Dwalend, even boven, de drogevoetenlijn, volgend, het zigzaggendchaosspoor, van de laatste vloed.
Spoelde mij, vanuit, groen-witte bruisende koppen schuim. een, fles, met boodschap te gemoet.
Binnenin, in een plasje verschaald nat, zag ik dat er een papiertje in zat.
Druipend, van't zilte nat, getooid met wier, en andere planten, uit de tuin der zee gemaaid,
wikkelde , ik haar, in een plastieken, boodschappentas, die me door een kille wester, juist op dàt ogenblik kwam toegewaaid.
Al neurieënd het liedje," message in a bottle...." van mijn idool Sting, koesterde ik, tegen mijn lijf, het natte kleffe pakje, als een waatdevol ding.
Hijgend, van't ploegen, door het mulle zand, ben ik nu aan de voet der duinen aanbeland.
Zet me neer, de rug, tegen een vermoeiede visserssloep, en uit de wind, om te kijken, wat ik in die fles wel vindt.
De kurk, half in de flessenhals, trek ik met mijn tanden eruit, het papiertje rolt in mijn hand, waardeloos of buit??
Ik lees, "Ga verder, vinder, lees dit is misschien het begin van miljoenen." zou het dan toch kunnen, ik krijg reeds groteske visioenen.
Ik lees, " Ga naar de winkel, lever deze fles in, als leeggoed, met die twintig eurocent ga je vast je eerste miljoen te gemoet.