Jazzsaxofonist en -componist Jack Sels was, op enkele pianolessen na, een autodidact, met als belangrijkste leermeester de fenomenale platencollectie die hij in zijn jonge jaren had aangelegd. Het waren vooral de opnamen van Lester Young die de jonge Sels als tenorsaxofonist op weg hebben gezet. Daarnaast had ook het concert dat de Dizzy Gillespie Big Band op 18 februari 1948 speelde in de Cercle Royal Artistique in Antwerpen een enorme impact op de jonge Sels. Ook de legendarische Birth of the Cool-sessies van het nonet van Miles Davis waren bepalend voor zijn verdere ontwikkeling. Die modellen verklaren waarom Sels aan het begin van zijn carrière grote ensembles oprichtte, zoals in 1949 de All Stars Bop Orchestra, waar toen ook de jonge Toots Thielemans in meespeelde, en het Jack Sels Chamber Music Orchestra. In 1951 trok hij naar Duitsland om er voor de Amerikaanse troepen op te treden en na zijn terugkeer in Antwerpen trad hij op in kelderkroegen, danstenten en jazzclubs. In die jaren speelde hij ook met sterren als Nat King Cole en in 1959 kreeg hij de kans om in Brussel met zijn idool Lester Young te spelen. Ondertussen maakte hij voor de BRT, de openbare omroep, radioprogramma’s over jazz en maakte hij arrangementen voor de saxsectie van het BRT-jazzorkest, die dan optrad onder de naam Saxorama. Naarmate rockmuziek jazz naar de achtergrond verdrong, werden de optredens steeds minder, zodat hij vanaf 1963 noodgedwongen aan de slag moest als havenarbeider. Zijn laatste grote optreden speelde hij in 1966 op Jazz Bilzen, maar toen sukkelde hij al met zijn gezondheid. Op 21 maart 1970 zou hij plots overlijden aan een hartaanval, hij was pas 48 jaar.
Ondanks zijn grote talent zou hij niet in het buitenland doorbreken, in tegenstelling tot leeftijdsgenoten als saxofonist Bobby Jaspar, gitarist René Thomas of Toots Thielemans. Hij heeft heel wat arrangementen en composities nagelaten, voor kwartet, (kamer)orkest en bigband, waaronder dit bigbandwerk Bay’s Drum.
Een groot deel van zijn composities en van zijn archief wordt bewaard in de bibliotheek van het Koninklijk Conservatorium Antwerpen.
Jan Dewilde