Inhoud blog
  • Bodifée, God en het gesteente
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Zijnzoeken
    In het spoor van Heidegger zoeken naar de zin van Zijn.
    22-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lichaam & Ziel: Te vertrouwde denkbeelden? 3. Vervolg : 'Ziel'

                                      'Ziel'

    3. Vervolg


    Eeuwen lang omschreef de filosofie de ziel als 'vorm van het lichaam'. Is die omschrijving niet te arm? Is dat tweespan niet een verminking? Een letale amputatie? Het gaat echt niet om een tweespan, maar veeleer om een trojka, om een driepolig samenwerkings-verband. De vereniging lichaam-ziel is gericht op een iets dat buiten en boven het tweepolig verband uitstijgt. Lichaam én ziel spannen samen OM TE.... Het gaat niet om droogzwemmen. Het gaat niet om materia-sec-weg te 'informeren'. Het lichaam is er niet om de ziel. De zin van de ziel bestaat er niet in het lichaam te 'informeren'. Ze zijn er echter beide voor de mens. Ze zijn er voor het mysterieuze Ego waaraan samen ze gestalte geven. Beide, lichaam en ziel samen, zijn in hun coördinatie gericht op een levend Ego dat op een eigenzinnige, originele wijze kan voelen en denken; dat op een eigenzinnige en creatieve wijze kan omgaan met de wereld. Lichaam en ziel zijn samen gericht op een persoonlijk humaan leven. De vereniging van ziel en lichaam is gericht op een derde term, op een pro-duct (pro-ducere.), op leven als mens. De ziel vormt het lichaam om tot een creatief, tot een menselijk in de wereld staan om humaan deel te nemen aan het allesomvattende compensatoir interageren met het doel de Grijns te overleven. Beide, lichaam en ziel, beperkt in hun Zijn, 'vinden elkaar', werken samen, ondersteunen elkaar ogivaal, scheppen leven en overleven als mens de Grijns.

    Samen verhogen, verheffen en overtreffen ze elkaars afzonderlijke mogelijkheden. Net zoals de kruikvorm het materiaal klei of koper tot kruik maakt OM vloeistof TE bevatten. Zonder het materiaal klei of koper, zonder kruikvorm is geen vloeistof te vinden, althans: alle vloeistof zou spoorloos verdwijnen in alle bereikbare lager gelegen gaten. De kruik, als eenheid van klei en vorm, maakt de vloeistof tot vloeistof, en maakt het schenken mogelijk. Schenken is een beheerst, man-powered vloeien. In de kruik beheersen we het vloeien. (Vloeien zelf is ook een vorm, maar een vorm van 'agere', van 'doen'.) In de kruik wordt het vloeien van de vloeistof 'humaan', ondergeschikt, 'gemanicuurd', gemanipuleerd. De kruik is driepolig: materie, vorm en vloeistof-om-te-schenken. Om via de kruik de wijn al schenkend in vriendschap te laten vloeien. Zo ook 'pro-duceert' de versmelting lichaam-ziel een 'derde', iets dat buiten hen beide ligt: mogelijkheden tot een humaan leven, tot een eigenzinnig Ego.

    'Buiten'? Neen.

    En toch ligt die mogelijkheid op een humaan leven van een 'mens' wel binnen de mogelijkheden van lichaam en ziel, maar enkel als ze 'verzameld', als ze gecoördineerd worden, op elkaar betrokken worden. Ze 'produceren' bijna eindeloze mogelijkheden op een humaan leven, op iets dat buiten, boven elk 'element' afzonderlijk uitstijgt. Maar dat 'boven' ligt wel binnen het 'telos', binnen de entelechie van elk principe afzonderlijk, binnen elks voltooiing. Lichaam en ziel vol-tooien elkaar op een hoger zijnsniveau. De ziel lokt uit het lichaam andere, nieuwe, onvermoede, niet te voorziene mogelijkheden. Et vice versa. Daarvan getuigen talloze kunstwerken in al hun verscheidenheid. Het telos van lichaam en ziel samen is een open telos, een goudader vol pure mogelijkheden, die op actualisatie wachten; geen vooraf uitgetekend of vastgesteld doel.

    ***                        ***
    ***

    Voelen - denken

    Voor sommigen zijn denken en voelen louter producten van de hersenen zoals speeksel een product is van speekselklieren. Louter Pavlov-reflexen.

    Hun moet toegegeven worden dat men, nadien, achteraf, van het 'product' wel terug kan redeneren en de 'oorzaken' van de prestatie kan 'terugvinden', blootleggen. Men kan de 'pro-ducten' denken of voelen 're- duceren' naar hun her-komst. Maar men kan ze van daaruit niet voorspellen. Men kan nooit, uitgaande van de oorzaken, concrete gedachten of gevoelens voorspellen. Men kan van een kind naar de vader en moeder 'terugdenken'; maar nooit vanuit die twee mensen dit concrete kind denken en voorspellen.

    Het opmerkelijke aan de samenwerking tussen lichaam en ziel is, dat ze niet alleen elkaar uitlokken, maar uit elk de 'volheid' halen, elk tot 'overdrive', tot 'overproductie' aanzetten. Want alleen een LEVEND oog kan zien. Want alleen een LEVEND oor kan horen. Niet de materialen waaruit oog of oor zijn opgebouwd. Deze pc kan dan wel de neutrale trillingen van een CD aflezen, maar dat is dan ook alles. Alleen ik, als levende mens, HOOR Mozart; alleen ik, als levend Ego, GENIET van Mozart. Als het leven weg is, blijven dezelfde trillingen aanwezig, maar met het leven verdwijnen het Zien en het Horen, verdwijnt Mozart. Verdwijnt de unieke verstrengeling.

    Dat is het geheim van de zichzelf overstijgende coöperatie stof-vorm. Ze maken elkaar mogelijk. Ze omarmen elkaar. Ze verstrengelen, 'mingle'; ze verdwijnen in elkaar om op een hoger zijnsniveau een nieuw zijnde te produceren. Wie denkt b.v. bij het tv kijken aan de materialen die in een toestel zitten? En dat toestel presteert iets waartoe geen enkel onderdeel alleen in staat is. Pas in en door de coördinatie van alle, in de samenhang van het geheel, bereikt elk deel een hogere zijnsvorm, een stralender manifestatie-vorm. In een kruik verdwijnt de klei om vloeistof te bevatten en te 'stichten', bijeen te houden, 'boven de aarde' te houden; 'buitengaats' te houden. De kruik belet dat de vloeistof in alle bereikbare gaten wegspoelt. Maar zo commandeert het doel én de vorm én de stof. Zo commandeert het schenken van de vloeistof én de materie én de vorm. Een driepolig verband. Niet het tweespan, maar de trojka werkt.

    22-04-2006 om 10:11 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    21-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lichaam & ziel: te vertrouwde denkbeelden? 1. Vervolg

    Lichaam & ziel: te vertrouwde denkbeelden?
    1. Vervolg  
    « Das Leben legt sich aus! » herhaalde Dilthey. Het leven is niet door iets anders te verklaren, is niet tot iets anders te reduceren. Het leven heeft een eigenheid die het niet kreeg van iets anders. Het wordt 'elders' wel mogelijk gemaakt, en je kunt wel terugredeneren naar verschillende 'oorzaken', je kunt wel 'bronnen' aanwijzen. Maar, dat gebeurt achteraf. Wat het leven met de oorzaken uit het verleden aanvangt in de toekomst, dat valt nooit te voorspellen. Voor-uit kun je niets voorspellen dat specifiek is voor het leven. We kunnen b.v. wel een lijstje maken van de condities die vervuld moeten worden opdat er leven mogelijk zou zijn op enige andere planeet, maar we kunnen niet voorspellen welke concrete vorm van leven er dan ontstaan zou zijn. We kunnen wel hypotheses construeren, 'niches' bedenken, denkbeeldige biotopen of habitats inrichten. Maar van daaruit geen concrete levensvorm voorspellen.

    Alle leven roept echt alle hens aan dek. Het eist constant alle zeilen bij te zetten. Het weet ook van alle hout pijlen te maken en is voor geen gat te vangen. Leven spreekt alle elementen aan, jaagt ze allemaal 'uit hun kot', doet ze tevens op de toppen van hun tenen lopen en drijft ze alle op tot topprestaties: met minder is leven nooit tevreden. Leven test alle combinaties uit, bespeelt alle hiërarchieën, coördineert totaal onvoorspelbare structuren en rekt alle complexiteiten tot hun uiterste draagkracht en verstrengelt de elementen ervan volgens een feilloze coördinatie.

    Leven is steeds over-leven. Leven is steeds het tijdsverloop neutraliseren en te kijk zetten. Leven zet constant de Grijns van het Niets een lange neus. Al levend houden we onszelf voort-durend, zonder onderbreken, wankel staande (staan). Gelukkig kunnen we dat 'constant', dat 'voort-durend' gedeeltelijk overlaten aan een 'automaton'. Gelukkig zijn we 'kosmisch', 'aards' genoeg en zorgt dit kosmische in ons, met zijn nooit aflatende fysica en alomtegenwoordige chemie, normaal voor een feilloze afhandeling van het onophoudelijke in stand houden van ons Ego. Ademhaling, spijsvertering, bloedsomloop draaien continu op cruise control en geven ons zo de ruimte om van het leven te genieten en onvoorziene mogelijkheden te verkennen.

    Dat kosmische, waarop de automatisering (Cf. Marc André, een vergeten filosoof) van onze instandhouding zo zwaar leunt, maakt ons vrij voor 'hogere' taken en activiteiten. Het geeft ons de ruimte om te voelen en te denken. Ik heb zo pas gegeten en gedronken. Wat er nu verder met het 'ingeslagene' gebeurt, zal mij, in normale omstandigheden, een zorg zijn. Maar het houdt me wel in leven, het houdt me wel gaande en staande. Het laat me wel toe nu te lezen, na te denken, te schrijven. Het 'funderende' werk daarvoor gebeurt diep in mij en toch buiten mijn bewuste bekommernis om. Automatisch. Zonder jokers. Opmerkelijk toch dat leven op een blinde kosmische sokkel.

    In het leven floreert de kosmische materie, komt ze tot haar ware bestemming: de stekelige distel bloeit mooi! Geniet van de roos, van haar vorm, kleur en geur. Verras je geliefde met een orchidee. Sluip mee met de soepelheid van de luipaard of spring met de kracht van de leeuw. Verbaas je over de met wapperende manen woest steigerende hengst. Voel je een spat water op de kruin van een golf in de oceaan als de walvis duikt. Zweef statig hoog in de lucht met de albatros gedragen door de thermiek, of scheer sierlijk als de zwaluw laag over het water. Of maak je bescheiden en lief als het muisje. Frul als een poes, kwispel als een hond of fladder als een vlinder. In elk wezen bereikt de materie telkens, voorlopig, een complexe perfectie, een toppunt van haar mogelijkheden. In het levende glorieert de materie, triomfeert het Zijn.

    Wij kunnen echter maar leven in een omvattend, samenhangend en dragend geheel, in een complex netwerk van zinvolle verbanden, van compensatoire interacties. Binnen die netwerken zijn selecterende en coördinerende magnetische krachtlijnen actief. Kàn ik mezelf ànders zien dan als gedragen door een geheel? Anders dan omgeven door ontelbare andere, verschillende, onderscheiden zijnden, waarvan ik in feite niet te scheiden ben? Kàn ik mezelf ànders zien dan in een landschap, in een tuin met weerbarstig gras, omgeven door bomen, in het gezelschap van vogels, poezen, een hond of soms een verdwaalde fazant? Anders dan overgoten door zonlicht of schuilend voor regen of onweer? Kàn ik mezelf ànders zien dan gehuisvest, gekleed, geschoeid? Anders dan gevoed, voorzien van drank en frisse lucht inademend en badend in weldoend zonlicht? Kàn ik mezelf ànders zien dan omgeven door vele mensen: mijn vrouw, mijn kinderen, mijn kleinkinderen? Anders dan ingebed in een buurt, een gemeenschap, een dorp, een vriendenkring, dichters en denkers? Anders dan omgeven door boeken? Kàn ik mezelf ànders zien dan gevat in en gedragen door het kluwen van oeroude interpretaties, aangereikte betekenissen en zinvolle verbanden waarin al deze dingen met en op elkaar intens betrokken zijn? Anders dan in verstandhouding en in wisselwerking met zinvolheid? Anders dan gedragen door vertrouwde denkbeelden?

    Telkens als ik 'Ik' zeg, zijn al die mensen en dingen in dit 'Ik' meebegrepen. Zonder hen zou er geen Ik bestaan; zou er geen leven of begrijpen zijn. Zou er geen Ego-als-beslissingscentrum zijn. 'Ik' is nooit los verkrijgbaar. 'Ik' is steeds een verzameling. Een kleine kosmos. Een eigenzinnig geheel op zich, met vele eigenzinnig selecterende openingen naar vele andere 'werelden'. Ego is een aanzuigend centrum, waarin alles tot een eigenzinnige coherentie samenstroomt. Elk Ego, weze hij een woestijnkluizenaar of een styliet, is een centrum van onmisbare en complexe betekenisverbanden, en leeft enkel dankzij deze verbanden. Is maar een particulier, indivudeel Ego mogelijk dankzij hem aangereikte vertrouwde denkbeelden, op een voetstuk van causale processen die beheerst worden door blinde, noodzakelijke en universele wetten.

    Want alle leven is constant actief en op zijn qui-vive zijn, is strijdend tegen de Grijns zijnsverbonden zijn met de omgeving. Is in veroverende wissel-werking staan met de omgevende mensen en de zijnden om samen te overleven. Leven is steeds een gewild, uitgelokt en beheerst vooruitvallen om alle on-gevallen te voorkomen, om

    samen de Grijns van het Niets te doorstaan en eraan voorbij te leven.

    21-04-2006 om 15:41 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    20-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.13. Lichaam & Ziel: te vertrouwde denkbeelden?

    13. Lichaam & Ziel

    Te vertrouwde denkbeelden ?

    Al staat iedereen open voor verrassingen om de dagelijkse sleur te onderbreken en op te vrolijken, toch vinden we het ook comfortabel om te leven met en vanuit 'vertrouwde denkbeelden'. En zou met die vertrouwde denkbeelden iets mis zijn? Misschien hebben sommigen daar wel problemen mee: ze verkiezen waarschijnlijk een leven vol avontuur. Toch is leven met en vanuit vertrouwde denkbeelden heel menselijk.

    Maar gebruiken we de wending niet te gemakkelijk, te achteloos, te routineus en te onnadenkend, toch te vertrouwd? In de wending « vertrouwde denkbeelden » schuilt immers een wereldvisie.

    Een kijk op de werkelijkheid. In de kosmos wordt niet met denkbeelden 'gewerkt', daar geldt alleen de dwingende contactcausaliteit van de klop-van-de-hamer-op-de-spijker. Tegenover deze dwingende contactcausaliteit staan de speelse menselijke denkbeelden vol wispelturige jokers. Die denkbeelden smokkelen distantie en vrije speelruimte in de realiteit; en spelen zo een bevrijdende rol. In denkbeelden transponeren we de vluchtige gegeven realiteit, chaotisch gevuld met enkel kleverige, concrete particulariteiten en singulariteiten om tot een hiërarchisch gestructureerde, overzichtelijk geordende, gestileerde en beheersbare humane kosmos.

    Via denkbeelden wrikken we ons vrij uit de greep van het kleverig concrete, uit de drukkende dwang van de onverbiddelijke natuurwetten, hakken we ons een vrije speelruimte in tijd en ruimte. Via denkbeelden ontsnappen we aan het beknellende van het Hier en Nu, overstijgen we de opdringerigheid van het vluchtige ogenblik en bevrijden we ons van de chaos van de concrete situatie. Via denkbeelden ook isoleren we zijnden, zetten we ze apart, identificeren we ze en maken we ze zichtbaar en benoembaar; maar we verzamelen zo ook de zijnden, we categoriseren ze en we leggen tussen de zijnden ook verbanden: werkings- en interactieverbanden. Andere verbanden dan het toeval, dan het toevallige Hier en Nu ons in de situatie opdringt.

    'Vertrouwde denkbeelden' werken selecterend als osmose-membranen, met een selectieve doorlaatpolitiek: wat perspectief geeft en zijnstoekomst opent, laten we binnen; wat onbruikbaar is, hindert, zijnsbedreigend of ongepast is, wordt verbeurd verklaard.

    Maar achter die woordgroep 'vertrouwde denkbeelden' schuilt nog méér. Acher dat 'vertrouwde' schuilt de mens zelf: de denkbeelden zijn 'vertrouwd' omdat de mens er zichzelf in terugvindt, er zijn eigen spiegelbeeld in ziet: hij ziet zichzelf uitgespreid en verkruimeld over de dingen van de wereld. Hij herschikt de hem omgevende zijnden volgens eigen inzichten, zondert af wat hij nodig heeft b.v. 'kruiden' tegenover 'onkruiden', 'dieren' tegenover 'ongedierte'; verzamelt naar zijn behoeften: b.v. melkvee tegenover mestvee; leg-, braad-, scharrel-, soep-, slacht-, mest-, broedkippen; de trek-, karren-, ploeg-, race-, tuig- of springpaarden zijn categorieën door mensen bedacht waarin geen paard ondergebracht wil worden . In de kennis van de wereld, in de 'vertrouwde denkbeelden' legt de mens zichzelf met zijn emoties, zijn wensen, zijn noden en behoeften bloot. Via deze gemeenschappelijk opgebouwde en trouw doorgegeven denkbeelden maken de mensen een humaan leven mogelijk.

    20-04-2006 om 09:55 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    19-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VAN CAUSALITEIT NAAR INTERACTIE, Vervolg & slot

    VAN CAUSALITEIT NAAR INTERACTIE

    Vervolg en slot

    Neem nu het concept: redeneren. Redeneren kun je alleen binnen de eenrichtingscausaliteit van en op basis van de lineaire universele wetten. Dat zijn wetten waaraan zelfs de almachtige God niets kan veranderen. Ook voor Hem blijft 17 een priemgetal. In welke schepping ook, in elk denkbaar universum zal 13 een priemgetal blijven. Einstein drong God nieuwe formules op.

    Redeneren legt het eenrichtingsverkeer van het kosmische bloot. Meer niet.

    Neem een auto. Heel de auto werkt binnen de lineaire universele kosmische wetmatigheid. Helemaal. In een garage is men met die lineaire universele wetten bezig en moet men zich daaraan braafjes onderwerpen wil men resultaten boeken. Daar gelden geen jokers. Reeds Bacon zei:"Natura vincitur nisi parendo"? (De natuur wordt maar overwonnen door eraan te gehoorzamen.)

    Maar zodra een chauffeur de garage verlaat, doet hij of zij met zijn of haar auto wat hij of zij wil. Hij of zij rijdt waar, wanneer, met wie en zoals hij of zij wil. Dan spelen de jokers. Dan is de mens vrij. Wel binnen de krijtlijnen van de lineaire universele wetten die zijn 'spelen' dragen. En mogelijk maken. Dat is het vervoerende van b.v. het voetbalspel: dat is gestroomlijnde, georganiseerde chaos, daar gelden alle kosmische ballistische wetten, en de mens speelt daarmee. Hij strooit overal jokers rond. En de jokers maken de aantrekkelijkheid van het schouwspel uit. De jokers! Niet het kosmische geweld.

     

    *** ***

    ***

    Wat is de grond waaruit alle interactie ontspringt? Dat is de fundamentele zijnscontingentie van alle beperkte zijnden. Geen zijnde draagt in zich voldoende Zijn om uit eigen cru de eigen bestendiging in het Zijn te verzekeren. Elke zijnde moet voor de eigen instandhouding aankloppen bij de buren en tevens openstaan voor het aankloppen van die buren. Uitreiken en aanreiken. Zo is elke interactie een compensatoire interactie: een onmisbare Zijnstransfusie tussen contingente zijnden.

    In het klassieke causaliteitsdenken wordt die Zijnstransfusie exclusief als eenrichtingsverkeer gedacht van oorzaak naar gevolg, onontwijkbaar.

    Gaande de evolutie van de kosmos wordt het eenrichtingsverkeer in de interacties steeds nadrukkelijker doorbroken door wederzijdse wisselwerkingen, door wederzijdse ondersteuning en bevestiging in het Zijn, tot die ontwikkeling bij de mens een toppunt van wederkerigheid bereikt. De mens heeft het overleven van het Zijn zelf tot taak. Te Zijn is onze professie. In de mens komt de interactie tussen de zijnden tot zelfbewustzijn, tot doorleving en beleving. In elk Ego komt het willen overleven tot helder bewustzijn en tot volle wasdom. De Zijnstransfusie krijgt haar volwassen gestalte in de liefde en de ootmoed: we willen dat we zelf met de anderen overleven. We stappen ootmoedig af van onze voorrechten en voordelen om met de anderen de nooddruft te delen. Zo krijgt oorzakelijkheid in en door de mens een totaal nieuwe tonaliteit en verliest ze haar tirannieke kosmische eigenschappen.

    Uit de Bijbel worden ons andere, meer menselijke categorieën aangereikt als: verbond, luisteren, gehoorzamen, trouw. Dat zijn geen eigenschappen van de kosmische wetmatigheden. Deze categorieën echter bulken van de jokers. Ze vangen de mens niet in strak knellende banden.

    Gaan we dat even na in de metafoor van de stem, van de roeping. Hoe humaan in haar interacties is de stem? Hoe weinig kosmisch? Hoeveel uitwijkmogelijkheden, hoeveel jokers biedt de stem niet? Hoe nadrukkelijk onnadrukkelijk is de stem niet? Geen onontkoombare dreun van de hamer op de spijker. Ieder kan doen alsof hij of zij niets hoort, niets verstaat, doen alsof hij of zij met zijn aandacht elders is, of de aandacht afleiden door zelf te beginnen. Wat is hier de directe band tussen actie en reactie? Tussen druk en weerstand? De roep is als de speelruimte tussen wiel en as, die het wiel zijn bewegingsvrijheid geeft, en de as haar vast aanhechtingspunt laat behouden. Het bij het roepen aanleunende horen hoort thuis in het basale vrije openstaan naar en voor de buitenwereld.

    De stem biedt ruimte voor het onvoorziene, het onberekenbare, het niet deduceerbare, het innoverende, inventieve en creatieve. De metafoor van de stem overstijgt zichzelf. De metafoor van de stem sluit loepzuiver aan bij het gebeuren van de humane zijnstransfusie in de interactie: de roep wekt wel, maakt wel attent, suggereert wel een echorichting, roept wel op, maar dwingt niet, zet geen kluisters, laat vrij improviseren of innoveren. Althans zo ver als de Grijns van het Niets ons laat rukken aan onze tuilijn.

    Ten diepste speelt alle interactie, werkt alle zachte causaliteit in het kader van het contractio - epifanie-gebeuren. Die vrijheid, die jokers, laten elk Ego toe de wereld te doorleven en te beleven op zijn eigen, unieke en onvervangbare wijze. Vrijheid geeft elk Ego zijn eigen, enige en uitzonderlijke epifaniemogelijkheden. Dank zij die vele jokers krijgt door elk Ego de kosmos zijn enige, onvervangbare betekenis en beleving, wordt de lijster op een tak een teken van iets méér. (Cz. Milosz)

    Met deze visie op de oorzakelijkheid als vrije interacties tussen de contingente zijnden om de Grijns van het Niets voorbij te leven, met in onze handen vele jokers om een eigen zinvolle wereld op te bouwen zijn we ver verwijderd van de bijna feilloos voorgeprogrammeerde reacties van willoze automaten die fantasieloos reageren op elke druk op een knop.·

    19-04-2006 om 10:15 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    18-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van causaliteit naar vrije interactie

    12. Eenrichtingsverkeer?

    Van causaliteit naar vrije interactie

    's Morgens steken we achteloos de startsleutel in het slot van de auto en de motor slaat aan. Zonder dralen, zonder sputteren. Zo zijn we dat gewoon. Zo moet dat zijn. Een druk op de schakelknop en de kamer baadt in het licht. Een druk op de afstandsbediening en de tv spuit een wervelende overvloed aan beelden en klanken de kamer in. De piloot haalt een handel over en het vliegtuig taxiet over de startbaan om zich weldra van de tarmac los te maken. Verstrooid wat knopjes indrukken en je bent in gesprek met je dochter in Dakar. Een muisklik en je mail bereikt de antipoden.

    De wereld lijkt aan de toppen van onze vingers te hangen, lijkt wel een verlengstuk ervan. We worden door de apparaten rondom ons geconditioneerd om met perfect geprogrammeerde automaten om te gaan. De auto raast tegen 120 km/h over de snelweg, de chauffeur houdt het stuur lichtjes vast tussen duim en wijsvinger; hij of zij hoeft niet eens met de voet het gaspedaal te beroeren, want de cruise control houdt zelfstandig een vaste snelheid aan. Welke inspanning levert de chauffeur daarvoor? Wat doet hij of zij om zich zo snel te verplaatsen? Heeft hij of zij enige besef van het feit dat de energie daarvoor reeds miljoenen jaren geleden werd verzameld en geconcentreerd? Kent hij de geschiedenis van de naam Shell wel?

    Is er nog een evenredige verhouding tussen het begin of de aanzet van een proces, het verloop van het proces zelf en het resultaat? Of tussen de energie die we zelf leveren en die het proces in zijn verloop nodig heeft? Welke realiteit ontmoeten de jongeren in deze wereld van geprogrammeerde automaten? Moet die realiteit hun niet toeschijnen als bestaande uit knopjes waarop je enkel moet drukken en uit hendeltjes die je moet overhalen? Enige zweem van evenwicht tussen oorzaak en gevolg? Tussen lichamelijke energie en geleverde prestatie? Heeft de evolutie van onze technologie Hume dan toch gelijk gegeven in zijn twijfelen aan enig oorzakelijk verband?

    Is ook niet alle evenwicht verloren tussen inzicht in de complexiteit van het verloop van het proces en het effect? Wie surft niet gezwind van site naar site? Maar hoevelen weten wat er voorbij hun toetsenbord of hun muis, achter de schermen, gebeurt? Schakelen we niet de meest ingewikkelde processen in, ongehinderd door enige kennis van hun complexiteit? Is het soms daarom dat zich nu in het al te rechttoe rechtaan denken over oorzakelijkheid verschuivingen voordoen?

    Heerste in het klassieke causaliteitsdenken niet de tirannie van de logica, het despotisme van de tastbare, turfbare of meetbare feiten? Is het causaliteitsdenken geen dwangmatig denken volgens een rigide lineariteit, die absoluut geen afwijkingen kent? De spijker heeft immers geen ander heenkomen als de hamer hem voldoende krachtig op de kop klopt: hij moet het hout in.

    Is dat niet het beeld van de causaliteit dat we hadden? En dat tirannieke causaliteitsdenken wordt onversneden op alles zonder onderscheid toegepast.

    Is dat causaliteitsdenken niet een te exclusief en verarmend eenrichtingsdenken? Zouden we ons interpretatiemogelijkheden niet gevoelig verruimen indien we van dit lineaire oorzakelijkheidsdenken zouden overschakelen naar een interactiedenken dat rijker is aan onvoorzienbare bifurcaties, variaties en innovaties? Zou ons denken ook niet humaner worden als we wat meer jokers en schakelmogelijkheden inlasten in onze denkprocessen? Zitten de jokers niet te paard op de waterscheiding tussen kosmos en mens, tussen de kosmische elementen en het menselijk bestaan? In de kosmos 'speelt' nooit een joker. Daar is geen 'speling', geen speel-ruimte, geen frictieplaat. Geen schakelbord. In de kosmos heerst alleen 'Klop-Boem'. Unumgänglich. De mens echter, die zit vol jokers, hij of zij lééft juist humaan bij de gratie van de jokers. In het humane 'spelen' andere contacten, gelden andere relaties, interacties of verhoudingen.

    Laat ons vertrekken van een tekst van P. Schmidt, In de handen van Mensen, p. 107. Je struikelt daar over de volgende 'humane' contacten en interacties die elk weer vol jokers zitten. Interacties waarbij de andere pool het contact moet erkennen, aanvaarden, vrij in zich opnemen, er zich vrij mee moet 'verenigen'. ('Endorse it'.)
    Het zijn momenten van die 'zachte causaliteit', die niets hebben van de onverbiddelijke 'klop-van-de-hamer-op-de-spijker', maar interacties die krioelen van de willekeurig, vrij naar goeddunken inzetbare jokers: goed nieuws, geloven, verbond, vertrouwen, vinden, tekenen van, beluisteren, woord, gedenken, delen, omkering, geloof, hoop, liefde, bevrijding, beminnen, redden, zingeving.

    Van deze causaliteitsvormen, doorspekt met jokers, vind je geen parallellen in de kosmos. In de kosmos werken alleen lineaire universele natuurwetten, zonder enig respect voor het individuele bestaan. De kosmos gaat voor geen enkel individu uit de weg. Daar is nooit goed nieuws, daar wordt geen geloof gevraagd, worden geen vrije verbonden gesloten, telt geen vertrouwen, hoef je niks te 'vinden', maar gebeurt alles gewoon, natuurnoodzakelijk. Voor elk gevolg is een oorzaak te identificeren; van elke oorzaak zijn de gevolgen duidelijk te voorspellen.

    Zolang een kind in de donkerte van de moederschoot vertoeft, wordt het gevormd volgens de lineaire universele wetten van de biologie, in toepassing van de wetten van de kosmos van kracht onder alle gesternten of hemelbreedtes. Volgens wetten die ook in de nevels van het Andromedastelsel gelden. Vòòr de geboorte zijn alle kinderen maar een exemplaar van de soort, in niets echt verschillend, gevormd volgens wetten die van Ionië tot Jena gelden. Alle zwangerschappen verlopen identiek. Maar eens het kind geboren is, groeit het op tot een kind van een bepaald volk, van een beperkte gemeenschap, van een familie, als lid met naam en toenaam van een gezin. Pas dan wordt het een eenmalige persoon. Een Ego, een eigen-zinnig en uniek wezen, een autonoom beslissingscentrum. Pas dan krijgt de humane, vrije, zachte causaliteit enige ruimte. Dan wordt een individu geboren.

    Ethiek ontstaat pas en noodzakelijker wijze in deze vrije jokerruimte van het vrije zelf beslissen. Geen lineaire universele wetten schragen het individu of koesteren de ontwikkelingsgang van de mens daarbij. Deze staat dan naakt voor de enorme opgave zichzelf van exemplaar tot uniek individu, tot een humaan Ego om te vormen. Martin Heidegger beschreef die opgave zeer scherp in zijn analyses van de angst.

    18-04-2006 om 00:00 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 23/07-29/07 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 18/12-24/12 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 13/02-19/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek
  • Heidegger

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!