Oma en kleindochter op de wip in het speeltuintje. Achter de foto de link naar vele kinderliedjes van vroeger.
Met in het achterhoofd de speelpleinrel van Lauwe, zat ik
daarstraks op mijn balkonnetje te luisteren naar het blije gejoel van kinderen.
De zon schijnt, het is warm en de winter heeft lang genoeg geduurd.
We gooien de ramen en deuren wijdt open,en we gaan met zn allen weer naar
buiten.
Zo ook de kinderen.
Ik woon in een kinderrijke omgeving.
Veel jonge gezinnen, maar ook omas en opas
die de kleinkinderen vaak over de vloer hebben.
Op het appartement boven mij woont sinds een jaar of, zes zeven, een gezin van
vreemde origine.
Lieve vriendelijke mensen.
Toen ze hier pas kwamen wonen hadden ze drie kinderen, en sindsdien komt er elk
jaar ééntje bij.
De man des huize klopt, boort en timmert dat het een lieve lust is.
Wat bij mij en knuffel al eens lachend de uitspraak uit lokt: Hij is weer een
stapelbed aan het bijmaken.
Mijn overburen zijn ook allochtonen, en ook zij zijn hele lieve en vriendelijke
mensen.
Ook hier loopt de gezinsuitbreiding heel gestaag.
Wanneer volgens de mama haar kinderen het een beetje te bont maken in huis, dan
zet zij ze voor straf op de gang.
Dit alles vertel ik enkel om aan te tonen dat kindergejoel een dagelijks
gegeven is in mijn leven.
Mijn appartement ligt aan de achterkant van het gebouw.
Daardoor heb ik het zicht op nog veel groen.
Prachtige hoge bomen die mij wat privacy gunnen wanneer ik op mijn balkonnetje
zit.
Ook het zicht op een onlangs aangelegde speeltuin met toestellen voor de
kinderen.
Vroeger was het een modderig grasveld waar al eens werd gevoetbald door enkele
jongens.
Voor het veld stonden vuilniscontainers, dit ter comfort voor de omwonenden.
De hinder van de stank en de aantrekkingskracht voor ratten moesten we er voor
lief bijnemen.
Gelukkig verkreeg de buurtvereniging dat de containers werden verplaats waar
niemand er last van heeft.
En werd het modderveldje dus een heus speeltuintje, met banken van alwaar de
toeziende ouders, of grootouders, hun kroost in de gaten kunnen houden.
En ik, gezeten op mijn balkonnetje, geniet van al dat
gejoel.
Akkoord, er zijn kinderen bij die ijselijke kreten kunnen slaan.
Kreten waarbij ik aanvankelijk dacht dat er iemand vermoord werd.
Maar is dat niet eigen aan kinderen?
En is het niet beter dat kinderen zich met veel lawaai kunnen en mogen
uitleven, dan dat ze op jonge leeftijd naar een kinderpsychiater moeten uit
frustratie?
En wat te denken van de kreten die de moeders en grootmoeders slaakten bij het
optreden van hun favoriete zanger, of de Chippendales?
En de papas en opas bij hun favoriete voetbalploeg?
Dat moet niet onderdoen hoor voor het gejoel van kinderen!
s Avonds als de kleintjes naar bed zijn, is het
speelpleintje aan de grotere kinderen.
Zeg maar de twaalf tot zestienjarigen.
Wel daar voel ik mij al minder happy mee.
Niet omdat ik die jongelui hun pleziertje niet gun hoor, helemaal niet!
Maar omdat ik door hun escapades gade te slaan zou kunnen worden aanzien als
een perverse gluurster.
Man man man, dat is geen spelen meer!
Tenzij je het begrip doktertje spelen of mama, papa heel ver doortrekt.
Hun gejoel en kreten zijn ook ver te horen, al zijn ze van een heel andere
intonatie.
Dat is dan de moment dat ik mij bedenk hoe wij op
twaalfjarige leeftijd ons op straat amuseerden.
Ik kan natuurlijk enkel voor mezelf spreken en voor de vrienden en vriendinnen
van toen.
Wij speelden nog allerlei kinderspelletjes, zoal Schipper mag ik over varen
Antoinette wie heeft de bal, Katteke op de hoge(tikkertje)enz.
Ik vroeg mij bij dit alles af of de jeugd van nu al die
liedjes die wij toen zongen bij die spelletjes, nog wel kenden?
En ik ben eens op zoek gegaan naar die liedjes.
Ik kwam op een site waar je al die kinderliedjes nog kan beluisteren.
Ze worden gezongen door kinderen.
En met mijn laptop op schoot, gezeten op mijn balkonnetje in de zon, genoot ik
van die kinderliedjes van vroeger.
Met op de achtergrond het vrolijke gejoel van de kleintjes van nu.
Wat kan het leven toch op een simpele wijze mooi zijn!!!
|