden. Daarom mogen we onszelf geen natuurproduct noemen. We zijn, ieder van ons, stuk voor stuk, man-made, een artefact, een kunstproduct. Het Credo beweert: « Genitum, non factum ». Van onszelf moeten we toegeven: « Genitus/a ET Factus/a. » Vanaf het allereerste moment, vanaf de levensschreeuw na onze geboorte zijn wij door anderen veroverd op de Grijns. Is ons bestaan als een zelf, als een individu met een eigen levensconcept afgedwongen door vele handen, met vele zorgen en met vele middelen. Vanaf dat allereerste moment, vanaf de allereerste levensschreeuw, zijn wij in verzet tegen onze ingebouwde dreigende ondergang. We zijn niet in verzet. We zijn verzet. We riepen, we schreeuwden ons verzet onbeschroomd, ongeremd oorverdovend en luidkeels uit. Iedereen zou het weten dat we er waren. En dat we niet wensten er de brui aan te geven. We zijn vanaf onze geboorte één «'t En Zal! » in levenden lijve. Heel ons wezen, heel ons bestaan is een ononderbroken verzet tegen het Niets, tegen onze ondergang. Tegen onze vergankelijkheid. We bestaan maar dankzij en door dat volgehouden verzet, dat niet-aflatende verzet. Ons diepste Zijn is één ''t En Zal!', heel en al. We willen als afzonderlijk en onderscheiden Ego bestaan en niet opgaan in de grijze onbepaalde amorfe materie van de kosmos.

    Dat eigen levensconcept van een pasgeboren baby is een mysterie. Waar haalt die baby dat levensconcept? Waar haalt hij of zij die wil tot bestaan, als zelfstandig Ego; waar de kracht om die levenswil, om dat levensconcept aan de omgeving op te dringen? Waar die wil tot zelfstandig bestaan, tot be-staan, tot bestendigheid, tot over-leven, tot leven ver over de grens van elk gekregen ogenblik heen?

    Zoals ons rechtop staan, onze verticaliteit, een constant verzet is tegen de wetten van de zwaartekracht, met de onmisbare steun van externe zijnden. We zouden gewoon niet bestaan als niet zeer vele volwassenen ons hadden verzorgd, gevoed, verschoond, gewassen, gekleed, beschut tegen het klimaat en vooral gekoesterd. Dat is het vaste voetstuk waarop we staan als een zelf, als een Ego. We dragen ons duren als Ego, onze bestendigheid constant als een geschenk, als een gave en als een opgave in ons. Toekomst werd ons gegeven en wordt ons gegeven, constant, door anderen en moeten we tevens constant veroveren. Ons verleden echter dragen we alleen.

    Het heden is een te overwinnen hobbel, een hindernis. Daarom is dat heden ook zo dubbelzinnig. Het is bron van vreugde en genieten. Maar ook bron van veel verdriet en zorgen. Het heden lijkt wel een 'chasse gardée' van het Niets. Van de zijns-vijand. Zo zijn wij onze eigen toekomst, wel met veel externe steun. We ontlenen dat heden om te ontsnappen aan de Grijns, om die Grijns een lange neus te zetten en om ons een toekomst te verzekeren.

    Alle Zijn is verzet. Is polemos. Is strijd. Is zich voortdurend strijdend als een Ego een eigen toekomst verzekeren tegen de Grijns van het heden in door zijnsfusies af te dwingen van de zijnden om ons heen.

    23-03-2006 om 16:33 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6.0 Schakelvragen en schakelbeschouwingen

    10 Zoektocht bewegwijzerd door vraagtekens.

    6.0 Schakelvragen en schakelbeschouwingen

     Mensen kunnen bewusteloos vallen. Opmerkelijk verschijnsel. Als ik bewusteloos val, dan val ik wegens gebrek aan externe oriëntatie, aan externe mentale stutten. Dan zie of hoor of voel of ruik ik niets meer buiten mij. Dan heb ik geen contact met andere zijnden en vallen alle stutten weg. Dan is er voor mij geen buitenwereld. Er zijns dus geen bevestigende noch bestendigende zijnstransfusies meer actief. Ik heb geen duidelijke eigen plaats meer in mijn milieu, in mijn om-geving. Als ik me niet als gescheiden Ego kan afzetten tegen de buitenwereld, tegen het Andere, dan glijd ik zelfs uit me zelf weg. Geen buiten-wereld, dan ook geen binnen-wereld. Geen vreemde, dan ook geen Ego. Geen Tegenstand, dan ook geen Ego! Zonder de ogivale steun van een tegen-stand kantelt mijn Ego uit zichzelf. Pas als ik me weer bewust word van andere zijnden dan mezelf, pas als ik signalen van buiten mezelf ontvang en als vreemd verwerk, pas als ik weer een duidelijke eigen en onderscheiden plaats tussen de vreemde zijnden heb, pas als ik me weer extern gestut weet, pas als ik me kan afzetten tegen andere zijnden, dan pas ben ik er weer als een Zelf.

    Totale stilte blijkt bijna ondraaglijk. Dat is een marteltuig. Net zoals complete duisternis. We kunnen blijkbaar niet leven zonder de steun van externe prikkels. Geen Ego zijn zonder tegendruk. Geen Ego zonder Ander. Erg opmerkelijk: ik ben er niet, zonder de externe steun van vele andere zijnden, zonder niet-Ego's. Ik ben geen Ego zonder in interacties verwikkeld te zijn, zonder constant zijnstransfusies van vele andere, externe, vreemde zijnden te ontvangen. Ik ben maar mezelf via de omweg langs de dingen van de kosmos.

    Vraag: Wat ben ik dan nog, als Ego? Wat is mijn Ego? In hoeverre ben ik een Ego, een Zelf als ik er nooit als een Ego ben zonder die constante zijnstransfusies van vele andere zijnden? Geen Ego zonder wereld.Geen Ego zonder vreemdgaan. Geen Zelf zonder de omweg langs anderen. Geen centrum zonder omtrek.

    Wie ontwart me deze Gordiaanse knoop?

    6.1

    Indien alleen ons zonnestelsel, of zelfs onze melkweg, bestond, dan zou die al lang afgekoeld zijn, en weer tot de oorspronkelijke oer-afmetingen, via een Big Crunch, in elkaar geschrompeld zijn. Niemand kan bestaan zonder het heelal. Ik niet. Jij niet. Niemand hier of elders. In het bestaan, in het Zijn van elk van ons is het heelal verdisconteerd. Alle vormen van Zijn, alle Zijnsgestalten zijn naar hun Zijn verbonden met elkaar. Je zou van minder duizelen.

    En toch telt geen enkel van ons, als individu, op kosmisch niveau. De kosmos gaat voor niemand van ons opzij. Voor niemand van ons wijkt enige universele natuurwet ook maar een strobreed. Op kosmos-niveau tellen individuen niet; tellen zelfs soorten niet. Dat leerden we 65 miljoen jaar geleden al, toen een enorme meteoorinslag de dinosauriërs van de aardbodem veegde. De kosmos zet zijn loopbaan ongegeneerd lineair verder, volgens de universele kosmische wetten, onontkoombaar, onverstoorbaar brutaal alles als een shovel chaotisch voor zich uitschuivend. Geen van ons telt als individu op kosmische dimensie.

     

     

    6.2

    Ik wil nog even doordenken over dat Ego. Heeft dat Ego dan wel een eigen waarde, als het op kosmisch niveau niet meetelt? Een CD produceert louter trillingen. Pas als een Ego die trillingen opvangt, ervaart en verwerkt, en ze dus met elkaar verbindt, de losse trillingen intelligent tot eenheid verstrengelt, dan pas worden die trillingen klanken, met een duur, met terugblikken en vooruitkijken, met gericht verwachten en bewarend nazinderen; pas dan worden die trillingen een melodie, worden ze een Mozart. Zo zie ik o.a. een Ego. Een Ego is geen individualistische, wereldvreemde, gesloten entiteit, of monade. Elk Ego staat open naar en voor de wereld. Elk Ego is maar mogelijk door de omweg langs de externe wereld. Geen zelfbewustzijn, dus geen Ego, zonder bewustzijn van andere dingen dan het zelf, zonder bewustzijn van 'vreemde', van 'wereldse' dingen. Een Ego is individu én participatie. (P. Tillich) Daarbij spelen dus de 'wereld', de muzikant, de elektronica, de componist, etc, etc, etc samen, in interactie, een constituerende rol. Geen gesloten Ego, maar een Ego dat een kosmische, een wereldse veelheid verstrengelt tot een originele, een totaal nieuwe, voordien niet bestaande eenheid. Door het ineenstrengelen ontstaan nieuwe, originele verbanden binnen een originele heelheid, binnen een nieuwe, originele 'Welt'. Elk Ego is een confluëntiepunt. Een omgekeerde delta.

    Welke waarde heeft dan dat zo geroemde Ego. (Alfred Russell Wallace was een echt wijs man: hij wou met Darwin geen oorlog over het 'eerstgeboorterecht ' van de evolutietheorie; hij trad als individu terug voor de evolutie van de wetenschap.)

     

     

    7.0 TIJD als bron van bestaan

    Geen van ons zou hier nu zitten als niet van bij onze geboorte en daarna gedurende vele jaren vele volwassenen ons in leven hadden gehouden. Daarom mogen we onszelf geen natuurproduct noemen. We zijn, ieder van ons, stuk voor stuk, man-made, een artefact, een kunstproduct. Het Credo beweert: « Genitum, non factum ». Van onszelf moeten we toegeven: « Genitus/a ET Factus/a. » Vanaf het allereerste moment, vanaf de levensschreeuw na onze geboorte zijn wij door anderen veroverd op de Grijns. Is ons bestaan als een zelf, als een individu met een eigen levensconcept afgedwongen door vele handen, met vele zorgen en met vele middelen. Vanaf dat allereerste moment, vanaf de allereerste levensschreeuw, zijn wij in verzet tegen onze ingebouwde dreigende ondergang. We zijn niet in verzet. We zijn verzet. We riepen, we schreeuwden ons verzet onbeschroomd, ongeremd oorverdovend en luidkeels uit. Iedereen zou het weten dat we er waren. En dat we niet wensten er de brui aan te geven. We zijn vanaf onze geboorte één «'t En Zal! » in levenden lijve. Heel ons wezen, heel ons bestaan is een ononderbroken verzet tegen het Niets, tegen onze ondergang. Tegen onze vergankelijkheid. We bestaan maar dankzij en door dat volgehouden verzet, dat niet-aflatende verzet. Ons diepste Zijn is één ''t En Zal!', heel en al. We willen als afzonderlijk en onderscheiden Ego bestaan en niet opgaan in de grijze onbepaalde amorfe materie van de kosmos.

    Dat eigen levensconcept van een pasgeboren baby is een mysterie. Waar haalt die baby dat levensconcept? Waar haalt hij of zij die wil tot bestaan, als zelfstandig Ego; waar de kracht om die levenswil, om dat levensconcept aan de omgeving op te dringen? Waar die wil tot zelfstandig bestaan, tot be-staan, tot bestendigheid, tot over-leven, tot leven ver over de grens van elk gekregen ogenblik heen?

    Zoals ons rechtop staan, onze verticaliteit, een constant verzet is tegen de wetten van de zwaartekracht, met de onmisbare steun van externe zijnden. We zouden gewoon niet bestaan als niet zeer vele volwassenen ons hadden verzorgd, gevoed, verschoond, gewassen, gekleed, beschut tegen het klimaat en vooral gekoesterd. Dat is het vaste voetstuk waarop we staan als een zelf, als een Ego. We dragen ons duren als Ego, onze bestendigheid constant als een geschenk, als een gave en als een opgave in ons. Toekomst werd ons gegeven en wordt ons gegeven, constant, door anderen en moeten we tevens constant veroveren. Ons verleden echter dragen we alleen.

    Het heden is een te overwinnen hobbel, een hindernis. Daarom is dat heden ook zo dubbelzinnig. Het is bron van vreugde en genieten. Maar ook bron van veel verdriet en zorgen. Het heden lijkt wel een 'chasse gardée' van het Niets. Van de zijns-vijand. Zo zijn wij onze eigen toekomst, wel met veel externe steun. We ontlenen dat heden om te ontsnappen aan de Grijns, om die Grijns een lange neus te zetten en om ons een toekomst te verzekeren.

    Alle Zijn is verzet. Is polemos. Is strijd. Is zich voortdurend strijdend als een Ego een eigen toekomst verzekeren tegen de Grijns van het heden in door zijnsfusies af te dwingen van de zijnden om ons heen.

    23-03-2006 om 16:23 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    22-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5.0 Eindigheid heeft haar charmes

    10  ZOEKTOCHT BEWEGWIJZERD DOOR VRAAGTEKENS
    5. Eindigheid heeft haar charmes

    5.0  Eindigheid als inrijpoort

    Eindigheid en vergankelijkheid zijn algemeen, universeel: alle zijnden zijn eindig en vergankelijk. Zelfs basaltzuilen verbrokkelen tot gruis. Eindig in zichzelf, naar in-houd. Ook eindig naar buiten toe: naar eigen begrenzing en omgrenzing. Opgesloten in zichzelf. Koper kan het kleine sprongetje naar het goud niet maken, alle hulp en vindingrijkheid van de alchemisten ten spijt. Een paard zal nooit als astronaut door het zwerk zeilen of als een Pegasus. Alle dressuur van de beste dierenstemmers ten spijt blijft een tijger een roofdier. Deskundigen in dierengedrag beweren dat de mens geen enkel dier ooit tot huisdier getemd heeft: zo heeft het paard b.v. zichzelf getemd, voor het zich door ons liet gebruiken, beweert Stephen Budiansky. De zijnden zijn ook eindig naar hun interacties met en uitwerking op de andere, op de Umwelt-zijnden. Eindig in de actualisatie van hun mogelijkheden.

    5.1 Positieve gevolgen van Eindigheid

    5.1.a Veelheid

    Eindigheid baart veelheid. En paradoxaal genoeg is die veelheid zonder begrenzing: er kan er altijd nog wel eentje bij. Die vele eindige zijnden lopen elkaar voortdurend voor de voeten. Koppel die eindigheid van de zijnden aan hun trouw aan zichzelf en verscheidenheid komt in zicht. Biodiversiteit danken we aan de trouw van de levende wezens aan zichzelf in hun eindigheid, ook in hun voortplanting. (Al groeit de diversiteit via de 'muiters'.)

    Veelheid, en toch eigenheid. Toch telkens een zelf. Toch telkens een Ego. Zie maar wat het kost of oplevert om een onooglijk atoompje te splitsen, of te fussioneren. En toch is dat bij levende wezens veel geprononceerder.

    5.1.b Verscheidenheid

    Bestaan valt samen met Ego. Ego valt samen met bestaan, houdt ermee op. Bestaan verdwijnt met het Ego. Waar wortelt die verscheidenheid? In de eigenheid? In de trouw aan zichzelf? In de trouw aan de voorlopige eigen actualisatie van de eigen zijnsmogelijkheden. In het zich assertief afzetten als een zelf tegen de andere zijnden. Zo maakt elk zelf de andere tot ANDERE want niet-ik. Elk Zelf affirmeert zichzelf als anders dan de andere, als onderscheiden van de andere. Zodra een Zelf zich affirmeert tegenover de anderen, creëert het andersheid; creëert het verschil, onderscheid en afscheiding, en ontstaat er afstand en veelheid. Elk Zelf maakt concurrenten, maakt rivalen, degradeert anderen tot tegenstanders, tot bedreiging van het eigen bestaan. Verschil wordt bron van naijver. Geen boom gunt een andere boom het zonlicht. Geen leeuw laat een hyena peuzelen aan zijn kreng. Zo botst elk Zelf met dit anders-zijn van de anderen. Als elk Zelf zichzelf assertief bevestigt en afzet tegen de rest, dan lokt het ook de andere zijnden tot dezelfde assertieve zelfbevestiging.

    Vraag: Hoe spoort die assertieve zelfbevestiging met die intense, complexe en, in strenge coördinatie, intens op elkaar betrokken en afgestemde compensatoire interacties?

    En toch zien we in die verscheidenheid constanten en gradaties in die constanten. Gradaties van gelijkenissen en overeenkomsten. Gelijkenissen, universalia: eindigheid; zelfaffirmatie; zelftrouw; nood aan anderen ter aanvulling van eigen zijnsnood. Universalia over de privégrenzen van de Ego's heen.

    5.2

    Mensen grijpen steeds drastisch in hun milieu in.

    De eigen eindigheid drijft de mens naar de andere zijnden, bedelend om brood, lucht, kleding, behuizing. Het aangeboden milieu voldoet zelden of nooit. Mensen echter passen ZICHZELF nooit aan. Ze passen wel hun milieu aan. Ze leggen de aanpassingslast elders. Ze grijpen in hun milieu in. Alleen, zonder hulp van een aangepast milieu, kunnen ze niet duren; ze overleven niet zonder dat aanpassend ingrijpen in het milieu. Geen mens overleeft zonder hulp van velen en vele zijnden uit zijn omgeving. Bekijk de hulpeloosheid van elk mensenkind. Vandaar de nood aan opvoeding, letterlijk en figuurlijk, aan scholing, aan studie en onderzoek, aan traditie, aan extrauteriene evolutie.

    En wat blijkt: uit die veelheid en verscheidenheid putten de beperkte zijnden hun voordeel. Zijnden staan, - naast hun zelfbevestiging - ook open naar/voor elkaar. Zij halen en puren aanvullend Zijn uit de naburige zijnden.

    Zie ons hier zitten.

    - De maag goed gevuld met complexe en gecoördineerde vaste en vloeibare stoffen.

    - De longen voortdurend vullend met verse lucht, geladen met zuurstof, en tevens koolstof uitademend.

    - Gekleed, deels uit behoefte en deels uit schroom en schaamte, om het eigen lichaam onzichtbaara te maken. (Ik heb nooit begrepen waarom mensen zulke problemen hebben met hun eigen lichaam. Waarom ze zich daarvan moeten verwijderen, distantiëren, door middel van kleding. Waarom het naakte lichaam zo'n privézaak is, etc. Want zelfs de eigen kleding creëert afstand tegenover het eigen lichaam.)

    - Op een (complexe en gecoördineerde) stoel, aan een (complexe en gecoördineerde) tafel.

    - Voorzien van complex schrijfgerei.

    - In een (complexe en gecoördineerde) verwarmde kamer.

    Vele van deze complexe en gecoördineerde entiteiten zijn man-made of ' man-polluted'. Als solitair, als pilaarbewoner, bestaan we niet. Nooit. We bestaan steeds en enkel als solidair. Niets bestaat als solitair. Er zijn geen eremieten. Nooit solitair. Altijd solidair.

    5.3 Vraag:

    Wij, die zo gesteld zijn op onze eigenheid, op onze privacy, op onze individualiteit, op ons Ego, op onze eigenwaarde, op onze auteursrechten, of onze prestaties (bekijk b.v. maar de lange lijsten van medewerkers bij de aftiteling van een film of tv-programma.) wat zouden we zijn zonder de assistentie van duizenden dingen die ons in het Zijn houden, die ons ongevraagd en ongewaardeerd gewoon minstens in het bewustzijn houden?

    Waar blijft dan ons glorieuze Ego? Hoe drijft in die brij van afhankelijkheden, ons eigen ZELF, ons Ego boven?

    22-03-2006 om 09:49 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.INTERACTIES & OPENHEID

     

    10 Zoektocht bewegwijzerd door vraagtekens

    4.0

    INTERACTIES & OPENHEID

    Als ik blijf kijken, dan valt me nog veel meer op. Ik zie dat de dingen elkaar opzoeken of afstoten. Ik merk dat ze in elke geval maar zelden voor elkaar totaal onverschillig zijn. De dingen zijn in elkaar geïnteresseerd. Ze staan open naar en voor elkaar. Is die openheid, die gerichtheid op elkaar niet mysterieus? Gerichtheid op kosmisch niveau zowel als op atomair niveau. Overal ontmoet je de complexiteit van op elkaar betrokken zijnden in hun strijd om te Zijn, om te overleven. Galaxieën, zonnestelsels, planeten, planetoïdes, naast elektronen en protonen, en nog kleinere deeltjes, die alle met elkaar in strakke verbinding staan om te overleven. En waar nooit rust heerst.

     

    4.1

    Ik geef een uitgewerkt voorbeeld.

    Vanuit hun eindigheid, vanuit de dreiging van het Niets, geconfronteerd met de Grijns, hebben de zijnden blijkbaar elkaar nodig. Elkaar nodig om te duren, om te overleven, elkaar nodig om zich in het Zijn te handhaven. Planten hebben lucht nodig, licht, zelfs van de verre zon. Uit de lucht plukken ze het licht van de zon en uit de donkere Aarde putten ze water, zouten en mineralen. Zo kun je zeggen dat elke plant tiert op het snijpunt van twee krachtlijnen: een krachtlijn die vanuit de kosmos met de niet te overtreffen snelheid van het licht neerdaalt en een krachtlijn die uit de donkere Aarde traag en moeizaam opklimt. En op dat snijpunt verricht het chlorofyl zijn wonderen in onoverzienbare en steeds aangroeiende diversiteit.

    Dieren teren op reeds bestaand leven. Bepaalde dieren, de predatoren, teren zelfs op andere diersoorten. De voedselpiramide demonstreert ten overvloede de intense samenhang binnen de verscheidenheid van de zijnden, de intense zijnsafhankelijkheid tussen de zijnden.

    Wind waait stof samen in een holte tussen keien. Die keien zorgen voor lokale temperatuurverschillen met de omgeving waardoor condensatie ontstaat en het bijeen gewaaide stof vochtig wordt, samenklit en vochtig blijft. Op de grillen van de wind dwarrelen mossporen op dat laagje vochtige stof; deze sporen blijven erin vastkleven en ontkiemen tot mos. Dit plukje mos kan nu nog meer vocht vasthouden, zodat een aangedwarreld berkenzaadje er zijn bedje gespreid vindt: mineralen, vocht, redelijk constante temperatuur, organisch mosmateriaal. Dat zaadje kan zich daar innestelen en ontkiemen, wortel schieten, zich verankeren tussen die keien, terwijl de takken als orantes de armen naar de zon heffen. En weldra kunnen vogels in de oksels van de takken van de berk hun nesten bouwen. Niemand heeft dat ooit gepland, of voorzien. Maar het gebeurt. Het gebeurt dagelijks, op vele plaatsen, over de hele Aard, al eeuwen, al millennia lang.

    De dingen 'staan voetje' voor elkaar, overal, altijd.

    De dingen staan elkaar ter zijde en dat gebeurt gewoon dagelijks, in het kader van de strijd om het eigen zelfbehoud van elk afzonderlijk en van het geheel. Die interesse van de dingen voor elkaar, die getrapte en hiërarchisch opgebouwde samenwerking, ligt b.v. aan de basis van een boom.

    En weer stoten we op de vraag: Waar ligt de basis voor die over zo erg verschillende niveaus gespreide interesses en interacties? Miljarden jaren evolutie inroepen is het probleem toedekken. In elk geval liggen de mogelijkheden in-gevouwen, in-geplooid in de materie voordat ze er zich uit zouden kunnen ont-wikkelen, op mineraal, vegetatief of animaal niveau.

    Er huist in de zo verschillende dingen, in hun naakte materialiteit blijkbaar een fundamentele congenialiteit, een diepe zijnsverbondenheid.

    21-03-2006 om 17:39 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-03-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Waarnemen leidt tot vragen

    10. Zoektocht bewegwijzerd door vraagtekens

    Vervolg

    3.0 Waarnemen leidt tot vragen

    Nu komen we aan een derde reeks waarnemingen. Want er valt nog meer waar te nemen in de realiteit waarin we leven. Overal ontmoet je complexe zijnden. In feite zie je alleen complexe zijnden. Enkelvoudige, simpele zijnden zijn man-made, zijn artefacten, zijn kunstmatig, zoals b.v. gedemineraliseerd water. Simpele zijnden bestaan dus niet uit zichzelf. Het vraagt b.v. veel zorg om een aseptisch milieu te scheppen, om zuivere rassen te kweken, om allerlei interacties, complexiteiten en de vermengingen van de vele verschillende zijnden te weren. In elk ziekenhuis zijn nabij de ok's de 'terminators' zeer actief. Elke plaats is complex. Elk gebouw is complex. Ook een spin is complex. In al hun eenvoud zijn zelfs bacteriën of virussen complex. Ze zijn niet alleen complex, maar ook nog perfect gecoördineerd. Intern gecoördineerd, maar ook extern gecoördineerd en aangepast aan het milieu.

    Vraag: vanwaar en waarom die complexiteit en die coördinatie? Die gecoördineerde complexiteit?

     

    3.1 Vragen?

    Hoe meer we kijken en hoe meer we zien, hoe meer vragen voor ons opdoemen. Het blijkt dat zien toch niet het laatste is. Het blijkt tevens dat zien geen gladde glijbaan naar kennis is: het leidt ons naar nog meer vragen. En zeker niet naar definitieve antwoorden.

    Dat refreintje hebben de dichters ons al vaker voorgezongen.

    3.2

    Daal je af naar kleinere niveaus, dan wordt noch de complexiteit noch de coördinatie er eenvoudiger of simpeler op. Integendeel, de complexiteit en de coördinatie worden zelfs intenser en omvattender.

    3.2.a

    Elk levend lichaam is een complex van organen, die intens op elkaar afgestemd zijn, die intens samenwerkend en gecoördineerd in elkaars dienst staan en die in hun werking van elkaar afhankelijk zijn. Elk orgaan werkt afzonderlijk volgens een eigen, interne wetmatigheid en toch tevens sterk in voeling met al de andere organen, onder supervisie van het hele lichaam. Alleen in een dood lichaam verliezen die vele organen en hun elementen alle coördinatie en gaan nu zelfs al die vooraf elkaar via interacties compenserende elementen hun eigen gang en hernemen ze hun onafhankelijkheid en totale autonomie. Bij de dood valt het effect van de compenserende gerichtheid en coördinatie weg. De compensatoire interactie stokt. Nabijheid leidt dan tot wederzijdse afbraak.

    Vraag: Wat maakt dat die organen, bij leven, alle hun autonomie zo intens op elkaar afstellen en afstemmen, en hun acties bijna uitsluitend in compensatoire interacties inbouwen? En hoe komt het dat na de dood die gerichtheid op elkaar omslaat en dat de autonomie van elk orgaan, helemaal alleen en totaal losgeslagen, haar eigen wetmatigheden volgt, zonder oog voor de compensatoire gevolgen van de interacties voor het geheel?

    3.2.b

    Onderzoek je nu binnen het lichaam de organen, dan stuit je weer op complexiteit en coördinatie. Elk orgaan op zich is weer een complex van intens samenwerkende, gecoördineerde en georganiseerde onderdelen. Bloed, nieren, of longen, ze zijn complex, complex in zichzelf en complex in hun interacties met de omringende organen. Elke knie, elke enkel, elke voet b.v. is op zich een wonder van coördinatie, functionaliteit en zuinigheid.

    3.2.c

    Nog lager op de schaal van grootheden vind je de cel. De gewone leek loopt normaal verloren in de complexiteit van elke op zich toch zo onooglijke cel. Het vraagt jaren intense studie om die complexiteit enigszins te kunnen overzien. Het heeft eeuwen studie van de knapste koppen gevergd, en er was soms zelfs beunhazerij in het spel om de samenstelling ervan te ontrafelen. Hoe verscheiden de cellen in elk lichaam ook wezen, hoe complex elke cel afzonderlijk ook weze, toch zijn tussen alle cellen opvallende constanten en gelijkenissen, structuren en patronen te vinden. Ik vraag me af of we die hechte coördinatie niet kunnen beschouwen als een vorm van transcendentie op het niveau van de materie, van de elementen.

    3.2.d

    Wenden we ons tot de anorganische wereld, dan stoten we ook daar vlug op een veelheid en verscheidenheid en op een complexiteit van moleculen en atomen. En weer ontmoet je in die veelheid en verscheidenheid opvallend veel constanten, overeenkomsten en gelijkenissen. Mendelejev heeft die verscheidenheid en die constanten in een overzichtelijke tabel weten te ordenen, in zijn beroemd Periodiek Systeem.

    3.3 Conclusie

    Dat de materie een ellendig hoopje chaos zou zijn, opgesloten in zichzelf, wordt door de materie zelf flagrant tegengesproken. We worden verbaasd door de overrompelende veelheid, door de verwarrende verscheidenheid en door het feit dat daarin toch zoveel eenheid en eenvoud, zovele constanten en gelijkenissen te vinden zijn. Overbluft ook door zoveel gecoördineerde compensatoire interacties.

    Dat gestructureerde complexiteit mogelijk is! Dat coördinatie kàn!

    Zoveel eenheid in veelheid: eenheid >< veelheid

    Zoveel constanten in verscheidenheid: gelijkenis>< verscheidenheid

    Zoveel bestendigheid in veranderingen: continuïteit >< veranderlijkheid

    Continuïteit in veranderingen? Gerichtheid? Welke? Hoe kun je dat verklaren? Hoe verklaar je die tegenstellingen? Vanwaar komen die? Wat ligt daar aan de basis? Wat verbindt die?

    3.4

    Maar, zijn dat vragen die ons nog echt bezighouden? Of beschouwen we die vragen als beuzelarijen? Zijn we daar niet allang blind en immuun voor? Kijken we van deze verschijnselen nog wel op, ze doen zich immers in onnoemelijke aantallen dagelijks voor onze ogen voor. Verwonderen we ons nog over een celdeling? Is toch niet elke celdeling een wonder op zich? Een wonder van complexiteit en accuratesse. Een wonder van gedrongen en geïntegreerde veelheid. Maar omdat ze zich miljarden malen dagelijks onzichtbaar voor het blote oog afspeelt, vallen ze buiten onze aandacht. Is niet ELK levend wezen een mysterie? Een wonder van geïntegreerde en gecoördineerde veelheid. Zet niet elke vorm van leven de wetten van de thermodynamica en de entropie een lange neus? Zijn wij niet blind voor het mysterie van het leven dat ons voortdurend omgeeft en draagt?

    M. Heidegger vond dat het net de taak van de filosofie was de schaal van het voor de hand liggende, van het vanzelfsprekende te doorbreken. Ons attent te maken en open te stellen voor het zich constant voltrekkende en herhalende wonder van het Zijn en het zijnde en van het Zijn in de gestalte van het leven. Al de rest was bladvulling, goed voor derderangs geleerden. Toch!

    20-03-2006 om 09:45 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 23/07-29/07 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 18/12-24/12 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 13/02-19/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek
  • Heidegger

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!