Voor zover ik mij kan herinneren werd er ieder jaar op 11 november een herdenking gehouden bij de verschillende monumenten voor de gesneuvelden van WO II, zo ook bij de gedenkplaat aan het station van de twee gesneuvelden bij de overval namelijk Albert Lavigne en Isidoor Bamps. Ik ben van 1970 weg uit Geetbets en heb vanop afstand de teloorgang van ons spoorwegverleden gadegeslagen. Het stationsgebouw, de diverse seinhuisjes (ruthuisjes in de volksmond) heeft men met de grond gelijk gemaakt. Dit zijn vijgen na pasen, maar men had evengoed het stationsgebouw kunnen inrichten als fietscafé aan de spoorwegroute, te vergelijken met Wilderen en in mindere mate Budingen, en zo een belangrijk stuk erfgoed redden. Maar ja, de heren van Bets hadden zoveel meer, grootser en belangrijk te redden, zoals de Heerlyckheid van Elsmeren, het Monikkenhof van Vlierbeek, het "goed van Storms ... enz. Die armzalige gebouwen van een station, seinhuisje, pfff... . Gevolg nu staat de gedenksteen ingemetseld in een muur van de gemeenteloodsen. Als je goed zoekt zal je het wel vinden.
Wee het volk dat zijn geschiedenis vergeet !
De verloren grandeur van het spoorwegstation met de los- en laadkaden voor steenkool en suikerbieten, die de ganse regio bevoorraden met steenkool en het mogelijk maakten dat de boeren hun suikerbieten aan de suikerfabriek van Tienen konden leveren. We spreken nog niet van het belang van deze spoorweg omdat het de regio ontsloot en ineens mogelijk maakte dat de enorme voorraad aan werkkachten aan de slag konden in de industriegebieden van de streek. Zo geraakte veel voormalige armoezaaiers van loonwerkers ineens aan goedbetaalde jobs in de ijzergieterijen in Wallonie, de mijnen in Limburg en andere industrie in Tienen, Diest en Sint Truiden waren plots bereikbaar. Zonder de spoorweg was dit niet mogelijk geweest.
|