|
|
|
Ik ben een dwarsligger en daar ben ik fier op.
|
|
20-04-2006 |
Meer gedichten uit" 3000 jaar wereldpoëzie in 500 onsterfelijke gedichten". |
Nog dikwijls moet ik denken aan die stad, zo oud zo ijdel, en zo decadent, doortrokken van geheimen en geruchten.
Daar is een woonstee die niet ieder kent, alleen bereikbaar langs de brug der zuchten, alleen verlaatbaar, zegt men, in een kist.
De Loden kamers... nou, ik kon ontvluchten, met lust ben ik vertrouwd, maar ook met list, mijn leven is een dichtbeschreven blad.
Ik heb geleerd, genoten en geboet, wat jammer dat men ook nog sterven moet.
Giacomo Girolamo Casanova.
-----------------------------------------------------
Door't lezen van dit gedicht hier boven, kwam de muze op kousevoeten mijn dichtersbrein binnen.
Wat is het toch een rijkdom, om met zinnen, die rijmen, weer aan een brokje hersenspinsels te beginnen.
We kunnen nu hedentendage, over de lente verhalen, of over de liefde Romeo en Julia, Bonny en Clyde gaan dromen.
Over een nieuwe tijd, zonder oorlog, afgunst, of sombere dagen en parken vol bloeiende kersenbomen.
Over nieuwe kansen, meer geluk, voor minderheden, en tieners, die het zaad van onze toekomst zijn.
Over de ouderen, ik weet het, we hebben, de jeugd niet veel nagelaten, niets dan oorlogen en pijn.
Zo lang wij, dichters onze pen, op zijn scherpste staat, zolang de laatste druppel inkt niet verloren gaat.
Zo lang we rijmen op lief geluk en, vergeet me niet, zo lang is er nog hoop, op een wereld zonder zorgen en verdriet.
Blues ( "is terug - laat hem door!!")
|
|
|
Reacties op bericht (0)
|