Laten we samen zoeken, naar 't geluk in andere oorden, Laten we dolend, "Happyland" ontdekken, Zien hoe anderen, zich geven zonder woorden, Veel met de mantel der liefde bedekken.
Waar die vrede heerst, waar men veel kan verdragen, Waar men waarom, weinig zal gebruiken, Moederkes nog op handen worden gedragen, Waar kinderen de kans nog krijgen om te ontluiken.
Waar akkers vol met het gouden koren, Naast groene weiden liggen te grazen, Waar een wiegelied nog kan bekoren, Waar kinderen nog bellen blazen.
Fata morgana, illusie, 't land van Eden, waar ik naar zocht, Heb ik gevonden, 't lag in mijn dorpje, juist achter de bocht.
Dwalend, even boven, de drogevoetenlijn, volgend, het zigzaggendchaosspoor, van de laatste vloed.
Spoelde mij, vanuit, groen-witte bruisende koppen schuim. een, fles, met boodschap te gemoet.
Binnenin, in een plasje verschaald nat, zag ik dat er een papiertje in zat.
Druipend, van't zilte nat, getooid met wier, en andere planten, uit de tuin der zee gemaaid,
wikkelde , ik haar, in een plastieken, boodschappentas, die me door een kille wester, juist op dàt ogenblik kwam toegewaaid.
Al neurieënd het liedje," message in a bottle...." van mijn idool Sting, koesterde ik, tegen mijn lijf, het natte kleffe pakje, als een waatdevol ding.
Hijgend, van't ploegen, door het mulle zand, ben ik nu aan de voet der duinen aanbeland.
Zet me neer, de rug, tegen een vermoeiede visserssloep, en uit de wind, om te kijken, wat ik in die fles wel vindt.
De kurk, half in de flessenhals, trek ik met mijn tanden eruit, het papiertje rolt in mijn hand, waardeloos of buit??
Ik lees, "Ga verder, vinder, lees dit is misschien het begin van miljoenen." zou het dan toch kunnen, ik krijg reeds groteske visioenen.
Ik lees, " Ga naar de winkel, lever deze fles in, als leeggoed, met die twintig eurocent ga je vast je eerste miljoen te gemoet.
'k Durf niet gelukkig te zijn, ik heb schrik van het onbekende andere. Een panische angst, dat dit alles eens zou veranderen.
Ik zou moeten zingen, dansen, dagenlang, maar ik durf niet, ben veel te bang. Ik ben te benijden, weinigen hebben zulk een vriendin, juist daarom durf ik het volle leven niet in.
God, als er nu iets moet gebeuren, als het ergens toch zo geschreven staat, Neem dan mij, .........en bescherm diegene, die ik achterlaat.