Witte duif, waar vlieg jij naar toe, neem me mee, ik ben zo moe.
Moe van alle rotzooi, op dees aardbol rond, moe van alle leugens uit menig mensenmond.
Ken jij die plek, nabij Agoren, naar't schijnt, word daar elke morgen, een nieuwe zon geboren.
Jij moet dat toch kunnen zien, hoog in de blauwe lucht, het ligt juist voorbij, lelieland een klein gehucht.
Ik vlieg met je mee, in mijn geest, hoger, hoger hier is nog geen mens geweest.
Ikaros achterna, ik voel de zon, verbrand? ontwaak uit mijn droom, met een witte veer in mijn hand.
Blues
( er is echt meer op deze wereld vrienden, dat kan niet anders, aanschouw elke morgen dat nieuwe wonder de zon. Iemand of iets moet dat toch allemaal regelen, iemand houdt die spreekwoordelijke touwtjes in handen,
Weegt en wikt, stapelt en schikt, kleurt de einder rood, beslist ook over onze dood. Laat kinderen lachen, blij gezind, laat een pluimpje dwarrelen in de wind, Laat mij denken aan jullie allemaal, al spreken we niet dezelfde taal. Blank zwart of geel, god had geen voorkeur voor die of deze, Hoe ik dat weet, Ik heb even in zijn boek mogen lezen.