Wanneer ik het hongeren en lijden zie op aard in weekblad, krant of op de buis wanneer ik in die onschuldige donkere ogen kijk zittend, liggend, stervend zonder have of huis
Dan knapt er telkens iets van binnen ik voel me leeg en rot Dan helpt bij mij geen schouderklop slaat alles met een klap kapot
Armoede, gelukkig heb ik nooit ontmoet op mijn lange levenspad Ik kwam toe, met eten heb altijd een goede gezondheid gehad
En dan stel ik mij toch de vraag als er toch beschermengelen daar boven staan Waarom laten zij dan, die miserie hier begaan.