Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
Clementine
Beeld/dichters/kunstschilders
20-03-2008
Hommage aan Hugo Claus
Tafel
HUGO CLAUS SOUVENIR
Van erotische impressies van wulpse vrouwen tot zelfportretten, die laveren tussen abstractie en figuratie, en nu eens somber dan weer kleurrijk zijn. Het beeldende werk van Claus getuigt van zijn pertinente weigering een eenduidige stijl te ontwikkelen. Maar zijn beelden hebben een ding gemeen: ze confronteren de toeschouwer met gevoelens die de kunstenaar slechts woordenloos kan uitdrukken.
Hugo Claus (Brugge, 1929) is naast schrijver, beeldend kunstenaar pur sang. De nestor van de Vlaamstalige proza en poëzie heeft het schrijven altijd gecombineerd met het maken van tekeningen, aquarellen, collages, gouaches en schilderijen. Slechts mondjesmaat trad hij met zijn beeldend werk naar buiten. Uit het indrukwekkende oeuvre werken op papier, dat van 1947 tot en met 2004 ontstond, maakt het Cobra Museum in samenspraak met de kunstenaar een omvangrijke selectie.
Het Cobra Museum toont als eerste in Nederland ruim 100 tekeningen, aquarellen, collages en gouaches. Bij de tentoonstelling verschijnt een publicatie met een tekst van Rudi Fuchs.
Hugo Claus, ets voor Licht Overal, bij gedichten
van Cees Nooteboom. Ergo Pers, 2007 ------------------------------------------------------------ De stenen krekel
Koel is de wereld De kevers van het ongeluk wandelen in mijn gezicht.
Mijn oog is helderwit, de koekoek legt een angstei in mijn armen.
Het was met zijn vrolijk gezang
en zijn meesteres aan de gang
Mijn vrouw en de priester maakten een paar
De klerk was toen allang met haar klaar
Hij greep een wiedende non bij de mouw
Zij voelde veel, maar het was geen berouw'.
Uniek erotisch gedicht uit 14de eeuw ontdekt In het Mechelse stadsarchief werd een wonderlijk gedicht vol erotische dubbelzinnigheden gevonden. De ruim 200 verzen staan op een perkamenten boekrol die waarschijnlijk dateert uit 1325.
Het gedicht staat vol erotische dubbelzinnigheden en politieke allusies. De onbekende dichter daagt de lezer uitdrukkelijk uit om de betekenis van zijn verzen te doorgronden: 'proeft of ghijs te vroeder sijt' (zie maar of je er wijs uit wordt).
De verzen, zijn in het hedendaags Nederlands omgezet
Serene karakterkoppen Jan Praet woont en werkt sinds 2001 in Italië. Studeerde aan het Stedelijk Hoger Instituut voor Visuele Kommunikatie en Vormgeving te Genk en aan het Prov.Hoger Instituut voor Kunstonderwijs in Hasselt.
Gedurende 20 jaar docent in het kunstonderwijs in diverse academies in België.
Als mens voelt Praet de conditio humana diep aan.
Als kunstenaar verwerkt hij ze in prachtige, evenwichtige, vaak schijnende, altijd aandoenlijke figuren.
Zij zijn zich bewust van hun waardigheid; half gekleed (of juist half gedekt) met schoudermantel voorzien van de symbolen van hun stand, eisen ze hun plaats op in het leven. Belangrijk in zijn bronsplastieken is het uitbeelden van karakters die ijdel, melancholisch of arrogant kunnen zijn. Karakterkoppen op staven kregen geleidelijk mantels die een geheel lichaam doen vermoeden, Deze lege ruimten verhullen een persoon, gev
sinds de dagen van september vandaag voor het eerst gingen woorden weer wandelen
hoe vreemd de dagen weerom te ademen bij hun eindeloze tovermonden de mensen weer bij hun naam te noemen en met vier verhalen opnieuw het leven te vertellen
in de ruimte van mijn nieuwste najaarsdromen bloeit een nieuwe zomerbloem
Denis Diderot (Langres, 5 oktober 1713 - Parijs, 31 juli 1784)
Was een Frans schrijver en filosoof. Diderot was een prominente persoonlijkheid in wat als De verlichting bekend zou worden.
Hij was tussen 1750 en 1776 met D'Alembert redacteur van de beroemde Encyclopédie en schreef zelf ongeveer 6000 van de 72.000 artikelen in die encyclopedie. De encyclopedie kende veel tegenstanders, in 1759 werd de encyclopedie formeel verboden. Het werk ging vanaf die tijd clandestien door. De encyclopedie was door de nadruk op religieuze tolerantie en vrijheid van gedachten, en een democratische geest, een bedreiging voor de aristocratie. In 1773 onderneemt Diderot een journalistieke reis door Holland. (Voyage en Hollande). Samen met Baruch de Spinoza en Pierre Bayle is Diderot de belangrijkste filosoof van de Radicale Verlichting.
Diderot was voor de vrijheid van meningsuiting en godsdienst, hierover heeft hij ook enkele boeken geschreven.
Diderot droeg ook bij aan de literatuur, in het bijzonder met zijn werk Jacques Le Fataliste, een satirische roman waarmee de auteur conventies over de structuur en inhoud van romans aan de kaak stelde, terwijl hij ook filosofische ideeën met betrekking tot de vrije wil onderzocht.
Diderot werd begraven in de Eglise Saint-Roch in Parijs.
De schilderij "Diderot " is van Louis-Michel van Loo (1767 )
Diderot laat een Parijs' meisje, Suzanne Simonin, vertellen hoe zij door huiselijke omstandigheden gedwongen wordt in een klooster te treden. Zij probeert eerst door het verwekken van een openlijk schandaal aan haar lot te ontkomen, maar moet zwichten voor de druk van haar ouders. Zij kan de kwellingen en vernederingen van het kloosterleven echter niet verdragen en begint een proces om van haar gelofte ontslagen te worden. Als ze dit proces verliest, wordt ze overgebracht naar een ander klooster, waar ze liefderijk wordt opgenomen. Te liefderijk zelfs, want de moeder-overste wordt op Suzanne verliefd en wil een verhouding met haar beginnen. Het schandaal, dat hierdoor wordt veroorzaakt, heeft voor beiden ontzettende gevolgen. De moeder-overste sterft krankzinnig en Suzanne vlucht. Het verhaal is een lange, met grote spanning geschreven, bekentenis van verzet tegen het haar opgedrongen bestaan, van ontsnappingspogingen, plagerijen en kwellingen.
Het boek maakt na bijna 200 jaar een wonderlijk moderne indruk, vooral door de manier waarop Diderot de vaak onthutsende gebeurtenissen vertelt tegen de achtergrond van een tragisch bestaan.
Door de film 'La Religieuse', die in Frankrijk verboden werd, maar nu voor vertoning is vrijgegeven, kwam het boek opnieuw in de belangstelling en werd in vele talen vertaald.
De blikvanger was Franz Marc, een schilder die tot de door Kandinsky en Klee geleide kunstenaarsgroep Der blaue Reiter behoorde. Zijn doek Grazende paarden III haalde 16,4 miljoen euro, de helft meer dan de experts van het veilinghuis hadden geschat. Het is een werk van hoge kwaliteit uit 1910. Marcs poëtische voorstellingen van dieren zijn bijzonder geliefd. Van de paarden bestaan ook een blauwe en een gele versie.
Ook Alexej von Jawlensky, nog een lid van Der blaue Reiter, was nooit duurder dan deze week bij Sotheby's. Het exotische vrouwenportret Schokko met een breedgerande hoed bracht 12,6 miljoen euro op. Het model, een meisje uit de buurt van München dat dol was op chocolademelk, inspireerde Jawslensky tot een reeks schitterende portretten in felle kleuren.
Twee handgeschreven brieven van de Franse schrijver Émile Zola (1840-1902) zijn uit een brandkast in een gemeentehuis ten westen van Parijs gestolen.
De dieven braken in en kraakten de kluis. Ze gingen er met de twee brieven van Zola en wat geld en cheques vandoor. De brieven zijn wat de inhoud betreft niet opzienbarend, maar de burgemeester van Médan, Serge Goblet, is geschokt over dit verlies voor Médan.
De toen reeds beroemde schrijver Zola ging in 1878 in Médan wonen en deed er ook werk in de gemeenteraad. Zola was in het Frankrijk van de 19e eeuw een van de invloedrijkste en vanaf 1877 ook een van de rijkste schrijvers in het land. Hij schreef in Médan bekende werken zoals Germinal. Émile Zola was een Frans schrijver en pamflettist. Hij wordt gezien als het belangrijkste voorbeeld voor de literaire school der naturalisten.
Émile Zola werd geboren te Parijs. Hij bracht zijn jeugd en zijn schooljaren door te Aix-en-Provence, waar zijn vader, van Italiaanse origine, ingenieur was. Door zijn planning voor de watervoorziening was zijn vader geruïneerd. In de armoedige jaren die daarop volgden, wist zijn zoon zich toch een bestaan te verwerven bij de uitgeverij Hachette.
Zola werd beroemd met zijn roman Germinal (1885) en zijn open brief J'Accuse...! (1898) omtrent de affaire Dreyfus. In die brief kiest hij partij voor de Joodse kapitein Alfred Dreyfus, die ten onrechte van spionage was beschuldigd.
Dertig jaar voordien al, in 1866, toen hij nog bescheiden bediende was bij Hachette, viel hij bijzonder scherp uit naar de officiële Salonjury, toen De fluitspeler van Édouard Manet geweigerd werd. Hij zou trouwens fervent verdediger worden van het Impressionisme, ook al bleek hij er 20 jaar later minder geestdriftig over in zijn l'Oeuvre van 1886. Zijn oude vriendschap met Cézanne ging hierdoor kapot.
Na de open brief J'Accuse...! in 1898 werd Zola veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf. Hij wachtte daar niet op, maar week uit naar Groot-Brittannië. Na een jaar kon hij terugkomen en werd hij als held ontvangen.
Émile Zola stierf, onverwacht, in Parijs op 29 september 1902 in zijn woning aan de Rue de Bruxelles door koolmonoxidevergiftiging. Zijn echtgenote was er bijna even erg aan toe, doch zij werd gered in het ziekenhuis van Neuilly.
De oorsprong van de icoonschilderkunst is terug te voeren op de Romeins-Egyptische Fajoemportretten van rond de 4e eeuw na Christus. Deze natuurgetrouwe, op hout geschilderde portretten kregen overledenen mee op hun sarcofaag. De mummieportretten waren een grote inspiratiebron voor de eerste iconenschilders, werkzaam in het Sint-Catharinaklooster in de Sinaï. In de collectie Vozyakov bevindt zich een Fajoemportret uit de 4e eeuw, te zien in de tentoonstelling. De icoonschilderkunst is rond de tiende eeuw in Rusland terecht gekomen; in Kiev huurde men destijds Byzantijnse kunstenaars in om allerlei kunstvoorwerpen te maken. Er ontwikkelde zich in de daaropvolgende eeuwen over heel Rusland een op Byzantijnse leest geschoeide icoonkunst. In steden als Novgorod, Moskou, Kazan, Vladimir-Soezdal en Pskov kwam de icoonkunst tot grote bloei.
Een icoon (van het Koinè Griekse εἰκόνα "tekening", "icoon"; en het Oudgrieks εἰκών "beeld", "afbeelding") van het Griekse eikoon - beeld)
Zijn afbeeldingen van heiligen of hoogfeesten, meestal geschilderd op een paneel. Zij worden geschilderd volgens door de kerk vastgestelde regels, de zg. canon. De Kerk heeft deze regels vastgesteld om voor zuiverheid en uniformiteit te zorgen en zij mogen niet afwijken van de leerstellingen van de Kerk.
Het schilderen is voor de orthodoxe kerk een werk waarvoor Gods zegen gevraagd wordt en dat gepaard gaat met gebed en vasten. Een icoon wordt niet gesigneerd, want het is Gods hand die de icoon geschilderd heeft. Iconen behoren tot de Oosters-orthodoxe Kerk en de Oriëntaals-orthodoxe Kerk en zijn onlosmakelijk verbonden met het kerkelijke en spirituele leven van de deze kerken en hun gelovigen. Iconen worden vanouds vooral geschilderd in landen waar de Oosterse orthodoxie of de Oriëntaalse orthodoxie de inheemse vorm van christendom is, zoals Griekenland, de Balkanlanden en Oost-Europa.
In het donker hangt mijn haar te drogen, en jij met je handschoenen aan , je houdt me in bedwang , en , je weet het wel , je steekt een vlam ( als aan een gasvuur ) aan mijn aapachtig verlangen naar jou
Niemand anders dan jij verdient het licht van mijn ogen
Geboren in Aschaffenburg op 6 mei 1880 en overleden in Davos op 15 juni 1938. Hij is de belangrijkste vetegenwoordiger van het Duitse expressionisme en wordt als voorman gezien van die Brücke. Kirchner , de zoon van een ingenieur bij de papierfabriek , later professor , verhuisde naar Dresden om daar bouwkunde te studeren ; daar leerde hij Fritz Bleyl en o.a. Erich Heckel. Kirchner werdt vooral beïnvloed door Vincent van Gogh en Edvard Munch. Vanaf 1909 is de kunst uit Oceanïe en Afrika zijn belangrijkste inspiratiebron .Na het uiteenvallen van Die Brücke werkt hij verder en in
1914 dient hij zich aan bij het leger .In 1915 stort hij in ,en wordt hij van zijn militaire dienst vrijgesteld ,hij is te gestoord om in dienst te blijven . De toenemende ' cultuurpolitiek ' van de Nazi's heeft er samen met zijn labiele toestand toe geleid dat Kirchner in 1938 geen andere oplossing zag dan zelfmoord te plegen.
Die Brücke is een groep die expressionistische schilders verenigde van juni 1905 tot 1913. Hun doel was om de kunst te bevrijden van de academische vormleer .Ze hadden een gemeenschappelijke atelier in Dresden waar ze naast schilderijen ook grafisch werk en driedimensionaal houtsnijwerk vervaardigden.
Clésinger, Jean Baptiste (Auguste)
1814 (Besançon)
1883 (Parijs)
Beeldhouwer Clesinger ontwierp het graf van Frédéric Chopin.
Zijn erotisch getinte beeld van 'Femme piquée par un serpent' zorgde voor schandalen.
Hij was de schoonzoon van George Sand.
Clésinger ligt in hetzelfde graf als Gourmont en De Courrière, de occultiste met wie hij een verhouding had. .