Deel IV mijn grootvader Joseph en de liefde...
Einde jaren 1890 is er een jonge meid naar de hoeve gekomen. Sidonie Smets moet een mooi meisje geweest zijn van nog geen twintig (geboren 1880). De oudste zoon Joseph , ondertussen al een eind in de dertig (geboren 1865) moet tot over zijn oren verliefd geworden zijn op de jonge Sidonie, en zijn liefde werd beantwoord. Tot grote ergernis van zijn zus Valérie, die na de langdurige ziekte en dood van de moeder Joséphine Saint-George in 1885 de enige vrouw op de boerderij was en waarschijnlijk ook de hele huishouding beredderde. Valérie heeft ervoor gezorgd dat Sidonie Smets moest vertrekken om te gaan “dienen” in Brussel. Dit wordt bevestigd door het bevolkingsregister in Geetbets waar zij in 1904 terug ingeschreven wordt komende van Schaarbeek. De liefde tussen Sidonie en Joseph is niet geluwd en zij huwen en gaan wonen op 30/03/1905 in Halen Corneliusstraat 28. Rond dezelfde periode 27/03/1905 verhuizen Alexis Guilmet, zijn dochter Valérie en haar echtgenoot Dionysius Jacobs en kinderen naar de kasteelhoeve in Rummen. Het vlot op de boerderij, kasteelhoeve in Rummen blijkbaar toch niet zo goed en Valérie moet de hulp van haar oudere broer Joseph (tevens haar oogappel)terug vragen voor hulp, waarschijnlijk voor de paarden. De veten worden bijgelegd en wanneer Louis Guilmet de jongste broer na een paar weken (hij is ook reeds gehuwd en woont in Kortenaken) denkt dat het ergste van de ruzie nu wel voorbij zal zijn en eens gaat kijken op de hoeve van zijn vader, komt tot zijn grote verbazing zijn oudste broer reeds tegen op de oprijlaan naar de hoeve. Alles lijkt dus bijgelegd en het leven gaat verder. Er is een ongeval gebeurd met de paarden waarbij Louis zijn been brak, hij mankte achteraf. Dit moet gebeurd zijn tijdens de zwangerschap van zijn zus Valérie die in verwachting was van Dennis. Dat Dennis geboren werd met een onvolgroeide arm werd toegeschreven aan het feit dat Valérie zo geschrokken was bij dit ongeval. De twee broers Joseph en Louis bleven allebei de boerenstiel verder uitoefenen (in Hulsbeek en Kortenaken) zij het veel minder succesvol dan hun vader. Het waren toen immers de crisisjaren in de landbouw. Na de eerste wereldoorlog was er de crisis in de landbouw met de opkomende industrialisatie. Alleen wie nog veel grond bezat kon min of meer overleven. Dat hadden de broers niet en de erfenis van hun vader was ook niet van dien aard om een goed functioneerde boerderij met de nodige uitrusting op te zetten. De erfenis zou 3000 BEF elk, bedragen hebben, en alle gronden en de hoeve waren gepacht. Zij zijn allebei van nul moeten beginnen.
Morgen het vervolg.....
|