Inhoud blog
  • Bodifée, God en het gesteente
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Zijnzoeken
    In het spoor van Heidegger zoeken naar de zin van Zijn.
    30-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Het kosmisch causale versus het humane emergente

    In het Zijn onderscheid ik twee bereiken : het strak omschreven kosmisch causale gebied tegenover het open humane emergente bereik. De mens gebruikt de kosmisch causale interacties als voetsuk, als vertrekbasis, als springplank, als trampoline voor zijn vrije buitelingen in het bereik van het humaan emergente. De overgang, de start ligt in de interpretatie van de gegeven kosmische werkelijkheid. Interpreteren is reeds emergeren. Kennen-hoe-dan-ook, hoe-dan-ook, is reeds je losmaken van de gegevenheid, van de opdringerigheid van de gegeven dingen, creëert reeds een alternatieve , parallelle wereld, en tussenwereld, een stootkussen, een frictieplaat. Kennen is de frictcieplaat, de schakelkast met talloze variatiemogelijkheden . Griet Vandermassen schetst die schakelmoglijkheden in de inleidende paginae van haar boeiend boek Darwin voor Dames, (2005, p. 9-25), en ook in de afsluitende paginae (vanaf p. 138).

    Ik onderscheid in het totale Zijn twee tegengestelde bewegingen, al zijn ze mekaars spiegelbeelden. Spiegelbeelden in de zin dat ze met elkaar verbonden zijn, echter in tegengestelde zin. En toch liggen ze , op die wijze, in elkaars verlengde.

    Hoe werkt causaliteit ? Volgens de reeds door Aristoteles onderzochte categorieën. Die categorieën vinden hun toepassing in de voorhandene wereld, in de dingen. Daar heerst de dwang en de onmiddellijkheid van de contact-causaliteit. Emergentie echter werkt volgens wat Heidegger noemde Existentialia, die geen dingmatige relaties of interacties hebben.

    Causaliteit

    Vuur brandt altijd, zuurstof vreet altijd blootgesteld metaal weg, suiker zoet de koffie en zout geeft het voedsel zijn smaak. En dat zonder acht te slaan op verzachtend of verzwarende omstandigheden. Causaliteit werkt noodzakelijk, lineair en universeel. Daarom zijn de resultaten voorreken- en voorspelbaar. Elke causa werkt enkel voor zich, gaat recht op haar doel af, zonder consideratie voor mogelijke neveneffecten. Het crashende vliegtuig vraagt niet wie er mee vliegt, of een pas gehuwd koppel mee vliegt, een zwangere vrouw, een baby van zes maand of een beroemde voetbalploeg. De gevolgen en neveneffecten zijn voor de anderen. Causae hebben dus geen respect voor individuen. Kunnen nooit ter verantwoording geroepen worden.

    Dat heeft zijn voordelen. Loodlijnen zijn overal dezelfde. Zwaartekracht werkt overal op dezelfde manier, ook als ze niet lijkt te werken. De effecten van fysica en chemie, daar kun je oprekenen. Ze draaien perfect binnen hun eigen gebied.

    Men kan niet ontkennen dat ook in de kosmische causaliteit sporen van intentionaliteit te bespeuren vallen, een tendens naar uitbreken, naar emergeren. Aanzetten tot emergeren dus.

    Trillingen wekken andere trillingen op. Omdat trillingen op elkaar inspelen, elkaar oproepen en zich als het ware aan elkaar aanbieden; daarom zien we overal, bij alle volkeren, in alle culturen muziek ontstaan.

    Emergentie

    Hier moet ik veel voorzichtiger zijn in mijn uitspraken, want dat is als dusdanig nog nauwelijks verkend. Heidegger probeert daar aandacht voor te krijgen, via zijn Existzialen. In de diepte gaan de 175 pp. van zijn Was Heisst Denken ? (1952 ) daarover.

    Emergentie kent geen noodzakelijkheid, geen lineariteit, geen universaliteit. Emergentie richt zich op individuen, hun eigenheid en hun vrijheid. Emergent handelen is uiteraard onvoorspelbaar. Het kan steeds anders! Het roer kan nog altijd driemaal om! Terwijl causae blind zijn, leunt emergentie heel erg op (voor)kennis, inzicht, beoordeling volgens eigen en vaak ad hoc criteria, weglating, vrije selectie, vrije keuze, vrij handelen volgens eigen motieven, met als gevolg verantwoordelijkheid voor de gevolgen. (Braunroth) Emergent handelen heeft dus geen grond, geen fundamentum inconcussum, nooit evidentie, nooit vaste zekerheid; het steunt enkel op redenen, op redelijkheid, op waarschijnlijkheid, op aannemelijkheid. Je bewegend in het bereik van de emergentie ‘ben je er nooit’, ben je steeds onderweg, en sta je voortdurend voor viersprongen, kun je, mag je , nee, moet je voortdurend jokers inzetten, en inschatten waar je die inzet, zonder vaste grond. Niemand verzekert je de beste keuze.

    Men kan zeggen dat het emergentiebereik de ‘zacht, kwetsbare buik’ van het Zijn is. Binnen het emergentiebereik beweeg je je voortdurend op glad ijs. Daarom dat de wetenschappen dat gebeid mijden, want er valt daar weinig roem te halen, weinig succeshits te scoren.

    Waarom bijt M. Heidegger zich dan toch zo pitbull-gewijze 175 bladzijden lang vast in Was heisst Denken?

    Waarom stelt hij zo vaak diezelfde vraag? Suiker vraagt niet wat het in de koffie moet doen. Zout ook niet. Vuur ook niet. Zuurstof nog veel minder. Die moeten nooit denken! Die krijgen nooit de eis tot denken te horen! En waarom vragen wij ons nooit af : "Waarom niet?"?

    Waarom verwonderen wij ons nooit over dat denken? Het brengt op zich geen wetenschap voort!

    Denken produceert geen levenswijsheid. Lost geen wereldraadsels op. En biedt geen energie voor onmiddellijke acties. Denken is totaal nutteloos! Zuivere luxe!

    En toch blijft M. Heidegger die vraag 175 pp. lang stellen en herhalen! Hij neemt de hele dansvloer in, hij alleen en dartelt zwierig en breeduit over de hele ruimte . Waarvoor dient dat? Waarvoor is dat nodig? Welke nood wordt hier gediend? Is het omdat we blind geworden zijn voor die brede, gladde uitnodigende dansvloer? Omdat we te onbewust genieten van de zwier die we in het denken kunnen ontplooien? Wil M. Heidegger ons weer bewust maken van het wonder van het denken, van het kunnen, mogen, moeten denken? Nochtans, alle denken, alle denken is maar voorlopig! Op zich doet het niets! Het is het ‘Vorläufigste alles vorläufiges Tuns des Menschen, …’. Voorlopig, want het hitteschild dat ons beschermt tegen de verwoestende gloed van het Absolute Zijn. Denken is een stootkussen, een buffer die alle botsingen met het absolute Zijn opvangt en afzwakt.

    Waarom ‘heisst’?

    Waarom Denken?

    Waarom ‘heisst Denken’?

    Waarom ‘ ‘Was heisst Denken?

    En ik voeg eraan toe: Waarom ‘Wer heisst uns das Denken?’

    Geen van deze vragen heeft iets vandoen met de kosmos! Met causale verbanden of interacties, zoals vuur met water, suiker met koffie, of zuurstof met metaal.

    Waarom ‘heisst’? Speelt dat in de relatie water - vuur, zout – soep, suiker – koffie? Neen! Bij deze laatsten speelt de dwingend contact-causaliteit onafwendbaar. Maar bij denken spelen geen dwang-interacties.

    Heissen is drie-polig. Iets (1) eist iets (2) van iets/iemand (3).

    Hier ligt nergens enige onmiddellijkheid, directheid, Unumgänglichkeit. De eis moet door de andere eerste gehoord worden, erkend en aanvaard worden. Daarom moet de eiser de andere als andere, als anders, als een Zelf, als een Ego kennen en beoordelen; als een andere met eigen beoordelings-, inschattings-, en uitvoeringsvermogen. Dat zit in het eisen zelf! In het eisen zit verder een vrije wrijvingsruimte, een Spielraum, een frictieplaat en schakelkast. Een tussenruimte, een ruimte van vrijheid, voor wederzijds elkaar vinden, erkennen en aanvaarden en op elkaar afstemmen!

    Men kan van vuur niet zeggen dat het iets eist van het water, noch van het water dat het iets eist van het vuur. In kosmische processen is geen ruimte voor eisen. ‘Heissen’ ligt in het emergente bereik van het bevelen, van het oproepen, van het uitnodigen, van het verleiden.

    Waarom ‘eisen’? Omdat méér gevraagd wordt dan de gesloten stimulus – response-reactie, dan de oorzaak – gevolg - reactie. Méér! Eisen reikt naar diepere zijnslagen. Eisen tast naar de Zijnsgrond. Naar onze eigen Zijnsgrond.

    ‘Heissen’ veronderstelt veelheid en verscheidenheid. Impliceert tijd, impliceert ongelijkheid. Maar dan wel een raadselachtige ongelijkheid, een ‘wandelende’ ongelijkheid. Immers, ‘heissen’ doet een meerdere tegenover een mindere, een onderdanige. Die meerder heeft echter iets ‘minder’ dan die onderdaan, eist voor zich iets meer op van de mindere, heeft iets nodig van die mindere, waarvan hij dus erkent dat die iets meer heeft dan hijzelf. Al eisend erkent de meerdere dat hij de mindere van de mindere is. Hij erkent de ‘meerderheid’ van de mindere , en dus een voor hem negatieve ongelijkheid tegenover de mindere. Raar spel van het eisen! Het ‘heissen’ maakt de meerdere tot de mindere van de mindere. En maakt van de weeromstuit van de mindere de meerdere van de meerdere: ‘admirabile commercium’!

    Wat een raadselachtig verband , wat een wonderbaarlijk heen-en-weer tussen de zijnden schuilt achter dat ‘eisen’! Het emergentiegebeuren!

    ‘Was heisst Denken?’ Toch wel opmerkelijke vraag! Naar een echt on-kosmisch gebeuren dat we te onnadenkend, te gedachteloos ‘Denken’ noemen! Denken dat zich door geen grenzen laat inkluisteren. Zelfs niet door het Niets! Zelfs niet door het onmogelijke! We kunnen rustig vierkante cirkels bedenken, roze olifanten, vliegende gebraden kippen. Denkend overtreden we lustig alle regels van de logica! Geen tegenstrijdigheid houdt ons denken tegen. Denken spot met de kosmos en zijn causale wetten. Denken wordt door geen banden ingesnoerd, door geen onvermogen verlamd. Het meest verhevene en meest sublieme laat zich net zo gemakkelijk denken als het laagste en gemeenste; het meest vanzelfsprekende en het wonderbaarlijkste of onwaarschijnlijkste. Mystici en struikrovers doen het.

    Heissen & Denken

    Op de achtergrond staan altijd veelheid en verscheidenheid van eindige zijnden. En het raadsel van het onderlinge verband tussen die vele en verschillende en eindige zijnden.

    Wat is eindigheid in feite? Of is ook dat een lang afgesabberd begrip? Eindig? Als ze toch intens op elkaar betrokken zijn, elkaar juist omwille van die eindigheid zo nodig hebben. Zijnden met een Zelf, met een Ego. Want zelfs een atoom heeft een Ego. Zo sterk zelfs dat elke geforceerde splitsing verwoestend is voor de verre omgeving.

    Wat is dan verband tussen die eindige zijnden? Wat is dan dat Ego? Want als er geen Zelf is, als er geen Ego is, dan is er ook geen eindigheid. Enkel een chaotisch, brijachtig magma zonder structuur noch articulaties. Dat zou dan Zijn zijn?

    Dus toch veelheid, toch verscheidenheid, toch eindigheid, en grenzen. Dus tòch Zelfs, tòch Ego’s. Maar wat wemelt er dan tussen die zijnden? TUSSEN? BAND? VERBONDENHEID? Dat weefwerk, dat netwerk. Dat inter-? Wat zijn de relaties tussen de zijnden. En van welke aard zijn die?

    Denken

    Hoe stevig zit denken in het Zijn? Hoe hard kan dat zich maken? Door te denken op zich bied je geen weerstand aan een instortend huis tijdens een aardbeving. Met denken voorkom je niet dat de bliksem tijden de storm inslaat. Denken op zich is komisch totaal nutteloos. Totaal zonder effect. Op zich speelt denken geen rol in de natuurcausale interacties. Noch vuur, noch zout, noch zuurstof moeten denken om effect te sorteren. Denken is je moeizaam, steeds wegzakkend je bewegen door drijfzand. Ondankbare sisyfusarbeid. Denken, waarover? In welke richting? Langs welke weg? Volgens welk kompas? Waar naartoe? Volgens welke methode?

    Echt denken ontvoert ons uit het veilige gebied van de overzichtelijke, berekenbare, zekere causale interacties en brengt ons in totale onzekerheid. Het biedt nooit een vaste grond of een vaste zekerheid. Denken is een bescherming, een middel en een doel. Denken beschermt ons als een hitteschild, want de verwoestende gloed van de Exuberante, het Absolute Zijn zou ons geen enkele kans tot bestaan geven. Hij is die Is. Hij moet zelf zijn boog, zijn regenboog met de ontspannen pees op de Aarde zetten, zelf zijn eigen effectiviteit uitschakelen om Noach een nieuwe toekomst te geven.

    Denken is ook een middel. Door het denken van het Zijn , van de kenosis, van de queeste stijgen we ver uit boven de kosmos, boven het kenotische geheel en de kenotische samenhang van de zijnden, en ontspringen we de louter lineaire, dwingende causale relaties en interacties, vinden we onszelf, ons Zelf, in de verstrengeling van de ervaren veelheid en verscheidenheid ter epifanie van de weelde van de Exuberante. Pas door de verstrengeling, de verbondenheid van onze ervaringen te denken worden we mens. Denken wijst ons ook het doel. Het wijst ons de mogelijke weg door het drijfzand, weg van de Grijns. Het zet ons op weg naar de apotheose, op de juiste weg van de queeste naar het einddoel .

    En dat al ‘heissend’, niet door contactdwang, maar uitlokkend, roepend, uitnodigend, motiverend, in alle vrijheid. Buitelend op de trampoline van de causaliteit!

    Denken op zich heeft geen kosmisch effect. Het slaat niet als een hamer, knelt niet als een tang, snijdt niet als een mes, roest niet als metaal, brandt niet als vuur, trilt niet als een snaar, beeft niet als een aardlaag. Denken heeft geen fysische noch chemische inwerking in de kosmos. Denken laat het bedachte in zijn waardigheid en fysische integriteit. Het respecteert elke zijnde in zijn of haar eigenheid en Zelf.

    Waarom wordt dit onbeduidende, nutteloze, a-kosmische denken dan toch zo dringend van ons geëist? Marmer, dat kun je betasten, testen, verkruimelen, wegen, meten, analyseren. En wat weet je dan? Alleen Michelangelo kon er een David uit bikkelen. Tussen het blok marmer uit Carrara en de David gaapt de onbepaaldheid en de onzekerheid van de creatie van een uniek kunstwerk: het emergentiebereik, de glibberige ‘zachte buik’ van het Zijn.

    30-06-2006 om 18:46 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.21. Zijn ikjes niksjes?

    21. Zijn ikjes niksjes?

    Een geleerde jezuïet, bekend classicus ook en auteur van vele schoolboeken voor de studie van de klassieke talen, beweert in een van zijn publicaties: « Maar we zijn die hoogste zelfexpressie Gods niet als ikjes, alleen als mensheid. »

    Verderop schrijft hij: « Stel dat we zouden mogen kiezen: ofwel voor eeuwig gelukkig zijn, terwijl de wereld verder reilt en zeilt zoals ze nu doet, met al haar miseries en onheilen en boosheid, ofwel voorgoed verdwijnen, maar met als goddelijke tegenprestatie dat de wereld in afzienbare tijd die wereldwijde, bevrijde mensengemeenschap wordt die God zich droomt. »

    Ik vind dat een fout gesteld dilemma.

    Gelukkig bestaan er, naast tirannieke vaste waarheden, ook vrije meningen. De eeuwige waarheden van Plato zijn verslavend, bedrukkend, en een roetsjbaan naar gruwelijk totalitarisme. Meningen maken vrij, openen toekomst en scheppen ruimte voor verantwoord menselijk handelen. Ik ben zo vrij met onze classicus over het belang van individuen, van 'ikjes', van mening te verschillen.

    Ik ben van mening dat wie het Ik, het Ego ver-niet-igt, de schepping tevens zinloos, want doelloos maakt. Wie het Ego opoffert, onthooft het hele kosmische evolutie-epos. Mag je niet stellen dat we met ons zelfbewustzijn, althans voorlopig, een eindpunt, een topprestatie bereiken van het vermogen van de materie. Weet hebben te bestaan! Weet hebben te evolueren in een bepaalde richting. Zichzelf te beleven als een autonoom, bewust wezen. Waar vind je dat elders in de schepping?

    Ik wil het belang van het Ego, van de Ikjes, via twee inrijpoorten benaderen: via het Evangelie en via een meditatie over het Ego, vanuit de evolutie.

    Vooraf wil ik erop wijzen dat onze gewaardeerde classicus deze ontsporing had kunnen vermijden, indien hij zich enkele preliminaire vragen gesteld had, en, althans embryonaal, vooraf beantwoord had.

    Met die vragen bedoel ik o.a. de volgende:

    - Waarom is er iets en niet veeleer niets.Anders gesteld: waarom is er een schepping?

    - Waarom heeft de mens een godsdienst nodig?

    - Welke rol speelt daarin de mythe?

    Dan had hij een referentiekader gehad om mens-zijn, godsdienst en mythe in een omvattender geheel te plaatsen en zo had hij deze ontsporing kunnen voorkomen.

    Visie op het Ego vanuit het Evangelie:

    Onze geleerde latinist lijkt alle 'ikjes', alle individuen op een hoopje te vegen en alle onderscheidingen tussen individuen te beschouwen als quantité négligeable.

    Hij speelt hier het lugubere spel van de kosmos die alleen zichzelf kent. Elk van ons zou enkel een exemplaar zijn van de soort, zoals kippen in de legbatterijen van de bio-industrie. Spoort dat met Jezus' visie op de mens? Vanwaar dan Jezus' bekommernis voor de marginalen, voor de uitvallers, voor drop-outs, voor de muiters? Waarom laat hij de kudde onbewaakt achter om naar een verloren schaap op zoek te gaan en het te vertroetelen? Waarom elke dag uitkijken naar de terugkeer van de verloren zoon?

    Doorslaand vind ik de kritiek impliciet vervat in de vermelding van de verantwoording van de moord op Jezus, in Joh. 11, 49 -50: « dat het nuttig voor u is, als één mens sterft voor de natie en niet het hele volk te gronde gaat. » (Vertaling: J.B. Poukens, S.J.) Hier wordt meteen het dilemma van onze classicus beantwoord. Des te pijnlijker, daar net Jezus in het Verlossingsproject als individu geofferd wordt voor de hele mensheid. In feite spreekt onze brave pater, mét de hogepriester, de veroordeling uit over Jezus. Ik meen dat vanuit het Evangelie voldoend blijkt dat je de eigenheid van de 'ikjes' niet zomaar onder de mat kunt vegen.

    Visie op het Ego vanuit een meditatie over het Ego

    Elk Ego is onvervangbaar. Elk Ego is op zijn/haar hoogsteigen wijze een 'quodammodo omnia', op zijn/haar eigen wijze de samenvatting van de hele kosmos. In de ervaring doorleeft en beleeft elk Ego de hele kosmos en brengt alle vezels, alle garens, alle lijnen tot de eenheid van een tros; tot de eenvoud van haar unieke beleving van het eigen Ego. Tot simplicitas, tot eenvoud uit de verstrooidheid. Hoeveel druiven, hoeveel dagen zon, hoeveel grond en grondstoffen zitten niet verenigd, tot eenheid verstrengeld in één slok wijn. In het genot van één slok wijn. 'Quodammodo omnia'. (Thomas en Aristoteles.) Elk uniek Ego is zo de hoogsteigen afspiegeling van de Exuberante. Wij mensen zijn het spiegelpaleis van de Exuberante. Wie zelfmoord pleegt slaat een unieke spiegel, een onvervangbare spiegel stuk. En beknot zo, bekort zo de Exuberante, ontsteelt hem/haar de aparte, onvervangbare afspiegeling, waartoe alleen de suicidaire allerindividueelst in staat was. Hij of zij vertolkt dan niet wat in het Zijn op hem of haar wacht om gezegd te worden. (M. Merleau-Ponty) En dat verheft elk individu, hoe onooglijk ook op zich, tot een alles overtreffend en alles omvattend niveau, 'quodammodo omnia'. Elke zelfmoord legt de zin het heelal in de weegschaal.

    Elk ding is ook wel de blijvende gestalte van het ineenstrengelen van de veelheid. De gestalte van het samenvloeien. Van de confluentie. Gestalte, maar dan wel zonder de doorleving en beleving van een Ego.

    29-06-2006 om 10:44 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    28-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het ontstaan van het leven? deel 2
                           Het ontstaan van het leven? 

    Deel 2

    Het leven ontstond dus in een situatie waarvan de complexiteit van de omstandigheden en hun wederzijdse beïnvloedingen niet te overzien zijn. Maar waarvan we wel kunnen beweren dat ze zich niet meer herhaald hebben. De biologie getuigt daarvan. Het paradijs sloot zich. Er zijn nooit aanwijzingen gevonden dat het leven nog eens 'uitgevonden' zou zijn. Al wat nu leeft, dankt dat leven aan die beginnende context waarin de stukjes van de puzzel van alle voorwaarden perfect in elkaar pasten, elkaar in het Zijn bevestigend, versterkend en bestendigend. Wilde het leven blijven bestaan, zichzelf continueren, dan moest het die verdwijnende omstandigheden in zichzelf inbouwen om een toekomst te hebben, deze in zich bewaren en koesterend meedragen, continueren en doorgeven aan de nakomelingen. Vandaar onze temparatuur op 37°, onze constante inzet om deshydratatie te bestrijden (« Daar drinken we enen op! »). We dragen nu continu de last om, in verzet tegen onze omgeving, dat verloren paradijs als een homeostasesfeer in en rond ons in stand te houden en continu mee te dragen willen we overleven. Als de enige veilige luchtbel waarin leven mogelijk is: warmte, vochtigheid, zuurstof, beweging, continue vluchtige contacten met de buitenwereld, aanwezigheid van enzymen en katalysatoren. En wat al niet méér? (St. L. Miller.)

    Dat zijn geen hinderlijke, weg te snijden, te negeren of te veronachtzamen toevallige omstandigheden. Zij vormen het enige paradijs waarin onze vorm van leven kon ontstaan of mogelijk was. En dit paradijs, dit verloren paradijs, moeten wij nu kunstmatig, via enorme inspanningen soms, tegen onze omgeving in, bestendigen: elk warmbloedig dier moet kunstmatig zijn interne temperatuur rond de 37° houden. Bezie de uitrusting van de astronauten maar. En de navelstreng die ze verbindt met hun cabine. Zijn die uitrusting en die ruimtecabine niet een nagebootst, kunstmatig mini-paradijs? Zelfs de strengste gevangenis moet haar kostgangers een minimum aan kunstmatig paradijs verzekeren. Alle leven blijft, als leven, afhankelijk van die zeer specifieke ontstaansomstandigheden. Het leven is onmogelijk te spenen van die oorspronkelijke paradijslijke voorwaarden. Daar kunnen we niet van los, ten minste, als we willen leven zoals we leven. Want, in het naakte, doodse universum valt niet te leven. Het leven hangt vast aan die bestaansvoorwaarden. Het leven IS het paradijs. Het Eden waarin het ontstond en waaruit het verjaagd werd. Maar dat het op eigen houtje in stand gehouden heeft. Ten koste van vele inspanningen en offers. Leven, ver boven wat het universum uit zichzelf kan leveren of presteren.

    Omstandigheden: wij willen alles sober houden, niet te gecompliceerd en overzichtelijk. We weren het te complexe. Het leven echter is pas mogelijk dankzij gecoördineerde complexiteit. In de wetenschap telt de soberste theorie. De meest economische oplossing wordt geëerd als de beste, verkozen als de juiste. Zijn echter eenvoud en soberheid geldige criteria voor de filosofie, voor de filosofie van het leven? Voor de filosofie van de heel aparte zijnsmodus van het leven? Omstandigheden zijn geen eenzaten. Geen solospelers. Ze werken steeds in groepsverband, steeds ingebed in een complexe situatie, ingepast in en ondersteund door een dicht netwerk van compensatoire interacties. Ze hitsen elkaar op. Ze verheffen elkaar, verhevigen elkaar of milderen elkaar, of remmen elkaar af. Door het samenbrengen van verschillende omstandigheden veranderen ze vaak van teken, van functie, van effect. Ze hangen aan elkaar met haken en ogen, met zuignappen. Het zijn geen rolkeien, onverschillig voor elkaar naast elkaar of voor de plaats, voor de bedding waar ze liggen. Rolkeien liggen in een rivierbedding, netjes, inert naast elkaar, na een eeuwenoude tocht tot rust gekomen, te afgerond, te glad om nog enige hinder of druk te ondervinden van het stromende, van het pushende water en zo meegesleurd te worden. Te rustige bedding. Omstandigheden bevruchten elkaar, interfereren, bekrachtigen elkaar. Ze zijn coöperanten. Rubens is niet denkbaar in een stulpje op de Molse of Drentse heide. Het leven dwingt samenhang of nabuurschap tot samenwerking.

    Leven: deels afhankelijk van en deels zelf realisator, actualisator van de eigen bestaansvoorwaarden, van de nodige zijnstransfusies. Maar ook zelf bestaand uit en in die voorwaarden. Transcendentie en Intentionaliteit ZIJN het leven. Toch stel ik dan vraag: Waarom geeft het leven de beveiligde, verzekerde bestendigheid van de elementen op om een eigen efemeer, precair bestaan na te jagen, en dat ten koste van vele, soms pijnlijke inspanningen? Een bestaan waarin het totaal op zichzelf teruggeworpen wordt, want alleen leven kan aan leven leven verzekeren en doorgeven. Maar het leven smokkelde ook het niet-zijn in het Zijn binnen!

    Naar elkaar toegekeerd staan; Zu-halten; Ver-halten? Leven roept alle voorzetsels ter hulp. Leven in, met, naar, volgens, etc. Zijn zweeft niet in de ijle lucht. Reserveerde geen chambre séparée. Ook tijd is geen theoretisch fenomeen. Omdat de mens, Dasein, omdat het leven het paradijs moet beleven en waarmaken, en moet continueren, en omdat het leven steeds ver boven zijn stand leeft en dus elk moment dreigt ten onder te gaan, daarom bestaat de tijd, als veroverd uitstel, als sursis. Tijd bestaat daarom niet meer voor rolkeien in de rivierbedding. Die hebben het gehad!

    Tijd dragen we op die manier in ons. Tijd zijn we zelf. We slepen die originele zijnsvoorwaarden als leven met ons mee. De oorspronkelijke voorwaarden om uit de doodse rolkeien-universum los te komen. Tijd is een creatie van het Dasein.

    Leven: « 'in' etwas leben, 'aus' etwas leben, 'für' etwas leben, 'mit' etwas leben, 'gegen' etwas, 'auf' etwas 'hin' leben, 'von' etwas leben » (GA, 61, p. 85,) dat koor van voorzetsels vormt één wereld, 'ein Welt'. 'Welt' beduidt hier samenhang en samenwerking, op elkaar ingesteld zijn, op elkaar ingespeeld zijn, intensieve verbondenheid en interactie.

    Newton heeft zijn wetenschap grotendeels te danken aan Ockhams scheermes. Newton bedacht een wetenschap die gebaseerd is op eeuwigheid, op doodse eeuwigheid; op absolute waarden. Beweging, eenparige gelijkmatige beweging, alsof realiteit geen veelheid en verscheidenheid kent, geen interacties of variaties toelaat. Volgens Newton is alle bewegen een onbewogen, onbetrokken, onverschillig zichzelf onverstoord voortzetten en continueren, zonder hindernissen of hinderpalen en afwijkingen. Wat een doodse en kale wereld! Bewegen als louter doel in zichzelf.

    Zijn is nooit los leverbaar. Het Zijn is steeds maar gegeven in concrete, individuele zijnden, ingepast in een situatie en een context bulkend van de omstandigheden. En dit zijnde behoort of tot de anorganische, kosmische elementen of tot de organische, levende wezens. En dit onderscheid is groot. Onoverbrugbaar of overbrugbaar groot? Daarover twijfel ik. Die zijnden zijn wel uitwisselbaar. Maar dan met inlevering van hun oorspronkelijk visum. Met inhouding van hun oorspronkelijke identiteit. Wat dood is, is dood; wat leeft, leeft, en dat enkel dank zij veel inzet. Wat anorganisch is, is anorganisch. Wat organisch is, is organisch en dat enkel dankzij veel gerichte interactie. Bij elke overgang verliest elk zijn eerste zijnsstatuut. Leven overvraagt steeds zijn Umwelt; leven is steeds een roofdier voor al wat rondom zich aanwezig is.

    Het is duidelijk dat er niet altijd levende wezens geweest zijn. Leven is een nieuwkomer. Leven verscheen, onder erg beperkende voorwaarden, in het universum. Dat is een « unerschöpfliche Schenkung ». En toch: Hans Jonas stelde dat het leven in het Zijn het Niet-zijn binnensmokkelde. Het Niets nestelen in het Zijn! Een gedurfde hypothese! En dan weer de vraag: waarom geeft het leven de verzekerde beveilige bestendigheid van de elementen op om een constant bedreigd en efemeer bestaan na te jagen? Een bestaan waarin het totaal op eigen inspanningen teruggeworpen wordt, want alleen leven kan leven verzekeren en het enige duur bezorgen. Waarom die keuze voor de tien vogels in de lucht? Voor een uiterst kwestbaar en constant bedreigd bestaan?

    Het verschijnen van het leven was voor de kosmos een schokkende gebeurtenis. Er ontstond een nieuwe zijnsorde: een totaal nieuwe organische zijnsorde. En die breekt met de anorganische. Alle leven is puur begin; en elk begin heeft een onvoorspelbare toekomst. Daaruit sproot de biodiversiteit.

    Anorganische zijnden zijn geïsoleerde, gesloten zijnden. De onverschilligheid van de rolkeien voor al wat hen omgeeft. Die liggen in elke bedding. Zonder wensen of vragen. Zonder drang of 'drive'. Zonder polariteit noch richting.

    Organische zijnden echter zijn selectief op elkaar betrokken en ontstaan uit complexe interne gerichte betrokkenheid en compensatoire interacties .

    Door leven wordt samenhang obligaat samenwerking. Symbiose. 'Naast' wordt 'naar', wordt 'met', wordt 'uit', wordt 'tegen', wordt 'naartoe', wordt 'vanwege '. Leven bespeelt creatief en vrij het hele voorzetselregister. Van alle hout pijlen makend.

    ·

    28-06-2006 om 14:46 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    27-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    De mens, tot de enkels in de klei, het hoofd in de wolken

    Vervolg

    Gisteren, 26.06.06 keek ik vooral naar de implicaties van de lijfelijkheid van ons bestaan. Met de natuurcausale relaties van dat facet zijn we voldoende vertrouwd. Te vertrouwd ? Door oorzaak =>gevolg- of stimulus => response-verbanden worden we zo nadrukkelijk omgeven dat ze ons denken bijna exclusief beheersen. Als je een klontje suiker in je koffie gooit, dan zoet dat suiker de koffie. Die interactie tussen suiker en koffie vinden we vanzelfsprekend. Daar moet geen enkele proclamatie in de vorm van : « Overwegende …, Overwegende …, Overwegende … Daarom proclameert de Algemene Vergadering …! » Dat zoeten gebeurt ‘ex opere operato’. Noch koffie noch suiker hoeven enige proclamatie van hun rechten en plichten. Dat zoeten van de koffie door suiker ligt in de gewone uitoefening van de fysisch en chemisch causale wetten.

    Tegenover het meer onzichtbare emergentie-facet staan we echter minder spontaan open. Daarom wil ik me daar vandaag even in verdiepen, en dat aan de hand van een onderzoek van de verbanden die in het citaat uit A. Houtepens boek Uit aarde, naar Gods beeld (2006) p. 343 staan.

    Houtepen vermeldt : waardigheid, rechten, plichten, meekomen, postulaat van recht, rechtspersoon, perincipieel, op grond van ons verstand en geweten. Je moet toegeven : deze verbanden hebben weinig gemeen met de dwingende causale relaties ; ze steunen niet op een fundamentum inconcussum, blaken niet van evidentia noch van gemakkelijk hard te maken zekerheden. We zouden zelfs kunnen beweren dat het emergentie-bereik de ‘zachte buik’ van het Zijn uitmaakt. Hier zijn de verbanden niet dwingend, ze werken niet ‘ex opere operato’, ze laten je echter vrij erin te stappen, ze vrij te assumeren, je er als individueel gesitueerd Zelf vrij in te engageren. Ze zijn de antipoden van de kosmische lineariteit en de contact-causale relaties.

    Pas in dit emergentie-bereik bloeit de humanitas op. Het is daarom te betreuren dat we in ons beoordelen, selecteren, beslissen en handelen te vaak eenzijdig en exclusief de kosmische interactiewijze tot model nemen en maar schoorvoetend het bereik van de emergentie, van onze humanitas betreden.

    27-06-2006 om 09:27 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-06-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    De mens, tot de enkels in de klei, het hoofd in de wolken

    Tijdens mijn zondagse theologische lectuur, nu in A. Houtepen, Uit aarde, naar Gods beeld, (2006), krijgt pagina 343 in de rechter bovenhoek XXX, omdat ik ontroerd word door volgende passage :

    «  Het is nu alsof de waardigheid en de rechten van de mens meekomen met onze geboorte, met ons blote, broze, lijfelijke bestaan als zodanig. Het lijfelijke bestaan als zodanaig maakt ons tot rechtspersoon, tot gelijkwaardige dragers van rechten, onafhankelijk van geslacht, ras, nationaliteit of bezit. Op grond van ons verstand en ons geweten hebben we tegelijk ook plichten, met name de plicht tot gedrag in een geest van broederschap. We delen dus ons bestaan van meet af aan en principieel met de anderen. »

    Zelden heb ik de extremen van het spanningsveld van de complexiteit van ons mens-zijn, van onze humaniteit zo juist, zo volledig, zo helder en toch zo beknopt geformuleerd gezien.

    De fragiele grootsheid van onze humaniteit wortelt diep in de naakte kwetsbaarheid van ons lijfelijk bestaan. ‘Uit Aarde !’

    Ik wil daarom de lijfelijkheid van ons bestaan even beklemtonen. Omdat dat lijfelijke het voetstuk is waarop de glorie van onze humaniteit zich kan verheffen. En juist dat lijfelijke voetstuk maakt ons zo kwetsbaar. Het is de tuilijn die ons verankert in de kosmos. Een wel erg strak gespannen en broze tuilijn. Door ons lichaam zitten we immers diep verankerd in de geschiedenis van de kosmos en zijn fysisch en chemisch causale interactiemodus. Dat humane lichaam biedt ons, vanuit de evolutie, tevens de mogelijkheden uit die deterministische, dwingende en inkluisterende causale relaties te emergeren, er vrij bovenuit te stijgen. Onze lijfelijkheid is, gaande de evolutie, zo complex geworden, dat ze ver uit de greep van het brute stoffelijke weggegroeid is, en de louter gesloten causale relaties ver achter zich laat. ( Griet Vandermassen, Darwin voor dames, 2005 ,p ; 138 sq. )

    Maar de tuilijn, het lichamelijke, het lijfelijke blijft het vaste voetstuk. Zonder dat lijfelijke zouden we geen mens zijn. En daarbovenop opende dit lijf ons, via onze heel aparte hersenstructuur, een poort naar een ander zijnsbereik, waar de louter causale relaties niet meer gelden. Het bereik van het emergente bestaan, waar onderscheid tussen goed en kwaad, tussen rechvaardigheid en rechteloosheid gelden, waar kunst en poëzie, waar denken en spreken, waar beschouwing en mystiek ons inschakelen in een queeste naar een eindapotheose. Het lijf brengt dat tere zijnsbereik binnen ons bereik, maar bedreigt het ook.

    De verovering van dat nieuwe zijnsbereik deed ons zo ver van de kosmos evolueren, vervreemde ons ook zo ver van de Aarde, dat deze ons niet meer als vanzelfsprekend dragen, steunen noch beschermen. De mens evolueerde in een andere dimensie en richting dan de kosmos. De kosmos volgde de mens niet toen deze uit de dwingende causale verbanden emergeerde. Ons lijfelijke bestaan, dat uitgroeide tot een allerlindividueelst en uniek gesitueerd bestaan, staat nu als individueelste Zelf bloot aan de lineaire universele causale wetten van de kosmos. De tsumani had op zijn rampentocht met geen enkele individu enig respect.

    Wel diep in de Aarde verankerd, maar niet door de Aarde beschermd, want ervan weggegroeid, ervan vervreemd. De kosmos bleef onveranderd gevangen in fysica en chemie, terwijl de mens er bovenuit emergeerde. Zo wordt ons ‘Uit aarde’ , ons lijf onze achelleshiel. Zo bestaat de mens : gekluisterd aan de Aarde, reikhalzend naar de hemelse sferen van humaniteit , naar menselijke rechtvaardigheid, naar goedheid, naar gelijkwaardigheid in verscheidenheid.

    Zò bestaan we ! Kwetsbaar in onze aardse verankering. Waarom ? Omdat onze evolutie ‘erover’ is. Omdat ze zich te ver van de Aarde verwijderde. Een brug te ver. Met onze eis als een Ego, als een Zelf erkend te worden.

    Het is nu net dat ‘erover’ dat beschermd moet worden. En dat moet door he tlijf te beschermen. Want zonder lijf geen ‘erover’. Ons lijf en ons Ego zijn als twee ossen onder hetzelfde juk gebonden. Ons lijf en ons ‘erover’ !

    26-06-2006 om 11:22 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 23/07-29/07 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 18/12-24/12 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 13/02-19/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek
  • Heidegger

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!