In een Londens metrostation hing een affiche waarop stond:" De ark werd ontworpen door een amateur, de Titanic door vakmensen." Daaronder had iemand geschreven:"Maar Noachs management was beter.
Er is geen kind zo lief of zijn moeder is blij als het slaapt.
En daarom zou ik zo graag alle talen van de wereld spreken, om de mensen daar in die oorlogslanden gaan te vertellen hoe gelukkig ik ben, en wat ik doe om dat geluk te behouden, het te koesteren, als een relikwie. ----------
Stel je voor een dag in het weekeinde, auto's haasten zich naar hun garage, ofwel nog snel langs de winkel om de zo broodnodige laatste boodschappen binnen te halen. Op een bank, enkele meters verder op, in het park, moegespeeld, zit een jongetje, ik schat het 8 à 9 jaren jong. Van de andere kant komt een andere (b)engel, schoorvoetend nadert hij de rustplaats van de andere kleine, die heeft hem al zien aankomen, maar gebaard van kromme haas, schijnbaar is hij de late namiddagvogels, in de bomen aan het observeren. Het verschil tussen deze twee deugnieten is, a is blank b is er eentje van het donkere type. Voor de rest, ze hebben allebei een geelgroene snotneus hangen, is bij de ene zijn broek en bij de andere zijn hemdje gescheurd, ravotters, peuters die nog, denk ik toch op het eerste gezicht, kunnen spelen. Die nog op hun knieën door het zand (mogen) kruipen, die knikkers tussen duim en wijsvinger kunnen laten weg kaprioleren, op zoek naar een ander fel gekleurd stukje rond glas. Het zwartje gaat op de andere uiterste hoek van de bank zitten, en begint ook hoofdje achterover, de gevederde bevolking, in het groen der takken te aanschouwen. "Een merel," roept de kleine vogelkenner, wijzend naar een donkere vogel hoog in de toppen van de bomen, " hij zit zijn biotoop te aanschouwen, 't is een manneke dat zie je aan zijn gele bek." "Ja, een merel," antwoord het andere wezentje, blijkbaar niet zo op de hoogte van de ornithologie, als de andere rakker. " Kijk, een eend," roept plots het zwartje, en wijst in de richting van het voorbijrazende verkeer. " Een eend, waar? " reikhalst het blonde krullenkopje, "'k zie niks vliegen?" "Daar die groene aan de verkeerslichten," verduidelijkt, zichtbaar geamuseerd, de deugniet, nu met lichtjes in de ogen, " van het merk citroën, een 2 PK, verbruikt 3 liter per 100 kilometer." voegt de lachende kroezelkop er nog aan toe. Met ontzag in de ogen, schuift de schijnbaar geschrokken merelkenner, tot vlak tegen de olijk lachende autospotter, legt zijn arm om zijn schouder, en zecht dan plechtig, "wat zijn wij twee toch slim, niet waar?"
Hee, chattende bloggers, laat me eens iets weten over uw blog, zou graag weten, wie mij nog leest. Visje stuur me a u b geen e-mails meer, als u iets te zeggen hebt doe het dan dat alleman dat kan lezen.
Voor elke oprechte, romantische liefde, pingelt een priemende lentezon, in't rozewit van een kersenboom. Zwelt een kristallen dauwdruppel aarzellend, aan een volle korenaarskroon. Merkt gij, deze natuurikonen, en begrijpt ge hun ware zin, dan is het zeker nog niet te laat, dan wilt ge nog leven, genieten het volle leven in, Je verlangd van uw geliefde het lichamelijke, en een ridderlijke trouw, als bewijzen van een eeuwigdurende liefde voor jou. Jij met deze wensen, innerlijk een teer maar gouden hart, Staat in deze levensrace geheel appart, Kwetsbaar oprecht romantisch open, voor hem die het eerlijk meent, geen loze ijdele beloften preekt, Ontlukend, allesgevend, opofferend, tot het laatste licht in je ogen breekt.