Ik ben Hellemans Karl, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Cladonia.
Ik ben een man en woon in Schilde () en mijn beroep is Zoeken naar verwondering.
Ik ben geboren op 19/05/1938 en ben nu dus 87 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Zie link naar Natuurgidsen Schilde.
Natuur
en natuurbeleven
16-11-2014
Fopdraadwatje 1
Het "Fopdraadwatje" (Trichia varia) is een slijmzam, maar beter gezegd dus een myxo omdat het helemaal geen zwam is maar tot de eencellige "diertjes" of amoeben behoort. Zij verplaatsen zich ook door voort te kruipen over een substraat terwijl ze alle microben of algen verorberen. Zij doen dat ook wel heel bijzonder, want zij zullen eerst en alg of microbe in de cel insluiten en door inwendige enzymen verteren. Na een tijdje als zij in groep voldoende ontplooid zijn zullen ze stabiliseren en een vruchtlichaam gaan maken. Hier is ook evolutie in. Eerst ziet men wat witte bolletjes (hier zien wij die eerste fase) bij deze myxo, de bolletjes zijn niet zo gelijk van vorm, ze zijn rond en wat boonvormig. Ze zijn ook zittend of met en klein steeltje. Later komt een verkleuring en worden ze donkerder, zie "bijlage".Er kruipt daar ook nog een kleine miljoenpoot in rond. Voor een laatste fase verwijzen we hierna naar Fopdraadwatje 2, hierboven in volgende bijdrage.
Als men deze "Zwarte truffelknotszwam" (Cordyceps ophioglossoides) ziet, weet men dat er en truffel in de grond moet zitten, gewoonlijk is dat op onder de grond zittende hertentruffels. Met enig geluk kan men dan die truffels uitgraven maar zij zijn dan al wel wat van hun kracht verloren door deze parasiet. De "Zwarte truffelknotszwam" is tongvormig tot knotsvormig. Bovenaan is hij wat papileus (bobbelig) door de perithecia (vruchtlichamen) van de zwam. Het ondergronds gedeelte van de steel is diep geel, dit zien we hier dus niet. Gezien de truffels al zo zeldzaam zijn, is deze parasiet natuurlijk ook zeer zeldzaam en komt men deze niet zo maar tegen.
De "Draadknotszwam" (Macrotuphula filiformis) valt niet erg op. Alleen als zij massaal op rottend bladstrooisel voorkomen vallen ze wat op. Het zijn ook zeer dunne draadvormige structuren die omhoog steken. Ze zijn nogal elastisch. Vooral op berken-, elzen-, beuken-, en eikenbladeren zijn ze te vinden. In "bijlage" nog een opname van dit wel erg fijne zwammetje dat van dood materiaal leeft en help bij het verteringsproces.
Nog een lichenicole fungus (een schimmel op een licheen) maar deze heeft niet zoals bij de voorgaande een Nederlandse naam gekregen. De naam is dan ook Marchandiobasidium aurantiacumeen mondvol dus en het vraagt wat oefening om deze te onthouden. In de wetenschappelijke naam kunnen we wel "aura" terugvinden wat naar goud refereert. Het zijn dan ook rozige wat opstaande kleine structuren te zijn, die op het licheen staan. Het licheen zelf wordt bleek en men ziet dat het aan 't afsterven is. Het wordt door deze parasiet aangevallen en vernietigd. Hier wordt het "Grootdooiermos" (Xanthoria parietine) aangetast. In "bijlage" nog een opname van deze parasiet, ditmaal op een Physcia (vingermos) groeiend. Opgelet, in deze namen staat telkens wel "mos" maar het zijn dus geen mossen maar korstmossen of lichenen!
Het is de eerste lichenicole fungus ( een parasitaire zwam op lichenen) die een Nederlandse naam heeft gekregen. "Verdwaaldmeniezwammetje" (Paranectria oropensis). Men ziet hem wel regelmatig als men hem kent en weet te vinden. Meestal staat hij op "Gewonepoederkorst" (Lepraria incana) maar hij kan ook op physcia (vingermos) zoals hier en zelfs op algen "groeien" (parasiteren). Het zijn witte myceliumdraden die het licheen aantasten. Het licheen maakt suikers aan met zijn algen en hier profiteert de schimmel van. In de schimmeldraden zitten de vruchtlichamen als roze bolletjes met een donkerder rood midden, dit is de opening van het vruchtlichaam. Het geheel is wel erg mooi om te ontdekken! En de Nederlandse naam is toch ook wel heel wonderlijk. Bij deze ontmoeten zwammen-zoekers en lichen-zoekers mekaar...
Het "Kleverig koraalzwammetje" (Calocera viscosa) is een mooie verschijning. De wetenschappelijke naam zegt het ook al: "calo" = mooi en cera = een gewei, viscosa = kleverig. Vanaf een wortelende stam gaat het zich meervoudig vertakken op een "koraalachtige" wijze. Het kan ook 8 cm hoog worden en voelt kleverig aan en is gelatineus en taai. De prachtige kleur is dooier- tot oranjegeel. Gewoonlijk siert het sterk vermolmde naaldhoutstronken en ook naaldhout stammen op en droge voedselarme grond. Een kleurige verschijning!
De "Esdoornhoutknotszwam" (Xylaria longipes) is tong- tot smal knotsvormig en kan wel 8 cm hoog worden. Het bovenste deel is fijnwrattig en zwart. De steel is verder ruw en ook zwart. Het is ook een taaie zwam. Hij is natuurlijk te vinden op vooral esdoons maar ook op plataan en essen, steeds op dood materiaal, want hij is een saprofyt. Een duistere verschijning.
De "Pijpknotszwam"(Macrotyphula fistulosa) is slank en uiteraard ook wat knotsvormig en hol. Hij staat op dood hout (saprofyt) en bovenaan is hij mat, okergeel of zeemkleurig tot wat roodachtig. Onderaan kan hij wat witwollige zijn. Vooral het "zeemkleurige" vind ik en goed gekozen woord. In "bijlage" nog een opname van dit bijzonder zwammetje.
Deze "Oranje druppelzwam" (Dacrymyces) kan er ook wat gelig uitzien, zoals hier. Hij is druppelvormig en wat slijmerig gelatineus en leeft van dood hout dat doorgaans al sterk vermolmd is. Het is dus een saprofiet, die wat als een van de laatste in de opruiming van hout in de natuur zijn werk doet. Maar hij kan ook op verweerd hout van hekpalen, kozijnen en oude vensterbanken verschijnen. In dat geval hebben deze hun beste tijd wel gehad...
Nog een speciale verschijning is het "Geel nestzwammetje" (Crucibulum laeve). Hier zien we het in rijpe vorm met de zogenaamde "eitjes" die er hier wel blinkend inliggen. Die "eitjes" zijn sporenkapsels(peridiolen), hier worden de sporen gevormd. De sporenkapsels zitten met en witte dunne navelstreng aan de bekerwand vast. Door inslaande regen worden de sporenkapsels weggeslingerd en zo ook de sporen die er in zitten verspreid. In "bijlage" nog een opname van opzij bekeken.
De "Gekraagde aardster" (Geastrum triplex , Geo =aarde en aster =ster, triplex= drievoudig, een bolvorm bovenaan waar de sporen gevormd worden, een echte kraag en nog een stuk omgeplooide rand.) Zij komt bovengronds als een eivorm en plooit dan van boven uiteen met slippen die ongeveer in het midden gaan afscheuren zodat er nog een rand, kraag overblijft. Vandaar de vorm en ook de naam. het blijft een wondere verschijning en een voorbeeld ook van de enorme vormenrijkdom van de zwammenwereld.Prachtig gewoon! In "bijlage" nog een opname van dit zwammetje.