Ik was in de tuin, toen ik binnen de telefoon hoorde bellen. Dat haal ik nooit dacht ik, terwijl ik mijn tuingereedschap liet vallen, de scherpe bocht van de veranda naar de keuken bijna miste ,binnen in volle ren mijn werkschoenen uitschopte waarop de honden, die waarschijnlijk dachten dat ik wou spelen, voor en tussen mijn voeten liepen. Half struikelend die gevaarlijke punt van de tafel, die altijd in de weg stond, juist miste, tolde ik de living binnen, en grabbelde ik enigzins buiten adem de telefoon vast. De beller vroeg heel verbaasd " Wat doe jij met dit prachtige weer binnen?".
Toen mijn kinderen nog klein waren, werden we tijdens de maaltijden regelmatig gestoord door de vriendjes uit de buurt, die wilde weten of deze of gene, buiten mochten komen spelen. Om daarvan verlost te zijn hingen we een bordje aan de voordeur: " We zijn aan het eten kom straks maar terug!" Die avond dachten we zonder onderbrekingen gezellig te kunnen eten. Maar we waren nauwelijks begonnen of er werd al gebeld. Aan de voordeur stond het vijfjarig jongetje van de overkant. " Wat staat er op het bordje?" vroeg hij.
Jaren geleden, toen ik nog actief brandweerman was, belde de voorzitster van een clubje nederlandse zakenvrouwen, mij op. Ze vroeg of ik lezingen hield in verband met brandveiligheid, en zo ja, hoeveel ik daarvoor rekende? Ik hield inderdaad van die soort voordrachten, zei ik, maar bracht daarvoor niets in rekening. "Dan gaat het niet door," zei de vrouw." we hebben laatst op een ledenvergadering vastgesteld, dat een spreker die niet minstens duizend frank vraagt, niet de moeite waard is." Begrijpe wie begrijpen kan.
Blues (gefrustreerd)
|