Inhoud blog
  • Bodifée, God en het gesteente
  • Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Zijnzoeken
    In het spoor van Heidegger zoeken naar de zin van Zijn.
    25-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zelforganisatie, 5. Vervolg en Slot

    Zelforganisatie

    5. Vervolg en slot van
     Lichaam en Ziel: te vertrouwde denkbeelden?



    Elk ZELF is een enigma. P. Oomen omschrijft het Zelf als een «innerlijke subjectieve samenbundelende ervaring » en nog als: « iets samenbundelends gebeurt tussen een veelheid van aanvankelijk losse units. »

    Zelf is méér. Heeft steeds iets hards, iets weerbarstigs in zich. Iets onverzettelijks.

    Elk constant voor zijn overleven strijdende Zelf ontstaat maar door zelforganisatie van een veelheid en verscheidenheid van elementen. Pas door en in de zelforganisatie bereiken de losse 'units' hun volle wasdom. In en door de zelforganisatie groeit op een hoger zijnsniveau iets nieuws. De verschillende delen vinden elkaar, doordat ze via de omweg van de andere zichzelf vinden. Ze vinden zichzelf doordat ze de andere vinden die ze uitdagen, als zelf een reagerende uitdager. Vruchtbare circulariteit. Ze worden door de andere uit hun tent gelokt en ze lokken ook de andere uit hun tent, dagen ook de andere uit, doen die op hun tenen lopen. En zo bereiken ze samen, de wederzijds uitlokkende uitgelokten, ogivaal, incrementeel, een hoger zijnsniveau.

    Het ZELF ontspringt uit de elkaar bevorderende, verheffende delen van het lichaam. Zelf: dat is stabiliteit, dat is de vaste as in het wentelende wiel. Of het anker van het schip dat zich in de bodem vast haakt? Dat is afbakening, verdediging. Zelf, dat is selectie, dat is insluiten en uitsluiten. Houvast in de baaierd. Dat is verbeten strijden om te overleven als levend Ego, de Grijns voorbij. Het interne samenwerken aan het oriëntatieprincipe & de externe samenwerking & in de adaptatie op het 'buiten'. Trouw blijven aan je keuze voor het als goed beoordeelde en als begerenswaardig gekozene .

    P. Oomen zegt: « Het aangetrokken worden tot wat zich aan ons voordoet als 'goed' constitueert ons als een 'zelf', en vormt daarmee de primaire betekenis van onze 'vrijheid'. »

    'Wat zich aan ons voordoet als 'goed'. Dat is nogal wat.

    « Goed »: Dat veronderstelt onderscheid maken, selecteren, apart zetten, afzonderen, keuzes maken, aanvaarden en verwerpen, binnenhalen en buitensluiten. Dat gaat onvermijdelijk uit van jezelf als Zelf. Alles wordt door het Zelf gewogen en bepaald. Je bent voor jezelf de meetlat, de norm, de waardegraad voor het goede. Wie of wat anders dan het Zelf kan dat? Elk Zelf handelt als het centrum van zijn wereld. En hoe zou dat anders gebeuren? Wat heb je anders dan jezelf, dan je Ego? Iets externs? Hoe vind je en hoe kies je dat en beoordeel je dat? Hoe vind je dat in de chaos? In de veelheid? Tussen die massa onvolmaaktheden en eindigheden?

    « Aangetrokken »: Kan dat zonder een zekere congenialiteit? Maar, je erkent dan toch iets buiten jezelf, iets externs. Hoe word je aangetrokken? Over welke openheid beschik je? Over welk Zelf, over welk Ego beschik je? Kun je dat Ego, kun je dat Zelf afschudden als een paard zijn ruiter? Want niets kan niet aangetrokken worden. Abyssus abyssum invocat.

    P. Oomen omschrijft zelforganiseren aldus: « als er op globaal niveau een ordening en samenhang ontstaat uit locale interacties zonder dat dat centraal, of van buitenaf gestuurd wordt. »

    Binnen de zelforganisatie prononceren de eigenschappen van losse delen zich tegenover elkaar en al zich prononcerend provoceren ze andere, aanvullende, versterkende elementen. Hoe verloopt een zwangerschap? Hoe werkt een hart? Hoe pompen de longen zuurstof in het bloed. Hoe werkt een gezond lichaam en onderhoudt het zijn homeostase? Daarvoor verwerkt een lichaam, autonoom, constant honderdduizenden signalen.

    ***

    Toch blijven er nog vragen.

    Het blijft verwonderlijk dat die zelforganisatie zich volgens hetzelfde stappenplan voltrekt in zovele miljarden zijnden, zovele miljarden Ego's, over zovele miljarden jaren gespreid. Water blijft water, vanaf de Big Bang. Wat/Wie overkoepelt dat proces over zovelen, over zulke afstanden in tijd en ruimte, en gespreid over zovele verschillende Zelfs? Hier botsen we onontwijkbaar op het probleem van het individu. Het probleem van het individu (« Een flits. » zei A. Pien.) tegenover het universele. In mij, als individu, zijn alleen universele wetten actief. Hoe singulier, hoe individueel die ook in mij actief zijn, ze werken universeel. Zelforganisatie hoort tot de kern van het Zijn, tot de overlevingsstrategie, tot de motor van alle vormen van compensatoire interacties.

    Zelforganisatie lijkt zo wel een zelfstandig, overkoepelend universalium. Ze lijkt wel in de kosmische materie zelf als een drang immanent aanwezig te zijn: zich zo totaal mogelijk, zo complex mogelijk, zo 'hoog' mogelijk te ontwikkelen. 'Ontwikkelen', zo lijkt het achteraf. Na voltooiing. Achteraf, staande voor het voltooide zijnde, lijkt het alsof het reeds vooraf aanwezig was, af te rollen lag, zoals de eik in de eikel zit. Homunculus.

    Zo lijkt een gedrukte tekst de vanzelfsprekendheid zelve: logisch opgebouwd, coherent, gestructureerd. Voor de hand liggend. Tot je het klad ziet. Stel dat een auteur sterft tijdens de voorbereiding van een boek. Al heb je alle kladvoorbereidingen van dat boek, toch blijkt het niet eenvoudig daar een boek uit te distilleren: het blijft onzekere conjectures maken. Het blijft natte vingerwerk. (b.v. Pascal, Merleau-Ponty, Nietzsche, de Saussure, Jef van Gerwen.)

    Een veld vol maïs. En veld vol zonnebloemen. En veld vol bloemkolen.

    Alle zaadkorrels reageren eender, op eendere omstandigheden. Het is te zeggen: alle percipiëren ze de omstandigheden als eender. En op die eendere omstandigheden reageren ze alle eender. En toch tevens zo verschillend als individu. Wat zit daar achter?

    De universaliteit van de materie

    Maar deze beschouwingen leiden onvermijdelijk naar een prangende vraag: Hoe universeel is de in se individuele, singuliere materie? Wordt materie niet steeds onmiddellijk gelinkt aan het concrete en particuliere, gebonden aan Hier en Nu, zelfs aan het enkel strikt individuele, in een concrete situatie verankerde. Die materie blijkt nu immanent universeel te zijn. Elke klompje goud kan je tand vervangen. Elke appel kan je lichaam voorzien van de nodige vitamines. Want goud is overal goud. Goud 'goudt' overal en altijd, voor iedereen. Universeel. Koper is overal koper. Koper 'kopert' overal en altijd, voor iedereen. Universeel. Lood is overal lood. Lood 'loodt' overal en altijd. Universeel. Los van de Hier en Nu. Los van de situatie, los van het feitelijke gebruik, of de feitelijke relaties. Los van of zelfs bovenop het singuliere, individuele.

    Maar de trouwring van je vrouw, van je moeder, de oorbellen van je grootmoeder, het zakhorloge van je vader,... die blijven individueel, en als individueel voor jou van unieke waarde en onvervangbaar. « Die Krone überdauerte den Kopf. » (Szymborska) (Althans, het individuele hoofd. Maar de schedel, met louter neutrale, universele kalk, overleefde ook het individu.)

    Of het singuliere of het universele. Maar beide samen?

    Want het universele bestaat maar bij de genade van het individuele, van het gesitueerd singuliere.

    Materie = universele beschikbaarheid.

    Materie = universele informeerbaarheid.

    Ziel = universeel informerend principe.

    Het enigma van het Zijn, het enigma van het Ego laat zich niet oplossen.

    Het Zijn geeft noch zijn ziel noch zijn telos ooit bloot!

    ·

    25-04-2006 om 10:25 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    24-04-2006
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen."Bij levenden wordt die vorm 'ziel' genoemd". 4. Vervolg

    «Bij levenden wordt die vorm 'ziel' genoemd ».

    4.Vervolg
    Die 'ziel' is echter geen 'gewone' vorm. Die ziel moet een erg soepel en wendbaar, adaptief principe zijn: ze is « quodammodo omnia »' zegt St.-Thomas. Ook Aristoteles beweerde iets dergelijks. Die menselijke ziel moet co-extensief kunnen worden met de dingen, met de wereld, plooibaar, rekbaar; moet openstaan naar/voor de dingen van de wereld, maar tevens ook gesloten zijn: 'osmose'. Met selecterende terugslagkleppen, zoals bij een waterpomp, zodat wat 'binnen' is, ook binnen blijft, en buiten blijft of verdwijnt wat buiten moet blijven of verdwijnen. De mens zit in zijn ziel niet ingemuurd zoals de glasvorm in het glas, of de kruikvorm in de klei. De ziel staat actiever, initiatiefnemend tegenover het lichaam, tegenover de wereld, tegenover de andere 'zielen'. De ziel is zelfstandiger, is een eigenzinnig en actief beslissingscentrum, dat vrij, onafhankelijk beslist over de derde pool, over het samenspel van aan de ene kant [ lichaam - ziel ], en aan de andere kant [ (lichaam & ziel) tegenover de wereld ].

    De ziel lokt het lichaam uit, verleidt het tot hogere prestaties. Alleen de ziel kan het lichaam verleiden tot de abnegatie vereist voor training, voor langdurig oefenen, tot het slikken van bittere pillen of tot het bijten in vele zure appels, zoals virtuozen, atleten of zieken zich opleggen. Verleiden tot zelfverloochening zelfs, want de virtuoos, de atleet, de artiest vergeet zijn lichaam tijdens zijn prestatie, en eist nadien alle eer voor zichzelf op, voor zijn Ego. Net zoals wij de piano of de viool vergeten, of de verf of het doek, bij het genieten van een Bach of een Rubens.

    De ziel doet het lichaam floreren. De ziel floreert in/door het lichaam. Het lichaam doet de ziel stralen. De ziel doet het lichaam opgloeien. Hoe mooi is niet een verliefde jonge vrouw. Haar verliefdheid straalt uit al haar poriën. Al haar haren trillen mee. Zelfs haar kledij straalt mee de verliefdheid uit. Het zit niet in de materie op zich, niet in de vorm op zich, maar in dat wat uit de coördinatie opbloeit.

    Zo is de samenvloeiing van lichaam en ziel een zijnsverheffende confluëntie in een derde telos-pool. Verheffend voor beide polen. Elk vindt door/in de samenvloeiing zijn eigen 'zelf', en vooral méér. De vorm maakt de klei/het koper bevattend voor de vloeistof. Pas het beletten van het wegvloeien van de vloeistof naar alle bereikbare diepten maakt de vloeistof tot vloeistof. Het niet kunnen vloeien maakt de vloeistof . De kruik maakt de vloeistof zoals de zoon de vader maakt. (Wordsworth) Pas dit beletten van het spontaan wegvloeien maakt het gewilde schenkend vloeien mogelijk: het beheerste, gerichte, bedoelde, 'humane' vloeien.

    *** ***

    ***

    Organisatie

    Wat is organiseren? Organiseren is een veelheid en verscheidenheid tot een interne en externe eenheid brengen, de neuzen in dezelfde richting zetten. Organiseren is verbinden, coördineren, richten op een derde, externe pool; is richten op functioneren boven zichzelf uit. Driepolig. Zo vormt het organiseren een hogere eenheid. Het verheft de deelnemende elementen tot een hoger zijnsniveau. Die hogere eenheid bestaat niet in een doods, inert samenstaan, maar in een actieve verbondenheid, in een inter-actie, via een in actie en creatie op elkaar gericht zijn. Het ontvangen en presenteren van het beeld bepaalt de materie, de vorm van de delen, hun plaatsing, sequentie en de verbindingen in het apparaat. Bepaalt het resultaat: het hele apparaat. In/door de organisatie overstijgt elk geïsoleerd deel zichzelf, en zo verheft ze elk deel tot meer dan zichzelf. Het organiseren van het geheel is meer dan het samen plaatsen van de delen.

    *** ***

    ***

    «Superveniëntie »

    P. Oomen wil los van het concrete, historische, Hier en Nu gesitueerde. Ik kan met elke willekeurige pen, op elk willekeurig blad, met elke willekeurige pc, volgens elke willekeurige server je deze tekst toesturen. Maar om een tekst te kunnen schrijven moet het een bepaalde tekst zijn, hij moet een bepaalde drager en een bepaald 'vehicle' hebben. Kleverig concreet en hinderlijk singulier.

    Maar ik kan wel niet anders dan op deze bepaalde, Hier en Nu gesitueerde pc schrijven. Ik kan niet op een 'universele' pc, op een 'universeel' 'vehicle', in een universele taal een universele tekst schrijven.

    En nu komt wat mij echt boeit: Hoe kan de particuliere, steeds Hic et Nunc gesitueerde, steeds concrete materie zo universeel zijn in al haar concreetheid?

    Geen kruik, geen mens, geen pc of hij is Hier en Nu gesitueerd, particulier. Zie een veld maïs, zie een veld tarwe, zie een vlakte vol gras,... Al die miljoenen zaadkorrels reageren op dezelfde, universele wijze op hun zaad-zijn en op de situatie. Elke zaadkorrel interpreteert zijn Hier en Nu als universeel. Universaliteit in elke concrete zaadkorrel. Universaliteit in elke concrete situatie. Geïndividualiseerde universaliteit.

    Alle neuronen, overal ter wereld, in die zes miljard mensen, reageren universeel op hun zijn (lichaam en ziel) en hun omgeving; zelfs tot in hun afwijkingen. Alsof alle lichamen hun universaliteit diep in zich dragen. Hoe zou er anders wetenschap mogelijk zijn, medische wetenschap b.v. of antropologie?

    Materie en vorm, en de derde pool, dragen in zich een universaliteit, die boven hen staat, die buiten hen staat. De zaadkorrel aan de oostkant van het veld heeft geen uitstaans met de zaadkorrel aan de westkant. De oostkant van het veld heeft geen uitstaans met de westkant, en wederzijds. En toch is er een band. Een universele eigenheid, een universele situatie, een universele interpretatie en daarop aansluitend een universele interactiewijze waaruit een concreet maar toch universeel resultaat voortspruit. Klopt dan nog het eeuwen lang herhaalde: « Individuum est ineffabile »?

    Ik blijf daarom met de vraag zitten of er voldoende is nagedacht over dat wederzijds elkaar bevorderen van lichaam en geest, van materie en vorm? Over dat zich wederzijds verheffende bevorderen? Over dat op een hoger niveau brengen, dat 'iets nieuws toevoegen'? Want dat is de kern van de vraag van P. Oomen.

    Hoe verloopt een zwangerschap? Hoe werken hart en longen en lever? We beweren dat we de baby verzorgen. Klopt dat? Doet hij niet alles zelf, op het aanvoeren, het foerageren na? (Midas Dekkers, De Larf) Zijn ademhaling, zijn bloedsomloop, zijn spijsvertering, zijn fysisch en psychisch groeien, zijn contacten met de buitenwereld? Zijn gedrevenheid om te overleven! Hij regelt alles zelf. Alleen. Uit zichzelf. Autonoom. Zonder het zich bewust te zijn.

    24-04-2006 om 13:58 geschreven door Ramulus

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 23/07-29/07 2007
  • 30/04-06/05 2007
  • 02/04-08/04 2007
  • 05/02-11/02 2007
  • 29/01-04/02 2007
  • 18/12-24/12 2006
  • 06/11-12/11 2006
  • 02/10-08/10 2006
  • 04/09-10/09 2006
  • 07/08-13/08 2006
  • 31/07-06/08 2006
  • 24/07-30/07 2006
  • 10/07-16/07 2006
  • 03/07-09/07 2006
  • 26/06-02/07 2006
  • 19/06-25/06 2006
  • 12/06-18/06 2006
  • 05/06-11/06 2006
  • 29/05-04/06 2006
  • 22/05-28/05 2006
  • 15/05-21/05 2006
  • 08/05-14/05 2006
  • 01/05-07/05 2006
  • 24/04-30/04 2006
  • 17/04-23/04 2006
  • 10/04-16/04 2006
  • 03/04-09/04 2006
  • 27/03-02/04 2006
  • 20/03-26/03 2006
  • 13/03-19/03 2006
  • 06/03-12/03 2006
  • 27/02-05/03 2006
  • 20/02-26/02 2006
  • 13/02-19/02 2006
  • 06/02-12/02 2006
  • 30/01-05/02 2006

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek
  • Heidegger

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!