Alles scheen volmaakt, huisje, beestje,boompje, en geen wolkje aan de lucht. Graag zien, heel graag zien, mannetje, vrouwtje, kindjes, geen geklaag, geen gezucht.
Jaren lopen in't zelfde stramien, trammen, treinen, autorit, exames, vakantie, veel reizen, nog altijd, verliefd, op die vrouw, kadootjes, geschenkjes, presentjes je steeds weer moeten bewijzen.
De eerste barstjes in het broos geluk, geween, gevloek, het harde woord, niet meer lachen, geen ik hou van jou. De wrange nasmaak, na de zoveelste ruzie, kinderen merken het nu ook, de kennismaking met die andere vrouw.
Je denkt een nieuwe start, ga't proberen, Graag zien, heel graag zien, maar geen liefde, geen gepraat, Wie was er fout, onopgeloste vragen, kan niet meer terug, te laat. Blues ( zwart )
Ik zou, ik wou, ik wilde, Ik zal, ik ga, ik rilde.
Ik doe, ik deed, ik huilde, Ik bleef, ik beslis, ik ruilde.
Jij kwam, jij bekoorde, jij won, Jij lachte, jij smachte, jij spon.
Zij weende, zij vloekte, zij bezwoor, Zij weende, zij vloekte, ZIJ VERLOOR.
|