Disclaimer In verband met een recent dispuut omtrent plagiaat wil ik bendadrukken dat deze teksten uiteraard niet origineel zijn maar een condensatie van teksten die over dit onderwerp werden gepubliceerd. Ik kan de geschiedenis van Egypta niet heruitvinden en mijn persoonlijke bijdragen aan origineel onderzoek hierover zijn nihil. Ik tracht hier met zoveel mogelijk bronvermelding een samenvatting te geven over wat hedendaags bekend is. Ronald Milo
Foto
Inhoud blog
  • Bewerking van stukje van 03/03/2006 over dynastie 0
  • Anoebis02
  • Horus valk
  • neboe
  • Horus ? Schorpioen een koning uit Dynastie 0

     

    100%
    150%
    200%

    loupe voor wie de kleine tekst moeilijk kan lezen
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     

    Hierboven vind je een afbeelding van de god HAPI, de Nijlgod of beter gezegd de God van de Overstroming van de NIjl. De Egyptenaren maakten immers een onderscheid tussen de nijl als stroom, die ze "iteroe" noemden, en de welvaart brengende overstroming die ze personifiлerden in de god Hapi. Hij werd meestal voorgesteld met een hangbuikje en hangborsten (een teken van welvaart voor de oude Egyptenaren) en met een haartooi van waterplanten. Vaak wordt hij echter ook in de verschillende provincies ( nomen) afgebeeld met het embleem van de provincie op zijn hoofd. Dit is ook het geval in bovenstaande afbeelding. Hapi werd vooral vereerd te Assoean en Jebel el Silsila waar hij geacht werd rond te dwalen in de grotten bij de eerste stroomversnelling (cataract). In de Delta daarentgen geloofde men dat hij in grot nabij Memfis woonde. Om hem te vereren en gunstig te stemmen werden, meestal in de nabijheid van een nilometer, offergiften in de stroom gegooid.

      Woordenschat

    .

    WELKOM OP DEZE WEBSITE GEWIJD AAN ALLE ASPECTEN VAN HET OUDE EGYPTE DER FARAO'S

    Inhoud



    Een herschikking van het blog is aan de gang om alle delen aanklikbaar te maken vanuit het centrale Inhoudsmenu. Enig geduld wordt op prijs gesteld. Ondertussen kan u nog steeds bij de artikels terecht via de inhoud in rechterkolom
    e-mail van de auteur: ronald.milo@skynet.be
    19-06-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.neboe

    NEBOE =GOUD

    Het oudste stratum van het continent , de oude Afrikaanse sokkel, is gemaakt van graniet en metamorfe rotsen, met aders van goud en dioriet. Hierboven heeft zich tijdens het Krijt zandsteen, hier en daar overdekt met gesteente van vulkanerupties, afgezet. Op dit alles heeft de warme Thetys zee alvorens zich terug te trekken een dikke laag krijt, schiste en kalksteen nagelaten. Daarna begon de Nijl of een van  zijn voorouders aan een afwisseling van erosie en afzetting van klei en zand. Goud werd gevonden in de alluviale zandgrond van de wadi's en in de witte kwartsaders die men vindt in de binnenzijde van de vulkaanrotsen van de grote centrale keten die de Nijl van de Rode Zee scheidt.

    De oostelijke woestijn

    Het is mogelijk dat de Egyptenaren hun goud oorspronkelijk dolven in bepaalde alluviale Nijlzones of in beddingen van oude wadi's maar veel kan dat niet hebben opgeleverd. Goud werd vooral gewonnen in de kwartsaders van de oostelijke woestijn en in Nubië, dat er trouwens zijn naam aan zou ontlenen, neboe betekende immers goud. In de oostelijke woestijn strekken de vindplaatsen zich uit vanaf enkele km ten noorden van de moderne weg tussen Kena en Koesseïr aan de Rode Zee tot diep in Nubïe. De meest voorname exploitatie plaatsen zijn gelegen rond drie zones wiens natuurlijke afvoerwegen naar de Nijl leiden: te Kena en Kift (het Oude Koptos) , el-Kab en Edfoe. Dit gebied is verschrikkelijk heet en droog (er kan best een hele generatie lang geen druppel regen vallen). Maar het is wel gunstig gelegen. De Nijl maakt er een grote bocht naar de Rode Zee toe en nadert haar daar tot op ongeveer 130 km. Bovendien was er een weg door de bergen langswaar ezelkaravanen de door schepen aangevoerde goederen uit het Poentgebied naar Coptos konden brengen. In de Hamamatwadi , in een steengroeve die op drie dagmarsen van de Nijl gelegen was, werd ook de mooie "Bechensteen", een heel hard zwart garniet, gedolven. Daaruit werden de langste architraven en de slanke obelisken vervaardigd. Ondanks de onherbergzaamheid van het gebied wist de administratie er een voor de drie exploitatietypes gemeenschappelijke infrastructuur te centraliseren. Ten tijde van het Oude Rijk bewaakten garnizoenen zowel de mijnslaven als de karavaanroute die voortdurend bedreigd werd door nomadenvolken uit het kustgebergte

    Het is niet onmogelijk dat de exploitatie van deze goudaders een rol heeft gespeeld in de vorming van de eerste steden en stadsstaten in Opper-Egypte in het IVe millenium v. Chr. De predynastische stad Naqada bij de monding van de wadi Hammamat ( toen het Rohenoedal) was bekend als Nubt : de Goudstad.

    Als de farao een expeditie naar Poent stuurde kon de opperbevelhebber zijn prestige vergroten door uit Hammamat een gedeelte van de goud of steenproductie mee te brengen. Sommige van die goudmijnen zijn teruggevonden. Bij één ervan niet ver van het huidige El Fawakhir , staan nog duizenddriehonderd hutten : onderkomens voor de slaven, maar waarschijnlijk in de eerste plaats voor de soldaten en functionarissen. Het was dus een heel belangrijke mijn.

    De oudste geografische kaart is dan ook een soort "piratenkaart" waarop een diagram voorkomt van de goudmijnen in de wadi Hammamat. De kaart geeft de weg aan, die in zuidelijke richting naar het begin van de waddi leidde en dan naar het oosten afboog naar de mijnen van de secundaire valleien, die nog niet geïdentificeerd zijn. Er werden waterputten gegraven van verscheidene tientallen meters diep, om mens en dier te drenken. Op het grootste kaartfragment situeert zich een put die in 1304 op bevel van Sethi I op zestig kilometer van de Nijl werd gegraven De farao maakte een uitstap in de woestijn en vroeg zich af "Wat gebeurt er met de reizigers op deze weg ? Waarmee lessen zij hun dorst in deze immense woestijn? Hoe kan ik hen de mogelijkheid tot overleven bieden opdat zij mijn naam in de toekomst eer zouden bewijzen ? De door de steenhouwers gegraven put leverde zoveel water dat een stukje land kon worden bewerkt en dat de farao opdracht gaf op die plek een tempel en een stad te bouwen.

    Deel van de "mijnpapyrus van Turijn" ten tijde van Ramses IV .Turijn :Museo Egizio cat . 1879.
    1: Stele van Sethi I. 2: Cysternae (waterreservoirs), 3:Schrijn van Amon van het Zuivere Gebergte. 4: Werkmanshutten. 5: Bruine penseelstreken die mogelijks geologische variatie van het gesteente aanduiden. 6: Bodem van de wadi, beschreven als de weg die naar zee leidt.

    Nubië

    Toen het rijk zich had uitgebreid tot voorbij de eerste cataract werd een steeds belangrijker deel van het goud uit de Nubische woestijn ( het land van Koesj) en dan hoofdzakelijk uit de streek die vandaag Eskhoeranib heet aangevoerd. Hoewel de slaven uit de wadi Hammamat reden te over hadden om zich te beklagen leden zij nog een vrij aardig bestaan in vergelijking met hun slavenbroeders uit Nubië. Vanuit Koeban (ten zuiden van Assoean) was het zeventien dagen reizen door de brandende woestijn om de mijnen te bereiken. Het is er zo heet dat aanraking met de overhitte rotsen brandblaren veroorzaakt en dat de lucht constant zindert.

    Kopij van een grafschildering in 1840 door Richard Lepsius gereproduceerd ziet men dat de edelman Hoei, onderkoning van Nubië aan de farao de goudtributen van de volken van het Zuiden aanbiedt. Hoei heeft een kromstaf en waaier in de hand. Het tribuut bestaat uit rijk bewerkte vazen, halssieraden, borstplaten, schalen met carneool en zakken goudpoeder. Op het tweede prentje van dit beeldverhaal ziet men achter de onderkoning een Nubiër die ten teken van eerbied zijn handen opheft.

    Minder dan de helft van de naar Nubië gestuurde gevangenen en lastdieren kwamen op hun bestemming aan. De overlevenden die soms niet eens de taal van hun Egyptische meesters verstonden, en die dag en nacht naakt engeketend werkten in de zengende hitte, konden alleen maar hopen op een snelle dood. Zelfs ouderlingen en vrouwen werden met stokslagen aan het werk gehouden

    De opbrengst van de mijnen in Nubië echter vond zijn weg via de wadi el-Allaki bij wiens monding de Egyptenaren van het Nieuwe Rijk de forten Koeban en Ikkoe bouwden. Maar deze mijnen werden toen reeds eeuwen met name reeds tijdens de eerste dynastie geëxploiteerd. Deze exploitatie wekt bewondering ; bewondering voor de Egyptische prospecteurs die tot in dit verre oord goud ontdekten en voor de Egyptische administratie die erin slaagde deze afgelegen kolonie ondanks alle moeilijkheden te behouden. Tot het midden van het derde millennium was Koesj slechts bewoond door bruinhuidige stammen, die etnisch verwant waren met de Egyptenaren, maar hun cultuur niet deelden. Nadats Senwosret I (1965 -1920) en zijn opvolgers hen min of meer hadden onderworpen, dreven deze volken wat handel met Egypte. Ze ruilden plaatselijke producten en goederen afkomstig van de zwarte volkeren, die langzaam maar zeker het zuiden van Soedan inpalmden. Ze aarzelden echter niet om zodra de gelegenheid zich voordeed op strooptocht te gaan. Eeuwenlang moesten de Egyptische karavanen zwaar geëscorteerd worden . De nomarch Ameni, die voor rekening van Senwosret I een expeditie leidde nam alleen al voor de bescherming van het goud vierhonderd elitesoldaten mee. Dit illustreert de aggressiviteit van de Nubiërs want de Egyptische soldaten waren bij de beste van de oude wereld.

    Pas onder de stoere politiek van de farao's van de 19e dynastie werd Nubië een wat veiliger provincie. Tot dan toe bleef de mijnexploitatie eerder beperkt wegens een tekort aan water. In zeven eeuwen tijd was men er niet in geslaagd één goede put te graven. Zelfs Sethi I mislukte. Maar de slaven van diens zoon Ramses II slaagden daar in de 13e eeuw v. Chr. wel in na onvoorstelbare inspanningen. Tijdens het Nieuwe Rijk zal de geschiedenis dan gelijk lopen met de ontwikkeling en de uitputting van de goudaders in de woestijn. Eerst zal het de militaire expedities van de farao's financieren, daarna zal het gebrek aan voldoende goud zich laten voelen op militair en diplomatisch vlak.

    Goud en zilver

    Een mengsel van goud en 20 tot 50% zilver wordt technisch "electrum" genaamd. Maar daar het meeste Egyptische goud niet zuiver was en tot 20 % zilver kon bevatten is het onderscheid nogal kunstmatig. Maar de Egyptenaren waren er zich wel van bewust dat men deze legering ook kunstmatig kon maken. Daar electrum meer resistent was dan zuiver goud werd het al sinds de eerste dynastieën gebruikt in juwelen.

    Goud was een zeer waardevol metaal bij de Egyptenaren maar toch niet zo waardevol als zilver wanneer dit voor het eerts werd ingevoerd. Want op het eigen grongebied werd in Egypte geen zilver ontgonnen, het moest worden ingevoerd. Het kwam zeker niet uit de Poent (Somali¨-Yemen) want van hetgeen van daar ingevoerd werd bestaan heel precieze lijsten. Misschien was het uit Cilicië, dat geenszins buiten het bereik van de Egyptische zeelieden lag, zelfs niet ten tijde van het Oude Rijk. Tijdens de expantieperiode van het Nieuwe Rijk echter werden gemakkleijker toegankelijke en dichterbij gelegen zilvermijnen ontgonnen. Een ding is zeker tijdens het 18e dynastie (Nieuwe Rijk) speelde Syrië een bemiddelende rol in de zilverhandel. Reeds tijdens het Middenrijk (2055 -1650 v. Chr. ) echter stond goud al duidelijk op de eerste plaats onder de edele metalen en werd zilver naar de tweede plaats verdrongen.

    In het graf van Sobekhotep (TT63-Nieuwe Rijk) zijn Nubiërs afgebeeld, die goud aanbrengen als schatting. Tijdens het Nieuwe Rijk (1550 -1060 v.Chr.) werd ook goud aangevoerd als schatting uit Syrië-Palestina, ondanks het feit dat Egypte meer goud bezat dan de Levant. Het feit dat de farao zo veel goud bezat was niet onbekend bij de andere machthebbers in het Midden-Oosten en in de Amarna brieven komt de vraag naar goud herhaardelijk voor . Een voorbeeld is brief EA19 van Toeschratta van Mitanni waarin deze schrijft aan de farao-"Moge mijn broer onbewerkt goud zenden in grote hoeveelheden, en moge hij mij nog zoveel meer goud zenden dan hij aan mijn vader zond want goud is in het land van mijn broeder zo overvloedig aanwezig als stof. "

    De mijnbouw

    De ontginning van goud was van in den beginne een monopolie van de farao. De expedities naar de mijnen en groeven stonden onder militaire controle en de arbeiders waren vaak misdadigers. Het was een moeilijk en gevaarlijk werk en menig mijnwerker liet het leven tijdens de werkzaamheden.

    De installaties van Eskhoerabib werden intact achtergelaten nadat de mijnen waren uitgeput. Ze vormen een prachtige informatiebron voor de archeologen. In de vallei staan nog driehonderd stenen hutten overeind met in elk daarvan een granieten molen waarmee het goudhoudend kwarts werd verpulverd. Het goudbevattende gesteente werd na de extractie dus fijn geslagen of gemalen, gewassen om het goud te recupereren, waarna dit werd afgevoerd voor raffinage en verdere bewerking. Nabij de hellingen zijn er in de rotsen uitgegraven citernen , waarin de zeldzame winterregens werden opgevangen en vlak bij die citernen bevinden zich de grote, hellende steenvlakken waarop het goud uit de stenen werd gewassen.

    In de bergflanken zijn diepe gangen uitgegraven . De slaven groeven zich een kronkelende, de kwartsader volgende, weg en stopten pas waar de ader onderbroken werd. Zoals bijna altijd in primitieve mijnen liet men de harde rots springen door verhitting met vuur een afkoeling met water ( als dat voorhanden was). De slaven van Eskhoerabib moesten dus nog van ver en onder moeilijke omstandigheden brandstof aanvoeren. Het is onvoorstelbaar dat deze mensen konden werken in de onverluchte, oververhitte schachten bij het licht van kleine olielampen. Na splijting met vuur werden de kwartsblokken uitgehaald met behulp van houten, benen, bronzen en pas later ijzeren gereedschap. Kinderen droegen de steenblokken naar buiten, waar oudere mannen ( ouder dan diegene die in de schacht werkten ) ze verbrijzelden in stukjes ter groote van een lins. Dan werd dit erts tussen granieten molenstenen gemalen door vrouwen en ouderlingen en het aldus bekomen gruis op grote platte stenen gewassen.

    Al deze operaties geschiedden onder de brutale bewaking der soldaten en het waakzame oog van de scriba's ( schrijvers) . Ondanks de zeer moeizame ontginning was Egyptes goudproductie enorm. Papyrusdocumenten vermelden (jaarlijkse ??) producties van duizenden kilo's. Naast Hammamat en Koesj bestonden er nog andere bevoorradingsgebieden en de Egyptenaren onderscheidden diverse goudsoorten naargelang de plaats van herkomst en de zuiverheid. Het woestijngoud uit Coptos, het goud uit Nubië, het goud uit Azië, het witte goud, het goede goud en het goud van tweede en derde kwaliteit. Bij elke transactie werd de kwaliteit van het metaal dan ook zorgvuldig geverifiëerd door de wegers en scriba's.

    Soms werd het goudstof in lederen zakjes naar de hoofdstad of tenminste naar de Nijl gevoerd. Dat was het geval voor het goud uit Nubië, omdat de brandstof daar te kostbaar was om het metaal ter plaatste te smelten. Het smelten gebeurde echter altijd zo vlug mogelijk. Vijf dagen lang werd het goud met zout en andere substanties gezuiverd in smeltkroezen uit aardewerk, die met een loodlegering werden afgesloten. Op de vijfde dag werd het vloeibare goud in ringen van verscheidene diktes maar met een vaste diameter van ongeveer twaalf en een halve centimeter gegoten. Onder deze vorm werd het goud, na zorgvuldige weging op een speciaal daartoe bestemde weegschaal definitief in ontvangst genomen.

    De goudsmeden

    Het gewogen en geaccepteerde goud werd ofwel in reserve gehouden ofwel onmiddellijk hersmolten en in staven van verschillende groottes gegoten, die dan werden toevertrouwd aan ambchtslui. Al van bij de aanvang van het Oude Rijk hamerden die het goud op een stenen aambeeld tot bruikbare vormen ( draad, blad, stengel). Hoewel de scriba's, die zich als de belangrijkste personages van het rijk beschouwden, de handwerklieden minachten en belachelijk maakten, bekleedden de smeden en goudsmeden toch een benijdenswaardige positie in de Egyptische samenleving. Ze behoorden weliswaar tot een bepaalde categorie maar hun kunde die ze van vader op zoon doorgaven was onmisbaar voor de goede gang van zaken en vermits hun aantal vrij gering was kon men ze niet als eenvoudige boeren behandelen.

    Het hoofd van de goudsmelters en het hoofd van de goudsmeden waren belangrijke personnages onder de hoogwaardigheidsbekleders van het hof en deze functies werden vaak binnnen dezelfde families gehandhaafd. Ook specialisten in het vervaardigen van godenafbeeldingen hadden als ingewijden in bepaalde geheimen een bevoorrechte positie.Goud werd immers ,ook beschouwd als het vlees van Ra en andere goden. Beelden van de goden waren dan ook van goud of op zijn minst verguld. Goud werd ook gebruikt voor de versiering van tempels en voor de bekleding van pyramidons op de top van een obelisk of een pyramide.

    Eenvoudige goudsmeden daarentegen waren nooit hun eigen meester en een ambachtsman die voor een zo belangrijk man als de vizier werkte kon zonder diens instemming het werk niet neerleggen om een feest van Amon bij te wonen. De overvloed van goud wakkerde echter de creativiteit van de Egyptische goudsmeden aan. Hun technieken werden zo geraffineerd dat ze nog vandaag de dag moeilijk te reproduceren zijn. Het dodenmasker van Toetanchamon illustreert de tijdens het Nieuwe rijk bereikte perfectie . Het is nochtans maar één voorbeeld uit een massa aan meesterwerken waarvan vele in de loop der tijden verloren zijn gegaan.

    In een graf in Saqqara (ca 2.400 v.Chr.) werd een beschrijving van de goudsmidtechniek nagelaten waaruit blijkt dat ze goud smolten met behulp van lemen blaaspijpen waarmee men de temperatuur omhoog joeg tot 1063° Celsius, die voor het smelten noodzakelijk is. Op de voorstelling zien wij de ambahctsman die het vloeibare goud uit de smeltkroes giet terwijl anderen het goud met stenen hamers tot vlakke platen slaan.
    wordt verder uitgewerkt



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (0)



    Inhoud blog
  • Bewerking van stukje van 03/03/2006 over dynastie 0
  • Anoebis02
  • Horus valk
  • neboe
  • Horus ? Schorpioen een koning uit Dynastie 0
  • Anoebis
  • Laatste Updates
  • Aker
  • Lijst Farao's
  • Samenvatting van de geschiedenis
  • Amon
  • Religie indeling
  • Lijst van de goden
  • Het Bestuur
  • Cursus Hiërogliefen
  • Geologische periodes van de aarde
  • Paleo-, Proto-, Pre- en Neonijl
  • Geografie
  • Geschiedenis
  • Eonijl
  • Nijl_Quaternair
  • Opvatting over geschiedenis
  • De prehistorie
  • MUMMIE VAN HATSJEPSOET GEÏDENTIFICEERD
  • DE DYNASTIE WISSEL en de OVERGAN NAAR HET OUDE RIJK
  • DE DERDE DYNASTIE
  • GEURENDE STENEN
  • SORRY
  • en nog over stenen
  • Nog enkele belangrijke technische woorden van de hongersnoodstèle
  • Technische woorden van de Hongersnoodstéle.
  • Pyramiden in beton ?
  • Pyramiden in Beton ?
  • OEFENING
  • Offerformule Deel IV
  • Pyramiden in beton !?! Deel 2
  • Pyramiden uit gereaggregeerde steen ?
  • DERDE DYNASTIE
  • Chasechem /Chasechemoei
  • Sechemib
  • Peribsen (volledig)
  • OFFERFORMULE DEEL III
  • Woordenlijst
  • WOORDENLIJST
  • De offerformule
  • Neferkaseker of Neferkasokar
  • Neferkara
  • Noebnefer
  • BA
  • OENEG
  • Werkwoorden
  • Verder vervolg Ni-Netjer
  • Vervolg Ninetjer
  • Vervolg van Farao Ninetjer (Tweede Dynastie)
  • Het tweede kistje
  • Een beetje practijk
  • Ninetjer
  • Meervoud en een Neb probleem
  • NEBRA
  • Tombe A (het graf van Hetepsechemoei ?
  • Expeditie naar de bronnen van de nijl
  • Transliteratie
  • Lauer J.-P.
  • Archeologische problemen
  • TOEVOEGING
  • kA
  • Woordenlijst
  • HERHALING
  • INLEIDING TWEEDE DYNASTIE
  • HORUS BA
  • Horus Vogel en /of Horus Sekhet
  • Qa'a, of Qa of Ka'a of Ka
  • Horus Qa'a, laatste grote koning van de eerste dynastie
  • Sedjemef
  • Horus SEMERCHET
  • Oplossinge oefening
  • Horus Adjib
  • Suffixen
  • Horus DEN
  • Laatste drieletter-tekens
  • Tweede deel Drieletter-tekens
  • HORUS DEN
  • Wat GRAMMATICA (tegen de goesting maar nodig)
  • Drieletter-tekens Deel 1
  • Koningin Mer-Neith
  • Transliteratie
  • Horus Djet (Wadji- Oeadji)
  • Oplossing van de opgave
  • Mensoffers bij de farao's
  • Bericht
  • pa & ma, is niet vader & moeder
  • Horus DJER II
  • Gelukkig Nieuwjaar !
  • De seizoenen
  • Leren tellen
  • Horus DJER en Uitwijding over de tijdrekening van de Egyptenaren2
  • Horus DJER en Uitwijding over de tijdrekening vab de Egyptenaren
  • LES HIEROGLIEFEN
  • Horus AHA
  • TWEELETTER-TEKENS
  • MET VERLOF
  • Wie was Menes ?
  • OP ALGEMENE AANVRAAG
  • Eikes, een spinnekop
  • OOSTENDE
  • Cursus deel
  • Abydos
  • Canon van Turijn
  • Les 3
  • De andere payrus van Turijn
  • Les 2
  • Bronnen 3
  • Hiërogliefen Les 1
  • Lijst abydos
  • bronnen 1
  • Wist Je ?
  • HIEROGLIEFEN CURSUS ?
  • Bronnen van de koningslijsten vb. Eerste Dynastie
  • Eigennaam
  • Troonnaam
  • cartouche
  • Gouden Horus
  • Nebti naam
  • Titulatuur van de farao
  • Narmer palet
  • DYNASTIE 0
  • Peribsen

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Foto

    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Klik hier
    om dit blog bij uw favorieten te plaatsen!



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!