Als een ezel zich geen tweemaal aan dezelfde steen stoot.....dan ben ik een driedubbele overgehaalde steenezel!
Wanneer ik in Antwerpen draadloos wil surfen gaat dit geheel automatisch. Geen knopjes aan of uit zetten. Geen stickje of kaart insteken. Nee, gewoon de stekker in het stopcontact of op de batterij werken en tokkelen maar.
Telkens ik hier in NL ben surf ik op ons draadloos home netwerk. Een beveiligd netwerk uiteraard en dat vraagt natuurlijk een paswoord. Maar dat is geen probleem want mijne Sjeeraar onthoudt dat ellenlange paswoord dat uit allerlei cijfers, tekens en letters bestaat, wel voor mij.
Het probleem is dat ik op mijn laptop eveneens een klein en minuscuul knopje moet aanzetten wil ik in NL draadloos kunnen surfen. En laat het nu net dat zijn dat ik telkens weer vergeet te doen omdat dat in Antwerpen niet hoeft.
Het vreselijke aan mezelf vind ik, is dat ik op zulk moment alles en iedereen naar de maan wens. Ik begin met een hoorbare zucht en eindig met een hartsgrondige @#^$*#*@....grrrrr. Maar goed dat jullie me op dat ogenblik niet bezig kunnen zien, of horen!
De liefde van mijn leven, als altijd de kalmte in persoon zelf, loopt dan gedurig de trap op en af om het één na het ander informatieblad over het home netwerk te halen. Welk ik dan telkens hoopvol invoer om opnieuw een foutmelding te krijgen gepaard gaande met zo een irriterend en danig op mijn zenuwen werkend oink geluidje. Praat ik in het begin nog heel lief en paaiend tegen Sjeeraar, twintig minuten later scheelt het niet veel of ik keil hem uit het raam. Tot plots naast mij een zachte stem vraagt, Heb je het knopje van je draadloos netwerk wel aan staan?
Op dat moment gieren tal van emoties tegelijk door mijn lijf en kan ik mezelf wel voor m'n hoofd slaan. Heel klein en stilletjes wrijf ik even met mijn vinger over het wereldbol icoontje, dat meteen aanfloept. Vervolgens start probleemloos mijn browser op en komt mijn Google startpagina in beeld. Oef!
Ik sla opgelucht en vrolijk aan het bloggen terwijl mijn teerbeminde uitgeput in de zetel valt. Heel liefjes en gedwee schenk ik hem een tasje koffie in, de furie van zonet is geheel verdwenen. Maar ik weet dat ze op de loer ligt. Omdat bij een volgende logeerpartij ik dat dekselse knopje weer zal vergeten zijn. Van ezels gesproken!
|