Toen ik zwanger was van mijn tweede kind was zoonlief twee
jaar oud.
En dat kleine potjes grote oren hebben, heeft hij bewezen.
Tijdens mijn zwangerschap had ik vrijwel nergens last van.
De ochtendziekte had ik vrij snel achter de rug.
Deze tweede zwangerschap liep heel wat vlotter dan de eerste.
De enige eigenschap die de twee zwangerschappen gemeen hadden, buiten dat er
een kind in mijn buik groeide dan, was de onbedwingbare drang naar de
vreemdsoortigste combinaties van eten.
Zo heb ik ganser potten pickles leeg gegeten.
Je kunt het zo gek niet bedenken, of ik at er pickles bij.
Zure augurken, en zure zilveruitjes heb ik ook met de kilos verslonden.
Ik mag blij zijn dat mijn kind kon lachen.
Waar ik echter niet tegen kon was parfum.
Ik die een lekkere geurtjes maniak was, en nog ben.
Mijn favoriete geur in die tijd was Chloë.
Maar ik kon hem niet meer verdragen.
Zelfs het kijken naar het flesje maakte mij ziek.
Wanneer er iemand naast mij stond met parfum op, moest ik maken dat ik weg
kwam.
Ik zou ter plekke alle pickles, augurken en zure uitjes terug hebben gegeven.
Het liep soms echt de spuigaten uit, want ook de geur van deodorant of haarlak
deed mij kokhalzen.
Ik vertelde dat eens aan een vriendin die op bezoek kwam.
Zij had een zoontje, dat ongeveer zo oud was als zoonlief.
Beide zaten mooi op de grond te spelen met dat waar jongetjes zoal graag mee spelen.
Wij schonken geen speciale aandacht aan de kinderen, en keuvelden lustig verder
over ditjes en datjes.
Op een keer moest ik de stad in.
Daar ik geen auto kan rijden, doe ik alles met het openbaar vervoer.
Zo ook die keer.
Ik, met zoonlief aan de hand, op de tram.
Ik vergeet nog te zeggen dat hij weinig praatte, maar wat hij zei was duidelijk
te verstaan.
De tram zat stampvol.
Dus nam ik mijn zoon op mijn arm, en zocht mij een plaatsje waar ik niet van
links naar rechts zou zwieren.
Een hele vriendelijk heer stond zijn plaats af aan ons, en ik nam daar dankbaar
gebruik van.
Maar naast de heer zat een negerin.
Een prachtige statige dame in vol ornaat.
Gekleed in haar tradionele klederdracht, tulband en grote gouden oorringen
incluis.
De parfum was ze ook niet vergeten, en daar had ze volgens mij, heel kwistig
mee in het rond gespoten.
Al na enkele minuten voelde ik mijn maag onderste boven
keren.
Ik moet hier weg, en vlug, was al wat ik nog kon denken.
Dus stond ik terug recht, en wilde zo ver mogelijk van de vrouw vandaan.
Want parfum had bij mij de neiging om nog lang in mijn neusgaten te blijven
hangen.
Zoonlief, die de dame met grote ogen had zitten bekijken zei
toen heel duidelijk
Zwarte piet stinkt he, mama moet van kotsen!
Ik denk dat het één van de weinig volzinnen was die hij sprak, maar ze hadden
een denderend effect.
Het leek of de ganse tram zijn woorden hadden gehoord, en het plots muisstil
was geworden.
De dame in kwestie bliksemde mij bijna dood met haar grote ogen.
Nog even, en ze had mij behekst met een van hun Sjamaanse verwensingen, zo leek
het mij..
Hoewel ik nog lang niet ter bestemming was, ben ik veiligheidshalve toch maar
afgestapt.
Nu, jaren later, lachen we er nog vaak mee, maar ik kan je verzekeren dat ik op
het bewuste moment helemaal niet lachte.
En dat bewijst dat kleine potjes grote oren hebben.
|